azitromycine (bij ooginfectie)
erytromycine (bij ooginfectie)
fusidinezuur (bij ooginfectie)
moxifloxacine (bij ooginfectie)
cefuroxim (intra-oculair)
Samenstelling
Azyter (dihydraat) Théa Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels 'single dose'
- Sterkte
- 15 mg/g
- Verpakkingsvorm
- tube 0,25 g
Basis: middellange keten triglyceriden (olie-achtige vloeistof). Conserveermiddel: geen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Erytromycine Oogzalf FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Zalf (0,5%)
- Sterkte
- 5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 5 g
Basis: Oculentum simplex FNA.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Fucithalmic Amdipharm Ltd
- Toedieningsvorm
- Ooggel
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 5 g
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vigamox (als hydrochloride) Novartis Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Aprokam (als Na-zout) XGVS Théa Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof voor intra-oculair gebruik
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat na reconstitutie met 5 ml NaCl-oplossing (0,9%) voor injectie: 10 mg cefuroxim/ml.
Ximaract (als Na-zout) XGVS Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof voor intra-oculair gebruik
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat na reconstitutie met 5 ml NaCl-oplossing (0,9%) voor injectie: 10 mg cefuroxim/ml.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof voor intra-oculair gebruik
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon + naald
Bevat na reconstitutie met 5 ml NaCl-oplossing (0,9%) voor injectie: 10 mg cefuroxim/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Blefaritis: bij een stafylokokkenblefaritis anterior en bij blefaritis die ondanks goede ooglidhygiënische maatregelen (warmte, massage en poetsen ooglidrand) na vier weken niet verbetert is fusidinezuur ooggel aangewezen, waarbij de ooglidhygiëne dient te worden gecontinueerd. Zie voor meer informatie de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017).
Bij een hordeolum kan een lokaal antibioticum worden overwogen indien ontstekingsverschijnselen langer dan 2 weken aanwezig zijn én er veel klachten zijn zonder tekenen van genezing. In deze gevallen zijn chlooramfenicol oogdruppels en/of oogzalf aangewezen. Bij contra-indicaties kan worden uitgeweken naar fusidinezuur ooggel. Zie voor meer informatie de NHG-Behandelrichtlijn Hordeolum en chalazion (2017).
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Oogpreparaten met fluorchinolonen (zoals moxifloxacine) behoren tot de reserve-antibiotica die alleen op strikte indicatie en in de tweedelijnszorg gebruikt worden om resistentieproblematiek te voorkomen. Het gebruik ervan beperken tot de behandeling van ernstige ooginfecties zoals keratitis en Pseudomonas-infecties, onder controle van een oogarts.
Advies
Geef aan het einde van een cataractoperatie intracameraal cefuroxim vanwege de bewezen effectiviteit van intracamerale antibiotica in het verlagen van het risico op postoperatieve endoftalmitis, het ontbreken van nadelige effecten voor de patiënt en de relatief simpele uitvoering van de interventie. Zie voor meer informatie de module Per- en postoperatieve antibiotica profylaxe bij cataract van de NOG-Richtlijn Cataract (2021) op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Purulente bacteriële conjunctivitis;
- Trachomateuze conjunctivitis veroorzaakt door Chlamydia trachomatis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Oppervlakkige bacteriële ooginfecties.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Bacteriële infecties van het oog en de oogleden (zoals conjunctivitis, keratitis, blefaritis, dacryocystitis en hordeolum), veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor fusidinezuur.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Purulente bacteriële conjunctivitis veroorzaakt door stammen die gevoelig zijn voor moxifloxacine.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Antibiotica-profylaxe van postoperatieve endoftalmitis na cataractoperatie.
Doseringen
Bacteriële en trachomateuze conjunctivitis:
Volwassenen en kinderen:
1 druppel 2×/dag in de conjunctivaalzak, gedurende drie dagen. De behandeling maximaal 3 dagen voortzetten. Na drie dagen kunnen nog restverschijnselen van de infectie aanwezig zijn. Indien er binnen 3 dagen geen verbetering is opgetreden, de diagnose heroverwegen.
Ouderen: een dosisaanpassing is niet nodig.
Oogdruppels 'single dose' bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Toedieningsinformatie: Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten, deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. Vanwege de olie-achtige vloeistof, azitromycine oogdruppels altijd als laatste toedienen, met een interval van 15 minuten na het vorige oogpreparaat.
Doseringen
Oppervlakkige bacteriële ooginfecties
Volwassenen en kinderen
Een zalfstrengetje van 1 cm één of meerdere malen per dag aanbrengen op de binnenzijde van het onderste ooglid. Behandelduur: aanbrengen tot 2 dagen nadat de klachten volledig zijn verdwenen; max. 2 weken.
Vergeten dosis
- Bij gebruik 2–3×/dag en < 3 uur voor de volgende geplande dosis: de vergeten dosis overslaan en doorgaan met het schema;
- Bij gebruik ≥ 4×/dag en < 1 uur voor de volgende geplande dosis: de vergeten dosis overslaan en doorgaan met het schema;
- Schuif eventueel in het schema, maar zorg wel voor een goede verdeling over de dag.
Toediening
- De oogzalf voor gebruik op lichaamstemperatuur brengen;
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Doseringen
Bacteriële infecties van oog en oogleden
Volwassenen en kinderen
Bij blefaritis eerst schilfers en korsten verwijderen met een wattenschijfje of staafje. 1 druppel in de conjunctivaalzak elke 12 uur bij zeer gevoelige micro-organismen, bij minder gevoelige micro-organismen (o.a. Streptococcus spp.) elke 4 uur. De behandeling nog twee dagen voortzetten tot de klachten (of symptomen) verdwenen zijn.
Conjunctivitis: door een banale verwekker bij risicogroepen voor complicaties: volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017): 1 druppel ooggel elke 4 uur. De behandeling nog twee dagen voortzetten tot de klachten (of symptomen) verdwenen zijn.
Blefaritis: volgens de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017): 1 druppel gel 2–6×/dag aanbrengen op de ooglidranden (met een wattenstaafje) of in de conjunctivaalzak en inmasseren in de ooglidranden. Behandeling combineren met ooglidhygiënische maatregelen.
Toediening: bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen.
Doseringen
Purulente bacteriële conjunctivitis
Volwassenen en kinderen > 1 maand
1 druppel 3×/dag in het aangedane oog. Gewoonlijk verbetert de infectie binnen 5 dagen. De behandeling daarna gedurende nog 2–3 dagen voortzetten. De duur van de behandeling is verder afhankelijk van de ernst van de aandoening en het klinische en bacteriologische verloop van de infectie. Indien binnen 5 dagen na aanvang van de behandeling géén verbetering optreedt, de diagnose en/of behandeling heroverwegen.
Ouderen: geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen.
Doseringen
Uitsluitend toe te passen onder aseptische omstandigheden door een oogarts met ervaring met intracamerale injectie.
Antibiotica-profylaxe van postoperatieve endoftalmitis
Volwassenen
Aan het einde van de cataractoperatie 0,1 ml (overeenkomend met 1 mg cefuroxim) langzaam injecteren in de voorste oogkamer van het behandelde oog.
Toediening
Let op: Voor de reconstitutie uitsluitend NaCl-oplossing (0,9%) voor injectie gebruiken.
- Injecteer maximaal de aanbevolen dosis (0,1 ml).
- Het product na reconstitutie direct gebruiken en niet hergebruiken.
- Elke injectieflacon gebruiken voor de behandeling van één oog.
- Volume-overmaat afvoeren.
Bijwerkingen
Lokaal: Zeer vaak (> 10%): oogklachten (jeuk, branderig gevoel, prikkeling).
Vaak (1–10%): wazig zicht, gevoel van een kleverig oog of de sensatie dat er zich iets in het oog bevindt.
Soms (0,1–1%): lokaal: (allergische) conjunctivitis, keratitis, ooglidoedeem en –eczeem, erytheem van het ooglid, conjunctivale hyperemie, toegenomen traanvorming.
Systemisch: Soms (0,1–1%): overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): irritatie en branderigheid direct na toediening. Wazig zicht 1–2 uur na aanbrengen.
Vaak (1-10%): erytheem of jeuk aan het oog.
Soms (0,1-1%): secundaire ooginfecties. Lokale overgevoeligheidsreacties (zoals erytheem, jeuk of huiduitslag rond het oog).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): jeuk, pijn, brandend en prikkend gevoel in het oog, voorbijgaand troebel zicht.
Soms (0,1-1%): oedeem van het ooglid, tranende ogen. Overgevoeligheid, angio-oedeem en huiduitslag.
Zelden (0,01-0,1%): verergering van de conjunctivitis. Urticaria.
Bijwerkingen
Lokaal
Vaak (1-10%): oogirritatie, oogpijn.
Soms (0,1–1%): keratitis punctata, droog oog, oculaire hyperemie, bloeding van de conjunctiva, ooglidoedeem, jeuk en ongemak in het oog.
Zelden (0,01–0,1%): cornea–epitheel defect, conjunctivitis, conjunctivaal oedeem, erytheem van het ooglid, blefaritis, wazig zien, zwelling van het oog, asthenopie.
Verder zijn gemeld: ulceratieve keratitis, cornea–erosie, corneale opaciteit, afzettingen op de cornea, cornea–infiltraten, cornea–oedeem, ooglidoedeem, tranend oog, oogafscheiding, gevoel van vreemd lichaam in het oog, verhoogde intra–oculaire druk, endoftalmitis, fotofobie.
Systemisch
Soms (0,1–1%): hoofdpijn. Smaakstoornis. Verhoogd ALAT en/of γGT.
Zelden (0,01–0,1%): paresthesie. Verlaagde hemoglobinespiegels. Braken. Nasaal ongemak, faryngolaryngeale pijn, gevoel van vreemd lichaam in de keel.
Verder zijn gemeld: hartkloppingen. Duizeligheid. Dyspneu. Misselijkheid. Overgevoeligheid, erytheem, huiduitslag, jeuk, urticaria.
Bijwerkingen
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reactie.
Verder is gemeld: macula-oedeem.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Gelijktijdige toediening van corticosteroïden kan de symptomen van een infectie maskeren.
Interacties
In de literatuur zijn geen onverenigbaarheden gemeld met middelen die bij cataractchirurgie worden gebruikt.
Omdat verwacht wordt dat de systemische blootstelling verwaarloosbaar is, zijn systemische interacties onwaarschijnlijk.
Zwangerschap
Teratogenese: Systemisch gebruik van azitromycine laat niet meer kans op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten zien.
Farmacologisch effect: Gezien de verwaarloosbare systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels en ervaring met systemisch gebruik worden geen nadelige effecten bij de foetus verwacht.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Erytromycine passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring met systemisch gebruik bij de mens heeft geen aanwijzing voor meer kans op aangeboren afwijkingen laten zien.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij systemisch gebruik van fusidinezuur tijdens het 3e trimester is er meer kans op hyperbilirubinemie bij de neonaat. Gezien de geringe systemische belasting bij gebruik van de ooggel zijn nadelige effecten bij de foetus echter onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Moxifloxacine passeert de placenta.
Teratogenese: De beperkte hoeveelheid gegevens over het systemische gebruik van fluorchinolonen tijdens het 1e trimester laten geen kanstoename zien van ernstige misvormingen of van andere nadelige effecten op de zwangerschap. Bij dieren kunnen fluorchinolonen kraakbeen- en gewrichtsafwijkingen veroorzaken. Dergelijke effecten, die vanaf het 2e trimester kunnen optreden, zijn bij de mens niet gemeld.
Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan moxifloxacine bij gebruik van de oogdruppels is laag en waarschijnlijk klinisch niet relevant, waardoor een effect bij de foetus niet waarschijnlijk is.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring met systemisch gebruik van cefuroxim tijdens de zwangerschap laat geen schadelijke effecten zien. Na intra-oculaire toediening is de systemische blootstelling verwaarloosbaar.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij systemisch gebruik. Gezien de verwaarloosbare systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels door de moeder worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer kleine hoeveelheden. Ruime ervaring met het gebruik van erytromycine oogzalf door lacterende vrouwen laat geen nadelige effecten zien bij de zuigeling.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Gezien de geringe systemische belasting bij de moeder bij gebruik van de ooggel zijn nadelige effecten bij de pasgeborene onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij de mens. Bij systemisch gebruik van fluorchinolonen bij jonge dieren zijn kraakbeenafwijkingen aangetoond. Mogelijke schade bij de zuigeling bij systemisch gebruik van fluorchinolonen door de moeder is daarom niet uit te sluiten. Na oculaire toediening zal de hoeveelheid in de moedermelk echter minimaal zijn en is het onwaarschijnlijk dat dit tot effecten bij de zuigeling kan leiden.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Cefuroxim gaat in geringe mate over in de moedermelk.
Farmacologisch effect: Na intra-oculaire toediening is de systemische blootstelling bij de moeder verwaarloosbaar. Een effect bij de zuigeling via de moedermelk lijkt daarom onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor macroliden.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor macroliden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor (fluor)chinolonen.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor cefalosporinen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij pasgeborenen en zuigelingen < 3 maanden kan Chlamydia trachomatis naast conjunctivitis aanleiding geven tot systemische infectie (bv. pneumonie); in die gevallen is een systemische behandeling noodzakelijk.
Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken. Ondanks de verwaarloosbare systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels zijn overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem een enkele keer gemeld.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Bij trachomateuze conjunctivitis zijn de veiligheid en werkzaamheid van azitromycine oogdruppels niet onderzocht bij kinderen < 1 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Laat de patiënt contact opnemen als er na 3 dagen geen verbetering is opgetreden of de klachten verergeren.
Secundaire infectie: Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in dat geval de toepassing staken.
Draag geen contactlenzen tijdens behandeling van een ooginfectie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Géén contactlenzen dragen tijdens de behandeling vanwege kans op beschadiging (krassen) van de cornea of contactlens.
Er zijn meldingen van bacteriële resistentie door het gebruik van fusidinezuur, vooral bij langdurig of herhaald gebruik.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid van chinolonen in de voorgeschiedenis. Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Bij orale toediening van fluorchinolonen zijn peesontstekingen en peesrupturen gemeld, vooral bij ouderen en patiënten die corticosteroïden gebruiken. Ondanks de veel lagere plasmaspiegels bij oculair gebruik, bij de eerste tekenen van een peesontsteking de behandeling staken.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in dat geval de toediening staken.
Draag geen contactlenzen tijdens behandeling van een ooginfectie.
Bij kinderen < 1 maand zijn de veiligheid en werkzaamheid onvoldoende vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Behandeling met Aprokam en Ximaract is uitsluitend bestemd voor intracameraal gebruik.
Wees zeer voorzichtig bij overgevoeligheid voor penicillinen of andere β–lactamantibiotica; kruisovergevoeligheid en kruisresistentie komt voor. Als er kans is op een infectie met resistente stammen, zoals meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA), een alternatief antibioticum overwegen.
Er ontbreken gegevens voor gebruik bij speciale patiëntengroepen (ernstig risico op infectie bij gecompliceerd cataract, bij gecombineerde operaties, bij ernstige schildklieraandoening, bij minder dan 2000 corneale endotheelcellen); in dat geval voor- en nadelen individueel afwegen.
Cornea-endotheel toxiciteit kan niet worden uitgesloten.
Overdosering
Lokale overdosering na verkeerde verdunning:
Accidentele intracamerale hoge dosis cefuroxim van 3× de aanbevolen dosis gaf bij 6 patiënten geen detecteerbare ongewenste effecten in oogweefsels. Toediening van 10–100× de aanbevolen dosis bij 16 patiënten leidde tot oculaire toxiciteit, waaronder cornea-oedeem dat verdween na enkele weken, een tijdelijke stijging van de intra-oculaire druk, verlies van cornea-endotheelcellen en veranderingen in de elektroretinografie. Sommige van deze patiënten vertoonden ernstig en permanent gezichtsverlies.
Eigenschappen
Bacteriostatisch (bij sommige species bactericide) middel, behorend tot de azaliden, een subklasse van de macroliden. Azitromycine voorkomt de RNA–afhankelijke eiwitsynthese door te binden aan de 50S–ribosomale subunit.
Gewoonlijk gevoelig zijn: Haemophilus (para)influenzae, Moraxella catarrhalis, Neisseria gonorrhoeae, Chlamydia trachomatis.
(Verworven) resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus, Staphylococcus coagulase negatief, Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus groep G en Streptococcus viridans.
Inherent resistent zijn: Corynebacterium spp., Enterococcus faecium, Pseudomonas aeruginosa, Acinetobacter en Enterobacteriaceae.
Symptomatische verlichting treedt < 3 dagen op.
Kinetische gegevens
Resorptie | Na oculaire toediening zijn geen detecteerbare plasmaspiegels gemeten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Erytromycine is een bacteriostatisch antibioticum behorend tot de macroliden. Het werkingsmechanisme berust op remming van de bacteriële eiwitsynthese door zich te binden aan de 50S ribosomale subunits van gevoelige micro–organismen. Werking: effect treedt op < 3 dagen.
Het werkingsspectrum omvat voornamelijk Gram-positieve micro-organismen zoals stafylokokken (waaronder Staphylococcus aureus) en streptokokken, alsmede een aantal Gram-negatieve micro-organismen waaronder Chlamydia-soorten zoals Chlamydia trachomatis.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis en Streptococcus pneumoniae.
Inherent resistent zijn: Neisseria gonorrhoeae, Pseudomonas aeruginosa.
Eigenschappen
Fusidinezuur is een antimicrobieel middel dat in lage concentratie een bacteriostatische en in hoge concentratie een bactericide werking heeft. Het werkingsmechanisme berust op remming van de bacteriële eiwitsynthese.
Het werkingsspectrum is smal en omvat voornamelijk Gram-positieve micro-organismen; vooral stafylokokken waaronder meticilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) zijn gevoelig. Verder zijn gevoelig: Streptococcus-, Corynebacterium-, Neisseria- en Moraxella-stammen.
Fusidinezuur komt gelijkmatig uit de ooggel vrij.
Eigenschappen
Gefluorideerde chinolonverbinding. Fluorchinolonen hebben een bactericide werking en beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase.
Doorgaans gevoelig zijn: Corynebacterium species waaronder C. diphtheriae, Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig), Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus viridans-groep, Enterobacter cloacae, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Moraxella catarrhalis, Serratia marcescens, Proprionibacterium acnes en Chlamydia trachomatis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (meticilline-resistent (MRSA)), Staphylococcus coagulase–negatieve species (meticilline resistent) en Neisseria gonorrhoeae.
Ongevoelig is: Pseudomonas aeruginosa.
Kinetische gegevens
Overig | Na herhaaldelijke oculaire toediening waren de piekplasmaconcentratie en totale blootstelling resp. 1600 en 1200 keer lager dan na orale doses van 400 mg. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Cefuroxim is een bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (van de tweede generatie). Het remt de synthese van de bacteriële celwand na binding aan penicillinebindende proteïnes (PBP's), wat resulteert in lysis van de bacteriële cel. Cefuroxim is ongevoelig voor β-lactamasen en stafylokokken-penicillinase.
Het werkingsspectrum omvat een breed spectrum van activiteit tegen Gram-positieve bacteriën en beperkte activiteit tegen Gram-negatieve micro-organismen. Gevoelig zijn o.a. Staphylococcus aureus, Streptococcus pneumoniae, H. influenza, E. Coli, Proteus mirabilis.
Het gebruik van intracameraal cefuroxim kan de prevalentie van resistente stammen verhogen, vooral Enterococci spp. Ongevoelig zijn: meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA), meticilline-resistente Staphylococcus epidermidis (MRSE), penicilline–resistente Streptococcus pneumoniae, β–lactamasenegatief en ampicilline–resistente (BLNAR) stammen van Haemophilus influenzae.
Kinetische gegevens
Overig | Gezien de lokale toediening is de systemische blootstelling naar verwachting verwaarloosbaar. |
Overig | Tot 4–5 uur na de intracamerale injectie van 1 mg cefuroxim zijn de spiegels hoger dan de minimale inhiberende concentratie (MIC) voor verschillende relevante species. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
azitromycine (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (bij ooginfectie) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- moxifloxacine (bij ooginfectie) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
erytromycine (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (bij ooginfectie) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- moxifloxacine (bij ooginfectie) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
fusidinezuur (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (bij ooginfectie) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (bij ooginfectie) (S01AA17) Vergelijk
- moxifloxacine (bij ooginfectie) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
moxifloxacine (bij ooginfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (bij ooginfectie) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (bij ooginfectie) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
cefuroxim (intra-oculair) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (bij ooginfectie) (S01AA26) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (bij ooginfectie) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (bij ooginfectie) (S01AA13) Vergelijk
- moxifloxacine (bij ooginfectie) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (bij ooginfectie) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (bij ooginfectie) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (bij ooginfectie) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (bij ooginfectie) (S01AA12) Vergelijk