Advies
Geef rokers een stopadvies. Overweeg op indicatie medicamenteuze ondersteuning als aanvulling op intensieve gedragsmatige ondersteuning. Eerste keus zijn nicotinevervangende middelen. Bij onvoldoende effect hiervan, of op wens van de patiënt komen als tweede keus bupropion, nortriptyline (offlabel) of varenicline in aanmerking. Cytisinicline is derde keus.
Behandelplan
Deze tekst gaat over begeleiden bij het stoppen met roken.
De activiteit van het enzym CYP1A2 kan verhoogd worden door de aanwezigheid van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) o.a. in tabaksrook. Door stoppen met roken kan aanpassing nodig zijn van de dosering van gelijktijdig toegediende middelen die door CYP1A2 worden gemetaboliseerd (zoals clozapine en olanzapine). Zie tabel d1 van de NHG-Behandelrichtlijn Stoppen met roken voor een overzicht van medicatie die gemetaboliseerd wordt via het CYP1A2-enzym. Het uitdoven van enzyminductie kan dagen tot weken duren. Nicotinevervangende middelen induceren de activiteit van CYP1A2 niet 1.
Wees alert op een veranderde insulinerespons, als gevolg van het stoppen met roken kan een lagere dosis insuline mogelijk voldoende zijn 1.
-
Bespreek niet-medicamenteus beleid
De mogelijke vormen van ondersteuning bij het stoppen van roken zijn:
- intensieve gedragsmatige ondersteuning (voorkeur boven zelfhulp);
- zelfhulp;
- op indicatie: gespecialiseerde behandeling.
Zie voor de praktische uitwerking de NHG-Zorgmodule Leefstijl Roken 2.
Maak gebruik van Stoppen met roken op Thuisarts.nl.
Ga naar stap 2 voor medicamenteuze ondersteuning (of overweeg verwijzing) als aanvulling op intensieve gedragsmatige ondersteuning bij rokers die:
- ≥10 sigaretten/dag roken (maat voor nicotineafhankelijkheid) of;
- eerdere, mislukte stoppogingen gedaan hebben of;
- zelf een sterke voorkeur hebben voor medicamenteuze ondersteuning of;
- gelijktijdig andere verslavende middelen gebruiken.
Nazorg: plan regelmatig evaluatiemomenten.
Toelichting
-
Start nicotinevervangend middel (NVM)
Kies bij voorkeur voor kauwgom, pleister of zuigtablet.
Laat patiënt zelf de toedieningsvorm kiezen. Combinaties van verschillende toedieningsvormen zijn mogelijk, maar gebruik niet afwisselend zuigtabletten en kauwgom met nicotine, omdat de afgifte uit deze toedieningsvormen verschilt.
Stop met roken kort vóór het starten met een nicotinevervangend middel (NVM).
Beoordeel effect 2–4 weken na starten.
Ga naar stap 3 bij onvoldoende effect hiervan, of indien de patiënt een ander middel wenst (alternatieve middelen zijn geen optie bij stoppen met e-sigaretten).
Let op
Toelichting
-
Stap over op alternatief middel
Kies één van de volgende middelen:
- bupropion, stopdatum roken in tweede week
- nortriptyline (offlabel), stopdatum roken op dag 7 of 8
- varenicline, stopdatum roken na 1-2 weken
Start medicatie als patiënt nog rookt, stopdatum is afhankelijk van het gekozen middel.
Beoordeel effect 2–4 weken na starten.
Ga naar stap 4 indien deze middelen gecontra-indiceerd zijn, onvoldoende werken of indien de patiënt dit wenst.
Toelichting
-
Overweeg over te stappen op cytisinicline
Kies:
Start medicatie als patiënt nog rookt, stopmoment uiterlijk op dag 5.
Staak de behandeling indien de patiënt niet binnen 5 dagen stopt met roken en hervat zo nodig na 2-3 maanden.
Beoordeel effect 2–4 weken na starten.
Toelichting
Achtergrond
Definitie
Deze tekst heeft betrekking op rokers van nicotinehoudende tabaksproducten en/of e-sigaretten die een stoppoging willen ondernemen. Ondersteuning bij het stoppen met producten zoals joints, valt buiten de scope van deze tekst.
Het verslavende effect van roken kan worden toegeschreven aan nicotine in de sigaret: nicotine stimuleert het centraal zenuwstelsel, waardoor o.a. dopamine en adrenaline worden vrijgezet. Dopamine activeert de nucleus accumbens (beloningscentrum) waardoor de roker genot ervaart. Adrenaline werkt stimulerend. Rokers roken om deze genotseffecten te ervaren en om ontwenningsverschijnselen te voorkómen.
De elektronische sigaret (‘e-sigaret’) verdampt een vloeistof die een mengsel van smaakstoffen en andere stoffen (waaronder vaak nicotine) bevat. De gebruiker inhaleert de damp, dit wordt ook wel ‘dampen’ of ‘vapen’ genoemd.
Symptomen
Stoppen met roken gaat gepaard met ontwenningsverschijnselen als gevolg van nicotineafhankelijkheid; o.a. prikkelbaarheid, ongeduld, rusteloosheid, snakken naar een sigaret, slechte concentratie, slapeloosheid, hoofdpijn en toename van eetlust en gewicht. Deze verschijnselen ontstaan doorgaans 2–12 uur na de laatste sigaret, met een piek na 1–3 dagen, en duren meestal 2–4 weken. Echter, de psychische afhankelijkheid van nicotine (craving) houdt veel langer aan en is lastig te doorbreken 2.
Behandeldoel
Het doel van het bespreken van de voor- en nadelen van roken en het stoppen met roken bij personen die overwegen te stoppen, is meer inzicht te geven en de motivatie om te stoppen te verhogen. Het uiteindelijke doel van stoppen met roken is blijvende abstinentie: geen nicotinebevattende producten gebruiken om het gezondheidsrisico te verminderen, in wat voor vorm dan ook.
Uitgangspunten
De motivatie van de roker is een belangrijke, zo niet de belangrijkste factor voor het succes van een stoppen-met-rokenbehandeling. De slagingskans is het grootst bij intensieve gedragsmatige begeleiding, op indicatie gecombineerd met medicamenteuze ondersteuning. Varenicline en cytisinicline stimuleren, net als de nicotinevervangende middelen, nicotinereceptoren en daarmee de afgifte van dopamine. Het werkingsmechanisme van bupropion bij het stoppen met roken is onbekend. Nortriptyline is een tricyclisch antidepressivum, het is niet geregistreerd voor het gebruik bij stoppen met roken. Gebruik van bupropion, nortriptyline of varenicline in combinatie met NVM is niet zinvol. Laat de patiënt contact opnemen als het niet lukt de gemaakte afspraken om te stoppen op te volgen en bij onverwachte effecten van eventuele medicatie. Spreek vervolgafspraken af ter evaluatie en motivatie.
Bij het stoppen met e-sigaretten kan de gedragsmatige begeleiding eventueel aangevuld worden met nicotinevervangende middelen. Met de andere medicatie is nog te weinig ervaring bij het stoppen met e-sigaretten. De e-sigaret mag niet worden aangeraden ter vervanging van tabakssigaretten of als middel om het stoppen met roken te ondersteunen 1.
Als het voor de huisartsenpraktijk niet mogelijk is stoppen-met-rokenbegeleiding aan te bieden, verwijs dan naar gespecialiseerde hulpverleners (zie voor meer informatie Stap 1 van het Behandelplan).
Voor een uitgebreide wetenschappelijke aanvulling van de verschillende medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelopties, zie de Multidisciplinaire Richtlijn Tabaks- en nicotineverslaving.