Samenstelling
Catapresan (hydrochloride) Glenwood GmbH
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,15 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Clonidine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 0,15 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 0,025 mg
Uitleg symbolen
Samenstelling
Methyldopa (L-vorm) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 125 mg, 250 mg, 500 mg
Uitleg symbolen
Advies
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Overweeg clonidine alleen bij een contra-indicatie voor hormoontherapie. Het effect op vasomotorische klachten is beperkt en er is onzekerheid over het optreden van cardiovasculaire bijwerkingen.
Bij hypertensie verlagen angiotensine converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazide-diuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen ze het tienjaarsrisico op ziekte en sterfte door hart- en vaatziekten. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de standaard (niet-maximale) dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; ook het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Combinatietherapie heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Van het centraal aangrijpend antihypertensivum clonidine zijn gegevens op harde eindpunten niet beschikbaar. Tevens is er meer kans op bijwerkingen (o.a. orthostatische hypotensie). Daarom komt dit middel alleen in aanmerking als de voorkeursmiddelen onvoldoende effect sorteren bij een patiënt.
Voor clonidine is nog geen advies vastgesteld voor de indicatie onthoudingsverschijnselen na het staken van opiaten, over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazide-diuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen ze het tienjaarsrisico op ziekte en sterfte door hart- en vaatziekten. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de standaard (niet-maximale) dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; ook het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Combinatietherapie heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Van het centraal aangrijpend antihypertensivum methyldopa, zijn gegevens op harde eindpunten niet beschikbaar. Tevens is er meer kans op bijwerkingen (o.a. orthostatische hypotensie). Daarom komt dit middel alleen in aanmerking als de voorkeursmiddelen onvoldoende effect sorteren bij een patiënt.
Offlabel: Methyldopa is één van de voorkeursmiddelen bij zwangerschapshypertensie.
Indicaties
Oraal
- Menopauzale opvliegers;
- Hypertensie;
- Als adjuvans bij de behandeling van onthoudingsverschijnselen na het staken van opiaten.
Parenteraal
- Zeer ernstige vormen van hypertensie, waar orale therapie onmogelijk of ontoereikend is.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hypertensie.
- Offlabel: Zwangerschapshypertensie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Opvliegers
Lichte tot matige hypertensie
Ernstige hypertensie
Onthoudingsverschijnselen
Bij verminderde nierfunctie: starten met een lagere dosering (oraal en parenteraal) en dosering langzamer verhogen; bij ernstige nierinsufficiëntie kan soms met een dosering 1×/dag worden volstaan. Bij hemodialyse hoeft geen aanvullende dosis gegeven te worden.
Bij ernstige cerebrale vaatveranderingen starten met een lage dosering en de dosering onder verscherpte controle ophogen.
Doseringen
Hypertensie
Offlabel: Zwangerschapshypertensie
Vanwege het regelmatig optreden van sedatie bij het starten of ophogen van de dosering, bij verhoging van de dosering eventueel eerst de avonddosering verhogen.
Bij staken van de behandeling de dosering zo mogelijk geleidelijk afbouwen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): duizeligheid, sedatie. Orthostatische hypotensie. Droge mond.
Vaak (1–10%): depressie, slaapstoornissen. Hoofdpijn. Misselijkheid, braken, obstipatie, pijn in de speekselklieren. Erectiele disfunctie. Vermoeidheid.
Soms (0,1–1%): waarnemingsstoornissen, hallucinaties, nachtmerries. Paresthesie. Sinusbradycardie. Ziekte van Raynaud. Huiduitslag, urticaria, jeuk. Malaise.
Zelden (0,01–0,1%): gynaecomastie. Verminderde traanvochtproductie. AV–blok. Droge neus. Pseudo–obstructie van het colon. Haaruitval. Toegenomen bloedglucosespiegel.
Verder zijn gemeld: bradyaritmie, verwardheid, verminderd libido, accommodatiestoornissen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): orthostatische hypotensie (vaak dosisafhankelijk). (Voorbijgaande) sedatie, slaperigheid, sufheid.
Vaak (1-10%): slaapproblemen, nachtmerries, depressie, hallucinaties. Misselijkheid, braken, obstipatie, diarree. Oedeem, gewichtstoename (meestal reversibel na toevoeging diureticum). Donkere urine.
Soms (0,1-1%): hemolytische anemie, agranulocytose, trombocytopenie, leukopenie. Hoofdpijn, duizeligheid, symptomen van cerebrovasculaire insufficiëntie (mogelijk door bloeddrukdaling). Bradycardie. Verstopte neus, droge mucosa in de neus. Droge mond. Leveraandoeningen, zoals ernstige granulomateuze hepatitis. Melkafscheiding, gynaecomastie, impotentie. Toxische bijwerkingen die lijken op een auto-immuunziekte, koorts (in het begin van de behandeling), exantheem en lupus erythematosus-gelijkende syndromen.
Zelden (0,01-0,1%): myocarditis, pericarditis, verergering van angina pectoris. Overgevoeligheidsreacties van de longen met koorts en kortademigheid (interstitiële pneumonitis). Colitis, pancreatitis, retroperitoneaal fibrose. Acute toxische levernecrose. Parkinsonisme. Overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, eczeem, lichenachtige erupties en toxische epidermale necrolyse).
Verder zijn gemeld: sialo-adenitis. Granulocytopenie, eosinofilie, beenmergdepressie. Hyperprolactinemie, borstvergroting, amenorroe. Reversibele, lichte psychosen, dufheid, verminderd libido. Paresthesieën, Bell-verlamming, onwillekeurige choreoathetotische bewegingen. Inspanningshypotensie, verlengde overgevoeligheid van de sinus caroticus. Opgezette buik, pijnlijke of zwarte tong, flatulentie. Geelzucht. Lichte gewrichtspijn en spierpijn. Slapte, zwakte. Positieve Coombs-test en uitslag van onderzoek op antinucleaire factor, LE-cellen en reumafactor, vals-hoge waarden van catecholaminen in urine en plasma, verhoging van het bloedureumgehalte.
Interacties
De werking van antihypertensiva, antipsychotica, hypnotica, anxiolytica en alcohol wordt door clonidine versterkt.
Comedicatie met middelen met een negatief chronotroop of dromotroop effect, zoals β-blokkers of digoxine, kunnen bradyaritmieën of AV-geleidingsstoornissen veroorzaken of verergeren.
Bij combinatie met een β-blokker is de kans op rebound-hypertensie bij staken van de clonidinetoediening vergroot, daarom eerst de β-blokker uitsluipen.
Comedicatie met tricyclische antidepressiva of middelen met α–receptor blokkerende eigenschappen (bv. fentolamine) kan de antihypertensieve werking van clonidine verminderen en orthostatische regulatiestoornissen veroorzaken of verergeren.
Interacties
Comedicatie met MAO-remmers is gecontra-indiceerd.
In combinatie met andere antihypertensiva, diuretica, negatief-inotrope anti-aritmica of vasodilatatoren kan potentiëring van de bloeddrukverlagende werking optreden.
Combinatie met bètablokkers kan in zeldzame gevallen leiden tot paradoxale hypertensieve reacties door endogene catecholaminen.
Lagere doses anesthetica kunnen noodzakelijk zijn bij methyldopagebruik.
Door methyldopa kan de toxische waarde van lithium eerder bereikt worden.
IJzerpreparaten kunnen de absorptie met 70% verminderen; methyldopa minimaal 2 uur voor het ijzer innemen.
Bij combinatie met levodopa kan een beschadiging van het centraal zenuwstelsel optreden; de hypotensieve werking wordt versterkt.
Methyldopa kan de werking van tolbutamide versterken en van adrenaline verminderen.
De sedatieve werking van alcohol en andere centraal-depressieve stoffen kan worden versterkt.
Zwangerschap
Clonidine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, geen gegevens over gebruik tijdens de eerste helft van de zwangerschap; over gebruik tijdens de tweede helft van de zwangerschap zijn weinig gegevens beschikbaar. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Foetale bradycardie. Na de geboorte kan bij de pasgeborene een tijdelijke hypertensie optreden.
Advies: Orale toedieningsvormen met clonidine alleen op strikte indicatie gebruiken; parenterale toediening van clonidine vermijden.
Zwangerschap
Methyldopa passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja. Clonidine is in hoge concentraties teruggevonden in het bloed van kinderen waarvan de moeder tijdens borstvoeding clonidine gebruikte.
Farmacologisch effect: Clonidine kan mogelijk nadelige effecten hebben bij de zuigeling en kan de hoeveelheid moedermelk verminderen.
Advies: Gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: Door verhoging van de prolactinespiegel kan de hoeveelheid melk toenemen.
Contra-indicaties
- ernstige bradyaritmieën (sick-sinussyndroom, tweede- of derdegraads AV-blok);
- bij de behandeling van onthoudingsverschijnselen tevens: nierinsufficiëntie, hypotensie.
Contra-indicaties
- actieve leverziekten;
- eerder gebleken leveraandoening geassocieerd met methyldopa-therapie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vanwege de kans op een rebound-effect de medicatie bij hoge dosering niet abrupt staken, maar geleidelijk – binnen 2-4 dagen – de dosering verminderen. Een rebound effect uit zich in een plotselinge stijging van de bloeddruk, die gepaard gaat met opwinding, slapeloosheid, tremor, misselijkheid, hoofdpijn en hartkloppingen. Een buitengewone toename van de bloeddruk na staken kan tegengegaan worden door opnieuw instellen van oraal clonidine of met i.v. fentolamine.
Voorzichtig zijn bij polyneuropathie, milde tot matige bradyaritmieën zoals sinusbradycardie, cerebrale of perifere doorbloedingsstoornissen, ernstig coronair vaatlijden, hartfalen, obstipatie of depressie in de anamnese.
Bij autonome neuropathie, zoals bij diabetes mellitus, kan clonidine een paradoxale toename van de bloeddruk geven.
Controleer bij een verminderde nierfunctie regelmatig de nierfunctie.
Mogelijk worden contactlenzen minder goed verdragen, omdat clonidine een afname in de traanvochtproductie kan veroorzaken.
Bij een hoge bloeddruk die wordt veroorzaakt door een feochromocytoom heeft clonidine geen therapeutisch effect.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid is geboden bij ouderen en patiënten met leverziekten in de anamnese, feochromocytoom, gestoorde nierfunctie.
Indien anemie optreedt tijdens de behandeling, controle uitvoeren om vast te stellen of er geen hemolyse optreedt; bij vaststellen van hemolytische anemie de behandeling staken.
Bloedbeeld en leverfunctie moeten gedurende de eerste 12 weken regelmatig worden gecontroleerd of wanneer onverklaarbare koorts optreedt. Bij het optreden van koorts, geelzucht of gestoorde leverfunctie de therapie direct staken.
Hypotensie tijdens anesthesie kan met vasopressoren onder controle worden gebracht.
Bij optreden van choreoathetotische bewegingen de therapie staken vanwege het zelden optreden van ernstige bilaterale cerebrovasculaire aandoeningen tijdens methyldopa-therapie.
Abrupt staken kan resulteren in rebound fenomenen met hypertensieve crisis–gelijkende bloeddruktoename. De dosis daarom geleidelijk afbouwen.
Methyldopa kan de bepalingen van urinezuur in de urine met fosforwolfraamzuur en van serumcreatinine met alkalisch picraat, van ASAT met behulp van colorimetrie en van porfobilinogeen m.b.v. de Schwartz-Watsontest verstoren. Daar methyldopa fluorescentie in urinemonsters veroorzaakt bij dezelfde golflengten als die van catecholaminen, kan dit bij de bepaling van de catecholaminen in de urine schijnbaar hoge concentraties geven.
Gewenning kan optreden.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
verminderde sympatische activiteit, zich uitend in o.a.: hypotensie, bradycardie, pupilverkleining, hypothermie, coma, apneu. Paradoxale hypertensie door stimulering van perifere α1-receptoren.
Therapie
met name bij kinderen met ernstige ademhalingsdepressie en verminderd bewustzijn: naloxon.
Zie voor meer symptomen de behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Centraal aangrijpend antihypertensivum. Het is een gemengde centraal aangrijpende imidazoline (I1-) en α2-agonist. Naast het centraal remmende effect op de noradrenerge neurotransmissie bezit het een perifere α2-gestimuleerde werking. Werking: max. bloeddrukverlaging, oraal na 2–4 uur, i.m. of s.c. na 2 uur, i.v. na ½–1 uur. Werkingsduur: 8–12 uur (oraal, bloeddrukverlaging).
Kinetische gegevens
F | ca. 90%. |
T max | 1–3 uur (oraal). |
V d | ca. 2,1 l/kg. |
Overig | passeert bloed-hersenbarrière. |
Metabolisering | 50% in de lever. De belangrijkste metaboliet p–hydroxyclonidine is inactief. |
Eliminatie | 70% met de urine, onveranderd (40–60%) en als metabolieten; ca. 20% met de feces. Slechts een klein deel wordt verwijderd door hemodialyse. |
T 1/2el | 15 (5–25) uur, bij ernstig verminderde nierfunctie tot ca. 41 uur. |
Uitleg afkortingen
Eigenschappen
Antihypertensivum, dat vermoedelijk zijn werking uitoefent door een stimulerend effect van de metaboliet α-methylnorepinefrine op de centrale α2-sympathicomimetische receptoren. Het bloeddrukverlagend effect berust op vermindering van de perifere vaatweerstand. Werking: na 3–4 uur, max. na 4–6 uur. Werkingsduur: ca. 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | 8–62%, grote interindividuele variatie. |
Metabolisering | uitgebreid. |
Eliminatie | verloopt bifasisch, 70% onveranderd en als sulfaat met de urine. Methyldopa wordt geëlimineerd door dialyse. |
T 1/2el | ca. 2 uur, bij nierfunctiestoornis tot ca. 3,6 uur. |
Uitleg afkortingen
Groepsinformatie
clonidine hoort bij de groep antihypertensiva, centraal aangrijpend.
Groepsinformatie
methyldopa hoort bij de groep antihypertensiva, centraal aangrijpend.