Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

epoprostenol

prostacycline-analoga B01AC09

Sluiten

iloprost (intraveneus)

prostacycline-analoga B01AC11

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Flolan (als Na-zout) Bijlage 2 GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
0,5 mg
Verpakkingsvorm
zonder solvens, met solvens 100 ml
Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
1,5 mg
Verpakkingsvorm
zonder solvens, met solvens 100 ml

Veletri (als Na-zout) Bijlage 2 Janssen-Cilag bv

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
0,5 mg
Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
1,5 mg

De pH van Veletri is hoger dan van het andere product.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Iloprost (als tromethamine) XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
0,1 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 0,5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij nierdialyse: Epoprostenol is een effectief middel voor de profylaxe van trombotische complicaties in de extracorporale circulatie tijdens hemodialyse in de zeldzame gevallen waarin heparine als antistollingsmiddel is gecontra-indiceerd.

Pulmonale hypertensie (PH) is een zeldzame, complexe aandoening die vraagt om een specialistische, multidisciplinaire behandeling. Verschillende oorzaken kunnen ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van PH. Het doel van de behandeling is verbetering van de kwaliteit van leven, remming van de ziekteprogressie en het voorkómen van een longtransplantatie. Endotheline-antagonisten, fosfodi-esterase-5-remmers, prostacycline-analogen, en de guanylaatcyclasestimulator riociguat worden vooral ingezet bij pulmonale arteriële hypertensie (PAH; klinische classificatie PH groep 1), en (offlabel) bij chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH, groep 4). Bij de keuze van het geneesmiddel spelen naast de ernst van de ziekte ook individuele patiëntgerichte factoren een rol. Combineren van middelen is meestal zinvol.

Aan de vergoeding van epoprostenol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Advies

Maak voor het beleid bij symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden onderscheid tussen acute ischemie van het (onder)been en chronisch obstructief arterieel vaatlijden. Verwijs bij verdenking op acute ischemie met spoed voor antistolling met heparine en zo nodig revascularisatie. Geef zo nodig pijnstilling. Het beleid bij chronisch obstructief arterieel vaatlijden omvat in alle gevallen cardiovasculair risicomanagement, incl. een trombocytenaggregatieremmer. Bij claudicatio intermittens is gesuperviseerde looptraining geïndiceerd. Verwijs bij kritieke ischemie voor aanvullend onderzoek en aanvullende behandeling. Het effect van geneesmiddelen die de arteriële doorbloeding gunstig zouden beïnvloeden, zoals pentoxifylline of iloprost, is zeer beperkt.

Indicaties

  • Profylaxe van trombotische complicaties in de extracorporale circulatie tijdens nierdialyse in noodsituaties wanneer heparine gecontra-indiceerd is of teveel kans geeft op bloedingscomplicaties.
  • Pulmonale arteriële hypertensie (idiopathische of erfelijke PAH, en PAH geassocieerd met bindweefselaandoeningen) bij matig-ernstig tot ernstig hartfalen (NYHA-klasse III–IV).

Gerelateerde informatie

  • pulmonale hypertensie

Indicaties

  • Gevorderd stadium van thromboangiitis obliterans (ziekte van Buerger) met ernstige ischemie in de extremiteiten, indien operatieve vaatreconstructie niet aangewezen is;
  • Ernstige chronische ischemie in de extremiteiten (PAOD stadium III en IV volgens Fontaine), wanneer reconstructieve vaatchirurgie of percutane transluminale angioplastiek niet meer mogelijk is;
  • Behandeling van patiënten met een ernstige vorm van het fenomeen van Raynaud, die niet reageren op andere therapeutische maatregelen.

Gerelateerde informatie

  • perifeer arterieel vaatlijden

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Nierdialyse

Volwassenen

Als continu infuus: voorafgaand aan de dialyse: 4 nanog/kg lichaamsgewicht per min intraveneus gedurende 15 min; tijdens de dialyse 4 nanog/kg/min in de arteriële bloedstroom naar het dialysetoestel. Toediening stoppen bij beëindiging van de dialyse.

Pulmonale arteriële hypertensie

Volwassenen

Als kortdurende titratie om de infuussnelheid voor continue infusie vast te stellen: I.v. via een perifere of centrale diep-veneuze lijn: begindosering 2 nanog/kg/min; daarna elke 15 min of langer met stappen van 2 nanog/kg/min verhogen totdat een maximaal hemodynamisch effect is bereikt of dosislimiterende farmacologische effecten optreden. Indien de initiële infusiesnelheid van 2 nanog/kg/min niet verdragen wordt, een lagere dosis geven.

Continue infusie: via centrale veneuze katheter: beginnen met een concentratie die 4 nanog/kg/min lager is dan de maximaal verdragen dosis bepaald tijdens de titratie; bij een max. verdragen dosis van 5 nanog/kg/min of minder het continue infuus starten met 1 nanogram/kg/min. Bij chronische continue infusie de infusiesnelheid verhogen met stappen van 1–2 nanog/kg/min met een tijdsinterval van ten minste 15 min op geleide van het effect, de bloeddruk en de hartfrequentie. Verlaging van de dosis (bij dosisafhankelijke farmacologische effecten) dient geleidelijk te gebeuren (behalve in levensbedreigende situaties) door elke 15 min of langer met 2 nanog/kg/min te minderen.

Zie voor informatie over de wijze van toediening en de te gebruiken materialen, de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, 6.2 en 6.6).

Doseringen

(Poli)klinisch onder observatie toedienen.

Klap alles open Klap alles dicht

Thromboangiitis obliterans, ischemie in de extremiteiten, fenomeen van Raynaud

Volwassenen

I.v.-infusie via een perifere ader of een centraalveneuze katheter: ter bepaling van de individueel te verdragen dosering gedurende de eerste 2–3 dagen aanvankelijk 0,5 nanog/kg lichaamsgewicht per minuut gedurende 30 minuten, vervolgens elke 30 minuten verhogen met stappen van 0,5 nanog/kg lichaamsgewicht per minuut tot maximaal 2 nanog/kg lichaamsgewicht per minuut. Gedurende de eerste 2–3 dagen de individueel te verdragen dosering vaststellen en op geleide van het optreden van bijwerkingen (bloeddrukdaling, hartfrequentie, hoofdpijn, misselijkheid) de dosering verlagen tot een te verdragen niveau dat gedurende totaal 6 uur per dag wordt toegediend. Vanaf de 3e-4e dag de verdraagbare dosis in 6 uur per dag, max. gedurende 4 weken toedienen; de werkzaamheid/veiligheid bij langere behandelduur of bij herhaling van de behandeling is niet onderzocht. Bij het fenomeen van Raynaud is een kortere behandelperiode (3-5 dagen) meestal voldoende.

Bij ernstige nierinsufficiëntie of levercirrose: de aanvangsdosering halveren.

Toediening: Infusievloeistof voor gebruik in een infuuspomp bereiden door 0,5 ml concentraat toe te voegen aan fysiologisch zout of 5% glucose-oplossing tot een eindvolume van 250 ml (eindconcentratie 0,2 microg iloprost/ml). Bij gebruik van een injector met een 25 ml injectiespuit 0,5 ml concentraat toevoegen aan fysiologisch zout of 5% glucose-oplossing tot een eindvolume van 25 ml (eindconcentratie 2 microg iloprost/ml). Bij gebruik van een injector met een 50 ml injectiespuit 1,0 ml concentraat toevoegen aan fysiologisch zout of 5% glucose-oplossing tot een eindvolume van 50 ml.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Overmatig blozen. Misselijkheid, braken, diarree. (Kaak)pijn.

Vaak (1–10%): daling van trombocytenaantallen, bloedingen. Tachycardie of bradycardie (afhankelijk van de dosis), hypotensie, pijn in de borstkas. Sepsis, septikemie (met name door toedieningssysteem). Angst, zenuwachtigheid. Buikpijn. Artralgie. Huiduitslag. Pijn op de injectieplaats.

Soms (0,1–1%): droge mond. Gewrichtspijn. Zweten.

Zelden (0,01–0,1%): infectie op de toedieningsplaats.

Zeer zelden (< 0,01%): beklemd gevoel op de borst. Agitatie. Bleekheid. Hyperthyroïdie. Vermoeidheid. Erytheem boven de infusieplaats, occlusie van de lange i.v. katheter.

Verder zijn gemeld: pulmonaal oedeem. Ascites. 'High-output' hartfalen. Verhoogde bloedglucosewaarde. Splenomegalie, hypersplenie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Voorbijgaande roodheid. Overmatig zweten. Misselijkheid, braken. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal snel na het verlagen van de dosis in de instelperiode.

Vaak (1-10%):(levensbedreigende) hypotensie, hypertensie. (Levensbedreigende) tachycardie, angina pectoris, bradycardie. Dyspneu. Diarree, buikpijn. Verminderde eetlust. (Draai-)duizeligheid, paresthesie, hyperesthesie, rusteloosheid, slaperigheid, apathie, verwarde toestand. Myalgie, artralgie, pijn in de kaak, trismus. Pijn, koorts, warmtesensatie, asthenie/malaise, rillingen, vermoeidheid, dorst, reactie op de infusieplaats (erytheem, pijn, flebitis).

Soms (0,1-1%): trombocytopenie. Hypersensitiviteit. Angst, depressie, hallucinaties. (Levensbedreigende) convulsie, syncope, tremor, migraine. Oogirritatie, oogpijn, onscherp zien. (Levensbedreigend) myocardinfarct of hartfalen, aritmie, extrasystole. (Levensbedreigend) cerebrovasculair accident of longembolie, diepveneuze trombose. Levensbedreigend pulmonaal oedeem. Dyspepsie, eructatie, tenesmus, obstipatie, hemorragische diarree, rectale bloeding. Dysfagie, droge mond, dysgeusie. Icterus. Tetanie, spierkrampen, hypertonie. Dysurie, nierpijn, pijnlijke blaaskrampen, urineweginfecties.

Zelden (0,01-0,1%): hoest. Proctitis.

Verder zijn gemeld: aanval van angina pectoris (vooral bij coronaire hartaandoeningen). Vergroot bloedingsrisico (met name bij combinatie met andere geneesmiddelen met invloed op de trombocyten).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

De werking van heparine en andere anticoagulantia en van vaatverwijders kan worden versterkt.

Door verhoging van de leverklaring van weefselplasminogeenactivator (t-PA) kan het trombolytische effect worden verminderd.

Epoprostenol vermeerdert de kans op bloedingen door NSAID's.

Bij combinatie met digoxine kan een tijdelijke verhoging van de digoxinespiegel optreden.

Door gebruik van acetaatbuffer in de dialysevloeistof kan het hypotensieve effect van epoprostenol worden versterkt.

Interacties

Het bloedingsrisico kan groter worden bij comedicatie met anticoagulantia omdat iloprost de trombocytenfunctie remt. Daarom tevens voorzichtig toedienen bij comedicatie met NSAID's, fosfodiësteraseremmers en nitrovasodilatoren.

De bloeddrukverlagende werking van antihypertensiva kan worden versterkt.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens: onvoldoende gegevens. Bij ratten zijn bij continue intraveneuze toediening anomalieën van tenen van de voorpoten gezien. Deze effecten zijn waarschijnlijk gerelateerd aan groeiretardatie met late organogenese als gevolg van hemodynamische veranderingen in de foetoplacentaire doorbloeding.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Overig: Vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, in zeer kleine hoeveelheden (bij ratten).

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • congestieve hartinsufficiëntie veroorzaakt door ernstige linkerventrikeldisfunctie;
  • ontwikkeling van pulmonaal oedeem tijdens de titratie (chronisch gebruik is gecontra-indiceerd).

Contra-indicaties

  • aandoeningen (met risico van bloedingen) zoals ulcus pepticum, trauma of intracraniële bloedingen;
  • ernstige coronaire hartziekten, instabiele angina pectoris;
  • recent myocardinfarct (< 6 mnd.);
  • acuut of chronisch hartfalen (NYHA-klasse II–IV);
  • ernstige aritmieën;
  • vermoede linksdecompensatie.

Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Epoprostenol heeft zowel pulmonaal als systemisch sterke vaatverwijdende eigenschappen. Controleer de bloeddruk en hartfrequentie nauwkeurig tijdens de toediening. De cardiovasculaire effecten (hypotensie, tachycardie, bradycardie) verdwijnen binnen 30 min na staken van de toediening. Bij ernstige hypotensie de dosis verlagen of toediening staken. Verlaging van de dosis dient geleidelijk te gebeuren (m.u.v. in levensbedreigende situaties) door elke 15 minuten of langer met 2 nanog/kg/min te minderen.

Wees extra voorzichtig bij coronaire hartziekte.

Enkele patiënten met PAH hebben tijdens titratie pulmonaal oedeem ontwikkeld. Dit kan geassocieerd zijn met pulmonale veno-occlusieve ziekte.

Epoprostenol heeft een sterk remmend effect op de trombocytenaggregatie; houd rekening met meer kans op bloedingen. Epoprostenol heeft in tegenstelling tot heparine geen invloed op stolling die niet van trombocyten afhankelijk is. Hierdoor treedt vaker stolling op in het dialysecircuit dan na heparine waardoor dialyse beëindigt moet worden; bepaling van geactiveerde stollingstijd in volbloed is mogelijk niet betrouwbaar.

Vanwege de hoge pH van Veletri dit preparaat voorzichtig toedienen om extravasatie en daardoor weefselbeschadiging te voorkomen.

Er zijn geen gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij kinderen en ouderen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Indien snel een amputatie is vereist (bv. bij geïnfecteerd gangreen), mag een behandeling met iloprost geen uitstel van de operatie betekenen.

Grote voorzichtigheid is geboden bij een recente cerebrovasculaire gebeurtenis (< 3 mnd. geleden).

Bij hypotensie zijn maatregelen nodig om verdere daling van de bloeddruk te voorkomen. Houd rekening met het optreden van orthostatische hypotensie. Hartpatiënten nauwlettend observeren.

Contact met huid of ogen vermijden vanwege het veroorzaken van langdurige, echter pijnloze, erythemen; bij onverhoopt contact de plek direct met veel water of fysiologisch zout wassen.

Overdosering

Symptomen

hypotensie.

Neem voor informatie over een epoprostenolvergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

Hypotensie of hypertensie, bradycardie of tachycardie, hoofdpijn, voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals, misselijkheid, braken, diarree, pijn aan rug of ledematen.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met iloprost contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Epoprostenol is het natuurlijke prostacycline (PGI2), dat wordt gevormd in de vaatwand. Het heeft een krachtige dosisafhankelijke trombocytenaggregatieremmende en vaatverwijdende werking. De remming van de trombocytenaggregatie berust op verhoging van cyclisch adenosinemonofosfaat in de trombocyt door activatie van adenylaatcyclase. Werkingsduur tot 30 min na infusie (cardiovasculair effect). De effecten op de trombocyten verdwijnen binnen 2 uur na het staken van de toediening.

Kinetische gegevens

Metabolisering snelle hydrolyse vnl. tot het minder actieve 6-oxo-prostaglandine F1α.
Eliminatie met de urine (82%) en feces (4%).
T 1/2el 2–3 min, max. 6 min.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Iloprost is een synthetisch prostacycline-analogon. Het werkingsmechanisme is niet volledig bekend. Waargenomen farmacologische effecten zijn o.a.: remming van de trombocytenaggregatie, trombocytenadhesie en “release-reactie”, dilatatie van arteriolen en venulen, verhoging van de capillaire dichtheid, vermindering van toegenomen vaatpermeabiliteit in de microcirculatie, stimulatie van endogeen fibrinolytisch potentieel, remming van leukocytadhesie na endotheliale laesie en van leukocytaccumulatie in beschadigd weefsel en verminderde afgifte van tumornecrosefactor.

Kinetische gegevens

Metabolisering snel en volledig tot niet-actieve metabolieten.
Eliminatie als metabolieten grotendeels via de nieren (80%), 20% via de feces. Bij levercirrose en bij chronische nierinsufficiëntie waarbij dialyse is vereist, is de klaring met factor 2–4 verminderd.
T 1/2el 30 min.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

epoprostenol hoort bij de groep prostacycline-analoga.

  • iloprost (inhalatie) (B01AC11) Vergelijk
  • iloprost (intraveneus) (B01AC11) Vergelijk
  • selexipag (B01AC27) Vergelijk
  • treprostinil (B01AC21) Vergelijk

Groepsinformatie

iloprost (intraveneus) hoort bij de groep prostacycline-analoga.

  • epoprostenol (B01AC09) Vergelijk
  • iloprost (inhalatie) (B01AC11) Vergelijk
  • selexipag (B01AC27) Vergelijk
  • treprostinil (B01AC21) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • prostacycline-analoga

Indicaties

  • pulmonale hypertensie

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • prostacycline-analoga

Indicaties

  • perifeer arterieel vaatlijden

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".