Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

flumetason/​clioquinol (cutaan)

corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan D07BB01

Sluiten

triamcinolon/​ureum

corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan D07XB02

Sluiten

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Locacorten-Vioform crème XGVS Amdipharm Ltd

Toedieningsvorm
Crème
Verpakkingsvorm
15 g

Bevat per g: flumetason(pivalaat) 0,2 mg, clioquinol 30 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Triamcinolon-Ureum Crème FNA (acetonide) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Crème (0,1% / 10%)

Bevat per g: triamcinolonacetonide 1 mg, ureum 100 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij secundair geïnfecteerd eczeem kan bij lokaal beperkte impetiginisatie de behandeling met dermatocorticosteroïden worden geïntensiveerd, zo nodig na een week in combinatie met lokaal fusidinezuur gedurende een week. Overweeg alleen orale antibiotica bij uitgebreide impetiginisatie of persisterende afwijkingen ondanks lokale behandeling, naast behandeling met indifferente middelen en corticosteroïden. Zie voor meer informatie de NHG-standaard Eczeem (2014).

Advies

De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig-ernstig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulstherapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van matig-ernstig of ernstig eczeem. Als lokale therapie onvoldoende effect heeft, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Constitutioneel eczeem.

Volgens de NVDV-richtlijn Constitutioneel eczeem is het niet zinvol om combinaties met penetratiebevorderende middelen voor te schrijven, aangezien de huid bij constitutioneel eczeem vaak al een verminderde penetratiebarrière heeft.

Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analogon. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.

Indicaties

Behandeling van ontstekingsverschijnselen en jeuk van steroïdgevoelige dermatosen, secundair geïnfecteerd door micro-organismen die gevoelig zijn voor clioquinol, zoals:

  • seborroïsch eczeem;
  • constitutioneel eczeem;
  • contacteczeem;
  • plaque psoriasis;
  • lichen ruber;
  • lichen sclerosus;
  • granuloma annulare;
  • pustulosus palmaris et plantaris (ziekte van Andrews-Barber);
  • gelokaliseerde neurodermatitis.

Indicaties

  • Eczeem.
  • Psoriasis.

Gerelateerde informatie

  • constitutioneel eczeem
  • psoriasis

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Secundair geïnfecteerde steroïdgevoelige dermatosen

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen > 2 jaar

Afhankelijk van de ernst van de aandoening 1–2×/dag dun aanbrengen en licht inwrijven. Vermijd gebruik langer dan 1 week; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Indien er < 1 week geen verbetering optreedt, behandelen op geleide van een kweek. Bij kinderen de minimale hoeveelheid aanbrengen die nodig is.

Toediening

  • Alleen indien medisch noodzakelijk kan het huidoppervlak worden afgedekt met een poreus verband;
  • Niet toepassen onder een occlusief verband en op grote en beschadigde huidoppervlakken, zeker niet bij kinderen; zie ook de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Eczeem en psoriasis

Volwassenen en kinderen > 1 jaar

1–2× per dag dun op de huid aanbrengen; kinderen 1–2 jaar max. 30 g/week, kinderen ≥ 2 jaar max. 60 g/week en volwassenen max. 100 g/week gebruiken.

Bij een vergeten dosis alsnog aanbrengen, echter niet vaker dan 1×/12 uur. Bij per ongeluk afwassen binnen een half uur na aanbrengen, kan de crème wel opnieuw worden aangebracht.

Toediening

  • Doseer aan de hand van vingertopeenheden (VTE) om zowel over- als onderdosering te voorkomen; zie tabel 9 op p. 23 van de NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019).
  • Was na aanbrengen de handen of gebruik een vingercondoom.
  • Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.

Bijwerkingen

Gemeld zijn: irritatie, branderigheid, jeuk, huiduitslag, huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, striae atrophicae, teleangiëctasieën, periorale dermatitis, purpura, depigmentatie, contactallergie, rosacea-achtig eczeem, acne, hypertrichosis, reboundeffecten en vertraagde wondgenezing. Maskeren van (nieuwe) huidinfecties. Vertraagde groei en verminderde gewichtstoename bij kinderen. Verhoging van de intra-oculaire druk, cataract en wazig zien.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Soms (0,1–1%): voorbijgaande prikkeling, branderigheid en andere irritatie van de huid (verdwijnt meestal na enkele minuten), m.n. bij aanbrengen op het gezicht, in huidplooien of op een beschadigde en ontstoken huid. Lokale overgevoeligheid, (maskeren) huidinfectie. Zie $de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen voor meer informatie.

Verder zijn gemeld na langdurig gebruik (> 3 weken):

Vaak (1–10%): huidatrofie.

Soms (0,1–1%): dermatitis periorales, hypo- of hyperpigmentatie, hypertrichose, purpura, striae (meestal irreversibel). Cataract en verhoging van de oogdruk bij glaucoom (bij langdurig contact met/in ogen). (Zeer geringe) vertraging van de lengtegroei bij kinderen.

Bij langdurig (weken tot maanden) en overmatig gebruik kunnen systemische bijwerkingen optreden.

Verder kunnen nog bijwerkingen optreden zoals aangegeven in de preparaatteksten van de afzonderlijke stoffen triamcinolonacetonide en ureum.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn van dit middel geen interacties bekend.

Zwangerschap

Corticosteroïden passeren de placenta.

Teratogenese: Bij de mens is er bij gebruik van corticosteroïden geen duidelijk hoger risico op schadelijkheid gebleken. Clioquinol: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Bij gebruik van klasse 2-dermatocorticosteroïden zullen naar verwachting geen relevante bloedspiegels optreden die leiden tot systemische effecten bij de moeder of bij de foetus. Clioquinol bevat jodium. Dit kan bij systemisch gebruik vanaf de twaalfde zwangerschapsweek worden opgenomen door de foetale schildklier, waardoor een schildklierfunctiestoornis of struma kan ontstaan. Hoewel bij lokaal gebruik van clioquinol de absorptie via de huid gering is, zijn effecten op de foetus niet uit te sluiten.

Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens bij lokaal gebruik van clioquinol.

Zwangerschap

Triamcinolonacetonide passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens is er geen duidelijk hoger risico op schadelijkheid gebleken bij gebruik van corticosteroïden. Bij dieren zijn corticosteroïden in hoge systemische doses schadelijk gebleken (schisis). Ureum is een lichaamseigen stof die lokaal mag worden gebruikt tijdens de zwangerschap.

Farmacologisch effect: Bij cutane toediening van corticosteroïden is de te verwachten systemische blootstelling minimaal. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de systemische blootstelling toe. Ook door de combinatie met penetratiebevorderaars zoals ureum kan de absorptie van dermatocorticosteroïden toenemen. Bij gebruik van klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden zullen naar verwachting geen relevante bloedspiegels optreden die leiden tot systemische effecten bij de moeder of bij de foetus.

Advies: Kan worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (flumetason, clioquinol).

Farmacologisch effect: Clioquinol kan bij systemisch gebruik de schildklierfunctie van de zuigeling beïnvloeden. Hoewel bij lokaal gebruik van clioquinol de absorptie via de huid gering is, zijn ongewenste effecten bij de zuigeling niet uit te sluiten.

Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens bij lokaal gebruik van clioquinol.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (triamcinolonacetonide). Ureum is van nature aanwezig in moedermelk. Bij toepassing van klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden bij de moeder zijn ongewenste effecten bij de zuigeling via de moedermelk onwaarschijnlijk.

Advies: Kan worden gebruikt.

Overig: Bij toepassing op de borst, het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon maken.

Contra-indicaties

  • huidinfecties die primair worden veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel of parasiet;
  • ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
  • therapieresistente secundaire infecties;
  • bijwerkingen door dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten, ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose;
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden of jodium.

Contra-indicaties

  • onbehandelde huidinfecties, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, gist of parasiet;
  • ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
  • bijwerkingen ten gevolge van dermatocorticosteroiden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden;
  • kinderen < 1 j. in verband met irritatie en risico op uremie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Niet toepassen op het gezicht en bij acute nattende huidaandoeningen. Flumetason/clioquinol crème is met name geschikt in de acute fase wanneer er weinig of geen exsudaat is, of in de subacute fase. Vermijd contact met de ogen (via de handen). Wees voorzichtig bij gebruik in huidplooien en op de genitaliën vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen. Vermijd gebruik onder occlusie, op grote of beschadigde huidoppervlakken en een gebruiksduur > 1 week, vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen van zowel flumetason als clioquinol. Indien dit niet mogelijk is, controleer dan op remming van de bijnierschorsfunctie en verhoging van de concentratie eiwitgebonden jodium (PBI); zie de volgende alinea.

Clioquinol bevat jodium, waardoor overmatig gebruik de concentratie eiwitgebonden jodium (PBI) kan verhogen en symptomen kan veroorzaken die lijken op die van thyrotoxicose. Controleer op verhoogde PBI-waarden bij gebruik op grote of beschadigde huidoppervlakken gedurende behandeling < 1 week. Verhoogde PBI-waarden kunnen ook optreden wanneer relatief kleine huidoppervlakken worden behandeld gedurende > 1 week. Bij verhoogde PBI-waarden het gebruik onmiddellijk staken. Metingen die de schildklierfunctie testen, kunnen worden verstoord. Deze testen daarom pas 1 maand na staken van de therapie uitvoeren.

Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor jodium. Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het veroorzakende corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees alert op contactallergie/overgevoeligheidsreacties indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. Staak de behandeling als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.

De ijzerchloridetest voor fenylketonurie kan een fout-positief resultaat geven wanneer clioquinol aanwezig is in de urine.

Wees voorzichtig bij een verminderde nier- en/of leverfunctie.

Clioquinol kan kleding, beddengoed en haar verkleuren.

Waarschuwingen en voorzorgen

Irritatie: Wees voorzichtig bij gebruik in het gezicht en in de buurt van de ogen. Contact met de ogen vermijden; in geval van contact: overvloedig spoelen met water. Wees ook voorzichtig bij gebruik bij kinderen en op andere dunne huidgedeelten zoals in huidplooien en op genitaliën, vanwege de toegenomen kans op irritatie (ureum) en andere lokale bijwerkingen. Door kinderen wordt ureum vaak als prikkend ervaren.

Dermatocorticosteroïden langzaam afbouwen na langdurig gebruik. steroïd-afhankelijkheid kan optreden, zich uitend in ‘rebound’-verschijnselen na (acuut) staken van een langdurige behandeling. Bijnierschorsinsufficiëntie kan optreden bij het acuut staken of te snel afbouwen van een behandeling met (met name sterk werkzame) dermatocorticosteroïden na langdurig uitgebreid gebruik.

Huidinfecties: Corticosteroïden kunnen bacteriële-, virus-, parasitaire- en schimmelinfecties maskeren, activeren of verergeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie moet de behandeling met corticosteroïden worden gestaakt.

Wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreacties indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het veroorzakende corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt.

Wees voorzichtig bij (m.n. jonge) kinderen omdat zij een relatief groot huidoppervlak (t.o.v. het lichaamsgewicht) en dunne huid hebben. Langdurig gebruik van dermatocorticosteroïden op grote oppervlakken kan bij hen mogelijk leiden tot bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig intensief gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen. Door kinderen wordt ureum vaak als prikkend ervaren.

Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Eigenschappen

Flumetasonpivalaat is een matig-sterk werkend corticosteroïd; klasse 2. Dermatocorticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Clioquinol is werkzaam tegen schimmels en Gram-positieve bacteriën en slechts zwak werkzaam tegen Gram-negatieve bacteriën. Het werkt meer bacteriostatisch dan bactericide. Clioquinol (jodiumchloroxyquinoline) bevat jodium.

Kinetische gegevens

Resorptie Flumetason: nauwelijks. Clioquinol: ca. 3–4 %.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Triamcinolonacetonide is is bij cutane toepassing een matig sterk werkend corticosteroïd, klasse 2. Dermatocorticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Ureum heeft hygroscopische en keratolytische eigenschappen, waardoor de dichte structuur van de hoornlaag wat losser wordt zodat de penetratie van het corticosteroïd in de huid wordt verhoogd. Bovendien wordt door ureum meer water vastgehouden, zodat de droogheid vermindert en de hydratatie van de huid toeneemt. Tevens heeft ureum een jeukstillend effect op de huid.

Kinetische gegevens

Resorptie Triamcinolonacetonide kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Ureum, occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie van triamcinolonacetonide.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

flumetason/clioquinol (cutaan) hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.

  • betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
  • calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
  • flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
  • hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
  • miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
  • triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
  • triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk

Groepsinformatie

triamcinolon/ureum hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.

  • betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
  • calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
  • flumetason/clioquinol (cutaan) (D07BB01) Vergelijk
  • flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
  • hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
  • miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
  • triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan

Externe links

  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan

Indicaties

  • constitutioneel eczeem
  • psoriasis

Externe links

  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".