U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

brigatinib

proteïnekinaseremmers | L01XE43

Sluiten

alectinib

proteïnekinaseremmers | L01XE36

Sluiten

lapatinib

proteïnekinaseremmers | L01XE07

Sluiten

abemaciclib

proteïnekinaseremmers | L01XE50

Sluiten

cabozantinib

proteïnekinaseremmers | L01XE26

Sluiten

Samenstelling

Alunbrig XGVSAanvullende monitoring Takeda Nederland bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Verpakkingsvorm
Startverpakking

Bevat per verpakking: 7 tabletten van 90 mg en 21 tabletten van 180 mg.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
30 mg, 90 mg, 180 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alecensa (als hydrochloride) XGVSAanvullende monitoring Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
150 mg

Bevat tevens 6 mg natrium/capsule.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Tyverb (als ditosylaatmonohydraat) XGVS Novartis Europharm ltd.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
250 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Verzenios XGVSAanvullende monitoring Lilly Nederland bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
50 mg, 100 mg, 150 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Cabometyx (als malaat) XGVSAanvullende monitoring Ipsen Farmaceutica bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
20 mg, 40 mg, 60 mg

Cometriq (als malaat) XGVSAanvullende monitoring Ipsen Farmaceutica bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
20 mg
Toedieningsvorm
Capsule, hard '20 + 80 mg'
Verpakkingsvorm
combinatieverpakking

Bevat per verpakking: 7 capsules van 20 mg en 7 capsules van 80 mg.

Toedieningsvorm
Capsule, hard '20 + 80 mg'
Verpakkingsvorm
combinatieverpakking

Bevat per verpakking: 21 capsules van 20 mg en 7 capsules van 80 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor de behandeling van ALK-positief, gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) staat op oncoline.nl de geldende behandelrichtlijn met de plaats van ALK-remmers daarbij.

Advies

Voor niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is de geldende behandelrichtlijn te vinden op oncoline.

Advies

Voor de behandeling van mammacarcinoom staat op oncoline.nl de geldende behandelrichtlijn met de plaats van lapatinib daarbij.

Advies

Voor abemaciclib in combinatie met niet-steroïdale aromataseremmer of fulvestrant bij gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom staat het advies van de commissie BOM op NVMO.org. Zie voor de behandeling van mammacarcinoom de geldende behandelrichtlijn op oncoline.nl.

Advies

Zie de geldende behandelrichtlijn voor de behandeling van niercelcarcinoom via oncoline. Voor het advies van de commissie BOM (NVMO.org) zie: Cabozantinib als tweedelijns of laterelijns behandeling van gevorderd of gemetastaseerd heldercellig niercelcarcinoom (2016).

Zie voor de behandeling van hepatocellulair carcinoom de geldende behandelrichtlijn via oncoline.

Zie de geldende behandelrichtlijn voor de behandeling van schildkliercarcinoom via oncoline.

Indicaties

  • Anaplastisch lymfoom kinase (ALK)-positief, gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) als monotherapie bij volwassenen, die eerder zijn behandeld met crizotinib.

Indicaties

Anaplastisch lymfoomkinase (ALK)-positief gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC), als monotherapie bij volwassenen:

  • bij eerstelijnszorg;
  • na eerdere behandeling met crizotinib.

Indicaties

Als onderdeel van een combinatiebehandeling bij mammacarcinoom met HER2-overexpressie bij volwassenen in combinatie met:

  • capecitabine bij gevorderde of gemetastaseerde ziekte met progressie na eerdere behandeling met een antracyclinederivaat, een taxaan en trastuzumab;
  • trastuzumab bij hormoonreceptornegatieve gemetastaseerde ziekte met progressie na eerdere behandeling met trastuzumab in combinatie met chemotherapie;
  • een aromataseremmer (aromataseremmers) bij postmenopauzale vrouwen met hormoonreceptorpositieve gemetastaseerde ziekte, die op dit moment niet in aanmerking komen voor chemotherapie. Zie voor kenmerken van de onderzochte patiëntenpopulatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoekgegevens.

Indicaties

Hormoonreceptor (HR)-positief, HER2-negatief, lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom:

  • in combinatie met een aromataseremmer of fulvestrant als initiële endocriengebaseerde therapie, óf
  • indien eerdere endocriene therapie heeft plaatsgehad.

Bij pre- of perimenopauzale vrouwen de hormoonbehandeling combineren met een LHRH-agonist.

Indicaties

Cabometyx: Gevorderd niercelcarcinoom (RCC):

  • bij therapie-naïeve volwassenen met een middelmatig of klein risico;
  • bij volwassenen volgend op een behandeling die gericht was op de vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF).

Cabometyx: Hepatocellulair carcinoom (HCC):

  • als monotherapie bij volwassenen die eerder werden behandeld met sorafenib.

Cometriq:

  • volwassenen met een progressief, niet-reseceerbaar, lokaal gevorderd of gemetastaseerd medullair schildkliercarcinoom.

Dosering

Vóór behandeling een ALK-positieve status vaststellen met een gevalideerde ALK-test.

Klap alles open Klap alles dicht

ALK-positief, gevorderd NSCLC:

Volwassenen (incl. ouderen < 85 jaar):

Begindosering: 90 mg 1×/dag gedurende 7 dagen, daarna 180 mg 1×/dag. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (eGFR ≥ 30 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (eGFR < 30 ml/min) de begindosering verlagen: 60 mg 1×/dag gedurende 7 dagen, daarna 90 mg 1×/dag; hierbij monitoren op nieuwe of vergerende symptomen die kunnen wijzen op ILD/pneumonitis, vooral tijdens de eerste behandelweek.

Verminderde leverfunctie: bij een licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) de begindosering verlagen: 60 mg 1×/dag gedurende 7 dagen, daarna 120 mg 1×/dag.

Combinatie met sterke CYP3A4-remmers (zie ook de rubriek Interacties): halveer de dosis. Na staken van de sterke CYP3A4-remmer de dosis van brigatinib weer verhogen naar de dosis die werd verdragen vóór aanvang van de CYP3A4-remmer.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (interstitiële longziekte/pneumonitis, hypertensie, bradycardie, hepatotoxiciteit, visusstoornis, stijging CK, amylase en/of lipase, hyperglykemie, overige bijwerkingen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, o.a. tabel 1).

Bij vergeten/overslaan van een dosis en bij braken na inname van een dosis: géén nieuwe dosis nemen, maar de volgende dosis op het geplande tijdstip innemen.

Onderbreken van de behandeling: als de behandeling langer dan 14 dagen wordt onderbroken vanwege een andere reden dan bijwerkingen, de behandeling hervatten met 90 mg 1×/dag gedurende 7 dagen, alvorens de dosis te verhogen tot de eerder verdragen dosis.

Toedieningsinformatie: de tablet in zijn geheel (zonder kauwen, breken of verpulveren) innemen met water of voedsel. Vermijd gebruik van grapefruit-/pompelmoessap (zie de rubriek Interacties).

Dosering

Vóór behandeling een ALK-positieve status vaststellen met een gevalideerde ALK-test.

Klap alles open Klap alles dicht

ALK-positief gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC):

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar):

600 mg 2×/dag tijdens de maaltijd. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Bij een verminderde nierfunctie is een dosisaanpassing niet nodig.

Bij een licht of matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5-9) is een dosisaanpassing niet nodig; bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 10) is de begindosering 450 mg 2×/dag tijdens de maaltijd.

Bij bijwerkingen: de dosering verlagen in stappen van 150 mg 2×/dag (dus na 1 dosisverlaging is de dosis 450 mg 2×/dag), indien dit bij het optreden van bijwerkingen noodzakelijk is. Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (symptomatische bradycardie, ILD/pneumonitis, levertoxiciteit, spiertoxiciteit (waaronder verhoging CK)) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen 1 en 2).

Bij uitbraken van een ingenomen dosis, geen nieuwe dosis innemen, maar doorgaan met de volgende geplande dosis.

Een vergeten dosis binnen 6 uur alsnog innemen; als het langer dan 6 uur geleden is de dosis overslaan en de volgende dosis op het normale geplande tijdstip innemen.

Toedieningsinformatie: de capsules in zijn geheel (zonder openen of oplossen) innemen bij de maaltijd. Voedsel verbetert de biologische beschikbaarheid.

Dosering

Lapatinib alleen toepassen bij HER2-positieve tumoren (tumoren met HER2-overexpressie of met een HER2-genamplificatie, aangetoond in een gevalideerde assay).

Klap alles open Klap alles dicht

Mammacarcinoom met HER2-overexpressie:

Volwassenen (incl. ouderen):

In combinatie met capecitabine: 1250 mg (= 5 tabletten) 1×/dag. Capecitabine: 1000 mg/m² lichaamsoppervlak elke 12 uur op dagen 1–14 bij een cyclusduur van 21 dagen.

In combinatie met trastuzumab: 1000 mg (= 4 tabletten) 1×/dag continu. Trastuzumab: i.v. 4 mg/kg lichaamsgewicht als oplaaddosis, gevolgd door i.v. 2 mg/kg per week.

In combinatie met een aromataseremmer (romataseremmers): 1500 mg (= 6 tabletten) 1×/dag.

Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen doseeradvies worden gegeven voor een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) vanwege het ontbreken van gegevens.

Verminderde leverfunctie: er kan geen doseeradvies gegeven worden vanwege onvoldoende gegevens; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen, achter Onderzoeksgegevens.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (verminderde LVEF, pulmonale toxiciteit, diarree, overige toxiciteiten) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubrieken 4.2 en 4.4), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.

Een gemiste dosis mag niet worden ingehaald en de volgende dosis moet op het normale dagelijkse tijdstip worden ingenomen.

Toedieningsinformatie: de dagelijkse dosering in één keer innemen, het mag niet worden verdeeld over de dag. De tabletten minstens 1 uur vóór of 1 uur na de maaltijd innemen; om de variabiliteit te beperken elke dag hetzelfde tijdstip aanhouden in relatie tot voedsel. Tijdens de behandeling het drinken van grapefruitsap vermijden in verband met een grotere blootstelling aan lapatinib.

Dosering

Het wordt aanbevolen abemaciclib pas toe te dienen bij een absolute neutrofielentelling (ANC) ≥ 1,5×109/l, een trombocytenaantal ≥ 100×109/l en hemoglobinegehalte ≥ 5 mmol/l.

Bij pre- of perimenopauzale vrouwen de hormoonbehandeling altijd combineren met een LHRH-agonist.

Klap alles open Klap alles dicht

Hormoonreceptor (HR)-positief , HER2-negatief, lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom:

Volwassenen (incl. ouderen):

150 mg 2×/dag (continue toediening), in combinatie met endocriene therapie (zie hiervoor de betreffende geneesmiddeltekst). De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Indien gebruik van sterke CYP3A4-remmers onvermijdelijk is, dan de dosis van abemaciclib verlagen tot 100 mg 2×/dag en extra controleren op bijwerkingen. Indien de dosis al verlaagd was naar 100 mg 2×/dag, deze dan verlagen naar 50 mg 2×/dag; indien de dosis al verlaagd was naar 50 mg 2×/dag, deze dan verlagen naar 50 mg 1×/dag of de behandeling met abemaciclib staken. Bij staken van de sterke CYP3A4-remmer de dosis weer verhogen na 3–5× de eliminatiehalfwaardetijd van die remmer.

Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Wees vanwege onvoldoende gegevens voorzichtig bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) en controleer extra op bijwerkingen.

Verminderde leverfunctie: bij een licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is geen dosisaanpassing nodig. Het wordt aanbevolen om bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) de toedieningsfrequentie aan te passen naar 1×/dag.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (hematologische toxiciteit, diarree, verhoogde aminotransferasen, overige niet-hematologische toxiciteit) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen1 t/m 5); zie hiervoor de link onder 'zie ook'.

Bij uitbraken of overslaan van een dosis, géén extra dosis innemen, maar de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip innemen.

Toedieningsinformatie: de tabletten in zijn geheel doorslikken; niet kauwen, breken of verpulveren. Innemen met of zonder voedsel op ongeveer dezelfde tijdstippen van de dag. Niet innemen met grapefruit-/pompelmoessap.

Dosering

Monitor de patiënt met name tijdens de eerste acht weken van de behandeling zorgvuldig vanwege de kans op bijwerkingen als gevolg waarvan dosisverlaging óf -onderbreking nodig kán zijn (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).

Let op: de tablet en de capsule zijn niet onderling uitwisselbaar door een verschil in biologische beschikbaarheid.

Klap alles open Klap alles dicht

Gevorderd niercelcarcinoom of hepatocellulair carcinoom:

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 j.):

Cabometyx tablet: 60 mg 1×/dag. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of totdat onacceptabele bijwerkingen optreden.

Nierfunctiestoornis: wees voorzichtig bij een lichte tot matig-ernstige nierfunctiestoornis; gebruik bij een ernstige nierfunctiestoornis wordt afgeraden.

Pre-existente leverfunctiestoornis: bij een lichte leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig; controleer wel extra op het optreden van bijwerkingen. Bij een matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7-9) kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens; controleer extra op bijwerkingen. Gebruik bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore ≥ 10) wordt afgeraden.

Bij (ernstige) bijwerkingen (incl. op de lever) kan de dosering worden verlaagd tot 40 mg 1×/dag en daarna tot 20 mg 1×/dag. Onderbreek de behandeling bij bijwerkingen CTCAE-graad ≥ 3 of ondraaglijke graad 2 toxiciteit tot deze vermindert tot ≤ graad 1, hervat na een graad 3 of 4 bijwerking nadien in een verlaagde dosis, overweeg dit ook bij een graad 2 toxiciteit.

Lokaal gevorderd of gemetastaseerd medullair schildkliercarcinoom:

Volwassenen:

Cometriq capsule: 140 mg 1×/dag, in te nemen als 80 mg plus drie capsules van 20 mg. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of totdat onacceptabele bijwerkingen optreden.

Ouderen (≥ 65 j.): er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd; er is bij een leeftijd van ≥ 75 jaar echter wel meer kans op ernstige bijwerkingen.

Leverfunctiestoornis: bij lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornis: 60 mg 1×/dag, in te nemen als drie capsules van 20 mg. Monitor extra op bijwerkingen. Gebruik bij ernstige leverfunctiestoornis wordt afgeraden.

Nierfunctiestoornis: wees voorzichtig bij een lichte tot matig-ernstige nierfunctiestoornis; gebruik bij een ernstige nierfunctiestoornis wordt afgeraden.

Bij (ernstige) bijwerkingen kan de dosering worden verlaagd tot 100 mg 1×/dag, in te nemen als 80 mg plus 20 mg. Als opnieuw dosisverlaging nodig is: 60 mg 1×/dag, in te nemen als drie capsules van 20 mg. Onderbreek de behandeling bij bijwerkingen CTCAE-klasse ≥ 3 of ondraaglijke klasse 2 toxiciteit.

Een gemiste dosis alsnog innemen als het langer dan 12 uur duurt tot de volgende dosis in het schema.

Toedieningsinformatie: de tabletten en capsules (deze niet openen) heel innemen ten minste 2 uur vóór of 1 uur na het eten. De tabletten dus niet breken of verkruimelen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hypertensie (bij ca. 28%; CTCAE-graad 3 bij ca. 10%). Pneumonie (bacterieel, viraal), bovenste luchtweginfectie, dyspneu, hoest. Slapeloosheid. Hoofdpijn, duizeligheid, perifere neuropathie (bij ca. 27%; sensorisch, motorisch, paresthesie, polyneuropathie). Visusstoornis (bv. wazig zien, dubbelzien, fotopsie, verandering in diepte-zien, gezichtsvelduitval, glasvochttroebeling, verhoging intra-oculaire druk/glaucoom, macula-oedeem, cataract). Droge mond, stomatitis, misselijkheid, braken, obstipatie, buikpijn. Verminderde eetlust. Jeuk, huiduitslag (bv. erythemateus, maculopapuleus, pustuleus, acneïform, exfoliatief, folliculair), (allergische) dermatitis. Myalgie, artralgie. Niet-cardiale pijn op de borst. Koorts, vermoeidheid, oedeem. Hyperinsulinemie, hyperglykemie (bij ca. 69%). Stijging van waarden van: ASAT (bij ca. 65%), ALAT (bij ca. 46%), AF, amylase (bij ca. 43%), lipase (bij ca. 50%), creatinine in serum, stijging CK in bloed (bij ca. 50%; CTCAE-graad 3–4 bij ca. 14%). Anemie, daling aantal leukocyten, lymfocyten, neutrofielen en bloedplaatjes. Hyponatriëmie, hypokaliëmie, hypercalciëmie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie.

Vaak (1–10%): tachycardie, bradycardie, hartkloppingen, verlengd QT-interval. Interstitiële longziekte/pneumonitis. Dyspepsie, flatulentie. Gewichtsverlies. Droge huid, fotosensibilisatie. Pijn in ledemaat, spierstijfheid. Hyperbilirubinemie, stijging LDH.

Soms (0,1–1%): pancreatitis.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid (ca. 22%), braken, obstipatie (ca. 36%), diarree (ca. 18%). Gewichtstoename. Oedeem (ca. 34%; bv. perifeer, gegeneraliseerd, periorbitaal, rond het ooglid). Myalgie (ca. 31%). Huiduitslag (ca. 20%, waaronder erythemateus, maculeus, papuleus, maculopapuleus, exfoliatief en acneïforme dermatitis). Anemie (ca. 16%). Stijging van waarden van ASAT, ALAT, bilirubine en creatinekinase.

Vaak (1-10%): bradycardie. Stomatitis, mondulcera, dysgeusie/hypogeusie. Acute nierbeschadiging. Visusstoornissen (bv. wazig zien, dubbel zien, asthenopie, mouches volantes). Fotosensibilisatie. Stijging alkalische fosfatase, creatinine in het bloed.

Soms (0,1-1%): interstitiële longziekte/pneumonitis. Geneesmiddelgeïnduceerd leverletsel.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): diarree (zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen), misselijkheid, braken, anorexia. Huiduitslag (o.a. acneïforme dermatitis), jeuk, droge huid. Pijn in rug en ledematen, hoofdpijn, vermoeidheid. In combinatie met capecitabine tevens: hand-voetsyndroom (PPE), insomnia, dyspepsie, stomatitis, obstipatie, buikpijn, mucositis. In combinatie met een aromataseremmer tevens: opvliegers, epistaxis, hoesten, dyspneu, alopecia, artralgie, asthenie.

Vaak (1-10%): afname linkerventrikel-ejectiefractie (LVEF). Hepatotoxiciteit, hyperbilirubinemie. Nagelafwijkingen o.a. paronychia.

Soms (0,1-1%): interstitiële longziekte, pneumonitis.

Zelden (0,01–0,1%): overgevoeligheidsreacties o.a. anafylaxie.

Verder zijn gemeld: ventriculaire aritmie/'torsade de pointes', QTc-verlenging (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Ernstige cutane reacties incl. Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale necrolyse (TEN). Pulmonale arteriële hypertensie.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

In combinatie met aromataseremmer of fulvestrant: Zeer vaak (> 10%): infecties (bij ca. 44%). Misselijkheid (bij ca. 44%), braken, diarree (bij ca. 85%; CTCAE-graad 3 ca. 12%). Verminderde eetlust. Smaakstoornis, duizeligheid. Vermoeidheid (bij ca. 41%), koorts. Jeuk, huiduitslag, alopecia. Neutropenie (bij ca. 45%; CTCAE-graad 3 ca. 23%), leukopenie, anemie (bij ca. 30%), trombocytopenie. Stijging ASAT, ALAT.

Vaak (1–10%): veneuze trombo-embolie. Verhoogde traanvorming. Spierzwakte. Droge huid. Lymfopenie.

Soms (0,1–1%): febriele neutropenie.

Zie voor verhoging van de serumcreatininewaarde de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Cabometyx bij niercelcarcinoom of hepatocellulair carcinoom: Zeer vaak (> 10%): hypertensie, bloeding. Dyspneu, hoesten, dysfonie. Smaakstoornis, hoofdpijn, duizeligheid. Stomatitis, misselijkheid, braken, dyspepsie, diarree, obstipatie, buikpijn. Verminderde eetlust, gewichtsverlies, vermoeidheid, asthenie, mucositis. Hand-voetsyndroom, huiduitslag. Pijn in extremiteit. Hypothyreoïdie. Anemie. Perifeer oedeem. Stijging in bloedspiegels van ALAT, ASAT. Hypokaliëmie, hypomagnesiëmie.

Vaak (1-10%): veneuze/arteriële trombose, longembolie. Perifere sensorische neuropathie. Abces. Oorsuizen. Gastro-intestinale perforatie (in enkele gevallen met fataal verloop), fistel (soms fataal), gastro-oesofageale refluxziekte, droge mond, hemorroïden. Jeuk, acneïforme dermatitis, droge huid, alopecia, verandering van haarkleur. Artralgie, spierspasmen. Neutropenie, trombocytopenie. Proteïnurie. Stijging in bloedspiegels van creatinine, AF, γGT, amylase, lipase, cholesterol. Hypoalbuminemie. Hyper- of hypoglykemie. Dehydratie. Hyperkaliëmie, hyponatriëmie, hypocalciëmie, hypofosfatemie, hyperbilirubinemie,

Soms (0,1-1%): convulsie. Cholestatische hepatitis. Pancreatitis, glossodynie. Osteonecrose van de kaak. Lymfopenie. Stijging van triglyceriden. Wondcomplicatie.

Verder zijn gemeld: CVA, myocardinfarct. Reversibele posterieure leuko-encefalopathie syndroom (RPLS = PRES).

Cometriq bij schildkliercarcinoom: Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Smaakstoornis, hoofdpijn, duizeligheid. Dysfonie, keelpijn. Stomatitis, glossodynie, dysfagie, misselijkheid, dyspepsie, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Hand-voetsyndroom, veranderde haarkleur, alopecia, huiduitslag, droge huid, erytheem. Artralgie, spierspasmen. Vermoeidheid, mucositis, asthenie. Lymfopenie, neutropenie, trombocytopenie. Verminderde eetlust, gewichtsverlies. Stijging van leverenzymwaarden, bilirubine, LDH en TSH. Hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie, hypoalbuminemie.

Vaak (1-10%): atriumfibrilleren. Hypotensie, veneuze trombose, bleek gelaat, perifere koudheid. Fistels in ademhalingsstelsel, longembolie, bloeding van de luchtwegen, pneumonie. Gastro-intestinale perforatie, bloeding of fistels; cheilitis, aambeien, anale fissuur, anale ontsteking. Cholelithiase, pancreatitis. Abces, schimmelinfectie. Angst, depressie, verwardheid. Cerebrovasculair accident (CVA), perifere neuropathie, paresthesie, tremor. Wazig zien. Oorpijn, tinnitus. Folliculitis, acne, hyperkeratose, blaarvorming, abnormale haargroei, huidschilfering, hypopigmentatie van de huid. Skeletspierpijn van de borstkas, osteonecrose van de kaak. Hypothyreoïdie. Dehydratie, hypoalbuminemie. Proteïnurie, dysurie, hematurie. Verminderde wondgenezing, koude rillingen, gezichtsoedeem. Verhoogde creatinekinasewaarde.

Soms (0,1-1%): angina pectoris, supraventriculaire tachycardie. Arteriële trombose. Atelectase, keeloedeem, pneumonitis. Aspergilloom. Delier, abnormaal dromen. Ataxie, aandachtsstoornis, hepatische encefalopathie, bewustzijnsverlies, spraakstoornis, reversibele posterieure leuko-encefalopathie syndroom (RPLS = PRES). Cataract, conjunctivitis. Hypoacusie. Oesofagitis. Teleangiëctasieën, huidzweer. Rabdomyolyse. Acuut nierfalen. Amenorroe, vaginale bloeding. Gelokaliseerd oedeem. Verkorte aPTT, verhoogd aantal eosinofielen en/of trombocyten.

Verder zijn gemeld: myocardinfarct, QT-verlenging.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Brigatinib wordt vooral gemetaboliseerd door CYP3A4. Combinatie met sterke CYP3A4 remmers (bv. claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, ritonavir en saquinavir) verhogen in belangrijke mate de blootstelling aan brigatinib; de combinatie vermijden. Indien dit niet mogelijk is, dan de dosering van brigatinib verlagen (zie de rubriek Dosering). Bij combinatie met matig-sterke CYP3A4-remmers (bv. erytromycine, ciprofloxacine, fluconazol, diltiazem, verapamil, grapefruit-/pompelmoessap) is geen aanpassing van de dosis van brigatinib nodig, maar wees alert op het ontstaan of verergeren van bijwerkingen. Vermijd combinatie met matig sterke en sterke CYP3A4-inductoren (bv. rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, sint-janskruid, erytromycine, ciprofloxacine, fluconazol, diltiazem, verapamil, amiodaron, rifabutine) vanwege een verlaging van de blootstelling aan brigatinib.

Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die bradycardie kunnen veroorzaken (bv. β-blokkers, ivabradine). Bij combinatie de hartfrequentie extra controleren.

Brigatinib kan hyperglykemie veroorzaken; een antihyperglykemische therapie moet mogelijk worden aangepast.

Brigatinib is in vitro een CYP3A4-inductor; vermijd vooralsnog combinatie met substraten voor CYP3A4 met een smalle therapeutische breedte zoals alfuzosine, domperidon, kinidine, ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, sommige statinen, alfentanil, fentanyl, methadon, carbamazepine, alprazolam, oraal midazolam, pimozide, quetiapine, ergotamine, vinca-alkaloïden, PDE5-remmers, sommige calciumantagonisten en sommige HIV–proteaseremmers.

Brigatinib kan mogelijk de plasmaspiegel verhogen van substraten van P-glycoproteïne (Pgp) (bv. digoxine, dabigatran, colchicine, pravastatine), 'breast cancer resistance proteine' (BCRP; bv. methotrexaat, rosuvastatine, sulfasalazine), OCT1, MATE1 en MATE2K. Monitor bij geneesmiddelen met een nauwe therapeutische breedte nauwlettend op bijwerkingen.

Interacties

Wees voorzichtig met geneesmiddelen die eveneens bradycardie kunnen geven (bv. β-blokkers).

Alectinib en de actieve metaboliet M4 remmen Pgp en kunnen daarmee de plasmaconcentratie verhogen van geneesmiddelen die substraat zijn voor deze transporter. Wees daarom voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die een substraat zijn voor Pgp én een smalle therapeutische breedte hebben zoals digoxine, dabigatran, sirolimus, everolimus, topotecan, nilotinib en lapatinib.

Alectinib en de actieve metaboliet M4 remmen de transporter BCRP. Hierdoor kunnen de plasmaspiegels stijgen van substraten voor BCRP zoals rosuvastatine, sulfasalazine, methotrexaat, topotecan, lapatinib en mitoxantron.

Omdat na metabolisering van alectinib door CYP3A4 een even actieve metaboliet ontstaat, blijkt combinatie met CYP3A4 remmers of -inductoren een relatief klein effect te hebben en is dosisaanpassing van alectinib niet nodig. Wees echter toch alert bij de combinatie met sterke CYP3A4-remmers (bijwerkingen) of -inductoren (verminderde werkzaamheid).

De werkzaamheid van orale anticonceptiva kan mogelijk verminderen.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers (zoals claritromycine, erytromycine, itraconazol, ketoconazol, voriconazol, grapefruitsap) vermijden omdat de plasmaconcentratie van lapatinib kan worden verhoogd. Gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine, sint-janskruid) vermijden omdat deze de plasmaconcentratie van lapatinib kunnen verlagen.

Lapatinib is tevens een substraat voor de transporteiwitten P-glycoproteïne (Pgp) en 'breast cancer resistance protein' (BCRP). Remmers van deze transporteiwitten (o.a. ketoconazol, itraconazol, kinidine, verapamil, ciclosporine, erytromycine) en inductoren (rifampicine, sint-janskruid) van deze eiwitten kunnen de plasmaconcentratie en/of distributie van lapatinib veranderen.

De oplosbaarheid van lapatinib is pH–afhankelijk; vermijd combinatie met stoffen die de pH in de maag verhogen.

Lapatinib remt in vitro CYP3A4 en CYP2C8; gelijktijdige toediening van geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte die substraten zijn van CYP3A4 (bv. pimozide en kinidine) of CYP2C8 (bv. repaglinide) vermijden. Lapatinib remt ook Pgp; dosisreductie van Pgp-substraten met een smalle therapeutische breedte (bv. digoxine) wordt aanbevolen.

Wees voorzichtig met combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, domperidon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, methadon, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).

Wees voorzichtig met combinatie met andere hepatotoxische geneesmiddelen.

Gelijktijdige toediening van lapatinib met irinotecan resulteert in toename van de actieve metaboliet van irinotecan, overweeg daarom een dosisreductie van irinotecan.

Bij combinatie met paclitaxel treedt vaker en ernstiger diarree en neutropenie op.

Interacties

Vermijd in verband met een klinisch relevante verlaging van de plasmaspiegel van abemaciclib de combinatie met sterke CYP3A4-inductoren zoals fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, fenobarbital en sint-janskruid. Er kan geen doseeradvies worden gegeven bij de combinatie met sterke CYP3A4-inductoren.

Vermijd in verband met een klinisch significante verhoging van de plasmaspiegel van abemaciclib de combinatie met sterke CYP3A4-remmers zoals claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, cobicistat, ritonavir, saquinavir en grapefruitsap. Indien combinatie toch noodzakelijk is de dosering van abemaciclib verlagen (zie de rubriek Dosering). Bij de combinatie met lichte of matige CYP3A4-remmers is geen dosisaanpassing nodig, maar controleer wel extra op mogelijke toxiciteit.

In vitro remt abemaciclib P-glycoproteïne (Pgp), BCRP, OCT2, MATE1 en MATE2. Hierdoor kan abemaciclib mogelijk de blootstelling aan geneesmiddelen die gebruik maken van deze transporters verhogen, zoals digoxine, dabigatran, colchicine, pravastatine of posaconazol (alle Pgp), rosuvastatine, sulfasalazine of methotrexaat (alle BCRP) en metformine (OCT2). Bij de combinatie met metformine werd weliswaar een verhoging gezien van de plasmablootstelling van metformine (ca. 37%), maar deze werd niet klinisch relevant geacht.

Het is onbekend of abemaciclib invloed heeft op de blootstelling van orale anticonceptiva; een aanvullende anticonceptiemethode (zoals een barrièremiddel) wordt aanbevolen.

Interacties

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers (zoals claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, ritonavir, saquinavir en grapefruitsap) omdat de plasmaconcentratie van cabozantinib kan worden verhoogd. Gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine, sint-janskruid) vermijden omdat deze de plasmaconcentratie van cabozantinib kunnen verlagen. Overweeg een alternatief geneesmiddel zonder of met minimaal potentieel voor het remmen of induceren van CYP3A4.

Cabozantinib is, in vitro, tevens een substraat voor 'resistance-associated protein' 2 (MRP2); mogelijk verhogen remmers hiervan (zoals ciclosporine, emtricitabine en efavirenz) de plasmaspiegel van cabozantinib.

Cabozantinib remt Pgp; wees daarom voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van Pgp-substraten met een smalle therapeutische breedte (bv. digoxine of dabigatran).

Wees voorzichtig bij comedicatie van middelen geassocieerd met osteonecrose van de kaak zoals bisfosfonaten.

Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, domperidon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, methadon, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele antimycotica, selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).

Het is onbekend of cabozantinib de werking van hormonale anticonceptiva negatief beïnvloedt; daarom wordt een aanvullende anticonceptiemethode aanbevolen. Zie voor de behandeling van vruchtbare mannen (en vrouwen) ook de rubriek Zwangerschap.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij subtherapeutische doseringen schadelijk gebleken (skeletafwijkingen, groeivertraging van de foetus, verhoogde sterfte van embryo's).
Vruchtbaarheid; Bij mannelijke dieren zijn ook bij (sub)therapeutische (on)omkeerbare effecten waargenomen (testiculaire tubulaire degeneratie, hypospermatogenese, verminderd gewicht van testes, zaadblaasjes en prostaat.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en na de therapie; vrouwen tot 4 en mannen tot 3 maanden na de therapie. Vrouwen dienen géén hormonale anticonceptie te gebruiken, maar te kiezen voor andere anticonceptiemethoden.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren bij supratherapeutische doseringen aanwijzingen voor schadelijkheid (kleine foetussen met vertraagde botvorming, skeletafwijkingen, kleine orgaanafwijkingen, verlies van embryo/foetus).
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 3 maanden na de therapie. De werkzaamheid van orale anticonceptiva kan mogelijk verminderen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren alleen in hogere dosering schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en ten minste 5 dagen na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren in therapeutische doseringen schadelijk gebleken (teratogene afwijkingen, verlaagd foetaal lichaamsgewicht). Omdat abemaciclib cyclineafhankelijke kinasen remt die betrokken zijn bij de regulering van de celcyclus (CDK 4 en 6), zijn schadelijke effecten niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Bij dieren kan de mannelijke vruchtbaarheid worden aangetast. Laat een man voorafgaand aan de behandeling overwegen om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 3 weken na de therapie. Het is onbekend of abemaciclib invloed heeft op de blootstelling van orale anticonceptiva; een aanvullende anticonceptiemethode (zoals een barrièremiddel) wordt aanbevolen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij subtherapeutische doseringen schadelijk gebleken (gespleten verhemelte/lip, dermale aplasie, veranderingen in zachte weefsels (zoals kleinere milt, kleine of ontbrekende tussenlongkwab), totale misvormingen. Tevens embryo-foetale toxiciteit zoals foetaal oedeem en postimplantatieverlies.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Cabozantinib vermindert bij dieren de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid. Raad voorafgaand aan de behandeling aan, om advies over behoud van vruchtbaarheid in te winnen, bij patiënten met een kinderwens.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste vier maanden na de therapie. Het is onbekend of cabozantinib de werking van hormonale anticonceptiva negatief beïnvloedt; daarom wordt een aanvullende anticonceptiemethode (bv. barrièremiddel) aanbevolen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Bij ratten, groeiachterstand.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende en ten minste 5 dagen na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden tijdens én tot ten minste 4 maanden na stoppen met de behandeling.

Contra-indicaties

Er zijn van dit geneesmiddel geen contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Cardiovasculaire bijwerkingen: vóór aanvang van en regelmatig tijdens de behandeling de bloeddruk en hartfrequentie controleren; een onderbreking van de behandeling, een dosisverlaging of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn bij optreden van hypertensie en/of symptomatische bradycardie.

Lever en pancreas: de leverenzymwaarden en bilirubinespiegels controleren vóór aanvang van de behandeling, daarna elke 2 weken gedurende de eerste 3 maanden van de behandeling en daarna op regelmatige tijdstippen en wanneer klinisch geïndiceerd. Een onderbreking van de behandeling, een dosisverlaging of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn. Controleer tevens regelmatig de amylase- en lipasespiegels; de mediane tijd tot verhoging is ca. 17 dagen (amylase) en 29 dagen (lipase).

Hyperglykemie: vóór aanvang van en regelmatig tijdens de behandeling de nuchtere bloedsuikerspiegel controleren. Start of optimaliseer zonodig een antihyperglykemische behandeling. Onderbreek en verlaag de dosis indien nodig.

Ernstige (levensbedreigende) pulmonale bijwerkingen, waaronder dyspneu, pneumonie, interstitiële longziekte (ILD)/pneumonitis, treden meestal op binnen 7 dagen na aanvang van de behandeling. Een hogere leeftijd en een korter interval (< 7 dagen) tussen de laatste dosis crizotinib en de eerste dosis brigatinib verhogen de incidentie van deze pulmonale bijwerkingen. ILD kan ook nog later in de behandeling optreden. Patiënten met een voorgeschiedenis van ILD of door geneesmiddelen geïnduceerde ILD waren uitgesloten van het klinisch onderzoek. Laat de patiënt zich direct melden bij verergering van bestaande longklachten of ontstaan van nieuwe pulmonale symptomen. Bij het optreden van longklachten die wijzen op een interstitiële longziekte (ILD) of ARDS de behandeling staken en de oorzaak onderzoeken.

Perifere neuropathie treedt bij een dosis van 180 mg/dag bij ca. 27% van de patiënten op. Bij 30% van deze patiënten verdwijnt de bijwerking. De mediane duur van perifere neuropathie is ca. 4,5 maanden, max. 29 maanden.

Spiertoxiciteit: tijdens de behandeling regelmatig CK-niveaus controleren (een verhoogde waarde treedt op bij ca. 50% van de patiënten bij een dosis van 180 mg). Laat de patiënt zich melden bij het optreden van onverklaarbare pijn, gevoeligheid of zwakte in hun spieren. Onderbreking van de behandeling en/of een dosisverlaging kan nodig zijn. De mediane tijd tot CK-verhoging is ca. 27 dagen.

Visusstoornissen: ernstige zichtstoornissen kunnen optreden. Laat de patiënt alle zichtproblemen te melden. Bij nieuwe of verergerende ernstige zichtproblemen een oogarts raadplegen. Onderbreking van de behandeling, een dosisverlaging of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn.

Vruchtbare mannen: voor de behandeling van vruchtbare mannen: zie ook de rubriek Zwangerschap.

Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens over het gebruik bij kinderen en bij ouderen ≥ 85 jaar; er zijn weinig gegevens over het gebruik bij ouderen > 65 jaar (en < 85 jaar).

Waarschuwingen en voorzorgen

Bradycardie kan optreden. Controleer op klinische indicatie hartslag en bloeddruk. Wees voorzichtig met geneesmiddelen die eveneens bradycardie kunnen geven en met antihypertensiva.

Leverfunctie: een stijging van ALAT en ASAT van > 5× ULN en van bilirubine van > 3× de ULN komt voor. De meerderheid van deze gevallen ontstaat binnen de eerste 3 maanden van de behandeling. Ook is geneesmiddelgeïnduceerd leverletsel (met CTCAE graad 3–4 ASAT/ALAT-verhogingen) gemeld. Controleer daarom vóór de behandeling en gedurende de eerste 3 maanden elke 2 weken de leverfunctie (ASAT, ALAT, totaal bilirubine) en daarna op klinische indicatie. Bij een ernstige leverfunctiestoornis wordt een lagere dosis aanbevolen, zie dosering.

Myalgie komt zeer vaak voor. CTCAE graad 3 myalgie komt bij ca. 1% van de patiënten voor; de mediane tijd tot optreden hiervan is ca. 14 dagen. Gedurende de eerste maand van de behandeling elke 2 weken de CK-waarden bepalen en verder indien klinisch geïndiceerd. Laat de patiënt zich melden bij onverklaarbare spierpijn of spierzwakte. Gebaseerd op de ernst van myalgie of CK-verhoging kan de behandeling onderbroken worden met een herstart in dezelfde of een lagere dosering.

Interstitiële longziekte: let op verergering van bestaande longklachten of het ontstaan van nieuwe pulmonale symptomen. Bij het optreden van longklachten die wijzen op een interstitiële longziekte (ILD) zoals pneumonitis de behandeling staken en de oorzaak onderzoeken; bij vaststelling van behandelinggerelateerde ILD de behandeling definitief staken.

Adviseer patiënten in verband met de kans op fotosensibilisatie langdurige blootstelling aan de zon te vermijden gedurende en ten minste 7 dagen na beëindigen van de behandeling. Het gebruik van een breedspectrum (UVA/UVB)-zonnebrandcrème en lippenbalsem (SPF ≥ 50) wordt geadviseerd.

Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen (< 18 j.), ouderen (> 80 j.) en bij een hoog lichaamsgewicht (> 130 kg). Alectinib is niet onderzocht bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis; echter het wordt nauwelijks geëlimineerd door de nieren, dus een dosisaanpassing is niet nodig.

Waarschuwingen en voorzorgen

Hepatotoxiciteit: wees voorzichtig bij een vooraf bestaande matige tot ernstige leverfunctiestoornis, vanwege een verhoogde plasmaspiegel hierbij. Vóór en tijdens de behandeling ten minste maandelijks de leverwaarden controleren (ASAT, ALAT, AF, bilirubine). Hepatotoxiciteit kan enkele dagen tot enkele maanden na de start van de behandeling optreden. Indien zich ernstige wijzigingen voordoen in de leverfunctie, de behandeling staken en niet meer hervatten. Patiënten die drager zijn van de HLA-allelen DQA1*02:01 en DRB1*07:01 hebben meer kans op het ontstaan van hepatotoxiciteit.

Cardiotoxiciteit: vóór de behandeling vaststellen dat de linkerventrikel-ejectiefractie (LVEF) binnen de normaalwaarden ligt en ook tijdens de behandeling de LVEF controleren. Wees voorzichtig bij aandoeningen die het QT-interval kunnen verlengen zoals hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, bradycardie, cardiale aritmie, congenitaal of verworven QT-syndroom of gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-interval verlengen (zie ook rubriek Interacties), omdat een concentratie-afhankelijke QTc-verlenging is aangetoond. Corrigeer hypokaliëmie en hypomagnesiëmie vóór aanvang van de behandeling. Maak een elektrocardiogram (i.v.m. QT-meting) vóór gebruik van lapatinib en 1-2 weken na het begin van de behandeling en verder tijdens de behandeling indien klinisch geïndiceerd.

Diarree treedt doorgaans aan het begin van de behandeling op en duurt gewoonlijk 4–5 dagen. De diarree kan echter ook levensbedreigend zijn als deze samengaat met dehydratie, een verstoorde elektrolytenbalans, nierinsufficiëntie en/of neutropenie. Bij het begin van de behandeling de voor de patiënt normale stoelgang en eventuele symptomen (bv. koorts, krampende pijn, misselijkheid, braken, duizeligheid en dorst) vaststellen om veranderingen tijdens de therapie tijdig te kunnen opmerken. Profylactische behandeling met anti-diarreemiddelen wordt aanbevolen; bij ernstige diarree de therapie onderbreken of staken en zonodig vocht, elektrolyten en antibiotica (vooral bij diarree > 24 uur, koorts of neutropenie graad 3–4 CTCAE) toedienen.

Interstitiële longziekte (o.a. pneumonitis) zijn gemeld. Controleer op de symptomen kortademigheid, hoesten en koorts. Staak de behandeling bij een pulmonale toxiciteit van graad 3 of hoger.

Ernstige cutane reacties zijn gemeld. Laat de patiënt zich direct melden bij eerste tekenen hiervan en staak de behandeling bij vermoeden van een dergelijke reactie, bv. erythema multiforme, Stevens-Johnson-syndroom of toxische epidermale necrolyse.

Onderzoeksgegevens: deelnemers aan registratiestudies naar de combinatiebehandeling lapatinib met een aromataseremmer, waren niet eerder behandeld met trastuzumab of een aromataseremmer. Voor deze patiëntenpopulatie is niet bekend wat de werkzaamheid is van een combinatie van lapatinib en een aromataseremmer vergeleken met een combinatie van trastuzumab en een aromataseremmer Er is geen ervaring met gebruik van lapatinib bij een ernstige nierfunctiestoornis. Wees voorzichtig met toepassing bij een verminderde leverfunctie; bij matig tot ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore resp. 7–9 en ≥ 10) nam bij een klein onderzoek na een eenmalige orale dosis van 100 mg de blootstelling aan lapatinib toe met respectievelijk 56% en 85%. Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 j.

Waarschuwingen en voorzorgen

Myelotoxiciteit: vóór aanvang van de behandeling, regelmatig tijdens de behandeling en op klinische indicatie een volledige bloedtelling uitvoeren. Het wordt aanbevolen abemaciclib pas toe te dienen bij een absolute neutrofielentelling (ANC) ≥ 1,5×109/l, een trombocytenaantal ≥ 100×109/l en een hemoglobinegehalte van ≥ 5 mmol/l. Controleer op tekenen van infecties en laat de patiënt zich direct melden bij de ontwikkeling van koorts. De mediane tijd tot het optreden van neutropenie CTCAE-graad 3 of 4 in klinische onderzoeken bedroeg 29–33 dagen, de mediane duur bedroeg 11–15 dagen. Het wordt aanbevolen bij deze graden van neutropenie de dosering aan te passen.

Hepatotoxiciteit: voorafgaand aan en regelmatig tijdens de behandeling ALAT- en ASAT-waarden bepalen. De mediane tijd tot het optreden van een ALAT-verhoging CTCAE-graad 3 of 4 in klinische onderzoeken bedroeg 57–61 dagen, de mediane duur bedroeg 14 dagen; de mediane tijd tot het optreden van een ASAT-verhoging CTCAE-graad 3 of 4 bedroeg 71–185 dagen, de mediane duur bedroeg 13–15 dagen. Het wordt aanbevolen bij deze graden van aminotransferaseverhoging de dosering aan te passen.

Gastro-intestinale toxiciteit: diarree komt zeer vaak voor en kan gepaard gaan met dehydratie. Laat de patiënt zich melden bij de eerste tekenen van waterige diarree; start een behandeling met een diarreeremmend middel zoals loperamide en zorg voor voldoende hydratie. Het wordt aanbevolen bij diarree CTCAE-graad ≥ 2 de dosering van abemaciclib aan te passen. De mediane tijd tot de eerste diarree is 6–8 dagen, de mediane duur is 9–12 dagen.

Veneuze trombo-embolie kan optreden, zoals longembolie en diepveneuze trombose (incl. in vena cava inferior), cerebrale veneuze sinustrombose, trombose in de vena subclavia of vena axillaris, en veneuze trombose in het bekken. Controleer patiënten op eerste tekenen hiervan en behandel zoals medisch aangewezen.

Serumcreatinine: abemaciclib kan de serumcreatininewaarde verhogen door remming van secretietransporters in de niertubuli, zonder beïnvloeding van de glomerulusfunctie. De (reversibele) verhogingen treden op in de eerste maand van de behandeling en blijven gedurende de gehele behandelperiode (stabiel) verhoogd en gaan niet gepaard met veranderingen in markers van de nierfunctie zoals het bloedureum (BUN), cystatine C of de berekende glomerulaire filtratiesnelheid op basis van cystatine C.

Onderzoeksgegevens: er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 j.), bij patiënten met ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min en/of dialyse) of met een viscerale crisis.

Waarschuwingen en voorzorgen

De werkzaamheid bij patiënten met tumoren met een onbekende of negatieve RET-mutatiestatus en RAS-mutatiestatus is niet overtuigend vastgesteld.

Bijwerkingen algemeen: monitor de patiënt met name tijdens de eerste acht weken van de behandeling zorgvuldig vanwege de kans op bijwerkingen als gevolg waarvan dosisverlaging óf -onderbreking nodig kan zijn. Bijwerkingen die zich doorgaans gedurende deze weken voordoen zijn hypertensie, gastro-intestinale bijwerkingen (diarree, misselijkheid/braken, verminderde eetlust, stomatitis, soms ook perforatie), hand-voetsyndroom, proteïnurie, trombocytopenie, hypokaliëmie en hypocalciëmie.

Osteonecrose van de kaak is gemeld. Controleer daarom vóór en periodiek tijdens de behandeling de toestand van het gebit. Tijdens de behandeling een goede mondhygiëne adviseren. Voorzichtig bij comedicatie van middelen geassocieerd met osteonecrose van de kaak zoals bisfosfonaten, HIV-medicatie. Cabozantinib ten minste 28 dagen vóór een geplande invasieve gebitsprocedure staken.

Controleer alle patiënten op hypertensie en behandel deze zo nodig; bij aanhoudende hypertensie de cabozantinib-dosis verlagen (zie rubriek Dosering). Staak de behandeling bij ernstige en hardnekkige hypertensie ondanks dosisverlaging.

Controleer voor de start van de behandeling de leverfunctie (ALAT, ASAT, bilirubine) en monitor deze tijdens de behandeling. Pas de dosering van cabozantinib aan als de leverfunctie verslechtert tijdens de behandeling en het waarschijnlijk is dat dit wordt veroorzaakt door de behandeling (zie hiervoor rubriek Dosering).

Controleer op symptomen van hepatische encefalopathie (diarree, braken, verminderde eetlust, elektrolytenstoornis). Er is meer kans op hepatische encefalopathie bij een verminderde leverfunctie passend bij Child-Pughklasse B. In klinisch onderzoek was de mediane tijd tot optreden van hepatische encefalopathie ca. 6 weken.

Controleer de patiënt op elektrolytenstoornissen (hypo- en hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hyponatriëmie) en start eventueel substitutietherapie. Bij persisterende of recidiverende significante afwijkingen de dosis verlagen of de toediening (permanent) staken.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging. Controleer bij deze patiënten regelmatig het ECG en de serumelektrolyten (calcium, kalium, magnesium).

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor óf een voorgeschiedenis van trombose, aangezien gevallen van veneuze en arteriële trombo-embolie (soms fataal) zijn gemeld. Bij de indicatie hepatocellulair carcinoom is ook vena-porta trombose waargenomen (tumoringroei in de vena porta predisponeert hiertoe). Bij optreden van een klinisch significante trombo-embolische complicatie (incl. myocardinfarct) de behandeling staken.

Vanwege de kans op (fatale) bloedingen voorzichtig zijn bij een voorgeschiedenis van ernstige hemorragie of van hemoptoë. Bij aanwijzingen voor infiltratie van de trachea of bronchi door de tumor is er meer kans op hemoptoë. Bij tumorinvasie van grote bloedvaten en de aanwezigheid van onderliggende levercirrose bij patiënten met HCC is er meer kans op ernstige hemorragie; toepassing in dit geval vermijden. In het klinisch onderzoek waren uitgesloten: patiënten die anticoagulantia of plaatjesaggregatieremmers gebruiken en personen met on(volledig)behandelde slokdarmvarices met een groot risico op bloeding.

Controleer op trombocytopenie tijdens de behandeling en pas zo nodig de dosering aan (zie rubriek Dosering).

Controleer regelmatig op eiwit in de urine en staak de behandeling bij optreden van het nefrotisch syndroom.

Gastro-intestinale toxiciteit: er zijn ernstige gastro-intestinale (GI) fistels, intra-abdominale abcessen en perforaties (met kans op sepsis) gemeld; wees daarom extra voorzichtig bij recente radiotherapie, inflammatoire darmziekte, tumorinfiltratie van trachea/bronchi/oesofagus of bij complicaties van eerdere gastro-intestinale operatie of thorax-radiotherapie. Bij ontstaan van mucositis niet-GI fistels uitsluiten. Persisterende of recidiverende diarree kan een risicofactor zijn voor de ontwikkeling van een anale fistel. Staak de behandeling bij ontstaan van een fistel (GI of niet-GI) óf een perforatie.

Wondcomplicaties komen voor. Cabozantinib ten minste 28 dagen vóór een geplande operatieve ingreep (incl. een tandheelkundige operatie) staken. Hervat eventueel de behandeling bij adequate wondgenezing.

PRES: symptomen als convulsies, hypertensie, hoofdpijn, lethargie, veranderde geestesgesteldheid, verwardheid en visuele stoornissen kunnen passen bij de bijwerking reversibele posterieure leuko-encefalopathiesyndroom (RPLS = PRES). Bij de eerste tekenen van PRES de behandeling tijdelijk staken; bij bevestiging van de diagnose de behandeling niet meer hervatten.

Zie voor de behandeling van vruchtbare mannen (en vrouwen) de rubriek Zwangerschap.

Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij ernstige leverfunctiestoornissen, ernstige nierfunctiestoornissen en bij kinderen (< 18 j.) zijn niet vastgesteld. Gebruik bij deze aandoeningen of leeftijdscategorie wordt niet aanbevolen. Wees voorzichtig bij lichte tot matig-ernstige nierfunctiestoornissen. Bij lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornissen de dosering van Cometriq verlagen (zie rubriek Dosering). Er is weinig ervaring bij patiënten met een hartfunctiestoornis.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met brigatinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met alectinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen
bij doseringen tot 5000 mg werden naast de voor lapatinib bekende bijwerkingen, soms ook pijn aan de hoofdhuid en/of mucositis waargenomen. Na toediening van een dosering tot 9000 mg werd sinustachycardie (met normaal ECG) gemeld.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met lapatinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Voor meer informatie over een vergiftiging met abemaciclib neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Brigatinib richt zich op anaplastisch lymfoom kinase (ALK), c-ros oncogen 1 (ROS1) en insuline-achtige groeifactor 1-receptor (IGF-1R). Het remt de autofosforylatie van ALK, de ALK-gemedieerde fosforylatie van 'downstream signaling' eiwitten (zoals STAT3) en de proliferatie van ALK-afhankelijke kankercellen (vooral die EML4-ALK- en NPM-ALK-fusie-eiwitten tot expressie brengen). Brigatinib kan werkzaam zijn bij cellen die gemuteerde vormen van EML4-ALK tot expressie brengen en geassocieerd worden met resistentie voor sommige andere ALK-remmers.

Kinetische gegevens

T max1–4 uur.
V dca. 2,2 l/kg.
Eiwitbindingca. 91%.
Metaboliseringgedeeltelijk, vnl. door CYP2C8 en CYP3A4, tot o.a. een minder werkzame metaboliet.
Eliminatievnl. met de feces, ca. 65% (waarvan ca. 41% ongewijzigd); met de urine ca. 25% (waarvan ca. 86% ongewijzigd).
T 1/2elca. 24 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Remt zeer selectief en krachtig ALK- en RET-tyrosinekinasen. In preklinisch onderzoek leidde remming van de ALK-tyrosinekinase-activiteit tot blokkering van daaropvolgende signaalroutes, waaronder STAT 3 en P13K/AKT, en tot de inductie van tumorceldood (door apoptose). Alectinib vertoont activiteit tegen mutante vormen van het ALK-enzym, waaronder mutaties die verantwoordelijk zijn voor resistentie tegen crizotinib.

Kinetische gegevens

Fca. 37% (niet-nuchtere condities).
T max4–6 uur (niet-nuchter).
V dca. 6,8 l/kg.
Overiguitgebreide verdeling in de weefsels.
Eiwitbinding> 99% (alectinib, actieve metaboliet M4).
Metaboliseringgedeeltelijk, in de lever; voornamelijk door CYP3A4 tot o.a. de even actieve metaboliet M4. De metaboliet wordt eveneens voornamelijk door CYP3A4 verder omgezet.
Eliminatievoornamelijk met de feces (ca. 84% onveranderd, ca. 6% als actieve metaboliet M4), met de urine ca. 0,5%.
T 1/2elca. 33 uur (alectinib), 31 uur (actieve metaboliet M4).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Tyrosinekinaseremmer. Lapatinib remt de intracellulaire tyrosinekinase-activiteit van zowel EGFR (epidermale groeifactorreceptor)-(ErbB1) als HER2 ('human epidermal growth factor receptor 2')-(ErbB2) receptoren. Lapatinib remt hiermee (in vitro) ErbB-gemedieerde tumorcelgroei.

Kinetische gegevens

Resorptievoedsel verhoogt de absorptie; de systemische blootstelling kan toenemen met een factor 2–4.
Fonvolledig en variabel.
T maxna ca. 4 uur.
Eiwitbinding> 99%.
Metaboliseringuitgebreid, voornamelijk door CYP3A4/5.
Eliminatiemet de feces, waarvan ca. 27% onveranderd. Met de urine < 2%.
T 1/2elca. 24 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Abemaciclib is een krachtige en selectieve remmer van cyclineafhankelijke kinasen (CDK) 4 en 6 en is het meest actief tegen cycline D1/CDK4. Abemaciclib voorkomt zo de fosforylering van het retinoblastoomeiwit (Rb), waardoor de voortgang van de G1-fase naar de S-fase van de celcyclus wordt geblokkeerd en de tumorgroei wordt geremd. In oestrogeenreceptor-positieve borstkankerlijnen voorkomt aanhoudende remming met abemaciclib een rebound van de Rb-fosforylering, wat tot apoptose leidt.

Kinetische gegevens

Fca. 45%.
T maxca. 8 uur.
V dca. 10,7 l/kg.
Eiwitbinding96–98%.
OverigDe concentraties van abemaciclib en van de actieve metabolieten in de liquor zijn vergelijkbaar met de ongebonden plasmaconcentraties.
Metaboliseringvnl. door CYP3A4, tot even actieve N-desethyl- en N-desethylhydroxy-metabolieten en verder tot inactieve metabolieten.
Eliminatievnl. met de feces (ca. 81%), vnl. als metabolieten. Ca. 3% met de urine.
T 1/2elca. 25 uur, bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) tot ca. 55 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Tyrosinekinaseremmer. Cabozantinib remt de tyrosinekinase-activiteit van MET (hepatocyt groeifactorreceptor), VEGFR (vasculaire endotheliale groeifactorreceptoren), RET ('rearranged during transfection'), GAS6-receptor (AXL), KIT (stamcelfactorreceptor) en FLT3 (FMS-achtige tyrosinekinase-3). Vermindert daardoor de angiogenese die door de tumorcel geïnduceerd wordt, waardoor tumorgroei en metastatische progressie geremd worden.

Kinetische gegevens

T max2–5 uur.
Eiwitbinding≥ 99,7%.
V d3-5 l/kg.
Overiger is een verschil in de Cmax en AUC tussen de tablet en de capsule.
Overigmogelijk doorloopt cabozantinib een enterohepatische kringloop.
Metaboliseringvnl. door CYP3A4.
Eliminatiemet de feces ca. 54%, met de urine 27%.
T 1/2el110–120 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

brigatinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01XE50) Vergelijk
  • afatinib (L01XE13) Vergelijk
  • alectinib (L01XE36) Vergelijk
  • axitinib (L01XE17) Vergelijk
  • binimetinib (L01XE41) Vergelijk
  • bosutinib (L01XE14) Vergelijk
  • cabozantinib (L01XE26) Vergelijk
  • ceritinib (L01XE28) Vergelijk
  • cobimetinib (L01XE38) Vergelijk
  • crizotinib (L01XE16) Vergelijk
  • dabrafenib (L01XE23) Vergelijk
  • dacomitinib (L01XE47) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • encorafenib (L01XE46) Vergelijk
  • erlotinib (L01XE03) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01XE10) Vergelijk
  • gefitinib (L01XE02) Vergelijk
  • ibrutinib (L01XE27) Vergelijk
  • idelalisib (L01XX47) Vergelijk
  • imatinib (L01XE01) Vergelijk
  • lapatinib (L01XE07) Vergelijk
  • lenvatinib (L01XE29) Vergelijk
  • lorlatinib (L01XE44) Vergelijk
  • midostaurine (L01XE39) Vergelijk
  • nilotinib (L01XE08) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01XE31) Vergelijk
  • nintedanib (bij pulmonale fibrose) (L01XE31) Vergelijk
  • osimertinib (L01XE35) Vergelijk
  • palbociclib (L01XE33) Vergelijk
  • pazopanib (L01XE11) Vergelijk
  • ponatinib (L01XE24) Vergelijk
  • regorafenib (L01XE21) Vergelijk
  • ribociclib (L01XE42) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01XE18) Vergelijk
  • sorafenib (L01XE05) Vergelijk
  • sunitinib (L01XE04) Vergelijk
  • temsirolimus (L01XE09) Vergelijk
  • tivozanib (L01XE34) Vergelijk
  • trametinib (L01XE25) Vergelijk
  • vandetanib (L01XE12) Vergelijk
  • vemurafenib (L01XE15) Vergelijk

Groepsinformatie

alectinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01XE50) Vergelijk
  • afatinib (L01XE13) Vergelijk
  • axitinib (L01XE17) Vergelijk
  • binimetinib (L01XE41) Vergelijk
  • bosutinib (L01XE14) Vergelijk
  • brigatinib (L01XE43) Vergelijk
  • cabozantinib (L01XE26) Vergelijk
  • ceritinib (L01XE28) Vergelijk
  • cobimetinib (L01XE38) Vergelijk
  • crizotinib (L01XE16) Vergelijk
  • dabrafenib (L01XE23) Vergelijk
  • dacomitinib (L01XE47) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • encorafenib (L01XE46) Vergelijk
  • erlotinib (L01XE03) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01XE10) Vergelijk
  • gefitinib (L01XE02) Vergelijk
  • ibrutinib (L01XE27) Vergelijk
  • idelalisib (L01XX47) Vergelijk
  • imatinib (L01XE01) Vergelijk
  • lapatinib (L01XE07) Vergelijk
  • lenvatinib (L01XE29) Vergelijk
  • lorlatinib (L01XE44) Vergelijk
  • midostaurine (L01XE39) Vergelijk
  • nilotinib (L01XE08) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01XE31) Vergelijk
  • nintedanib (bij pulmonale fibrose) (L01XE31) Vergelijk
  • osimertinib (L01XE35) Vergelijk
  • palbociclib (L01XE33) Vergelijk
  • pazopanib (L01XE11) Vergelijk
  • ponatinib (L01XE24) Vergelijk
  • regorafenib (L01XE21) Vergelijk
  • ribociclib (L01XE42) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01XE18) Vergelijk
  • sorafenib (L01XE05) Vergelijk
  • sunitinib (L01XE04) Vergelijk
  • temsirolimus (L01XE09) Vergelijk
  • tivozanib (L01XE34) Vergelijk
  • trametinib (L01XE25) Vergelijk
  • vandetanib (L01XE12) Vergelijk
  • vemurafenib (L01XE15) Vergelijk

Groepsinformatie

lapatinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01XE50) Vergelijk
  • afatinib (L01XE13) Vergelijk
  • alectinib (L01XE36) Vergelijk
  • axitinib (L01XE17) Vergelijk
  • binimetinib (L01XE41) Vergelijk
  • bosutinib (L01XE14) Vergelijk
  • brigatinib (L01XE43) Vergelijk
  • cabozantinib (L01XE26) Vergelijk
  • ceritinib (L01XE28) Vergelijk
  • cobimetinib (L01XE38) Vergelijk
  • crizotinib (L01XE16) Vergelijk
  • dabrafenib (L01XE23) Vergelijk
  • dacomitinib (L01XE47) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • encorafenib (L01XE46) Vergelijk
  • erlotinib (L01XE03) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01XE10) Vergelijk
  • gefitinib (L01XE02) Vergelijk
  • ibrutinib (L01XE27) Vergelijk
  • idelalisib (L01XX47) Vergelijk
  • imatinib (L01XE01) Vergelijk
  • lenvatinib (L01XE29) Vergelijk
  • lorlatinib (L01XE44) Vergelijk
  • midostaurine (L01XE39) Vergelijk
  • nilotinib (L01XE08) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01XE31) Vergelijk
  • nintedanib (bij pulmonale fibrose) (L01XE31) Vergelijk
  • osimertinib (L01XE35) Vergelijk
  • palbociclib (L01XE33) Vergelijk
  • pazopanib (L01XE11) Vergelijk
  • ponatinib (L01XE24) Vergelijk
  • regorafenib (L01XE21) Vergelijk
  • ribociclib (L01XE42) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01XE18) Vergelijk
  • sorafenib (L01XE05) Vergelijk
  • sunitinib (L01XE04) Vergelijk
  • temsirolimus (L01XE09) Vergelijk
  • tivozanib (L01XE34) Vergelijk
  • trametinib (L01XE25) Vergelijk
  • vandetanib (L01XE12) Vergelijk
  • vemurafenib (L01XE15) Vergelijk

Groepsinformatie

abemaciclib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • afatinib (L01XE13) Vergelijk
  • alectinib (L01XE36) Vergelijk
  • axitinib (L01XE17) Vergelijk
  • binimetinib (L01XE41) Vergelijk
  • bosutinib (L01XE14) Vergelijk
  • brigatinib (L01XE43) Vergelijk
  • cabozantinib (L01XE26) Vergelijk
  • ceritinib (L01XE28) Vergelijk
  • cobimetinib (L01XE38) Vergelijk
  • crizotinib (L01XE16) Vergelijk
  • dabrafenib (L01XE23) Vergelijk
  • dacomitinib (L01XE47) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • encorafenib (L01XE46) Vergelijk
  • erlotinib (L01XE03) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01XE10) Vergelijk
  • gefitinib (L01XE02) Vergelijk
  • ibrutinib (L01XE27) Vergelijk
  • idelalisib (L01XX47) Vergelijk
  • imatinib (L01XE01) Vergelijk
  • lapatinib (L01XE07) Vergelijk
  • lenvatinib (L01XE29) Vergelijk
  • lorlatinib (L01XE44) Vergelijk
  • midostaurine (L01XE39) Vergelijk
  • nilotinib (L01XE08) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01XE31) Vergelijk
  • nintedanib (bij pulmonale fibrose) (L01XE31) Vergelijk
  • osimertinib (L01XE35) Vergelijk
  • palbociclib (L01XE33) Vergelijk
  • pazopanib (L01XE11) Vergelijk
  • ponatinib (L01XE24) Vergelijk
  • regorafenib (L01XE21) Vergelijk
  • ribociclib (L01XE42) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01XE18) Vergelijk
  • sorafenib (L01XE05) Vergelijk
  • sunitinib (L01XE04) Vergelijk
  • temsirolimus (L01XE09) Vergelijk
  • tivozanib (L01XE34) Vergelijk
  • trametinib (L01XE25) Vergelijk
  • vandetanib (L01XE12) Vergelijk
  • vemurafenib (L01XE15) Vergelijk

Groepsinformatie

cabozantinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01XE50) Vergelijk
  • afatinib (L01XE13) Vergelijk
  • alectinib (L01XE36) Vergelijk
  • axitinib (L01XE17) Vergelijk
  • binimetinib (L01XE41) Vergelijk
  • bosutinib (L01XE14) Vergelijk
  • brigatinib (L01XE43) Vergelijk
  • ceritinib (L01XE28) Vergelijk
  • cobimetinib (L01XE38) Vergelijk
  • crizotinib (L01XE16) Vergelijk
  • dabrafenib (L01XE23) Vergelijk
  • dacomitinib (L01XE47) Vergelijk
  • dasatinib (L01XE06) Vergelijk
  • encorafenib (L01XE46) Vergelijk
  • erlotinib (L01XE03) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01XE10) Vergelijk
  • gefitinib (L01XE02) Vergelijk
  • ibrutinib (L01XE27) Vergelijk
  • idelalisib (L01XX47) Vergelijk
  • imatinib (L01XE01) Vergelijk
  • lapatinib (L01XE07) Vergelijk
  • lenvatinib (L01XE29) Vergelijk
  • lorlatinib (L01XE44) Vergelijk
  • midostaurine (L01XE39) Vergelijk
  • nilotinib (L01XE08) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01XE31) Vergelijk
  • nintedanib (bij pulmonale fibrose) (L01XE31) Vergelijk
  • osimertinib (L01XE35) Vergelijk
  • palbociclib (L01XE33) Vergelijk
  • pazopanib (L01XE11) Vergelijk
  • ponatinib (L01XE24) Vergelijk
  • regorafenib (L01XE21) Vergelijk
  • ribociclib (L01XE42) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01XE18) Vergelijk
  • sorafenib (L01XE05) Vergelijk
  • sunitinib (L01XE04) Vergelijk
  • temsirolimus (L01XE09) Vergelijk
  • tivozanib (L01XE34) Vergelijk
  • trametinib (L01XE25) Vergelijk
  • vandetanib (L01XE12) Vergelijk
  • vemurafenib (L01XE15) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".