mupirocine (bij huidinfectie)
zilversulfadiazine/ceriumnitraat
clindamycine (cutaan)
erytromycine (cutaan)
tetracycline (cutaan)
Samenstelling
Bactroban zalf GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Zalf, hydrofiel (2%)
- Sterkte
- 20 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Mupirocine zalf Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Zalf, hydrofiel (2%)
- Sterkte
- 20 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Flammacerium XGVS Biocodex Benelux nv
- Toedieningsvorm
- Crème, hydrofiel
- Verpakkingsvorm
- 500 g
Bevat per g: zilversulfadiazine 10 mg (1%), cerium(III-)nitraat 22 mg (2,2%).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Clindamycine gel/oplossing FNA (hydrochloride) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Gel (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
Basis: carbomeerwatergel FNA.
- Toedieningsvorm
- Lotion (1%)
- Sterkte
- 10 mg/ml
Basis: alcoholische oplossing.
Clindamycine lotion FNA (hydrochloride) Tio Pharma Holding
- Toedieningsvorm
- Lotion (1%)
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
Basis: alcoholische oplossing.
Clindamycine oplossing voor cutaan gebruik (als diwaterstoffosfaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Lotion (1%)
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 30 ml met druppelaar
Basis: alcoholische oplossing.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Inderm Centrafarm bv
- Toedieningsvorm
- Applicatievloeistof '1%'
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 50 ml
Basis: Alcoholische oplossing (isopropylalcohol).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Tetracycline Crème/Smeersel/Zalf FNA (hydrochloride) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Crème (3%)
- Sterkte
- 30 mg/g
- Toedieningsvorm
- Smeersel (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
Basis: zinkoxidesmeersel.
- Toedieningsvorm
- Zalf (1%) 'Zokzalf'
- Sterkte
- 10 mg/g
Basis: zinkoxidekalkwaterzalf (ZOK-zalf).
- Toedieningsvorm
- Zalf (3%)
- Sterkte
- 30 mg/g
Basis: vaseline.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrumpenicilline de voorkeur. Macroliden en clindamycine zijn alternatieven wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrumpenicilline de voorkeur.
Mupirocine is gereserveerd voor de bestrijding van MRSA. Kan ingezet worden als lokale behandeling indien sprake is van resistentie tegen fusidinezuur.
Advies
Het gebruik van zilversulfadiazinecrème ter preventie van infecties bij brandwonden wordt afgeraden aangezien het dagelijks moet worden aangebracht, geen voordelen biedt in vergelijking met andere verbandmiddelen en omdat het niet rationeel is een lokaal antibioticum te gebruiken bij een niet-geïnfecteerde wond. Zie voor meer informatie de NHG-Behandelrichtlijn Brandwonden (2016).
Advies
De behandeling van acne vulgaris in de eerstelijnszorg wordt bepaald door de ernst van de acne en de eerder toegepaste (zelf)behandeling. Behandel milde acne in eerste instantie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde; combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal antibioticum. Bij matig-ernstige acne direct starten met een lokaal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Vervang bij onvoldoende effect het lokaal antibioticum door een oraal antibioticum. Bij ernstige acne direct starten met een oraal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Overweeg monotherapie met isotretinoïne bij ernstige of therapieresistente matig ernstige acne bij onvoldoende effect van een oraal antibioticum; verwijs hiervoor naar de dermatoloog of behandel eventueel zelf.
De lokale antibiotica clindamycine en erytromycine zijn beide effectief in het bestrijden van vooral papels en pustels. Er is geen voorkeursmiddel.
Offlabel: Bij hidradenitis suppurativa kan bij milde klachten (mild stadium I), naast niet-medicamenteuze adviezen, lokaal clindamycine worden geprobeerd.
Advies
De behandeling van acne vulgaris in de eerstelijnszorg wordt bepaald door de ernst van de acne en de eerder toegepaste (zelf)behandeling. Behandel milde acne in eerste instantie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde; combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal antibioticum. Bij matig-ernstige acne direct starten met een lokaal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Vervang bij onvoldoende effect het lokaal antibioticum door een oraal antibioticum. Bij ernstige acne direct starten met een oraal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Overweeg monotherapie met isotretinoïne bij ernstige of therapieresistente matig ernstige acne bij onvoldoende effect van een oraal antibioticum; verwijs hiervoor naar de dermatoloog of behandel eventueel zelf.
De lokale antibiotica clindamycine en erytromycine zijn beide effectief in het bestrijden van vooral papels en pustels. Er is geen voorkeursmiddel.
Advies
Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline de voorkeur. Macroliden en clindamycine zijn alternatieven wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur.
Bij lokale toepassing van antibiotica op de huid heeft fusidinezuur de voorkeur, vanwege de praktische bezwaren van tetracycline op de huid (geelverkleuring huid, oplichten onder UV-stralen, vlekken op kleding en beddengoed).
Indicaties
Bacteriële huidinfecties veroorzaakt door Gram-positieve micro-organismen (vooral stafylokokken en streptokokken):
- acute primaire huidinfecties;
- secundaire geïnfecteerde dermatosen;
- geïnfecteerde traumatische beschadigingen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Preventie en behandeling van infecties bij ernstige brandwonden.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Matige tot ernstige vormen van acne vulgaris, waarbij lokale behandelingen zonder antibiotica geen of onvoldoende resultaat hebben opgeleverd.
- Offlabel: mild stadium I (Hurley) hidradenitis suppurativa.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Matige tot ernstige vormen van acne vulgaris, waarbij andere lokale therapie zonder antibiotica geen of onvoldoende resultaat heeft opgeleverd of niet wordt verdragen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Bacteriële huidinfecties zoals impetigo en bij geïmpetiginiseerd eczeem.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Mupirocine hydrofiele zalf is niet geschikt voor toepassing in de neus; voor toepassing in de neus zie mupirocine (eliminatie stafylokokken in de neus).
Bacteriële huidinfecties
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen
2–3×/dag een dunne laag op de aangedane huid aanbrengen; eventueel afdekken met een steriel verband. De therapieduur bedraagt maximaal 10 dagen. Indien binnen 7 dagen geen klinische verbetering is opgetreden, de patiënt opnieuw onderzoeken.
Verminderde nierfunctie: Wees voorzichtig met toepassing op grote delen beschadigde huid bij een matige of ernstige nierfunctiestoornis; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Contact met ogen en slijmvliezen vermijden. Indien contact met de ogen optreedt, het oog grondig spoelen met water.
Doseringen
Preventie en behandeling van infecties bij ernstige brandwonden:
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 2 maanden:
Ten minste 1×/dag met steriel gaas of direct met behulp van steriele handschoenen op de wond aanbrengen in een laag van ten minste 2–3 mm dik. Restanten van de crème verwijderen met een steriel gaas met een fysiologische zoutoplossing. Bij gebruik > 10 dagen het gebruik afwegen; zie ook de rubriek Overdosering.
Kinderen < 2 maanden:
Vanwege de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus alleen toepassen op strikte indicatie, vooral bij prematuren en kinderen met G6PD-deficiëntie.
Bij nier- en leverfunctiestoornis is aanpassing van de dosering niet nodig.
Toedieningsinformatie: verpakking uitsluitend voor één patiënt gebruiken. Contact met ogen vermijden vanwege de irriterende eigenschappen.
Doseringen
Acne vulgaris
Volgens de NHG-Standaard Acne (2017, combinatietherapie): milde of matig-ernstige acne: 1×/dag 's morgens clindamycine gel of oplossing/lotion aanbrengen, in combinatie met cutane toepassing van benzoylperoxide of een lokaal retinoïde 's avonds, gedurende ten minste 6 weken, max. behandelduur 3 maanden. Behandeling iedere 6 weken evalueren. Bij voldoende resultaat overgaan op onderhoud met een lokaal retinoïde of benzoylperoxide monotherapie.
Volgens de fabrikant: volwassenen en kinderen > 12 jaar: 2×/dag dun aanbrengen op de aangedane huid. Indien na 4 weken nog geen verbetering is opgetreden, rekening houden met bacteriële resistentie; in dat geval de toepassing gedurende ten minste 2 maanden staken.
Offlabel-indicatie: mild stadium I (Hurley) hidradenitis suppurativa
Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Hidradenitis suppurativa (2019): 2×/dag lotion/oplossing aanbrengen gedurende 3 maanden.
Toediening
- Na reinigen van de huid, aanbrengen met een wattenpropje, tissue, depper of een speciale applicator op de aangedane huid.
- Vermijd, vooral bij gebruik van de oplossing/lotion, contact met mond, ogen, slijmvliezen en beschadigde huid; zie verder ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
- Zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen voor meer informatie bij gelijktijdig cutaan gebruik met benzoylperoxide of tretinoïne, deze op een ander moment van de dag aanbrengen.
Doseringen
Let op! De applicatievloeistof bevat alcohol en is ontvlambaar.
Acne vulgaris
Volgens de NHG-Standaard Acne (combinatietherapie): milde of matig-ernstige acne: 1×/dag 's morgens erytromycine (1%), in combinatie met cutane toepassing van benzoylperoxide of een lokale retinoïde 's avonds, gedurende ten minste 6 weken, max. behandelduur 3 maanden. Behandeling iedere 6 weken evalueren. Bij voldoende resultaat overgaan op onderhoud met een lokaal retinoïde of benzoylperoxide monotherapie.
Volgens de fabrikant: 's morgens en 's avonds aanbrengen op de aangedane huid. De behandeling ten minste 6–8 weken voortzetten. Bij onvoldoende of geen verbetering na deze behandelperiode rekening houden met bacteriële resistentie, bij optreden hiervan de toepassing gedurende ten minste twee maanden staken.
Bij bijwerkingen: bij irritatie toedieningsfrequentie verlagen of de behandeling onderbreken; zie voor meer informatie de rubriek Bijwerkingen.
Toediening
- Applicatievloeistof aanbrengen op de aangedane huid, na de huid te hebben gereinigd. Aanbrengen met een wattenpropje, tissue, depper of een speciale applicator;
- Vermijd contact met mond, ogen, slijmvliezen en beschadigde huid; bij incidenteel contact overvloedig spoelen met water;
- Bij gelijktijdig cutaan gebruik van benzoylperoxide of een lokaal retinoïde, deze op een ander moment van de dag aanbrengen.
Doseringen
Bacteriële huidinfecties
Na reiniging van huidlaesies en hun directe omgeving 2–3×/dag op de aangedane huid aanbrengen, eventueel afdekken met een steriel verband. De behandelduur bedraagt max. 14 dagen.
Bij nattende huidinfecties kunnen het smeersel en de zinkoxidekalkwaterzalf (ZOK-zalf) worden gebruikt.
Toediening
- De zinkoxidekalkwaterzalf (ZOK-zalf) en het smeersel vóór gebruik met een spatel omroeren;
- Verwijder eventuele resten van het zinkoxidepreparaat met een tissue of gaasje met olie (bij het opnieuw aanbrengen).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): brandend gevoel.
Soms (0,1-1%): overige huidklachten (jeuk, irritatie, roodheid, droogheid), overgevoeligheid, sensibilisatie voor mupirocine of de zalfbasis (macrogol).
Zeer zelden (< 0,01%): allergische reacties zoals anafylaxie, angio-oedeem, urticaria, gegeneraliseerde huiduitslag.
Bijwerkingen
Soms (0,1–1%): leukopenie, methemoglobinemie.
Zeer zelden (< 0,01%): ernstige huidreacties zoals Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse.
Verder zijn gemeld: lokaal branderig gevoel of pijn, overgevoeligheid waaronder allergische huidreacties zoals jeuk, huiduitslag, (contact)eczeem. Grijze verkleuring van de huid onder invloed van zonlicht. Bij gebruik van grote hoeveelheden op grote wondoppervlakken kan systemische zilverintoxicatie (argyrie) optreden. Verhoogde serumosmolaliteit (door systemische absorptie propyleenglycol).
Bijwerkingen
Lokaal: Zeer vaak (> 10%): huidklachten (droogheid, irritatie), urticaria.
Vaak (1-10%): seborroe.
Verder zijn gemeld: vette huid, roodheid, contacteczeem, folliculitis. Oogirritatie, oogpijn.
De huidirritatie en erytheem komen vooral voor bij de alcoholbevattende preparaten.
Systemisch: Soms (0,1-1%): maag-darmaandoeningen (zoals misselijkheid, braken, buikpijn, diarree).
Verder is gemeld: pseudomembraneuze colitis.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): huidirritatie zoals een droge huid, jeuk, huidexfoliatie, branderig gevoel en erytheem; m.n. in het begin van de behandeling (als gevolg van de alcohol).
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties, waaronder acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): geelkleuring van de huid, echter bij dun uitsmeren meestal niet zichtbaar. Fluorescentie onder UV-stralen (discotheken). (Voorbijgaande) irritatie of branderig gevoel van de huid, vooral in huidplooien, op slijmvliezen en andere gevoelige huiddelen. Overgevoeligheid.
Interacties
Zalf niet tegelijkertijd met andere lokale preparaten gebruiken of mengen omdat door verdunning de antibacteriële werkzaamheid of stabiliteit kan verminderen.
Interacties
Bij toepassing op uitgebreide brandwonden zijn interacties met systemisch toegediende geneesmiddelen mogelijk; zie ook de rubriek Kinetische gegevens. Sulfadiazine is een inhibitor van CYP2C9 en kan interacties met andere CYP2C9-substraten, zoals tolbutamide of fenytoïne, veroorzaken.
Interacties
Vermijd gelijktijdig gebruik met erytromycine, vanwege een antagonistisch effect.
Gelijktijdig gebruik met andere lokale geneesmiddelen tegen acne, in het bijzonder keratolytica (zoals benzoylperoxide, tretinoïne), kan de huidirritatie verergeren. Bij gelijktijdig cutaan gebruik, deze op een ander moment van de dag aanbrengen.
Interacties
Erytromycine antagoneert de werking van clindamycine; vermijd gelijktijdig gebruik.
Gelijktijdige toepassing van andere lokale middelen bij acne, in het bijzonder die schilfering bevorderen (o.a. benzoylperoxide, tretinoïne) en alcoholbevattende cosmetica kan een extra irriterend of uitdrogend effect hebben.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij hoge systemische doseringen geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: De absorptie van mupirocine bij lokaal gebruik is minimaal (zie ook de rubriek Kinetische gegevens). Bij eventuele absorptie door de beschadigde huid wordt mupirocine snel omgezet in een onwerkzame metaboliet.
Advies: Kan worden gebruikt op kleine, onbeschadigde huidoppervlakken. Wees voorzichtig bij grote, beschadigde huidoppervlakken.
Zwangerschap
Sulfadiazine passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Bij gebruik op grotere huidoppervlakken rekening houden met relevante systemische absorptie van zilver (< 1% absorptie) en sulfadiazine (< 10% absorptie). Systemische toepassing van sulfonamiden aan het einde van de zwangerschap vermeerdert de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus bij de neonaat. De risico's van blootstelling aan zilver en cerium zijn nog onvoldoende bekend.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken en niet op grote huidoppervlakken.
Zwangerschap
Clindamycine passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens laat geen nadelige effecten zien.
Farmacologisch effect: Gezien de geringe systemische absorptie bij cutaan gebruik zijn effecten bij de foetus onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Gegevens uit een groot aantal zwangerschappen bij de mens duiden niet op schadelijke effecten op de zwangerschap of het kind.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Tetracycline passeert de placenta.
Teratogenese: Uit waarnemingen bij de mens is gebleken dat systemisch tetracycline vooral in het 2e en 3e trimester schadelijk is voor de vrucht omdat de osteogenese wordt vertraagd, waardoor beenderen brozer worden en de tandontwikkeling ongunstig wordt beïnvloed (irreversibele tandverkleuring, emailhypoplasie). Bij cutaan gebruik van tetracycline is de absorptie door de intacte huid minimaal. Gebruik van grote hoeveelheden tetracycline op de huid in het 2e en 3e trimester kan in theorie effecten geven op de tand- en botontwikkeling.
Advies: Kan worden gebruikt; vanaf week 16 gebruik van grote hoeveelheden op de aangedane huid vermijden en alleen op kleine onbeschadigde huidoppervlakken aanbrengen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: De absorptie van mupirocine bij lokaal gebruik is minimaal (zie ook de rubriek Kinetische gegevens). Bij eventuele absorptie door de beschadigde huid wordt mupirocine snel omgezet in een onwerkzame metaboliet. Het is daarom onwaarschijnlijk dat bij gebruik op kleine huidoppervlakken de zuigeling klinisch relevante hoeveelheden met de moedermelk binnenkrijgt.
Advies: Kan worden gebruikt op kleine, onbeschadigde huidoppervlakken. Weeg het risico van het gebruik op grote, beschadigde oppervlakken in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Overig: Zalf niet op de borsten toepassen. Bij behandeling van tepelkloven, de melk van de te behandelen borst tot het eind van de behandeling afkolven en weggooien.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (sulfonamiden).
Advies: Kan worden gebruikt op relatief kleine brandwonden. Volgens de fabrikant terughoudend zijn met het geven van borstvoeding bij prematuren, neonaten en zuigelingen met G6PD-deficiëntie wegens een kans op hyperbilirubinemie.
Overig: Indien behandeling van de borst noodzakelijk is, gebied rond de tepels goed schoon maken vóór het voeden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate; de uitgescheiden hoeveelheid na cutaan gebruik is verwaarloosbaar.
Farmacologisch effect: Gezien de geringe systemische absorptie bij de moeder bij cutaan gebruik en de verwaarloosbare hoeveelheid in de moedermelk, zijn nadelige effecten bij de zuigeling onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Indien de borst wordt behandeld, gebied rond de tepel goed schoonmaken vóór het voeden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In zeer geringe mate.
Farmacologisch effect: Gezien de minimale systemische absorptie bij de moeder bij cutaan gebruik zijn nadelige effecten bij de zuigeling onwaarschijnlijk.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Bij systemisch gebruik van tetracyclinen wordt langdurige toepassing tijdens de borstvoeding afgeraden vanwege het theoretische risico van aantasting van het gebit en botten van de zuigeling. Echter, gezien de geringe absorptie bij cutaan gebruik door de moeder zijn dergelijke effecten bij de zuigeling zeer onwaarschijnlijk.
Advies: Kan kortdurend (< 3 weken) worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- levensbedreigende huidreacties bij eerder gebruik van sulfadiazine.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lincomycinen.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor macroliden en zink.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor tetracyclinen of wolvet (zalf (3%) FNA).
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij het optreden van ernstige lokale huidirritatie of bij overgevoeligheidsreacties, de behandeling staken en restanten van de huidzalf verwijderen.
Maximale behandelduur niet overschrijden; overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk.
Hulpstoffen: De zalfbasis bestaat uit polyethyleenglycol, dat door een beschadigde huid wordt geresorbeerd en via de nieren wordt uitgescheiden. Wees voorzichtig bij toepassing op grote delen beschadigde huid, vooral bij een al bestaande matige of ernstige nierfunctiestoornis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toedieningsinformatie: vermijd contact met de ogen vanwege de irriterende eigenschappen; indien contact optreedt direct uitspoelen met water.
Langdurig gebruik, of behandeling van grote lichaamsoppervlakken kan resulteren in systemische absorptie; zie ook de rubriek Kinetische gegevens.
Wees voorzichtig bij patiënten met G6PD-deficiëntie (aangezien hemolyse kan optreden) en bij overgevoeligheid voor geneesmiddelen met een sulfonamide-structuur (zoals sulfonamiden, thiazide-diuretica, sulfonylureumderivaten en acetazolamidesulfonamiden), nierinsufficiëntie en leverparenchymbeschadiging. Bij bekende overgevoeligheid voor sulfonamiden en bij symptomen duidend op leukopenie, het aantal leukocyten bepalen. Wees voorzichtig bij 'Langzame acetyleerders' vanwege meer kans op overgevoeligheidsreacties op sulfonamiden (bij systemische absorptie).
Levensbedreigende huidreacties zoals het Stevens–Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse zijn gemeld bij gebruik van sulfadiazine. Informeer de patiënt over tekenen en symptomen van deze aandoeningen (risico is het grootst gedurende de eerste weken van de behandeling); bij de eerste tekenen of symptomen (progressieve huiduitslag, vaak met blaren of mucosa-laesies) de behandeling onmiddellijk staken. Vroegtijdige staking is in verband gebracht met een betere prognose. Bij het optreden van deze huidreacties mag de patiënt nooit meer geneesmiddelen met sulfadiazine gebruiken.
Onder invloed van zonlicht kan een grijze verkleuring van de huid optreden, daarom wordt aangeraden behandelde lichaamsdelen niet aan fel zonlicht bloot te stellen.
Kinderen: vanwege de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus alleen toepassen op strikte indicatie bij prematuren, baby's < 2 maanden en kinderen met G6PD-deficiëntie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Clindamycine oplossing/lotion is op alcoholbasis en kan een branderig gevoel en irritatie van de ogen, slijmvliezen en beschadigde huid veroorzaken. Vermijd, vooral bij gebruik van de oplossing/lotion, contact met ogen, slijmvliezen en beschadigde huid; bij incidenteel contact overvloedig spoelen met water.
Indien ernstige of aanhoudende diarree optreedt de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen en behandeling staken. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van een inflammatoire darmziekte of een door een antibioticum veroorzaakte colitis.
Kruisresistentie met antimicrobiële middelen van de macrolidengroep kan voorkomen.
Bij kinderen < 12 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid van clindamycine niet vastgesteld , wegens het slechts zelden voorkomen van acne in deze leeftijdsgroep.
Hulpstoffen: de lotions en oplossingen bevatten alcohol en zijn ontvlambaar; vermijd contact met open vuur.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid met andere macroliden en kruisresistentie met clindamycine kan voorkomen. Indien geen verbetering is opgetreden na 1–2 maanden, rekening houden met bacteriële resistentie. Wanneer dit optreedt de toepassing gedurende ten minste twee maanden staken.
Indien overgevoeligheid of té sterke irritatie optreedt, de behandeling staken; bij lichte irritatie het aantal applicaties verminderen of de behandeling tijdelijk onderbreken.
Hulpstoffen: De applicatievloeistof bevat alcohol en is ontvlambaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vermijd contact met ogen en slijmvliezen. Indien contact met de ogen optreedt, het oog grondig spoelen met water.
Tetracycline kan gele vlekken op kleding en beddengoed geven.
Overdosering
Na langdurig en overmatig gebruik op grote huidoppervlakken kunnen verhoogde zilver-serumconcentraties optreden. Bij een zilverintoxicatie (argyrie) kan o.a. sensorische neuropathie optreden en een blauwgrijze verkleuring van de huid en ogen worden waargenomen.
Voor meer informatie over een vergiftiging met zilversulfadiazine/ceriumnitraat neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Bij accidentele orale inname van de oplossing kunnen, vooral bij kinderen, symptomen van alcoholintoxicatie optreden. Bij toxiciteit van het oplosmiddel isopropanol (Dalacin-T, clindamycine oplossing voor cutaan gebruik) lijkt het klinisch beeld op een ethanolintoxicatie, met sterker remmende effecten op het centraal zenuwstelsel die langer aanhouden. Wees bij kleine kinderen bedacht op het ontwikkelen van hypoglykemie.
Voor verdere informatie zie vergiftigingen.info.
Overdosering
Bij accidentele orale inname van de oplossing kunnen, vooral bij kinderen, symptomen van alcoholintoxicatie optreden. Bij toxiciteit van het oplosmiddel isopropylalcohol (Inderm) lijkt het klinisch beeld op een ethanolintoxicatie, met sterkere remmende effecten op het centraal zenuwstelsel die langer aanhouden. Wees bij kleine kinderen bedacht op het ontwikkelen van hypoglykemie.
Voor verdere informatie zie vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Mupirocine is afhankelijk van de lokaal bereikte concentratie een bacteriostatisch of bactericide middel. Remt de bacteriële eiwitsynthese door een reversibele en specifieke binding aan bacterieel iso–leucyl–transfer–RNA synthetase. Het werkingsspectrum is smal en omvat met name Gram-positieve bacteriën.
Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus spp. (incl. meticilline-resistente Staphylococcus aureus ) en Streptococcus spp. Mupirocine is niet werkzaam tegen Gram-negatieve bacteriën, met uitzondering van Haemophilus influenzae en Neisseria gonorrhoeae.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: coagulase negatieve Staphylococcus spp.
Ongevoelig zijn: Corynebacterium spp. en Micrococcus spp.
Kinetische gegevens
Resorptie | systemisch niet detecteerbaar na toepassing op intacte huid gevolgd door occlusie. Absorptie door beschadigde huid is < 1%. |
Metabolisering | wordt na eventuele absorptie in het lichaam snel omgezet in inactief monaanzuur. |
Eliminatie | snel met de urine. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Zilversulfadiazine heeft zowel een bactericide als een bacteriostatische werking tegen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën. In contact met wondexsudaat valt zilversulfadiazine langzaam uiteen in zilverionen en sulfadiazine. Zilver bindt zich aan oppervlaktemembranen en eiwitten, waardoor membraanlekkage ontstaan, wat leidt tot celdood van de bacterie. Ceriumnitraat versterkt de werking van zilversulfadiazine. Het heeft bacteriostatische eigenschappen en versnelt de vorming van een (stevige) korst, waardoor de kans op herinfectie wordt beperkt.
Gevoelig zijn met name: Staphylococcus aureus (incl. MRSA), Pseudomonas aeruginosa en Klebsiella pneumoniae.
Kinetische gegevens
Resorptie | tot 10% (sulfadiazine), hoger bij toepassing op grote delen van het lichaam; < 1% (zilver). Zilver slaat grotendeels neer in wondweefsel. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bacteriostatisch antibioticum, behorend tot de lincomycinen. Clindamycine bindt aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom en remt daarmee de vroege fase van de bacteriële eiwitsynthese. Clindamycine is werkzaam tegen o.a. de vaak voorkomende Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes).
Clindamycine heeft ook een anti-inflammatoire en immunomodulerende werking. Vooral pustels en papels worden bestreden, het is minder werkzaam tegen comedonen.
Bij hidradenitis suppurativa komt het effect mogelijk tot stand door de bijkomende immunomodulerende nevenwerking.
Bij acne vulgaris treedt een duidelijke klinische verbetering over het algemeen op na ca. vier weken.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 2% na lokale toediening. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Erytromycine is een bacteriostatisch antimicrobieel middel, behorend tot de macroliden. Bij cutane toepassing bij acne is erytromycine werkzaam tegen de bij acne vaak voorkomende Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes), waardoor ontstekingsverschijnselen (pustels en papels) worden bestreden. Erytromycine heeft ook een anti-inflammatoire werking.
Kinetische gegevens
Resorptie | niet of nauwelijks na lokale toediening. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Tetracycline is een bacteriostatisch antimicrobieel middel, behorend tot de tetracyclinen. Het werkingsmechanisme berust op remming van de bacteriële eiwitsynthese. Het werkingsspectrum is breed en omvat vele Gram-negatieve en Gram-positieve micro-organismen, waaronder stafylokokken en streptokokken. Pseudomonas aeruginosa is niet gevoelig. Zinkoxide heeft een zwak adstringerende en licht indrogende werking op de huid. De verwerkte basis kan het indrogend effect versterken, bv. door het verdampen van het water uit de basis waardoor het verkoelend en jeukstillend werkt. Zinkoxide dekt de huid af en beschermt zo de huid.
Kinetische gegevens
Resorptie | nauwelijks door de intacte huid. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
mupirocine (bij huidinfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.
Groepsinformatie
zilversulfadiazine/ceriumnitraat hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.
Groepsinformatie
clindamycine (cutaan) hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.
Groepsinformatie
erytromycine (cutaan) hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.
Groepsinformatie
tetracycline (cutaan) hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.