Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

adrenaline

adrenerge en dopaminerge middelen C01CA24

Sluiten

dobutamine

adrenerge en dopaminerge middelen C01CA07

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Adrenaline (als tartraat) XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
0,1 mg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 10 ml

Adrenaline (als waterstoftartraat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1 ml

Emerade (als tartraat) Bausch & Lomb

Toedieningsvorm
Injectievloeistof '300'
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
pen (auto-injector) 0,3 ml
Toedieningsvorm
Injectievloeistof '500'
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
pen (auto-injector) 0,5 ml

EpiPen (als hydrochloride) Mylan bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
0,5 mg/ml
Verpakkingsvorm
auto-injector 0,3 ml ('Junior')
Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
auto-injector 0,3 ml

Jext (als waterstoftartraat) ALK-Abelló bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
auto-injector 0,15 ml, 0,3 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Dobutamine (als hydrochloride) XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 50 ml
Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
12,5 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 20 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij hartstilstand en anafylactische shock is snelle toediening van adrenaline de eerste keus.

Bij mensen met een actueel risico van of reeds doorgemaakte anafylactische shock is het belangrijk dat eenvoudig, op een veilige wijze en zo snel mogelijk adrenaline kan worden toegediend. De speciale toedieningsvorm van de auto-injector is hiervoor geschikt en heeft de voorkeur.

Advies

Acuut harfalen: Start zo snel mogelijk met toediening van zuurstof via een ‘non-rebreathing’-masker of neusbril. Geef bij een systolische bloeddruk > 90 mmHg, in afwachting van i.v.-behandeling, nitroglycerine sublinguaal elke 5 minuten tot de klachten voldoende verbeteren. In de tweedelijnszorg worden nitraten veelal i.v. toegepast. Geef in geval van dyspneu door vochtretentie i.v.-furosemide of bumetanide. Overweeg morfine i.v. uitsluitend bij persisterende ernstige onrust, dyspneu, angst of pijn in de vroege fase. Aanvullend onderzoek in de tweedelijnszorg bepaalt de verdere behandeling.

Volgens Het Acute Boekje komen positief inotrope middelen, zoals dobutamine, milrinon en enoximon alleen in aanmerking bij patiënten op de hartbewakingsafdeling; bij onvoldoende effect van vaatverwijders en diuretica of indien sprake is van hypotensief hartfalen (SBD < 85–90 mmHg).

Indicaties

  • Cardiopulmonaire resuscitatie zoals bij een hartstilstand.
  • Anafylaxie, als reactie op allergenen zoals insectensteken of -beten, voedsel, geneesmiddelen of andere allergenen; anafylactische shock, anafylaxie door lichamelijke inspanning, idiopathische anafylaxie.
  • Bronchospasmen, in het bijzonder bij astma bronchiale.

Indicaties

Volwassenen en kinderen

  • Hartfalen door een verminderde contractiliteit indien positief-inotrope ondersteuning nodig is bij de behandeling van een laag hartminuutvolume na een myocardinfarct, openhartoperatie, of bij een cardiomyopathie, septische of cardiogene shock.

Volwassenen

  • Als diagnostisch hulpmiddel bij stress-echocardiografie bij patiënten die niet in staat zijn tot lichamelijke inspanning of bij wie deze inspanning geen waardevolle informatie oplevert.

Gerelateerde informatie

  • hartfalen, acuut

Doseringen

Adrenaline-injecties zijn bedoeld voor i.v., i.m., s.c., intra-ossale en intracardiale toediening. Adrenaline 0,1 mg/ml is niet geschikt voor i.m.- of s.c.-gebruik. Adrenaline 1 mg/ml bij voorkeur vóór i.v.-toediening eerst verdunnen of de 0,1 mg/ml-oplossing gebruiken.

De auto-injectors van Emerade, Epipen en Jext zijn uitsluitend bedoeld voor i.m-toediening in het anterolaterale deel van het bovenbeen, eventueel door de kleding heen.

Klap alles open Klap alles dicht

Bij cardiopulmonale resuscitatie

Volwassenen

Adrenaline-injectievloeistof: 1 mg i.v., intra-ossaal, of eventueel intracardiaal, zo nodig elke 3–5 min herhalen tot terugkeer van de spontane circulatie. Bij hartstilstand na hartchirurgie 0,05–0,1 mg per keer en titreren tot effect. Endotracheaal: 2–2,5 mg per keer. Volgens de Richtlijnen Reanimatie (2021) van de Nederlandse Reanimatieraad: Indien geen intraveneuze (i.v.) toedieningsweg kan worden aangelegd moet de intraossale (i.o.) naald worden geplaatst. Bij een schokbaar ritme: 1 mg adrenaline i.v. (of i.o.) na de derde defibrillatie, zo nodig elke 3–5 min herhalen. Bij een niet-schokbaar ritme: zo snel mogelijk 1 mg adrenaline i.v. (of i.o.), om de 3–5 min herhalen. Endotracheale toediening heeft niet de voorkeur volgens de Reanimatieraad.

Aterme neonaat

Adrenaline-injectievloeistof: volgens het Kinderformularium van het NKFK: i.v. of eventueel intra-ossaal: 1:10.000 oplossing (0,1 mg/ml): 0,01 mg/kg lichaamsgewicht/dosis als bolus, overeenkomend met 0,1 ml/kg van 0,1 mg/ml oplossing. Indien nodig extra doses geven van 0,01–0,03 mg/kg, overeenkomend met 0,1–0,3 ml/kg van de 0,1 mg/ml oplossing. Zo nodig binnen 3–5 minuten herhalen. Endotracheaal: 1:10.000 oplossing (0,1 mg/ml): 0,05–0,1 mg/kg/dosis éénmalig overeenkomend met 0,5–1 ml/kg van 0,1 mg/ml oplossing. Endotracheale toediening heeft niet de voorkeur.

Kinderen van 1 maand - 18 jaar

Adrenaline injectievloeistof: volgens het Kinderformularium van het NKFK: i.v. of eventueel intra-ossaal: 1:10.000 oplossing (0,1 mg/ml): 0,01 mg/kg/dosis bolus, overeenkomend met 0,1 ml/kg van de 0,1 mg/ml oplossing. Bij asystolie eventueel de volgende doses: 0,1 mg/kg (overeenkomend met 1 ml/kg van 0,1 mg/ml oplossing óf 0,1 ml/kg van de 1 mg/ml oplossing). Zo nodig iedere 3–5 minuten herhalen. Endotracheaal: 1:1000 oplossing (1 mg/ml): 0,1 mg/kg/dosis bolus overeenkomend met 0,1 ml/kg van 1 mg/ml oplossing. Endotracheale toediening heeft niet de voorkeur.

Bij anafylaxie

Volwassenen

Adrenaline zo snel mogelijk toedienen bij de eerste tekenen van anafylaxie: Adrenaline-injectievloeistof: 0,2–0,5 mg i.m. of s.c., zo nodig elke 10–15 min herhalen; max. 1 mg per dosis. Met de auto-injector: 0,005–0,01 mg/kg lichaamsgewicht, soms meer; aanbevolen dosis: 0,3–0,5 mg i.m. per keer, eventueel na 5–15 minuten herhalen.

Kinderen

Adrenaline zo snel mogelijk toedienen bij de eerste tekenen van anafylaxie: Adrenaline-injectievloeistof: 0,01 mg/kg i.m. of s.c., zo nodig 2× elke 15 min herhalen, daarna elke 4 uur herhalen; max. 0,5 mg per dosis. Voor i.m.- of s.c.-gebruik bij deze indicatie de injectievloeistof 1 mg/ml gebruiken. Met de auto-injector 'Junior': Bij kinderen met een lichaamsgewicht van 15–30 kg: 0,15 mg i.m., eventueel na 5–15 min herhalen. Bij kinderen met een lichaamsgewicht > 30 kg: auto-injector 0,3 mg i.m., eventueel na 5–15 min herhalen. Bij kinderen met een lichaamsgewicht < 15 kg: individueel beoordelen of de auto-injector geschikt is omdat met de auto-injector geen lagere dosis dan 0,15 mg kan worden toegediend. Niet gebruiken bij een lichaamsgewicht < 7,5 kg behalve in levensbedreigende situaties onder medisch toezicht.

Volgens het Kinderformularium van het NKFK kinderen van 1 maand-18 jaar: i.m. 0,01 mg/kg lichaamsgewicht per keer, max. 0,5 mg per keer, zo nodig 2× herhalen met een interval van 15 min, daarna zo nodig elke 4 uur. Bij gebruik van de auto-injector door patiënt zelf/ouders/verzorgers: bij kinderen van 7,5–30 kg lichaamsgewicht: 0,15 mg/dosis, van 30–60 kg: 0,3 mg/dosis en ≥ 60 kg: 0,3–0,5 mg/dosis. Zo nodig deze dosering na 5–15 min herhalen.

Bij anafylactische shock

Volwassenen

Adrenaline zo snel mogelijk toedienen bij de eerste tekenen van anafylaxie: Adrenaline-injectievloeistof: 0,5 mg i.m. gevolgd door 0,025–0,05 mg i.v., zo nodig elke 5–15 min herhalen; in kritieke situaties: 0,1–0,25 mg i.v., niet sneller dan 0,02 mg per min (oplossing 0,1 mg/ml), zo nodig elke 5–10 min herhalen. Voor i.m.-gebruik bij deze indicatie de injectievloeistof 1 mg/ml gebruiken.

Kinderen 1 maand - 18 jaar

Volgens het Kinderformularium van het NKFK: i.m. 0,01 mg/kg lichaamsgewicht per keer, max. 0,5 mg per keer, zo nodig 2× herhalen met een interval van 15 min, daarna zo nodig elke 4 uur. Bij gebruik van de auto-injector door patiënt zelf/ouders/verzorgers: bij kinderen van 7,5–30 kg lichaamsgewicht: 0,15 mg/dosis, van 30–60 kg: 0,3 mg/dosis en ≥ 60 kg: 0,3–0,5 mg/dosis. Zo nodig deze dosering na 5–15 min herhalen.

Bronchospasmen

Volwassenen

Adrenaline-injectievloeistof: 0,2–0,5 mg s.c., zo nodig 2× elke 20 minuten herhalen; vervolgens elke 4 uur herhalen, maximaal 1 mg per keer. Voor s.c.-gebruik bij deze indicatie de injectievloeistof 1 mg/ml gebruiken.

Kinderen

Adrenaline-injectievloeistof: 0,01 mg/kg lichaamsgewicht i.m of s.c., zo nodig 2× elke 15 minuten herhalen; vervolgens elke 4 uur herhalen, maximaal 0,5 mg per keer. Voor i.m.- of s.c.-gebruik bij deze indicatie de injectievloeistof 1 mg/ml gebruiken.

Toediening: Na toediening wordt geadviseerd de huid rond de injectieplaats licht te masseren, omdat dit de absorptie versnelt.

Doseringen

De dosis, de toedieningssnelheid en de duur van behandeling vaststellen op geleide van de hartfrequentie, bloeddruk, urineproductie en zo mogelijk meting van het hartminuutvolume. De dosis geleidelijk verlagen in plaats van de toediening abrupt te staken.

Klap alles open Klap alles dicht

Hartfalen met een laag hartminuutvolume, bv. na een myocardinfarct, openhartoperatie, of bij een cardiomyopathie, septische of cardiogene shock

Volwassenen

Richtlijn: i.v. als infusie: 2,5–10 microg/kg lichaamsgewicht per min. Soms wordt reeds effect verkregen met 0,5 microg/kg per min; zelden 40 microg/kg per min.

Kinderen

i.v. als infusie: aanvangsdosis 5 microg/kg lichaamsgewicht per min; dosering aanpassen op basis van klinische respons naar 2–20 microg/kg lichaamsgewicht per min, soms 0,5–1 microg/kg per min, zelden tot 40 microg/kg per min. De meeste bijwerkingen (o.a. tachycardie) treden op bij doseringen ≥ 7,5 microg/kg lichaamsgewicht/min. De dosering zorgvuldig titreren vanwege een mogelijk kleinere therapeutische breedte dan bij volwassenen.

Als diagnostisch hulpmiddel bij stress-echocardiografie

Volwassenen

Uitsluitend onder monitoring en in aanwezigheid van de benodigdheden voor reanimatie: I.v. als infusie: volwassenen aanvankelijk 5 microg/kg lichaamsgewicht per min, elke 3 min verhogen tot 10, 20, 30, 40 microg/kg per minuut tot een diagnostisch eindpunt wordt bereikt of bij het optreden van ernstige complicaties. Als geen diagnostisch eindpunt wordt bereikt kan 0,5–2 mg atropine worden toegediend in doseringen van 0,25–0,5 mg, telkens met een interval van 1 min. Als alternatief kan de infusiesnelheid van dobutamine worden verhoogd tot 50 microg/kg/min.

Tijdens langdurige infusie (> 72 uur) kan tolerantie optreden, waardoor dosisverhoging nodig kan zijn.

Toediening

  • Het concentraat voor infusievloeistof voor gebruik bij volwassenen verdunnen met fysiologisch zout- of 5% glucoseoplossing, een Ringer-oplossing of een natriumlactaatoplossing; in het algemeen wordt als uiteindelijke concentratie voor infusie 250, 500 of 1000 microg/ml toegepast; de verdunning mag niet geconcentreerder zijn dan 5000 microg/ml.
  • Bij continue intraveneuze infusie bij kinderen verdunnen met fysiologisch zout- of 5% glucoseoplossing tot een concentratie van 0,5-1 mg/ml, max. 5 mg/ml bij vloeistofbeperking. Oplossingen met een hogere concentratie uitsluitend toedienen via een centraalveneuze katheter. Bij neonaten op de intensivecare-afdeling 30 mg/kg lichaamsgewicht verdunnen tot een eindvolume van 50 ml infusievloeistof.

Bijwerkingen

Zelden (0,01-0,1%): stresscardiomyopathie.

Verder zijn gemeld: hypertensie, hypertensieve crisis, tachycardie, bradycardie, hartritmestoornissen, hartkloppingen, ventrikelfibrilleren, angina pectoris, acuut myocardinfarct, stresscardiomyopathie. Angst, hallucinatie, spanning, nervositeit. Hoofdpijn, duizeligheid, tremor, syncope, paresthesie, hypo-esthesie. Dyspneu. Mydriase. Misselijkheid, braken, droge mond. Hyperhidrose. Bleekheid, koude ledematen, vasoconstrictie. Spierstijfheid. Asthenie. Hyperglykemie, hypokaliëmie, metabole acidose. Necrose op de injectieplaats (door vasculaire constrictie). Infectie op de injectieplaats (waaronder necrotiserende fasciitis en myonecrose door Clostridia). Bij onbedoelde injectie van de auto-injector in handen of voeten: perifere ischemie en verwondingen (blauwe plekken, bloedingen, verkleuring, erytheem of verwondingen aan botten).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Bij hartfalen

Zeer vaak (> 10%): stijging hartfrequentie (met ≥ 30 slagen/min).

Vaak (1–10%): eosinofilie, remming van de trombocytenaggregatie (bij continue infusie gedurende enkele dagen). Overgevoeligheid zoals huiduitslag, eosinofiele myocarditis. Hoofdpijn. Verhoogde bloeddruk vnl. bij arteriële hypertensie (stijging ≥ 50 mmHg), bloeddrukverlaging, ventriculaire ritmestoornis, dosisafhankelijke ventriculaire extrasystolen. Stijging van de ventrikelfrequentie m.n. bij atriumfibrillatie. Vasoconstrictie (m.n. bij combinatie met β-blokkers). Hartkloppingen, pijn op de borst.

Soms (0,1–1%): ventriculaire tachycardie, ventrikelfibrilleren, atriumfibrilleren. Allergische reacties zoals anafylaxie, (levensbedreigende) astma-aanvallen.

Zeer zelden (< 0,01%): hypokaliëmie, bradycardie, myocardischemie, myocardinfarct, hartstilstand. Myoklonie bij ernstig nierfalen.

Verder is gemeld: vermindering van de pulmonale, capillaire druk.

Bij kinderen zijn o.a. de volgende bijwerkingen gemeld: verhoging van de systolische bloeddruk, systemische hypertensie of hypotensie, tachycardie, hoofdpijn, verhoging van de pulmonale capillaire wigdruk (m.n. bij leeftijd < 1 j.) leidend tot pulmonale congestie, oedeem en symptomatische klachten.

Bij gebruik als diagnostisch hulpmiddel

Zeer vaak (> 10%): angina pectoris, ventriculaire extrasystolen (frequentie > 6/min), ST-segmentelevatie.

Vaak (1–10%): supraventriculaire extrasystolen, ventriculaire tachycardie, pijn op de borst. Bronchospasmen, dyspneu. Verhoogde urineaandrang (bij hoge doseringen). Koorts, flebitis op de toedieningsplaats, lokale ontstekingen (bij onbedoelde paraveneuze infiltratie), huiduitslag. Misselijkheid.

Soms (0,1–1%): ventrikelfibrilleren, myocardinfarct, atriumfibrilleren, obstructie van de linker ventriculaire uitstroombaan, fatale cardiale ruptuur.

Zeer zelden (< 0,01%): tweedegraads atrioventriculair blok, coronaire vaatspasmen, hypertensieve en hypotensieve bloeddrukdecompensatie, intracavitaire drukgradiënten, hartkloppingen. Petechiale bloedingen, huidnecrose.

Verder zijn gemeld: stressgeïnduceerde cardiomyopathie (Takotsubocardiomyopathie). Rusteloosheid, hoofdpijn, paresthesieën, tremor, hitte–en angstgevoel, spierkrampen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

De effecten van adrenaline kunnen worden versterkt door tricyclische antidepressiva, MAO-remmers (hypertensieve reactie met mogelijk hartaritmieën), COMT-remmers, schildklierhormonen, levodopa, oxytocine, theofylline en geneesmiddelen met een duidelijke parasympathicolytische of sympathicomimetische component, alcohol.

Niet-selectieve β-blokkers versterken de α-pressorreactie van adrenaline met hypertensie en bradycardie, omdat het β-effect van adrenaline wordt geremd.

Bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het hart sensibiliseren voor ritmestoornissen zoals digoxine, kinidine kunnen hartaritmieën ontstaan.

In combinatie met vluchtige gehalogeneerde anesthetica is er meer kans op ernstige ventriculaire aritmieën.

Adrenaline remt de afscheiding van insuline en kan daardoor interfereren met de medicatie van diabetespatiënten.

Interacties

Combinatie met de contrastvloeistof zwavelhexafluoride (bv. Sonovue®) is gecontra-indiceerd bij aandoeningen die kunnen wijzen op cardiovasculaire instabiliteit vanwege het optreden van zeldzame, maar ernstige (soms fatale) aritmieën.

In combinatie met dopamine treedt een duidelijkere stijging van de bloeddruk op, en dit voorkomt een daling van de ventriculaire vullingsdruk zoals aangetoond bij dopamine alleen.

Combinatie met perifere vasoconstrictieve middelen zoals noradrenaline verhoogt de arteriële bloeddruk sterker dan ieder middel afzonderlijk.

De werking van dobutamine wordt door MAO-remmers versterkt; dit kan leiden tot levensbedreigende situaties zoals een hypertensieve crisis, cardiovasculaire collaps, intracraniële hemorragie of aritmieën.

Cardioselectieve β-blokkers antagoneren competitief het positief-inotrope effect van dobutamine; bovendien kunnen de α–agonistische effecten perifere vasoconstrictie veroorzaken met daaruit volgend bloeddrukverhoging. Bij gelijktijdige α-receptorblokkade kunnen de overheersende β–mimetische effecten tachycardie en perifere vasodilatatie veroorzaken.

Gelijktijdig gebruik met perifere vasodilatatoren, zoals nitroprusside en nitraten, vergroot het hartminuutvolume en vermindert de perifere weerstand en de ventriculaire vullingsdruk, meer dan elk middel afzonderlijk.

Bij combinatie met ACE–remmers kunnen door een verhoogd hartminuutvolume en myocardiaal zuurstofverbruik pijn op de borst en hartritmestoornissen optreden.

Antipsychotica kunnen de hypertensieve effecten van dobutamine mogelijk verminderen.

Bij combinatie met oxytocine of doxapram is er meer kans op hypertensie.

Bij combinatie met ergotamine is er meer kans op ergotisme.

Bij combinatie met entacapon worden de effecten van dobutamine mogelijk versterkt.

Bij combinatie met atropine is de door dobutamine geïnduceerde toename van de hartslag verhoogd en kan de hartslagafname geantagoneerd worden.

Mogelijk moet de dosering insuline aangepast worden, omdat dobutamine de plasmaspiegels van insuline en glucose kan wijzigen.

Bij stress-echocardiografie kan de ischemische reactie op stress minder uitgesproken zijn of geheel ontbreken bij gelijktijdige behandeling met hartslagvertragende middelen (zoals β–blokkers); deze behandeling indien mogelijk 12 uur voor de stress-echocardiografie staken.

Dobutamine niet toevoegen aan een ander geneesmiddel waarmee de verenigbaarheid niet is aangetoond; raadpleeg bij twijfel de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 6.2) zie hiervoor de link onder ‘Zie ook’.

Zwangerschap

Adrenaline passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.

Farmacologisch effect: Adrenaline kan de bloedstroom door de placenta drastisch verminderen en anoxie bij de foetus veroorzaken. Anafylaxie, anafylactische shock en hartstilstand brengen dit echter ook teweeg. Adrenaline kan de progressie van de partus vertragen.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Adrenaline kan in geval van een vitale indicatie, zoals een anafylactische shock, gebruikt worden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: Adrenaline wordt oraal niet opgenomen; eventueel in de moedermelk uitgescheiden adrenaline heeft daarom en ook vanwege de korte halfwaardetijd naar verwachting geen effect op de zuigeling.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Dobutamine wordt oraal niet opgenomen; eventueel in de moedermelk uitgescheiden dobutamine heeft daarom en ook vanwege de zeer korte halfwaardetijd naar verwachting geen effect op de zuigeling.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

Tenzij toegepast in acute kritieke situaties:

  • hemorragische, cardiogene en traumatische shock, shock tijdens anesthesie ten gevolge van gehalogeneerde koolwaterstoffen of cyclopropaan;
  • organische hersenbeschadiging;
  • fibrillatie;
  • overgevoeligheid voor sulfiet in de voorgeschiedenis (met name bij astmapatiënten);
  • (predispositie voor) gesloten-kamerhoekglaucoom;
  • injectie op plaatsen waar sterke vasoconstrictie de bloedvoorziening ernstig kan belemmeren (zoals vingers, tenen, neus, oren en penis);
  • tenzij toegepast bij hartstilstand of anafylaxie: cardiale dilatatie en/of coronaire insufficiëntie.

Contra-indicaties

  • onbehandelde ernstige ventriculaire hartritmestoornissen;
  • obstructie van de ventriculaire vulling of ejectie, of beiden, zoals bij harttamponade, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, aortaklepstenose, pericarditis constrictiva en idiopathische hypertrofische subaorta stenose;
  • feochromocytoom;
  • ongecorrigeerde hypovolemie;
  • bekende of vermoedelijke overgevoeligheid voor (natriummetabi)sulfiet of andere sulfaten.
  • Bij stress-echocardiografie tevens

    • recent myocardinfarct (< 30 dagen);
    • instabiele angina pectoris;
    • onbehandelde hypertensie;
    • aortadissectie;
    • aorta–aneurysma;
    • onbehandelde hartritmestoornissen (incl. atriumfibrilleren);
    • verstoring van de elektrolytenbalans;
    • ernstige anemie.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorzichtig bij hypertensie, hartziekten, neiging tot aritmie, hyperthyroïdie, cerebrale of perifere arteriosclerose, diabetes mellitus, feochromocytoom, bronchiaal astma, oculaire hypertensie of glaucoom (verhoging van de intra-oculaire druk), prostaathyperplasie, ernstig gestoorde nierfunctie, hypercalciëmie, hypokaliëmie en bij ouderen.

Bij de ziekte van Parkinson kan adrenaline een tijdelijke verergering van de symptomen (stijfheid, tremor) veroorzaken.

De auto-injector is een voorgevulde wegwerpspuit met een automatisch injectiemechanisme voor eenmalig gebruik door de patiënt zelf of door een verzorger. De patiënt moet worden geïnstrueerd over de periodieke controle van de inhoud (oplossing moet helder en kleurloos zijn). Bij toediening door een verzorger het been van de patiënt immobiliseren om de kans op verwondingen of een verbogen naald te minimaliseren.

Bij onvoldoende klinische verbetering na een eerste injectie of bij een verslechtering, kan na 5–15 minuten een tweede injectie toegediend worden. Voor dergelijke gevallen wordt aanbevolen dat patiënten twee auto–injectorpennen krijgen voorgeschreven en deze altijd bij zich hebben. Na gebruik van een auto-injectorpen dient direct een ambulance gebeld te worden voor medische hulp.

Bij patiënten met een dikke onderhuidse vetlaag bestaat het risico dat adrenaline in het subcutane weefsel wordt toegediend; hierdoor kan het effect vertraagd en suboptimaal zijn doordat adrenaline het spierweefsel niet of later bereikt. Dit kan de behoefte aan een tweede injectie vergroten.

Bifasische anafylaxie: na initieel verdwijnen van de symptomen kunnen deze enkele uren later opnieuw optreden.

Onbedoelde intravasculaire injectie kan resulteren in een hersenbloeding als gevolg van plotselinge bloeddrukverhoging. Onbedoelde toediening in handen en voeten kan leiden tot perifere ischemie.

Na gebruik van de auto-injector blijft een hoeveelheid vloeistof in de injector achter, die niet opnieuw kan worden gebruikt.

Bij keuze voor een intraveneuze toediening, deze bij voorkeur onder begeleiding van (continue) ECG-registratie, pulsoxymetrie en bloeddrukmeting toepassen. Bij anafylaxie en in andere gevallen met een spontane circulatie kan i.v.-toediening levensbedreigende hypertensie, tachycardie, aritmieën en myocardiale ischemie veroorzaken.

Hulpstoffen: Sulfiet (in sommige injectievloeistoffen) kan bij daarvoor gevoelige mensen (m.n. astmatici) bronchospasmen en/of anafylactische shock veroorzaken.

Waarschuwingen en voorzorgen

Corrigeer een eventuele hypovolemie voor de behandeling met een gepaste plasmavervanger.

Controleer tijdens de behandeling de kaliumspiegel vanwege de kans op hypokaliëmie.

Monitor tevens bij de start het ECG, totdat een stabiele respons is bereikt en controleer tijdens de behandeling hartslag en -ritme, de arteriële bloeddruk en infusiesnelheid. Bij een ongewenste toename van de hartfrequentie, verhoging van de systolische bloeddruk of aritmie de dosis verminderen of de behandeling tijdelijk onderbreken.

Bij reeds bestaande hypertonie kan de bloeddruk toenemen.

Bij ernstige hypotensie met cardiogene shock (arteriële bloeddruk < 70 mmHg) extra voorzichtig zijn. Verlaag bij een snelle bloeddrukdaling de dosis of onderbreek tijdelijk de behandeling. Zelden is een andere interventie noodzakelijk. Bij een progressief dalende of een stabiel lage arteriële bloeddruk ondanks adequate ventriculaire druk en hartminuutvolume is soms toediening van een perifere vasoconstrictor zoals noradrenaline of dopamine nodig.

Wees extra voorzichtig bij hyperthyroïdie vanwege een grotere cardiovasculaire gevoeligheid voor dobutamine.

Bij ischemische hartziekten kan dobutamine het begin van een aanval van angina induceren.

Wees alert op de mogelijkheid van een myocardinfarct. Door de toename van de hartslag of bloeddruk kan myocardiale ischemie verergeren en zo pijn op de borst en een verhoging van het ST-segment op het ECG veroorzaken.

Bij een duidelijk verminderde ventriculaire werking, zoals bij harttamponade, aortaklepstenose of idiopathische hypertrofische subaorta stenose kan de inotrope respons ontoereikend zijn.

Na beëindiging van een langdurige behandeling (> 7 dagen) met dobutamine kunnen het hartminuutvolume en de pulmonale wiggedruk toegenomen zijn.

Controleer bij diabetici extra de glucosespiegel, omdat dobutamine invloed hierop heeft, en pas zo nodig de dosering van insuline aan.

Wees extra voorzichtig bij kinderen, met name bij een leeftijd ≤ 1 jaar, vanwege mogelijke verschillen in de hemodynamische effecten (kwantitatief en kwalitatief) in vergelijking met volwassenen.

Er zijn geen onderzoeksgegevens over werkzaamheid en veiligheid bij een verminderde nier- of leverfunctie.

Verricht vóór het uitvoeren van de stress-echocardiografie bij patiënten met meer kans op cardiale ruptuur zorgvuldig onderzoek, vanwege meldingen van cardiale ruptuur tijdens de stresstest met dobutamine. Deze trad in klinisch onderzoek op bij patiënten na een recent myocardinfarct (na 4-12 dagen). Stressgeïnduceerde cardiomyopathie (Takotsubocardiomyopathie) is tevens een mogelijke bijwerking; staak indien deze ernstige bijwerking optreedt direct de behandeling. Staak de toediening van dobutamine eveneens bij: ernstige complicaties, het bereiken van de maximale (bij de leeftijd behorende) hartslag, bloeddrukverhoging > 220/120 mmHg, systolische bloeddrukverlaging > 20 mmHg, progressieve symptomen als angina pectoris, dyspneu, duizeligheid, ataxie, progressieve aritmie of geleidingsstoornissen, recent ontwikkelde wandbewegingsstoornissen in meer dan één wandsegment, toename van het eindsystolisch volume, afwijkingen in de repolarisatie en het bereiken van de maximale dosering. Controleer de patiënt na het beëindigen van de infusie tot de toestand gestabiliseerd is.

Hulpstoffen

  • Wees voorzichtig met natrium, in de infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
  • Natriummetabisulfiet, in de infusievloeistof, kan in zeldzame gevallen bronchospasmen veroorzaken.

Overdosering

Symptomen

Plotselinge stijging van de bloeddruk met eventueel een hersenbloeding; acuut, mogelijk fataal longoedeem door hartstimulatie en perifere vasoconstrictie. Voorbijgaande bradycardie, overgaand in tachycardie met soms uiteindelijk fatale hartritmestoornissen.

Therapie

Voor de verlaging van de bloeddruk snelwerkende vasodilatatoren of α-receptorblokkerende geneesmiddelen. Bij langdurige hypotensie een bloeddrukverhogend geneesmiddel zoals noradrenaline. Acuut longoedeem behandelen met het snelwerkende α-receptorblokkerende geneesmiddel fentolamine en/of met intermitterende respiratie met positieve druk. Bij hartritmestoornissen een β-receptorblokkerend geneesmiddel ná óf in combinatie met een α-receptorblokkerend geneesmiddel.

Zie voor meer symptomen en behandeling vergiftigingen.info.

Overdosering

Symptomen

Misselijkheid, braken, anorexie, tremor, angst, hartkloppingen, hoofdpijn, benauwdheid, vermoeidheid, anginale of atypische pijn op de borst. Door positief chronotrope en inotrope werking: hypertensie, (supra)ventriculaire aritmieën, ventriculaire fibrillatie en myocardiale ischemie. Hypotensie door perifere vasodilatatie.

Therapie

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met dobutamine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Sympathicomimeticum met stimulerend effect op de α- en β-receptoren van het sympathische zenuwstelsel. Het heeft een geringe, centraal stimulerende werking. Adrenaline doet de bloeddruk stijgen en vergroot de prikkelbaarheid van het hart. Door beïnvloeding van de α-receptoren treedt vernauwing op van de meeste vaten, met name die van de huid en het splanchnicusgebied. Stimulatie van de β2-receptoren heeft een bronchospasmolytisch effect en verhoogt het bloedglucosegehalte.

Werking: i.m. binnen 3–5 min, s.c. binnen 5 min. Werkingsduur: kort.

Kinetische gegevens

Resorptie i.m. of s.c. verlengd door lokale vasoconstrictie. I.m. sneller dan s.c.. I.m.-absorptie bij een dunne onderhuidse vetlaag kan sneller zijn dan bij een dikkere onderhuidse vetlaag.
Metabolisering snel, o.a. in de lever door de enzymen COMT en MAO.
Eliminatie voornamelijk met de urine als metabolieten.
T 1/2el i.v. ca. 2½ min.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Synthetisch catecholamine. De primaire werking is verhoging van de contractiekracht van de hartspier door stimulering van de β1-receptoren van het hart. Dobutamine verbetert het hartminuutvolume, vnl. door vergroting van het slagvolume (positief inotroop effect). Verder verlaagt het een verhoogde ventriculaire vullingsdruk (de 'preload' ) en bevordert het de AV-geleiding (positief dromotroop effect). Het heeft slechts een lichte β2- en α1-receptorstimulerende werking waardoor er een minimaal direct effect op de systemische vasculatuur is. Dobutamine veroorzaakt geen endogene afgifte van noradrenaline.

Werking: na 2 min, max. na ca. 10 min.

Toepassing als diagnostisch hulpmiddel

Bij dobutamine stress-echocardiografie: Dankzij de positief inotrope, en vooral positief chronotrope effecten tijdens de belasting met dobutamine, stijgen de zuurstof- en energiebehoefte van het myocard. Bij een bestaande coronaire stenose leidt onvoldoende toename van de coronaire bloedstroom tot hypoperfusie. Dit is middels echocardiografie te visualiseren in de vorm van wandbewegingsstoornissen van het myocard in het respectievelijke segment.

Bij vitaliteitsdiagnostiek: Een vitaal myocard, dat hypokinetisch of akinetisch is (bv. vanwege 'stunning', hibernatie) heeft een functionele reserve voor wat betreft de contractiliteit. Deze reserve wordt vooral gestimuleerd door de positief inotrope effecten van dobutamine bij belasting van het myocard door stimulatie met lagere doses (5-20 microg/kg/min). Een verbetering van de systolische contractie, dat wil zeggen toename van de wandbewegingen van het betreffende segment van het hart, kan middels echocardiografie aangetoond worden.

Kinetische gegevens

T max 10 min.
V d 0,2 l/kg.
Metabolisering in de lever en ander weefsel via catechol–O–methyltransferase (COMT) tot 3-O-methyldobutamine en in geconjugeerde glucuroniden.
Eliminatie vnl. via de urine en in geringe mate via de feces.
T 1/2el ca. 2 min.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

adrenaline hoort bij de groep adrenerge en dopaminerge middelen.

  • dobutamine (C01CA07) Vergelijk
  • dopamine (C01CA04) Vergelijk
  • efedrine (C01CA26) Vergelijk
  • fenylefrine (injectie) (C01CA06) Vergelijk
  • isoprenaline (C01CA02) Vergelijk
  • midodrine (C01CA17) Vergelijk
  • noradrenaline (C01CA03) Vergelijk

Groepsinformatie

dobutamine hoort bij de groep adrenerge en dopaminerge middelen.

  • adrenaline (C01CA24) Vergelijk
  • dopamine (C01CA04) Vergelijk
  • efedrine (C01CA26) Vergelijk
  • fenylefrine (injectie) (C01CA06) Vergelijk
  • isoprenaline (C01CA02) Vergelijk
  • midodrine (C01CA17) Vergelijk
  • noradrenaline (C01CA03) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • adrenerge en dopaminerge middelen

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • adrenerge en dopaminerge middelen

Indicaties

  • hartfalen, acuut

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".