linagliptine

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Trajenta Bijlage 2 Boehringer Ingelheim bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
5 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

linagliptine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij de behandeling van diabetes mellitus type 2 komt bloedglucoseverlagende medicatie in aanmerking, indien geen goede bloedglucoseregulatie wordt bereikt met het aanpassen van de leefstijl.

Bij diabetes type 2 zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten (zonder voorgeschiedenis van HVZ, hartfalen of chronische nierschade) is metformine eerste keus bij de medicamenteuze behandeling. Voeg bij onvoldoende resultaat gliclazide toe, of eventueel een GLP1-agonist bij een BMI ≥ 30 kg/m2 of een SGLT2-remmer bij ≥ 4 cardiovasculaire risicofactoren. Vanaf de volgende stap is de keuze voor medicatie afhankelijk van de gewenste HbA1c-daling en van kenmerken en voorkeuren van de patiënt (opties zijn een DPP4-remmer, gliclazide, GLP1-agonist, (middel)langwerkende insuline of SGLT2-remmer).

Bij diabetes type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten (blijkend uit een voorgeschiedenis van HVZ of hartfalen, en/of chronische nierschade met bijkomend matig tot sterk verhoogd cardiovasculair risico) is het advies te starten met een SGLT2-remmer of bij een contra-indicatie voor een SGLT2-remmer, een GLP1-agonist. Voeg bij onvoldoende resultaat eerst metformine toe en vervolgens een GLP1-agonist als deze nog niet wordt gebruikt.

Aan de vergoeding van linagliptine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

Diabetes mellitus type 2 bij volwassenen, als aanvulling op dieet en lichaamsbeweging, om de glykemische controle te verbeteren:

  • als monotherapie indien metformine ongeschikt is vanwege contra-indicatie of intolerantie;
  • in combinatie met andere bloedglucoseverlagende middelen, waaronder insuline, indien deze middelen geen adequate glykemische controle geven.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Diabetes mellitus type 2

Volwassenen (incl. ouderen)

5 mg 1×/dag. Indien toegevoegd aan metformine, de dosering van metformine niet veranderen en linagliptine gelijktijdig met metformine innemen. In combinatie met een sulfonylureumderivaat of met insuline: overweeg een lagere dosis sulfonylureumderivaat of insuline te geven, om de kans op hypoglykemie te verminderen.

Bij verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig.

Bij verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig.

Bij vergeten van een dosis, deze innemen zodra eraan wordt gedacht, echter géén dubbele dosis op dezelfde dag innemen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hypoglykemie (in combinatie met een sulfonylureumderivaat).

Vaak (1-10%): stijging lipasewaarde.

Soms (0,1-1%): nasofaryngitis, hoesten. Overgevoeligheid (bv. bronchiale hyperreactiviteit). Huiduitslag. Obstipatie (in combinatie met insuline). Stijging amylasewaarde.

Zelden (0,01-0,1%): acute pancreatitis. Bulleus pemfigoïd, angio-oedeem, urticaria.

Interacties

Bij gelijktijdige toediening van sterke Pgp-inductoren zoals rifampicine is de werkzaamheid van linagliptine mogelijk niet volledig.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Gebruik ontraden.

Lactatie

Overgang in moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van pancreatitis. Bij vermoeden van pancreatitis, met als kenmerkend symptoom aanhoudende, ernstige buikpijn, de behandeling met linagliptine staken. Bij bevestiging van de diagnose acute pancreatitis, de behandeling niet opnieuw beginnen.

Bij verdenking op bulleus pemfigoïd, de behandeling staken.

Bij mensen met leverinsufficiëntie is het gebruik niet klinisch onderzocht.

Behandel kinderen niet met linagliptine. In klinisch onderzoek bij kinderen van 10-17 jaar is geen werkzaamheid aangetoond.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met linagliptine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Selectieve remmer van dipeptidylpeptidase 4 (DPP-4). Voorkomt hydrolyse van incretinehormonen door het enzym DPP-4. Hierdoor stijgen de plasmaconcentraties van de actieve vorm van GLP-1 (glucagon-like-peptide-1) en GIP (glucose-afhankelijke insulinotrope polypeptide). Door deze toename van GLP-1 en GIP wordt de insulineafgifte verhoogd en de glucagonconcentratie verlaagd op glucoseafhankelijke wijze. Dit leidt bij diabetes mellitus type 2 tot een lager HbA1c-gehalte en lagere nuchtere en postprandiale glucosewaarden.

Kinetische gegevens

F ca. 30%.
T max 1,5 uur.
V d 15,9 l/kg.
Eliminatie ca. 95% met de feces en ca. 5% met de urine.
T 1/2el > 100 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

linagliptine hoort bij de groep DPP4-remmers.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Indicaties

Externe links