amsacrine
Samenstelling
Amsalyo XGVS EuroCept bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 75 mg
De concentratie na reconstitutie is 1,5 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van acute myeloïde leukemie de richtlijn op hematologienederland.nl.
Indicaties
- Salvagebehandeling van refractaire/recidiverende acute myeloïde leukemie (AML) bij volwassenen, in combinatie met andere chemotherapie.
Doseringen
Controleer voorafgaand aan de behandeling de serumkaliumconcentratie en corrigeer zo nodig. Een serumkaliumconcentratie > 4 mEq/l vóór toediening wordt aanbevolen.
Tijdens de inductiefase, elektrolytenbepaling, het ECG, en de nier- en leverfuctie regelmatig controleren. Erytrocyten en bloedplaatjes moeten beschikbaar zijn voor infusie. Evalueer voor elke behandeldag de elektrolyten.
Acute myeloïde leukemie
Volwassenen
De dosering is afhankelijk van gelijktijdige behandeling, patiëntkenmerken, ziekte, beenmergreserve en respons op de behandeling. Raadpleeg de voor de patiënt relevante protocollen en richtlijnen.
Gebruikelijke inductiedosering: 90–150 mg/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie in 30–90 min gedurende 3–5 opeenvolgende dagen. Overweeg voor de consolidatiebehandeling lagere doses. Geef in combinatie met chemotherapie.
Verminderde nierfunctie: bij een licht verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig of ernstig verminderde nierfunctie een dosisverlaging van 20–30% overwegen.
Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie een dosisverlaging van 20–30% overwegen.
Toediening: als i.v.-infusie gedurende ten minste 60 minuten om lokale weefselirritatie te voorkomen. Bij dagelijkse of continue infusie gedurende 24 uur een centrale katheter plaatsen i.v.m. het risico op aderontsteking. In geval van extravasatie, zie Waarschuwingen/Voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): stomatitis, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Purpura. Flebitis op de injectieplaats. Hypotensie. Stijging van leverenzymwaarden.
Vaak (1-10%): infectie. Trombocytopenie, bloeding, pancytopenie. Emotionele labiliteit. Hartfalen, cardiale aritmie. Dyspneu. Hepatitis, geelzucht, leverinsufficiëntie. Alopecia, huiduitslag, urticaria. Hematurie. Tonisch-klonisch insult. Hypokaliëmie. Koorts, reactie op de injectieplaats (ontsteking, necrose).
Zelden (0,01-0,1%): anemie, granulocytopenie, leukopenie. Overgevoeligheid, anafylaxie, oedeem. Lethargie, verwardheid. Hoofdpijn, hypo-esthesie, duizeligheid, perifere neuropathie. Visusstoornissen. Cardiomyopathie, atriumfibrilleren, sinus tachycardie, ventrikelfibrilleren, bradycardie, afname van de ejectiefractie, afwijkend ECG. Proteïnurie, acute nierinsufficiëntie, anurie. Gewichtsverandering. Verhoogde waarden bilirubine, ureum, creatinine, alkalische fosfatase in bloed.
Verder zijn gemeld: hyperurikemie. Reversibele azoöspermie.
Interacties
Gelijktijdige toediening met een vaccin wordt afgeraden, omdat door het immunosuppressieve effect van amsacrine de werking van het vaccin kan verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: Op theoretische gronden is vanwege het werkingsmechanisme schadelijkheid te verwachten.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie en daarnaast tot ten minste 3 maanden (vrouwen) of tot ten minste 6 maanden (mannen) ná de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- duidelijke beenmergdepressie als gevolg van een behandeling met oncolytica of radiotherapie;
- overgevoeligheid voor acridinederivaten.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer regelmatig het volledige bloedbeeld in verband met potentieel ernstige beenmergremming, die ook na staken van de therapie nog kan optreden. Op grond hiervan kan onderbreking van de behandeling, dosisaanpassing of verlenging van het therapie-vrije interval nodig zijn.
Controleer regelmatig de leverfunctie en nierfunctie vóór en tijdens de behandeling, overweeg een dosisverlaging bij duidelijke afwijkingen.
Controleer in verband met cardiale toxiciteit regelmatig het hartritme en voor iedere toediening de kaliumspiegel; corrigeer hypokaliëmie of hypomagnesiëmie vóór starten van de toediening.
Evalueer de elektrolytenbalans voor iedere toediening.
Ter preventie van hyperurikemie door tumorlysissyndroom maatregelen nemen ter preventie van stijging van de urinezuurspiegel (profylaxe met allopurinol, hydratie en alkaliseren van de urine). Controleer regelmatig de urinezuurspiegel.
In geval van extravasatie wordt aanbevolen te spoelen met een kleine hoeveelheid glucoseoplossing 5%. Daarna het lichaamsdeel zo snel mogelijk koelen. Stop het infuus en breng het in, in een andere ader. Amsacrine is mogelijk porfyrinogeen.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar en ouderen en zijn niet vastgesteld.
Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie Zwangerschap.
Overdosering
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met amsacrine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Synthetisch acridinederivaat. Amsacrine verhindert de synthese van DNA, terwijl de RNA-synthese niet wordt aangetast. Er treden DNA–fragmentatie en chromosomale veranderingen op.
Kinetische gegevens
V d | 70–110 l/m² |
Eiwitbinding | ca. 97% |
Metabolisering | vnl. in de lever tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | via de gal (inactieve metabolieten). |
T 1/2el | 6–9 uur; langer bij leverinsufficiëntie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
amsacrine hoort bij de groep oncolytica, overige.
- aflibercept (intraveneus) (L01XX44) Vergelijk
- alpelisib (L01EM03) Vergelijk
- anagrelide (L01XX35) Vergelijk
- arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
- asparaginase (L01XX02) Vergelijk
- bortezomib (L01XG01) Vergelijk
- carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
- eribuline (L01XX41) Vergelijk
- hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
- hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
- ivosidenib (L01XM02) Vergelijk
- ixazomib (L01XG03) Vergelijk
- methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
- mitotaan (L01XX23) Vergelijk
- niraparib (L01XK02) Vergelijk
- olaparib (L01XK01) Vergelijk
- panobinostat (L01XH03) Vergelijk
- pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
- pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
- rucaparib (L01XK03) Vergelijk
- sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
- sotorasib (L01XX73) Vergelijk
- talazoparib (L01XK04) Vergelijk
- tebentafusp (L01XX75) Vergelijk
- temoporfine (L01XD05) Vergelijk
- trabectedine (L01CX01) Vergelijk
- venetoclax (L01XX52) Vergelijk
- vismodegib (L01XJ01) Vergelijk