Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

zilversulfadiazine

antibacteriële middelen, cutaan D06BA01

Sluiten

clindamycine (cutaan)

antibacteriële middelen, cutaan D10AF01

Sluiten

mupirocine (bij huidinfectie)

antibacteriële middelen, cutaan D06AX09

Sluiten

zilversulfadiazine/​ceriumnitraat

antibacteriële middelen, cutaan D06BA51

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Zilversulfadiazine Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Crème, hydrofiel
Sterkte
10 mg/g
Verpakkingsvorm
50 g

Flammazine Biocodex Benelux nv

Toedieningsvorm
Crème, hydrofiel
Sterkte
10 mg/g
Verpakkingsvorm
50 g

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Clindamycine gel FNA (hydrochloride) Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Gel (1%)
Sterkte
10 mg/g

Clindamycinehydrochloride oplossing FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Oplossing voor cutaan gebruik (1%)
Sterkte
10 mg/ml

Basis: alcoholische oplossing.

Clindamycine lotion FNA (hydrochloride) Tio Pharma Holding

Toedieningsvorm
Oplossing voor cutaan gebruik (1%)
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
100 ml

Basis: alcoholische oplossing.

Clindamycine oplossing voor cutaan gebruik (als diwaterstoffosfaat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Oplossing voor cutaan gebruik (1%)
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
30 ml met druppelaar

Basis: alcoholische oplossing.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Bactroban zalf GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Zalf, hydrofiel (2%)
Sterkte
20 mg/g
Verpakkingsvorm
15 g

Mupirocine zalf Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Zalf, hydrofiel (2%)
Sterkte
20 mg/g
Verpakkingsvorm
15 g

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Flammacerium XGVS Biocodex Benelux nv

Toedieningsvorm
Crème, hydrofiel
Verpakkingsvorm
500 g

Bevat per g: zilversulfadiazine 10 mg (1%), cerium(III-)nitraat 22 mg (2,2%).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrumpenicilline de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Zilversulfadiazine is alleen geregistreerd voor preventie en behandeling van infecties bij ernstige brandwonden en decubitus ulcera.

Het gebruik van zilversulfadiazinecrème ter preventie van infecties bij brandwonden wordt afgeraden aangezien het dagelijks moet worden aangebracht, geen voordelen biedt in vergelijking met andere verbandmiddelen en omdat het niet rationeel is een lokaal antibioticum te gebruiken bij een niet-geïnfecteerde wond. Zie voor meer informatie de NHG-Behandelrichtlijn Brandwonden (2016).

Het gebruik van zilversulfadiazinecrème ter behandeling van infecties bij decubitus ulcera wordt afgeraden wegens gebrek aan bewijs dat het bijdraagt aan de wondgenezing. Zie voor meer informatie de NHG-Standaard Decubitus (2015).

Advies

De behandeling van acne vulgaris in de eerstelijnszorg wordt bepaald door de ernst van de acne en de eerder toegepaste (zelf)behandeling. Behandel milde acne in eerste instantie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde; combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal antibioticum. Bij matig-ernstige acne direct starten met een lokaal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Vervang bij onvoldoende effect het lokaal antibioticum door een oraal antibioticum. Bij ernstige acne direct starten met een oraal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Overweeg monotherapie met isotretinoïne bij ernstige of therapieresistente matig ernstige acne bij onvoldoende effect van een oraal antibioticum; verwijs hiervoor naar de dermatoloog of behandel eventueel zelf.

De lokale antibiotica clindamycine en erytromycine zijn beide effectief in het bestrijden van vooral papels en pustels. Er is geen voorkeursmiddel.

Offlabel: Bij hidradenitis suppurativa kan bij milde klachten (mild stadium I), naast niet-medicamenteuze adviezen, lokaal clindamycine worden geprobeerd.

Advies

Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrumpenicilline de voorkeur. Macroliden en clindamycine zijn alternatieven wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrumpenicilline de voorkeur.

Mupirocine is gereserveerd voor de bestrijding van MRSA. Kan ingezet worden als lokale behandeling indien sprake is van resistentie tegen fusidinezuur.

Advies

Het gebruik van zilversulfadiazinecrème ter preventie van infecties bij brandwonden wordt afgeraden aangezien het dagelijks moet worden aangebracht, geen voordelen biedt in vergelijking met andere verbandmiddelen en omdat het niet rationeel is een lokaal antibioticum te gebruiken bij een niet-geïnfecteerde wond. Zie voor meer informatie de NHG-Behandelrichtlijn Brandwonden (2016).

Indicaties

  • Preventie en behandeling van infecties bij tweede- en derdegraads brandwonden;
  • Preventie en behandeling van infecties bij decubitus ulcera;
  • Toepassing kan worden geprobeerd bij toxische epidermale necrolyse (syndroom van Lyell).

Gerelateerde informatie

  • bacteriële huidinfecties

Indicaties

  • Matige tot ernstige vormen van acne vulgaris, waarbij lokale behandelingen zonder antibiotica geen of onvoldoende resultaat hebben opgeleverd.
  • Offlabel: mild stadium I (Hurley) hidradenitis suppurativa.

Gerelateerde informatie

  • acne vulgaris
  • bacteriële huidinfecties

Indicaties

Bacteriële huidinfecties veroorzaakt door Gram-positieve micro-organismen (vooral stafylokokken en streptokokken):

  • acute primaire huidinfecties;
  • secundaire geïnfecteerde dermatosen;
  • geïnfecteerde traumatische beschadigingen.

Gerelateerde informatie

  • bacteriële huidinfecties

Indicaties

  • Preventie en behandeling van infecties bij ernstige brandwonden.

Gerelateerde informatie

  • bacteriële huidinfecties

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Preventie en behandeling infecties bij tweede- en derdegraads brandwonden en decubitus ulcera

Volwassenen en kinderen ≥ 2 maanden:

Breng ten minste 1×/dag in een laag van 2–3 mm dik, aan op de wond; zie Toediening. Bepaal de behandelduur individueel op basis van periodieke evaluatie van de wond. Beoordeel na 2 weken en pas behandeling eventueel aan.

Kinderen < 2 maanden:

Vanwege de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus alleen toepassen op strikte indicatie, vooral bij prematuren en kinderen met G6PD-deficiëntie.

Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig; een grotere gevoeligheid bij ouderen kan echter niet worden uitgesloten.

Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Toediening

  • Breng aan met steriel gaas of direct met behulp van steriele handschoenen.
  • Verwijder (vóór het aanbrengen) restanten van de crème met een steriel gaas met een fysiologische zoutoplossing.
  • Gebruik de (steriele) verpakking voor één patiënt.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Acne vulgaris

Volwassenen en kinderen > 12 jaar

Volgens de NHG-Standaard Acne (2024, combinatietherapie): milde of matig-ernstige acne: 1×/dag 's morgens clindamycine gel of oplossing (lotion) aanbrengen, in combinatie met cutane toepassing van benzoylperoxide of een lokaal retinoïde 's avonds, gedurende ten minste 6 weken, max. behandelduur 3 maanden. Behandeling iedere 6 weken evalueren. Bij voldoende resultaat overgaan op onderhoud met een lokaal retinoïde of benzoylperoxide monotherapie.

Volgens de fabrikant: 2×/dag dun aanbrengen op de aangedane huid. Indien na 4 weken nog geen verbetering is opgetreden, rekening houden met bacteriële resistentie; in dat geval de toepassing gedurende ten minste 2 maanden staken.

Offlabel-indicatie: mild stadium I (Hurley) hidradenitis suppurativa

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Hidradenitis suppurativa (2019): 2×/dag oplossing (lotion) aanbrengen gedurende 3 maanden.

Toediening

  • Na reinigen van de huid, aanbrengen met een wattenpropje, tissue, depper of een speciale applicator op de aangedane huid.
  • Vermijd, vooral bij gebruik van de oplossing (lotion), contact met mond, ogen, slijmvliezen en beschadigde huid; zie verder ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Doseringen

Mupirocine hydrofiele zalf is niet geschikt voor toepassing in de neus; voor toepassing in de neus zie mupirocine (eliminatie stafylokokken in de neus).

Klap alles open Klap alles dicht

Bacteriële huidinfecties

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

2–3×/dag een dunne laag op de aangedane huid aanbrengen; eventueel afdekken met een steriel verband. De therapieduur bedraagt maximaal 10 dagen. Indien binnen 7 dagen geen klinische verbetering is opgetreden, de patiënt opnieuw onderzoeken.

Verminderde nierfunctie: Wees voorzichtig met toepassing op grote delen beschadigde huid bij een matige of ernstige nierfunctiestoornis; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Toediening: Contact met ogen en slijmvliezen vermijden. Indien contact met de ogen optreedt, het oog grondig spoelen met water.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Preventie en behandeling van infecties bij ernstige brandwonden:

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 2 maanden:

Ten minste 1×/dag met steriel gaas of direct met behulp van steriele handschoenen op de wond aanbrengen in een laag van ten minste 2–3 mm dik. Restanten van de crème verwijderen met een steriel gaas met een fysiologische zoutoplossing. Bij gebruik > 10 dagen het gebruik afwegen; zie ook de rubriek Overdosering.

Kinderen < 2 maanden:

Vanwege de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus alleen toepassen op strikte indicatie, vooral bij prematuren en kinderen met G6PD-deficiëntie.

Bij nierfunctiestoornis is aanpassing van de dosering niet nodig.

Bij leverfunctiestoornis is aanpassing van de dosering niet nodig.

Toedieningsinformatie: verpakking uitsluitend voor één patiënt gebruiken. Contact met ogen vermijden vanwege de irriterende eigenschappen.

Bijwerkingen

Soms (0,1-1%): leukopenie, methemoglobinemie.

Zeer zelden (< 0,01%): Stevens–Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse.

Verder zijn gemeld: lokaal branderig gevoel of pijn, overgevoeligheid waaronder allergische huidreacties met huiduitslag, jeuk en (contact)eczeem. Grijze verkleuring van de huid onder invloed van zonlicht. Bij gebruik van grote hoeveelheden op grote wondoppervlakken kan systemische zilverintoxicatie (argyrie) optreden. Verhoogde serumosmolaliteit (als gevolg van opname propyleenglycol bij gebruik op uitgebreide wondoppervlakken).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): droge en geïrriteerde huid, vooral bij de alcoholbevattende preparaten; zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Urticaria.

Vaak (1-10%): seborroe.

Soms (0,1-1%): maag-darmaandoeningen (zoals misselijkheid, braken, buikpijn, diarree).

Verder zijn gemeld: vette huid, roodheid, contacteczeem, folliculitis. Oogirritatie, oogpijn. Pseudomembraneuze colitis.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): brandend gevoel.

Soms (0,1-1%): overige huidklachten (jeuk, irritatie, roodheid, droogheid), overgevoeligheid, sensibilisatie voor mupirocine of de zalfbasis (macrogol).

Zeer zelden (< 0,01%): allergische reacties zoals anafylaxie, angio-oedeem, urticaria, gegeneraliseerde huiduitslag.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Soms (0,1–1%): leukopenie, methemoglobinemie.

Zeer zelden (< 0,01%): ernstige huidreacties zoals Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse.

Verder zijn gemeld: lokaal branderig gevoel of pijn, overgevoeligheid waaronder allergische huidreacties zoals jeuk, huiduitslag, (contact)eczeem. Grijze verkleuring van de huid onder invloed van zonlicht. Bij gebruik van grote hoeveelheden op grote wondoppervlakken kan systemische zilverintoxicatie (argyrie) optreden. Verhoogde serumosmolaliteit (door systemische absorptie propyleenglycol).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Bij toepassing op uitgebreide brandwonden zijn interacties met systemisch toegediende geneesmiddelen mogelijk; zie ook de rubriek Kinetische gegevens. Sulfadiazine is een inhibitor van CYP2C9 en kan interacties met andere CYP2C9-substraten, zoals tolbutamide of fenytoïne, veroorzaken.

Interacties

Vermijd gelijktijdig gebruik met erytromycine, vanwege een antagonistisch effect.

Gelijktijdig gebruik met andere lokale geneesmiddelen tegen acne, in het bijzonder keratolytica (zoals benzoylperoxide, tretinoïne), kan de huidirritatie verergeren. Bij gelijktijdig cutaan gebruik, deze op een ander moment van de dag aanbrengen en regelmatig een indifferente crème of zalf aanbrengen.

Interacties

Zalf niet tegelijkertijd met andere lokale preparaten gebruiken of mengen omdat door verdunning de antibacteriële werkzaamheid of stabiliteit kan verminderen.

Interacties

Bij toepassing op uitgebreide brandwonden zijn interacties met systemisch toegediende geneesmiddelen mogelijk; zie ook de rubriek Kinetische gegevens. Sulfadiazine is een inhibitor van CYP2C9 en kan interacties met andere CYP2C9-substraten, zoals tolbutamide of fenytoïne, veroorzaken.

Zwangerschap

Sulfadiazine passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Bij gebruik op grotere huidoppervlakken rekening houden met relevante systemische absorptie van zilver (< 1% absorptie) en sulfadiazine (< 10% absorptie). Bij systemische toepassing van sulfonamiden aan het einde van de zwangerschap is er bij de pasgeborene een kans op hyperbilirubinemie door verdringing van bilirubine uit de plasma-eiwitbinding. In de praktijk is dit nooit gemeld na toediening van een sulfapreparaat op de huid. De risico's van blootstelling aan zilver zijn nog onvoldoende bekend.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken en niet op grote huidoppervlakken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Clindamycine passeert de placenta.

Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens laat geen nadelige effecten zien.

Farmacologisch effect: Gezien de geringe systemische absorptie bij cutaan gebruik zijn effecten bij de foetus onwaarschijnlijk.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij hoge systemische doseringen geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: De absorptie van mupirocine bij lokaal gebruik is minimaal (zie ook de rubriek Kinetische gegevens). Bij eventuele absorptie door de beschadigde huid wordt mupirocine snel omgezet in een onwerkzame metaboliet.

Advies: Kan worden gebruikt op kleine, onbeschadigde huidoppervlakken. Wees voorzichtig bij grote, beschadigde huidoppervlakken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Sulfadiazine passeert de placenta.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Bij gebruik op grotere huidoppervlakken rekening houden met relevante systemische absorptie van zilver (< 1% absorptie) en sulfadiazine (< 10% absorptie). Systemische toepassing van sulfonamiden aan het einde van de zwangerschap vermeerdert de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus bij de neonaat. De risico's van blootstelling aan zilver en cerium zijn nog onvoldoende bekend.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken en niet op grote huidoppervlakken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (sulfonamiden). Bij gebruik op relatief kleine huidoppervlakken bij de moeder is het onwaarschijnlijk dat er via de moedermelk bij de zuigeling een klinisch relevante hoeveelheid terechtkomt.

Advies: Kan worden gebruikt op relatief kleine brandwonden. Volgens de fabrikant terughoudend zijn met het geven van borstvoeding bij prematuren, neonaten en zuigelingen met G6PD-deficiëntie wegens een kans op hyperbilirubinemie.

Overig: Indien behandeling van de borst noodzakelijk is, gebied rond de tepels goed schoon maken vóór het voeden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate; de uitgescheiden hoeveelheid na cutaan gebruik is verwaarloosbaar.

Farmacologisch effect: Gezien de geringe systemische absorptie bij de moeder bij cutaan gebruik en de verwaarloosbare hoeveelheid in de moedermelk, zijn nadelige effecten bij de zuigeling onwaarschijnlijk.

Advies: Kan worden gebruikt.

Overig: Indien de borst wordt behandeld, gebied rond de tepel goed schoonmaken vóór het voeden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: De absorptie van mupirocine bij lokaal gebruik is minimaal (zie ook de rubriek Kinetische gegevens). Bij eventuele absorptie door de beschadigde huid wordt mupirocine snel omgezet in een onwerkzame metaboliet. Het is daarom onwaarschijnlijk dat bij gebruik op kleine huidoppervlakken de zuigeling klinisch relevante hoeveelheden met de moedermelk binnenkrijgt.

Advies: Kan worden gebruikt op kleine, onbeschadigde huidoppervlakken. Weeg het risico van het gebruik op grote, beschadigde oppervlakken in combinatie met het geven van borstvoeding af.

Overig: Zalf niet op de borsten toepassen. Bij behandeling van tepelkloven, de melk van de te behandelen borst tot het eind van de behandeling afkolven en weggooien.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (sulfonamiden).

Advies: Kan worden gebruikt op relatief kleine brandwonden. Volgens de fabrikant terughoudend zijn met het geven van borstvoeding bij prematuren, neonaten en zuigelingen met G6PD-deficiëntie wegens een kans op hyperbilirubinemie.

Overig: Indien behandeling van de borst noodzakelijk is, gebied rond de tepels goed schoon maken vóór het voeden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • levensbedreigende huidreacties bij eerder gebruik van sulfadiazine.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor lincomycinen.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

  • levensbedreigende huidreacties bij eerder gebruik van sulfadiazine.

Waarschuwingen en voorzorgen

Langdurig gebruik, of behandeling van grote lichaamsoppervlakken kan resulteren in systemische absorptie; zie ook de rubriek Kinetische gegevens.

Wees voorzichtig bij patiënten met G6PD-deficiëntie (aangezien hemolyse kan optreden) en bij overgevoeligheid voor geneesmiddelen met een sulfonamide-structuur (zoals sulfonamiden, thiazide-diuretica, sulfonylureumderivaten en acetazolamidesulfonamiden), nierinsufficiëntie en leverparenchymbeschadiging. Bij bekende overgevoeligheid voor sulfonamiden en bij symptomen duidend op leukopenie het aantal leukocyten bepalen. Wees voorzichtig bij 'Langzame acetyleerders' vanwege meer kans op overgevoeligheidsreacties op sulfonamiden (bij systemische absorptie).

Levensbedreigende huidreacties zoals het Stevens–Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse zijn gemeld bij gebruik van sulfadiazine. Informeer de patiënt over tekenen en symptomen van deze aandoeningen (risico is het grootst gedurende de eerste weken van de behandeling); bij de eerste tekenen of symptomen (progressieve huiduitslag, vaak met blaren of mucosa-laesies) de behandeling onmiddellijk staken. Vroegtijdige staking is in verband gebracht met een betere prognose. Bij het optreden van deze huidreacties mag de patiënt nooit meer geneesmiddelen met sulfadiazine gebruiken.

Onder invloed van zonlicht kan een grijze verkleuring van de huid optreden, daarom wordt aangeraden behandelde lichaamsdelen niet aan fel zonlicht bloot te stellen.

Kinderen: vanwege de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus alleen toepassen op strikte indicatie bij prematuren, baby's < 2 maanden en kinderen met G6PD-deficiëntie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vermijd contact met ogen, slijmvliezen en beschadigde huid, vooral bij gebruik van de oplossing (lotion); bij incidenteel contact overvloedig spoelen met water. De oplossing (lotion) is op alcoholbasis en kan een branderig gevoel en irritatie van de ogen, slijmvliezen en beschadigde huid veroorzaken.

Een droge en geïrriteerde huid treedt vaak op, vooral bij de alcoholbevattende preparaten; breng regelmatig een indifferente crème aan om de huid te beschermen.

Indien ernstige of aanhoudende diarree optreedt de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen en behandeling staken. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van een inflammatoire darmziekte of een door een antibioticum veroorzaakte colitis.

Kruisresistentie met antimicrobiële middelen van de macrolidengroep kan voorkomen.

Bij kinderen < 12 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid van clindamycine niet vastgesteld, wegens het slechts zelden voorkomen van acne in deze leeftijdsgroep.

Hulpstoffen: de oplossingen bevatten alcohol en zijn ontvlambaar; vermijd contact met open vuur.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij het optreden van ernstige lokale huidirritatie of bij overgevoeligheidsreacties, de behandeling staken en restanten van de huidzalf verwijderen.

Maximale behandelduur niet overschrijden; overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk.

Hulpstoffen: De zalfbasis bestaat uit polyethyleenglycol, dat door een beschadigde huid wordt geresorbeerd en via de nieren wordt uitgescheiden. Wees voorzichtig bij toepassing op grote delen beschadigde huid, vooral bij een al bestaande matige of ernstige nierfunctiestoornis.

Waarschuwingen en voorzorgen

Toedieningsinformatie: vermijd contact met de ogen vanwege de irriterende eigenschappen; indien contact optreedt direct uitspoelen met water.

Langdurig gebruik, of behandeling van grote lichaamsoppervlakken kan resulteren in systemische absorptie; zie ook de rubriek Kinetische gegevens.

Wees voorzichtig bij patiënten met G6PD-deficiëntie (aangezien hemolyse kan optreden) en bij overgevoeligheid voor geneesmiddelen met een sulfonamide-structuur (zoals sulfonamiden, thiazide-diuretica, sulfonylureumderivaten en acetazolamidesulfonamiden), nierinsufficiëntie en leverparenchymbeschadiging. Bij bekende overgevoeligheid voor sulfonamiden en bij symptomen duidend op leukopenie, het aantal leukocyten bepalen. Wees voorzichtig bij 'Langzame acetyleerders' vanwege meer kans op overgevoeligheidsreacties op sulfonamiden (bij systemische absorptie).

Levensbedreigende huidreacties zoals het Stevens–Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse zijn gemeld bij gebruik van sulfadiazine. Informeer de patiënt over tekenen en symptomen van deze aandoeningen (risico is het grootst gedurende de eerste weken van de behandeling); bij de eerste tekenen of symptomen (progressieve huiduitslag, vaak met blaren of mucosa-laesies) de behandeling onmiddellijk staken. Vroegtijdige staking is in verband gebracht met een betere prognose. Bij het optreden van deze huidreacties mag de patiënt nooit meer geneesmiddelen met sulfadiazine gebruiken.

Onder invloed van zonlicht kan een grijze verkleuring van de huid optreden, daarom wordt aangeraden behandelde lichaamsdelen niet aan fel zonlicht bloot te stellen.

Kinderen: vanwege de kans op hyperbilirubinemie en kernicterus alleen toepassen op strikte indicatie bij prematuren, baby's < 2 maanden en kinderen met G6PD-deficiëntie.

Overdosering

Bij lokaal gebruik van grote hoeveelheden zilversulfadiazine crème op uitgebreide wondoppervlakken kan systemische zilverintoxicatie (argyrie) optreden met o.a. sensorische neuropathie en een blauwgrijze verkleuring van de huid en ogen.

Voor meer informatie over een vergiftiging met zilversulfadiazine neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Bij accidentele orale inname van de oplossing kunnen, vooral bij kinderen, symptomen van alcoholintoxicatie optreden. Bij toxiciteit van het oplosmiddel isopropanol (clindamycine oplossing voor cutaan gebruik) lijkt het klinisch beeld op een ethanolintoxicatie, met sterker remmende effecten op het centraal zenuwstelsel die langer aanhouden. Wees bij kleine kinderen bedacht op het ontwikkelen van hypoglykemie.

Voor verdere informatie zie vergiftigingen.info.

Overdosering

Na langdurig en overmatig gebruik op grote huidoppervlakken kunnen verhoogde zilver-serumconcentraties optreden. Bij een zilverintoxicatie (argyrie) kan o.a. sensorische neuropathie optreden en een blauwgrijze verkleuring van de huid en ogen worden waargenomen.

Voor meer informatie over een vergiftiging met zilversulfadiazine/ceriumnitraat neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Zilversulfadiazine heeft zowel een bactericide als een bacteriostatische werking tegen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën. In contact met wondexsudaat valt zilversulfadiazine langzaam uiteen in zilverionen en sulfadiazine. Zilver bindt zich aan oppervlaktemembranen en eiwitten, waardoor membraanlekkage ontstaan, wat leidt tot celdood van de bacterie. Gevoelig zijn met name: Pseudomonas aeruginosa, Aerobacter aerogenes en Klebsiella pneumoniae.

Kinetische gegevens

Resorptie tot 10% (sulfadiazine), hoger bij toepassing op grote delen van het lichaam; < 1% (zilver). Zilver slaat grotendeels neer in wondweefsel.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Bacteriostatisch antibioticum, behorend tot de lincomycinen. Clindamycine bindt aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom en remt daarmee de vroege fase van de bacteriële eiwitsynthese. Clindamycine is werkzaam tegen o.a. de vaak voorkomende Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes).

Clindamycine heeft ook een anti-inflammatoire en immunomodulerende werking. Vooral pustels en papels worden bestreden, het is minder werkzaam tegen comedonen.

Bij hidradenitis suppurativa komt het effect mogelijk tot stand door de bijkomende immunomodulerende nevenwerking.

Bij acne vulgaris treedt een duidelijke klinische verbetering over het algemeen op na ca. vier weken.

Kinetische gegevens

Resorptie ca. 2% na lokale toediening.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Mupirocine is afhankelijk van de lokaal bereikte concentratie een bacteriostatisch of bactericide middel. Remt de bacteriële eiwitsynthese door een reversibele en specifieke binding aan bacterieel iso–leucyl–transfer–RNA synthetase. Het werkingsspectrum is smal en omvat met name Gram-positieve bacteriën.

Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus spp. (incl. meticilline-resistente Staphylococcus aureus ) en Streptococcus spp. Mupirocine is niet werkzaam tegen Gram-negatieve bacteriën, met uitzondering van Haemophilus influenzae en Neisseria gonorrhoeae.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: coagulase negatieve Staphylococcus spp.

Ongevoelig zijn: Corynebacterium spp. en Micrococcus spp.

Kinetische gegevens

Resorptie systemisch niet detecteerbaar na toepassing op intacte huid gevolgd door occlusie. Absorptie door beschadigde huid is < 1%.
Metabolisering wordt na eventuele absorptie in het lichaam snel omgezet in inactief monaanzuur.
Eliminatie snel met de urine.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Zilversulfadiazine heeft zowel een bactericide als een bacteriostatische werking tegen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën. In contact met wondexsudaat valt zilversulfadiazine langzaam uiteen in zilverionen en sulfadiazine. Zilver bindt zich aan oppervlaktemembranen en eiwitten, waardoor membraanlekkage ontstaan, wat leidt tot celdood van de bacterie. Ceriumnitraat versterkt de werking van zilversulfadiazine. Het heeft bacteriostatische eigenschappen en versnelt de vorming van een (stevige) korst, waardoor de kans op herinfectie wordt beperkt.

Gevoelig zijn met name: Staphylococcus aureus (incl. MRSA), Pseudomonas aeruginosa en Klebsiella pneumoniae.

Kinetische gegevens

Resorptie tot 10% (sulfadiazine), hoger bij toepassing op grote delen van het lichaam; < 1% (zilver). Zilver slaat grotendeels neer in wondweefsel.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

zilversulfadiazine hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.

  • clindamycine (cutaan) (D10AF01) Vergelijk
  • erytromycine (cutaan) (D10AF02) Vergelijk
  • fusidinezuur (cutaan) (D06AX01) Vergelijk
  • mupirocine (bij huidinfectie) (D06AX09) Vergelijk
  • tetracycline (cutaan) (D06AA04) Vergelijk
  • zilversulfadiazine/ceriumnitraat (D06BA51) Vergelijk

Groepsinformatie

clindamycine (cutaan) hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.

  • erytromycine (cutaan) (D10AF02) Vergelijk
  • fusidinezuur (cutaan) (D06AX01) Vergelijk
  • mupirocine (bij huidinfectie) (D06AX09) Vergelijk
  • tetracycline (cutaan) (D06AA04) Vergelijk
  • zilversulfadiazine (D06BA01) Vergelijk
  • zilversulfadiazine/ceriumnitraat (D06BA51) Vergelijk

Groepsinformatie

mupirocine (bij huidinfectie) hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.

  • clindamycine (cutaan) (D10AF01) Vergelijk
  • erytromycine (cutaan) (D10AF02) Vergelijk
  • fusidinezuur (cutaan) (D06AX01) Vergelijk
  • tetracycline (cutaan) (D06AA04) Vergelijk
  • zilversulfadiazine (D06BA01) Vergelijk
  • zilversulfadiazine/ceriumnitraat (D06BA51) Vergelijk

Groepsinformatie

zilversulfadiazine/ceriumnitraat hoort bij de groep antibacteriële middelen, cutaan.

  • clindamycine (cutaan) (D10AF01) Vergelijk
  • erytromycine (cutaan) (D10AF02) Vergelijk
  • fusidinezuur (cutaan) (D06AX01) Vergelijk
  • mupirocine (bij huidinfectie) (D06AX09) Vergelijk
  • tetracycline (cutaan) (D06AA04) Vergelijk
  • zilversulfadiazine (D06BA01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antibacteriële middelen, cutaan

Indicaties

  • bacteriële huidinfecties

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antibacteriële middelen, cutaan

Indicaties

  • acne vulgaris
  • bacteriële huidinfecties

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antibacteriële middelen, cutaan

Indicaties

  • bacteriële huidinfecties

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antibacteriële middelen, cutaan

Indicaties

  • bacteriële huidinfecties

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".