Samenstelling
Erleada XGVS Aanvullende monitoring Janssen-Cilag bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 60 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Xtandi XGVS Astellas Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 40 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 40 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor een beoordeling van apalutamide en enzalutamide (2019) bij niet-gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom de commissie BOM op NVMO.org.
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op oncoline de geldende behandelrichtlijn.
Advies
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op Richtlijnendatabase de geldende behandelrichtlijn met de plaats van enzalutamide daarbij.
Indicaties
Prostaatcarcinoom
- Niet-gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (nm-CRPC) bij volwassenen, waarbij er een groot risico is van metastasering;
- Gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) bij volwassenen, in combinatie met androgeendeprivatietherapie (ADT).
Indicaties
Behandeling van volwassenen met niet-gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (CRPC):
- waarbij er een groot risico is van metastasering.
Behandeling van volwassenen met gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (CRPC):
die asymptomatisch of licht symptomatisch zijn na falen van androgeendeprivatietherapie en voor wie behandeling met chemotherapie nog niet klinisch geïndiceerd is;
waarbij de ziekte progressief was tijdens of na behandeling met docetaxel.
Dosering
Prostaatcarcinoom:
Volwassenen (incl. ouderen):
240 mg (4 tabletten) 1×/dag. Indien géén operatieve castratie heeft plaatsgevonden, dan tijdens de behandeling een LHRH-analoog voortzetten (chemische castratie).
Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matige verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30–89 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen doseeradvies worden gegeven bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) vanwege onvoldoende gegevens; gebruik apalutamide voorzichtig en pas dosis aan indien (ernstige) bijwerkingen optreden (zie hieronder).
Verminderde leverfunctie: bij een licht tot matige verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) wordt niet aanbevolen vanwege onvoldoende gegevens.
Ernstige bijwerkingen: bij CTCAE-graad ≥ 3 of niet te verdragen bijwerkingen de behandeling onderbreken tot de symptomen verbeteren tot ≤ graad 1 of de oorspronkelijke graad. Hervat de behandeling met dezelfde of een lagere dosis (180 of 120 mg 1×/dag).
Gemiste dosis: neem zo snel mogelijk de dosis alsnog in en ga de volgende dag verder met het oorspronkelijke innameschema. Géén 2 doses op één dag innemen.
Toedieningsinformatie: de tabletten iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in hun geheel (zonder kauwen, breken of oplossen) innemen met of zonder voedsel.
Dosering
Niet-gemetastaseerd en gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom:
Volwassenen (incl. ouderen):
160 mg (4 capsules of 4 tabletten) 1×/dag. Indien géén operatieve castratie heeft plaatsgevonden, dan tijdens de behandeling een LHRH-analoog voortzetten (chemische castratie).
Nierinsufficiëntie: op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoeksgegevens.
Leverinsufficiëntie: een dosisaanpassing is niet nodig. Wees voorzichtig bij ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoeksgegevens.
Bij combinatie met sterke CYP2C8–remmers (gemfibrozil): 80 mg 1×/dag.
Ernstige bijwerkingen: bij ≥ CTCAE graad 3 toxiciteit: onderbreek de behandeling gedurende 1 week of tot de symptomen verbeteren tot ≤ graad 2. Hervat de behandeling met dezelfde of een lagere dosis (120 of 80 mg 1×/dag).
Een vergeten dosis binnen 12 uur innemen, anders deze overslaan.
Toediening: de capsules en tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip innemen. Geheel doorslikken met water, de capsules niet openen en tabletten niet kauwen of oplossen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie, opvliegers. Huiduitslag/huidreacties (bij ca. 26%; CTCAE-graad 3 bij ca. 6%) zoals erythemateus, maculeus, papuleus, pustuleus, vesiculeus, exfoliatief en verder urticaria, pemfigoïd en erythema multiforme. Diarree. Vermoeidheid, verminderde eetlust. Artralgie. Afname lichaamsgewicht. Vallen, fractuur.
Vaak (1–10%): ischemische hartziekte (mogelijk fataal), zoals (instabiele) angina pectoris, (acuut) myocardinfarct, coronaire hartziekte (kransslagaderstenose, -occlusie of -atherosclerose). Spierspasme. Jeuk. Dysgeusie. Hypothyroïdie. Hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie.
Soms (0,1–1%): convulsie.
Verder is gemeld: QT-verlenging. Toxische epidermale necrolyse.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Opvliegers. Asthenie, vermoeidheid. Fracturen.
Vaak (1-10%): ischemische hartziekte (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Angst. Cognitieve stoornis (o.a. geheugenstoornis), aandachtsstoornis, rustelozebenensyndroom. Hoofdpijn. Gynaecomastie. Droge huid, jeuk. Vallen.
Soms (0,1–1%): andere cognitieve aandoeningen, insult. Visuele hallucinaties. Leukopenie, neutropenie.
Verder zijn gemeld: oedeem van gelaat, tong, lippen en farynx, Huiduitslag. Spierpijn, spierzwakte, spierspasmen, rugpijn. Misselijkheid, braken, diarree. Posterieure leuko-encefalopathiesyndroom (PRES). QT-verlenging.
Interacties
(Mogelijke) klinisch relevante interacties beperken zich vooral tot het effect van apalutamide (en de actieve metaboliet) op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen.
Apalutamide is een sterke inductor van vooral CYP3A4 en CYP2C19 en een lichte inductor van CYP2C9. Mogelijk heeft apalutamide ook inducerende activiteit bij UGT's. Houd rekening met verlaagde plasmaspiegels van geneesmiddelen die substraten zijn van de genoemde CYP-enzymsystemen of houd rekening met de toename van plasmaspiegels van actieve metabolieten bij vorming ervan. Het inducerend effect treedt geleidelijk in en houdt gezien de lange eliminatiehalfwaardetijd (ca. 3 dagen) na staken van de therapie gedurende twee weken of langer aan. Wees vooral alert bij de combinatie met geneesmiddelen die voornamelijk door deze enzymsystemen worden gemetaboliseerd en tevens een smalle therapeutische breedte hebben zoals voor CYP3A4 alfuzosine, domperidon, kinidine, ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, sommige statinen, alfentanyl, fentanyl, methadon, carbamazepine, alprazolam, oraal midazolam, pimozide, quetiapine, ergotamine, vinca-alkaloïden, PDE-5-remmers, sommige calciumantagonisten en sommige HIV–proteaseremmers, voor CYP2C19 clopidogrel (let op: prodrug), fenytoïne, amitriptyline, clomipramine, imipramine, citalopram, en voor CYP2C9 sulfonylureumderivaten (bv. glibenclamide, glipizide, tolbutamide), vitamine K-antagonisten, fenytoïne en valproïnezuur.
Apalutamide heeft enige inducerende eigenschappen op de transporters Pgp, BCRP en OATP1B1; mogelijk dat de blootstelling aan substraten van deze transporters vermindert bij gelijktijdig gebruik met apalutamide.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, domperidon, metoclopramide, en selectieve serotonine 5HT₃-receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen (bv. de meeste antidepressiva, antipsychotica (fenothiazinen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol).
Interacties
Let op: houdt bij de interacties rekening met de lange eliminatiehalfwaardetijd van enzalutamide (ca. 6 dagen).
Bij comedicatie met sterke CYP2C8-remmers (zoals gemfibrozil) kan de blootstelling aan enzalutamide sterk toenemen, de combinatie bij voorkeur vermijden; eventueel de dosering aanpassen (zie rubriek Dosering).
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, domperidon, metoclopramide, en selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen (bv. de meeste antidepressiva, antipsychotica (fenothiazinen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol).
Enzalutamide is een sterke inductor van vooral CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4, CYP3A5, CYP3A7, ook is inducerende activiteit gevonden bij CYP2B6 en UGT's. Houd rekening met verlaagde plasmaspiegels van geneesmiddelen die substraten zijn van de genoemde CYP-enzymsystemen of houd rekening met de toename van plasmaspiegels van actieve metabolieten bij vorming ervan. Het inducerend effect treedt geleidelijk in en houdt gezien de lange eliminatiehalfwaardetijd (ca. 6 dagen) na staken van de therapie gedurende één maand of langer aan. Beïnvloed kunnen worden o.a.: ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, dexamethason, sommige statinen, fentanyl, alfentanil, methadon, carbamazepine, fenytoïne, alprazolam, midazolam, zolpidem, sommige HIV–proteaseremmers, ergotamine, pimozide, quetiapine, sulfonylureumderivaten, sommige NSAID's, sommige calciumantagonisten (waaronder verapamil), levothyroxine, vitamine K-antagonisten, clopidogrel (let op: prodrug), protonpompremmers (bv. omeprazol).
Het is nog onduidelijk op welke manier enzalutamide Pgp kan beïnvloeden; wees voorzichtig bij combinatie met substraten van Pgp met een kleine therapeutische breedte zoals digoxine, dabigatran en colchicine. Het is niet uitgesloten dat enzalutamide ook andere transporters beïnvloedt.
Mogelijk is er meer kans op leverschade door paracetamol.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Teratogenese: Zowel bij mens als dier onbekend. Gezien het werkingsmechanisme zou apalutamide nadelige effecten bij de embryo/foetus kunnen bewerkstelligen.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Bij dieren zijn bij therapeutische doseringen nadelig effecten op de vruchtbaarheid geconstateerd zoals atrofie, hypertrofie of hyperplasie van de voortplantingsorganen, en aspermie/hypospermie; de veranderingen waren reversibel.
Overig: Het is onbekend of apalutamide of de actieve metaboliet aanwezig is in sperma. Bij geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw een condoom gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie. Bij geslachtsgemeenschap met een vruchtbare vrouw een condoom én een andere vorm van anticonceptie gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Teratogenese: Onbekend. Bij dieren schadelijk gebleken (skeletveranderingen, toename incidentie embryofoetale sterfte).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Bij dieren is een nadelig effect op de vruchtbaarheid geconstateerd zoals atrofie, hypertrofie of hyperplasie van de voortplantingsorganen, en aspermie/hypospermie; de veranderingen waren geheel of gedeeltelijk reversibel.
Overig: Het is onbekend of enzalutamide of de actieve metaboliet aanwezig is in sperma. Bij geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw een condoom gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie. Bij geslachtsgemeenschap met een vruchtbare vrouw een condoom én een andere vorm van anticonceptie gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is borstvoeding niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is borstvoeding niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Bij dieren gaan enzalutamide en metabolieten over in de moedermelk; de maximale concentratie werd bereikt 4 uur na toediening, deze was ca. 3,5 maal hoger dan in het plasma van het moederdier.
Contra-indicaties
Zie de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Convulsies: wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van insulten of andere predisponerende factoren hiervoor, zoals hersenletsel, beroerte (< 1 jaar), primaire hersentumoren of -metastasen, alcoholisme of het gebruik van geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen. Bij optreden van een insult de behandeling definitief staken.
Hart- en vaatziekten: er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik bij recente (in de afgelopen 6 maanden) cardiovasculaire ziekte, zoals bij een myocardinfarct, ernstige of instabiele angina pectoris, hartfalen, arteriële of veneuze trombo-embolische voorvallen en klinisch relevante ventriculaire aritmieën. Apalutamide vergroot mogelijk de kans op een ischemische hartziekte. Bij toepassing van apalutamide bij klinisch relevante cardiovasculaire risicofactoren deze zorgvuldig monitoren en zo mogelijk behandelen.
Androgeendeprivatie kan gepaard gaan met QT-verlenging. Wees daarom voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren voorafgaand aan en regelmatig tijdens de therapie elektrolyten en ECG controleren.
Huiduitslag/huidreacties: de mediane tijd tot optreden is 83 dagen; bij 78%% verdwijnt de huiduitslag/huidreactie binnen 78 dagen (mediaan), lokale of systemische corticosteroïden en/of orale antihistaminica kunnen nodig zijn, evenals een onderbreking van de behandeling of dosisverlaging. Bij opnieuw blootstellen aan apalutamide keert de huiduitslag/huidreactie bij ca. 60% van de patiënten terug.
Hypothyreoïdie: controleer regelmatig de schildklierfunctie; substitutie met levothyroxine kan nodig zijn.
Fracturen: apalutamide kan osteoporose veroorzaken; toepassing van geneesmiddelen hiervoor kan nodig zijn. Evalueer vóór aanvang van de behandeling de kans op fracturen of vallen bij de patiënt.
Voor vruchtbare mannen: zie de informatie in de rubriek Zwangerschap.
Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Onderzoeksgegevens: apalutamide is niet onderzocht bij een verminderde nier- of leverfunctie. Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Er zijn geen gegevens voor een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min). Een klein klinisch onderzoek gaf aan dat bij een licht tot matige verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) een dosisaanpassing niet nodig is. Apalutamide wordt vooral gemetaboliseerd in de lever en er zijn geen gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15); toepassing van apalutamide wordt niet aanbevolen. De veiligheid en werkzaamheid bij bestaande hart-en vaatziekten zijn niet vastgesteld; zie hierboven in deze rubriek.
Waarschuwingen en voorzorgen
Centraal zenuwstelsel: wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van insulten of andere predisponerende factoren zoals hersenletsel, beroerte, hersenmetastasen, alcoholisme of het gebruik van geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen. Bij optreden van insulten voortzetting van de behandeling per individueel geval afwegen. Er zijn gevallen van het posterieur reversibel leuko-encefalopathiesyndroom (PRES) gemeld. PRES kan zich manifesteren met snel ontwikkelende symptomen zoals insulten, verwardheid, hoofdpijn, blindheid en andere visuele en neurologische stoornissen, met óf zonder hypertensie. Staak de behandeling bij vermoeden van PRES en wacht bevestiging van de diagnose (met behulp van beeldvorming van de hersenen) af.
Hart- en vaatziekten: er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik bij een recent myocardinfarct (in de voorgaande 6 maanden), instabiele angina pectoris (in de voorgaande 3 maanden), hartfalen met LVEF < 45%, bradycardie of ongecontroleerde hypertensie. Androgeendeprivatie in combinatie met enzalutamide vergroot de kans op een ischemische hartziekte ten opzichte van alleen androgeendeprivatie. Androgeendeprivatie gaat gepaard met QT-verlenging. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren voorafgaand aan en regelmatig tijdens de therapie elektrolyten en ECG controleren.
Voor mannen in de vruchtbare jaren: zie informatie met betrekking tot de vruchtbaarheid in de rubriek Zwangerschap.
Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Onderzoeksgegevens: enzalutamide is niet onderzocht bij een verminderde nierfunctie. Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Wees voorzichtig bij een ernstig verminderde nierfunctie en terminale nierziekte (creatinineklaring < 30 ml/min). Het is niet waarschijnlijk dat enzalutamide significant wordt verwijderd door hemodialyse of peritoneale dialyse. Een verminderde leverfunctie heeft geen uitgesproken effect op de totale blootstelling aan enzalutamide of de actieve metaboliet. Bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) is de halfwaardetijd echter verdubbeld; wees daarom voorzichtig bij deze patiënten. De veiligheid en werkzaamheid van gelijktijdig gebruik met cytostatica zijn onbekend. Zie verder nog Hart-en vaatziekten hierboven in deze rubriek.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met apalutamide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Androgeenreceptorantagonist met niet-steroïde structuur. Apalutamide remt de werking van testosteron door binding aan androgeenreceptoren (AR). Remt tevens de nucleaire translocatie van geactiveerde AR, de binding van geactiveerde AR aan DNA en de AR-gemedieerde transcriptie. Door deze effecten vermindert de groei van prostaatkankercellen en kan regressie van prostaattumoren optreden. Apalutamide heeft zelf geen AR-agonistische activiteit.
Kinetische gegevens
F | ca. 100% |
T max | ca. 2 uur. |
V d | ca. 3,9 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 96% (apalutamide), 95% (actieve metaboliet). |
Metabolisering | In grote mate. Via CYP2C8 en CYP3A4 tot het werkzame N-desmethylapalutamide. Deze actieve metaboliet heeft in vitro ca. de helft van de werkzaamheid van apalutamide. Apalutamide en de actieve metaboliet worden verder gemetaboliseerd door carboxylesterasen tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | Voornamelijk in de vorm van inactieve metabolieten: ca. 65% met de urine en 24% met de feces. |
T 1/2el | ca. 3 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Androgeenreceptorantagonist met niet-steroïde structuur. Enzalutamide remt de werking van testosteron door competitieve binding aan androgeenreceptoren. Remt tevens de nucleaire translocatie van geactiveerde androgeenreceptoren en de binding van geactiveerde androgeenreceptoren aan DNA, zelfs bij resistentie voor anti–androgenen. Door deze effecten vermindert de groei van prostaatkankercellen en kan regressie van prostaattumoren optreden.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 84%. |
T max | 1–2 uur. |
Overig | steady-state na ca. 1 maand. |
V d | ca. 1,6 l/kg. |
Eiwitbinding | 97–98% (met name aan albumine), 95% (actieve metaboliet). |
Overig | passeert de bloed–hersenbarrière (enzalutamide, actieve metaboliet). |
Metabolisering | uitgebreid in de lever, voornamelijk door CYP2C8 en in mindere mate CYP3A4/5 tot N-desmethyl-enzalutamide (even actief als enzalutamide) en carboxylzuurderivaat (niet actief). De actieve metaboliet wordt verder gemetaboliseerd door carboxylesterase tot niet-werkzame metabolieten; hierbij speelt het CYP-enzymsysteem dus geen rol. |
Eliminatie | voornamelijk als niet-actieve metaboliet, met de urine ca. 71%, met de feces ca. 13,6%. Het is niet waarschijnlijk dat enzalutamide significant wordt verwijderd door hemodialyse of peritoneale dialyse. |
T 1/2el | ca. 6 dagen (range 3–10 dagen). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
apalutamide hoort bij de groep anti-androgenen.
Groepsinformatie
enzalutamide hoort bij de groep anti-androgenen.