Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

patisiran

middelen voor het zenuwstelsel, overige N07XX12

Sluiten

tofersen

middelen voor het zenuwstelsel, overige N07XX22

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Onpattro (als natriumzout) XGVS Alnylam Netherlands bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
2 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Qalsody XGVS Aanvullende monitoring Biogen Netherlands

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
6,7 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 15 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Vutrisiran en patisiran kunnen worden toegepast bij volwassenen met erfelijke transthyretineamyloïdose en polyneuropathie in stadium 1 en 2 (ATTRv-PN). Bij volwassenen met ATTRv-PN zorgen zowel vutrisiran als patisiran vergeleken met placebo voor een klinisch relevante vermindering van de ernst en symptomen van neuropathie en voor een klinisch relevante verbetering van het loopvermogen en de kwaliteit van leven. Er zijn geen klinisch relevante verschillen tussen beide geneesmiddelen.

Advies

Voor dit middel is geen advies vastgesteld.

Tofersen is geregistreerd als weesgeneesmiddel onder ‘uitzonderlijke voorwaarden'; vanwege de zeldzaamheid van de ziekte was het niet mogelijk om volledige informatie over dit geneesmiddel te verkrijgen.

Indicaties

  • Erfelijke transthyretine-gemedieerde amyloïdose (hATTR-amyloïdose) bij volwassenen met polyneuropathie in stadium 1 of stadium 2.

Indicaties

ALS, geassocieerd met een mutatie in het superoxidedismutase 1-gen (SOD1-gen).

Gerelateerde informatie

  • Amyotrofische laterale sclerose (ALS)

Doseringen

De behandeling zo vroeg mogelijk na het optreden van symptomen starten. Weeg de beslissing om de behandeling voort te zetten bij patiënten bij wie de ziekte zich ontwikkelt tot polyneuropathie stadium 3 af op basis van het algeheel voordeel en evaluatie van het risico.

Premedicatie: Geef op de dag van de infusie, ten minste 60 minuten vóór start van de infusie, elk van de volgende geneesmiddelen:

  • i.v. corticosteroïd (dexamethason 10 mg of equivalent)
  • oraal paracetamol (500 mg)
  • i.v. antihistaminicum
  • oraal H2-receptorantagonist (famotidine 20 mg of equivalent)

Voor premedicatiemiddelen die niet beschikbaar zijn voor i.v.-toediening of die niet i.v. worden verdragen, kunnen equivalente middelen oraal worden toegediend.

Zo nodig kunnen hogere doses of een extra dosis van de premedicatiemiddelen worden toegediend.

De dosering van het corticosteroïd mag geleidelijk worden afgebouwd indien ten minste drie opeenvolgende infusies zijn toegediend zonder infusiegerelateerde reacties. Bij dexamethason afbouwen in stappen van max. 2,5 mg tot een minimale dosis van 5 mg (i.v.).

Klap alles open Klap alles dicht

Erfelijke transthyretine-gemedieerde amyloïdose

Volwassenen (incl. ouderen)

i.v. als infusie: 0,3 mg/kg lichaamsgewicht elke 3 weken. Bij een lichaamsgewicht ≥ 100 kg is de max. dosis 30 mg. Geef tijdens de behandeling ook vitamine A-suppletie: ca. 2500 IE retinol per dag.

Leverinsufficiëntie: Er is geen dosisaanpassing nodig bij milde leverinsufficiëntie (bilirubine ≤1×ULN en ASAT >1×ULN of bilirubine >1,0 tot 1,5×ULN en elke ASAT). Er zijn geen gegevens bij matige of ernstige leverinsufficiëntie; gebruik ontraden, tenzij strikt noodzakelijk.

Er zijn geen gegevens bij een eerdere levertransplantatie; aanpassing van de dosering wordt echter niet nodig geacht.

Nierinsufficiëntie: Er is geen dosisaanpassing nodig bij milde of matige nierinsufficiëntie (eGFR ≥30 tot <90 ml/min/1,73 m²). Er zijn geen gegevens bij ernstige nierinsufficiëntie of terminale nierziekte; gebruik ontraden, tenzij strikt noodzakelijk.

Een gemiste dosis zo snel mogelijk alsnog toedienen. Bij toedienen binnen 3 dagen na het gemiste moment: het oorspronkelijke doseerschema voortzetten. Bij toedienen > 3 dagen na het gemiste moment: de dosering elke 3 weken daarna voortzetten.

Toediening

  • i.v. als verdunde oplossing in ca. 80 minuten; met een initiële infusiesnelheid van ca. 1 ml/min gedurende de eerste 15 minuten en vervolgens met een snelheid van ca. 3 ml/min voor de rest van de infusie. De duur van de infusie kan worden verlengd in het geval van een infusiegerelateerde reactie.
  • De patiënt tijdens de infusie observeren en indien klinisch geïndiceerd ook daarna.

Doseringen

Vooraf: overweeg sedatie indien nodig.

Klap alles open Klap alles dicht

Volwassenen (incl. ouderen)

Intrathecaal: 100 mg per keer gedurende 1-3 min.; start met 3 oplaaddoses van 100 mg met een tussenperiode van telkens 14 dagen; vervolgens 100 mg als onderhoudsdosis om de 28 dagen.

Vergeten dosis: Bij vergeten van de tweede oplaaddosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de derde oplaaddosis 14 dagen later toedienen. Bij vergeten van de derde oplaaddosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de eerste onderhoudsdosis 28 dagen later toedienen. Bij vergeten van een onderhoudsdosis deze zo snel mogelijk toedienen en vervolgens de volgende onderhoudsdosis 28 dagen later toedienen.

Toediening

  • Onverdund, intrathecaal door middel van lumbaalpunctie.
  • Vóór toediening ongeveer 10 ml cerebrospinaal vocht (CSV) met een naald voor lumbaalpunctie optrekken.
  • Overweeg indien nodig beeldvormende technieken als hulpmiddel bij de intrathecale toediening.
  • Controleer de patiënt na injectie voor reacties op de lumbaalpunctie.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): perifeer oedeem. Infusiegerelateerde reacties, met symptomen zoals pijn (aan gewrichten, spieren, rug of nek), blozen, misselijkheid, buikpijn, dyspneu, hoest, ongemak of pijn op de borst, hoofdpijn, huiduitslag, rillingen, duizeligheid, vermoeidheid, verhoogde hartslag, hartkloppingen, hypotensie, hypertensie en gezichtsoedeem.

Vaak (1-10%): bronchitis, sinusitis, rinitis. Vertigo. Dyspneu. Dyspepsie. Erytheem. Gewrichtspijn, spierspasmen.

Soms (0,1-1%): extravasatie met symptomen zoals (trombo)flebitis, dermatitis, cellulitis en zwelling, erytheem, brandend gevoel of pijn op de injectieplaats.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): (rug)pijn (66%), artralgie (34%), vermoeidheid (29%), CSV wittebloedceltelling verhoogd (27%), CSV eiwit verhoogd (27%), myalgie, koorts.

Vaak (1-10%): papiloedeem, verhoogde intracraniale druk, neuralgie, aseptische meningitis, radiculitis, myelitis, skeletspierstijfheid.

Verder: bijwerkingen die vaak samengaan met een lumbaalpunctie zijn hoofdpijn, rugpijn, postlumbaalpunctiesyndroom, infectie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn van dit middel geen interacties bekend.

Tijdens de behandeling geven laboratoriumtesten voor serum-vitamine A niet de totale hoeveelheid vitamine A in het lichaam weer, deze mogen daarom niet als leidraad dienen voor de suppletie van vitamine A.

Interacties

Interactie met andere intrathecale geneesmiddelen is niet onderzocht.

Interactie met middelen die een interactie vertonen met CYP-gemedieerde metabole routes is niet aannemelijk.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens. Behandeling met patisiran verlaagt de concentratie van vitamine A. Zowel te hoge als te lage vitamine A-niveaus kunnen in verband worden gebracht met een groter risico op foetale misvorming.

Advies: Gebruik ontraden, tenzij strikt noodzakelijk. Indien het wel wordt gebruikt: bepaal vroeg in de zwangerschap het vitamine A-niveau en TSH van de moeder, en controleer de foetus nauwlettend, met name gedurende het 1e trimester. Staak tijdens het 1e trimester de vitamine A-suppletie, tenzij de vrouw klinische tekenen van vitamine A-deficiëntie heeft; gebruik in dat geval max. 2500 IE retinol per dag. Hervat de suppletie met 2500 IE retinol per dag in het 2e en 3e trimester, tenzij het vitamine A-niveau is genormaliseerd.

Overige: Sluit vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uit. Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de behandeling. Bij zwangerschapswens het gebruik van patisiran en vitamine A-suppletie staken, en wachten totdat het vitamine A-niveau is genormaliseerd.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij dieren zijn kleine hoeveelheden van de lipidecomponenten Dlin-MC3-DMA en PEG2000-C-DMG in de moedermelk aangetoond.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Bij de mens onbekend. Ja, bij dieren.

Farmacologisch effect: bij de mens: geen gegevens. Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • Ernstige overgevoeligheid (bv. anafylaxie) voor het geneesmiddel.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij het optreden van een infusiegerelateerde reactie, overweeg de infusiesnelheid te verlagen of de toediening te onderbreken. Staak de infusie in geval van een ernstige of levensbedreigende reactie.

Door het verlagen van serum-TTR-eiwit leidt behandeling met patisiran tot een lagere serumconcentratie van vitamine A (retinol). Geef tijdens de behandeling vitamine A-suppletie (zie rubriek Doseringen), om oculaire toxiciteit door vitamine A-deficiëntie te voorkomen. Corrigeer voorafgaand aan de behandeling een te lage concentratie van vitamine A en beoordeel oogklachten of andere tekenen van vitamine A-deficiëntie. Verwijs voor oftalmologisch onderzoek bij ontstaan van oogklachten die wijzen op vitamine A-deficiëntie (zoals nachtblindheid, aanhoudend droge ogen, oogontsteking, hoornvliesinfectie).

Tijdens de behandeling geven laboratoriumtesten voor serum-vitamine A niet de totale hoeveelheid vitamine A in het lichaam weer, deze mogen daarom niet als leidraad dienen voor de suppletie van vitamine A.

Een vermoedelijke extravasatie behandelen volgens de lokale standaardpraktijk voor niet-blaartrekkende middelen.

Thuisinfusie door een professionele zorgverlener kan worden overwogen nadat ten minste 3 infusies in de kliniek goed zijn verdragen.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Als symptomen van ernstige myelitis, radiculitis en verhoogde intracraniale druk en/of papiloedeem optreden, deze beoordelen en behandelen.

Overweeg vóór toediening van tofersen bloedplaatjes en stolling te testen, omdat na s.c. of i.v.-toediening van antisense-oligonucleotiden (ASO) trombocytopenie en stollingsafwijkingen zijn opgetreden, waaronder acute ernstige trombocytopenie.

Laat een test uitvoeren op eiwit in urine (bij voorkeur op een monster van de eerste ochtendurine), indien dit klinisch is geïndiceerd, omdat na s.c.- of i.v.-toediening van ASO renale toxiciteit is waargenomen. Overweeg bij aanhoudend verhoogde eiwitwaarden in urine verdere evaluatie.

Onderzoekgegevens: Tofersen is niet onderzocht bij patiënten met een nierfunctiestoornis of een leverfunctiestoornis. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 j.

Wijs patiënten die tijdens behandeling een visuele stoornis ontwikkelen erop dat zij geen voertuig mogen besturen of machines mogen bedienen.

Overdosering

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met patisiran contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met tofersen contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Dubbelstrengs klein interfererend ribonucleïnezuur (siRNA) dat specifiek gericht is op een genetisch geconserveerde sequentie in het 3’-niet-getranslateerde gebied van het mutante en wildtype TTR-mRNA. Patisiran is geformuleerd als lipide nanodeeltjes om het siRNA aan de hepatocyten af te geven, de primaire bron van TTR-eiwit in de bloedsomloop. Via RNA-interferentie (RNAi) veroorzaakt patisiran de katalytische afbraak van TTR-mRNA in de lever, wat resulteert in een reductie van het serum-TTR-eiwit.

Kinetische gegevens

Overig De farmacokinetische eigenschappen werden bepaald uit plasmaconcentraties van patisiran en de lipidecomponenten DLin-MC3-DMA en PEG2000-C-DMG.
Resorptie Meer dan 95% van patisiran in de bloedsomloop is geassocieerd met lipide nanodeeltjes. Na 24 weken wordt een 'steady state' bereikt.
V d gem. 0,26 l/kg (patisiran); gem. 0,47 l/kg (DLin-MC3-DMA); gem. 0,13 l/kg (PEG2000-C-DMG).
Metabolisering Patisiran wordt door nucleasen tot nucleotiden van verschillende lengtes gemetaboliseerd. DLin-MC3-DMA wordt primair gemetaboliseerd tot 4-dimethylaminoboterzuur (DMBA) door middel van hydrolyse. Er is weinig tot geen metabolisering van PEG2000-C-DMG.
Eliminatie < 1% onveranderd met de urine (patisiran); ca. 5,5% als metaboliet (DMBA) met de urine (DLin-MC3-DMA).
T 1/2el gem. 3,2 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Antisense-oligonucleotide (ASO) dat de genexpressie van SOD1-ALS kan remmen. Mutaties in het SOD1-gen leiden tot accumulatie van een toxische vorm van het SOD1-eiwit. Tofersen is complementair aan een deel van de 3' UTR (niet-coderend gebied aan het 3'-uiteinde) van het mRNA voor humaan SOD1 en bindt aan het overeenkomstige mRNA via hybridisatie. Dit leidt tot RNase-H-gemedieerde degradatie van het mRNA voor SOD1, waardoor de synthese van de hoeveelheid SOD1-eiwit vermindert.

Kinetische gegevens

Resorptie na intrathecale toediening is er uitbebreide distributie in weefsels van het centraal zenuwstelsel (CZS). Vanuit het CZS gaat tofersen snel over naar de systemische circulatie.
T max 2-6 uur.
V d 0,58-0,72 l/kg.
Eiwitbinding ≥ 98%
Metabolisering door exonuclease (3'- en 5')-gemedieerde hydrolyse.
Eliminatie primair met de urine (onveranderd en als metabolieten).
T 1/2el niet gemeten bij de mens; bij apen 31-40 dagen (in csz weefsel)

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

patisiran hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.

  • eplontersen (N07XX21) Vergelijk
  • natriumoxybaat (N07XX04) Vergelijk
  • pitolisant (N07XX11) Vergelijk
  • riluzol (N07XX02) Vergelijk
  • tafamidis (N07XX08) Vergelijk
  • tetrabenazine (N07XX06) Vergelijk
  • tofersen (N07XX22) Vergelijk
  • vutrisiran (N07XX18) Vergelijk

Groepsinformatie

tofersen hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.

  • eplontersen (N07XX21) Vergelijk
  • natriumoxybaat (N07XX04) Vergelijk
  • patisiran (N07XX12) Vergelijk
  • pitolisant (N07XX11) Vergelijk
  • riluzol (N07XX02) Vergelijk
  • tafamidis (N07XX08) Vergelijk
  • tetrabenazine (N07XX06) Vergelijk
  • vutrisiran (N07XX18) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • middelen voor het zenuwstelsel, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • middelen voor het zenuwstelsel, overige

Indicaties

  • Amyotrofische laterale sclerose (ALS)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".