Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

cannabidiol

anti-epileptica N03AX24

Sluiten

fenfluramine

anti-epileptica N03AX26

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Epidyolex Bijlage 2 Jazz Pharmaceuticals Nederland BV

Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
Fles 100 ml (incl. 2 doseerspuiten van 1 ml en 2 doseerspuiten van 5 ml).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Fintepla ( als hydrochloride) Bijlage 2 Aanvullende monitoring UCB Pharma bv

Toedieningsvorm
Oplossing voor oraal gebruik
Sterkte
2,2 mg/ml
Verpakkingsvorm
fles 360 ml

Inclusief een doseerspuit voor 3 ml met een schaalverdeling van 0,1 ml en een voor 6 ml met een schaalverdeling van 0,2 ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Overweeg cannabidiol als add-on bij de standaardbehandeling bij patiënten vanaf twee jaar oud met: a) therapieresistente epilepsie bij tubereuze sclerose complex, b) therapieresistent syndroom van Dravet (in combinatie met clobazam) en c) therapieresistent syndroom van Lennox-Gastaut (in combinatie met clobazam). Therapieresistentie wordt gedefinieerd als het bereiken van onvoldoende aanvalscontrole met ten minste twee andere anti-epileptica. De behandeling moet worden gestaakt als na zes maanden gebruik van de onderhoudsdosering de aanvalsfrequentie niet met ten minste 30% is afgenomen.

Aan de vergoeding van cannabidiol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

  • ZIN-rapport 2022_cannabidiol_epidyolex__icm_clobazam_als_adjuvante_behandeling_bij_therapieresistent_gastautsyndroom_of_dravetsyndroom
  • ZIN-rapport 2025 cannabidiol Epidyolex® bij therapieresistente epileptische aanvallen gerelateerd aan tubereuze sclerose complex (TSC)

Advies

Cannabidiol in combinatie met clobazam, of fenfluramine kunnen als adjuvante behandeling bij patiënten van 2 jaar en ouder met therapieresistent Lennox-Gastautsyndroom of therapieresistent Dravetsyndroom worden toegepast indien er onvoldoende aanvalscontrole bereikt wordt met ten minste twee andere adequaat gekozen en adequaat gedoseerde anti-epileptica. Toevoeging van cannabidiol in combinatie met clobazam, of toevoegen van fenfluramine aan de standaardbehandeling kan met name het aantal valaanvallen bij therapieresistente patiënten met Lennox-Gastautsyndroom en het aantal convulsieve aanvallen bij therapieresistente patiënten met Dravetsyndroom verminderen.

Aan de vergoeding van fenfluramine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

  • ZIN-rapport 2023 fenfluramine Fintepla® bij epileptische aanvallen die verband houden met het Dravetsyndroom of het Lennox-Gastautsyndroom

Indicaties

  • Adjuvante therapie bij aanvallen geassocieerd met het Lennox-Gastautsyndroom (LGS) of het syndroom van Dravet (DS) in combinatie met clobazam bij patiënten van 2 jaar en ouder;
  • Adjuvante therapie bij aanvallen geassocieerd met tubereuze sclerose complex (TSC) bij patiënten van 2 jaar en ouder.

Gerelateerde informatie

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Indicaties

Adjuvante behandeling van epileptische aanvallen bij volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar met het syndroom van Dravet of het syndroom van Lennox-Gastaut.

Gerelateerde informatie

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

'Add-on'-therapie bij Lennox-Gastautsyndroom (LGS) of syndroom van Dravet (DS)

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen van 2 jaar en ouder

Startdosis: 2,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 5 mg/kg 2×/dag. Op basis van respons en of het te verdragen is, de dosis wekelijks met 2,5 mg/kg 2×/dag verhogen tot max. 10 mg/kg 2×/dag (20 mg/kg/dag). Bij een dagdosis van 10–20 mg/kg/dag het volledige monitoringsschema volgen.

'Add-on'-therapie bij tubereuze sclerose complex (TSC)

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen van 2 jaar en ouder

Startdosis: 2,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot onderhoudsdosis van 5 mg/kg 2×/dag. Beoordeel de klinische respons en of het te verdragen is. Op basis hiervan de dosis wekelijks met 2,5 mg/kg 2×/dag (5 mg/kg/dag) verhogen tot max. 10 mg/kg 2×/dag (25 mg/kg/dag). Bij een dagdosis van 10–25 mg/kg/dag het volledige monitoringsschema volgen.

Bij ouderen voorzichtig doseren bij de ondergrens van het doseringsbereik, omdat zowel verminderde lever-, nier- en hartfunctie als comorbiditeit en/of polyfarmacie vaker voorkomen.

Verminderde nierfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig. Er is geen ervaring bij nierfalen. Het is niet bekend of cannabidiol dialyseerbaar is.

Verminderde leverfunctie: bij een lichte leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–6) is een aanpassing van de dosis niet nodig. Bij een matige en ernstige leverfunctiestoornis lager doseren via een aangepast titratie-schema: Matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9): 1,25 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 2,5 mg/kg 2×/dag ; bij LGS en DS is de dosering max. 5 mg/kg 2×/dag en bij TSC is de max. dosering 6,25 mg/kg 2×/dag; Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15): 0,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 1 mg/kg 2×/dag; bij LGS en DS is de dosering max. 2 mg/kg 2×/dag en bij TSC is de max. dosering 2,5 mg/kg 2×/dag.

Bij staken de behandeling geleidelijk afbouwen; in klinische onderzoeken was dit 10 dagen met ca. 10%/dag.

Een of meerdere vergeten doses niet inhalen, maar het doseerschema vervolgen. Als > 7 dagen is vergeten, de titratie-opbouw opnieuw starten.

Toediening

  • Gebruik de kleine doseerspuit voor orale toediening van 1 ml als de berekende dosis 100 mg (= 1 ml) of minder is; als de berekende dosis hoger is dan 100 mg (= 1 ml) de grote spuit van 5 ml gebruiken. De meegeleverde doseerspuiten zijn voorzien van een schaalverdeling: met de doseerspuit van 5 ml kan men doseren in stappen van 0,1 ml (= 10 mg) en met de spuit van 1 ml in stappen van 0,05 ml (= 5 mg).
  • De drank steeds op dezelfde manier innemen, met of zonder gelijksoortig voedsel (dezelfde hoeveelheden vetten, koolhydraten, eiwitten) met inbegrip van het ketogeen dieet; voedsel verhoogt de cannabidiol-concentratie.
  • Orale toediening heeft de voorkeur; indien nodig, is enterale toediening via neus- en maagsonde mogelijk.

Doseringen

Als de berekende dosis 3,0 ml of minder bedraagt, de groen bedrukte spuit van 3 ml gebruiken. Als de berekende dosis hoger is dan 3,0 ml, de paars bedrukte spuit van 6 ml gebruiken.

Klap alles open Klap alles dicht

'Add-on' bij syndroom van Dravet

Volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar

Zonder stiripentol comedicatie: start met 0,1 mg/kg 2×/dag, vervolgens indien nodig en verdragen op dag 7 de dosering verhogen naar 0,2 mg/kg 2×/dag, en op dag 14 verder verhogen naar 0,35 mg/kg 2×/dag; max. dosering: 13 mg 2×/dag (= 6,0 ml 2×/dag). Voor patiënten die een snellere titratie nodig hebben, zo nodig de dosis om de 4 dagen verhogen.

Mét stiripentol comedicatie: start met 0,1 mg/kg 2×/dag, vervolgens indien nodig en verdragen op dag 7 de dosering verhogen naar de onderhoudsdosis van 0,2 mg/kg 2×/dag; max. dosering 8,6 mg 2×/dag (= 4,0 ml 2×/dag), Voor patiënten die een snellere titratie nodig hebben, zo nodig de dosis op dag 4 verhogen.

'Add-on' bij syndroom van Lennox-Gastaut

Volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar

Start met 0,1 mg/kg 2×/dag, vervolgens indien verdragen op dag 7 de dosering verhogen naar 0,2 mg/kg 2×/dag, en op dag 14 verder verhogen naar de onderhoudsdosis van 0,35 mg/kg 2×/dag; max. dosering: 13 mg 2×/dag (= 6,0 ml 2×/dag).

Bij staken van de therapie: de dosering geleidelijk afbouwen.

Bij een licht tot ernstig verminderde nierfunctie, een langzamere titratie overwegen. Bij een nierziekte in het eindstadium is fenfluramine niet onderzocht; onbekend is of fenfluramine of de werkzame metaboliet, norfenfluramine, dialyseerbaar is. Fenfluramine in comedicatie met stiripentol niet gebruiken bij een nierfunctiestoornis, omdat geen klinische gegevens beschikbaar zijn.

Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie: (Child-Pughscore 5–9) zonder stiripentol is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) zonder stiripentol, is de max. dosering 0,2 mg/kg 2×/dag en de max. totale dagdosis 17 mg. Fenfluramine met stiripentol comedicatie niet gebruiken bij een matige of ernstige leverfunctiestoornis, omdat geen klinische gegevens beschikbaar zijn.

Toediening: de oplossing voor oraal gebruik kan met of zonder voedsel worden ingenomen. Het kan gecombineerd met maagsondes en nasogastrische voedingssondes en ook met een ketogeen dieet.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust (21%), slaperigheid (23%), sedatie, diarree (20%), braken, koorts, vermoeidheid, daling van hemoglobine- en hematocrietwaarden.

Vaak (1-10%): pneumonie, urineweginfectie, prikkelbaarheid, agressie, lethargie, (verergering van) aanval, hoesten, misselijkheid, huiduitslag, gewichtsverlies. Stijging van leverenzymwaarden (ALAT, ASAT en γ-GT) en bloed-creatinine.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust (32%), slaperigheid, diarree, vermoeidheid. Vaak (1-10%): bronchitis, abnormaal gedrag, agressie, prikkelbaarheid, slapeloosheid, stemmingswisselingen. Ataxie, spierslapte, lethargie, epileptische aanval, tremor, status epilepticus. Obstipatie, overmatige speekselvloed, braken. Rash. Verlaagd gewicht, verlaagde bloedglucosespiegel, verhoogde prolactinespiegel.

Verder is gemeld: serotoninesyndroom, hartklepaandoeningen, pulmonale arteriële hypertensie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Cannabidiol is een substraat voor CYP3A4, CYP2C19, UGT1A7, UGT1A9 en UGT2B7. Uit in vitro gegevens blijkt dat cannabidiol bij klinisch relevante concentraties een remmer is van CYP1A2-, CYP2B6-, CYP2C8-, CYP2C9-, CYP2C19-, UGT1A9- en UGT2B7-activiteit. De metaboliet 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD) is in-vitro bij klinisch relevante concentraties een remmer van UGT1A1-, UGT1A4- en UGT1A6-gemedieerde activiteit. Cannabidiol induceert CYP1A2- en CYP2B6-mRNA-expressie in-vitro bij klinisch relevante concentraties. De metaboliet 7-COOH-CBD is een Pgp/MDR1-substraat en heeft de potentie om BCRP, OATP1B3 en OAT3 te inhiberen.

Sterke CYP3A4- of CYP2C19-inductoren als rifampicine, carbamazepine, enzalutamide, mitotaan, sint-janskruid kunnen de plasmaconcentratie van cannabidiol en van zijn actieve metaboliet 7-OH-CBD verminderen. Dosisaanpassing kan dan nodig zijn.

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van UGT-remmers.

Bij gelijktijdige behandeling van anti-epileptica kunnen ook door de complexe farmacokinetiek van cannabidiol interacties optreden:

  • Bij gelijktijdig gebruik van clobazam kan cannabidiol de actieve metaboliet van clobazam (N-desmethylclobazam) 3- tot 4-voudig verhogen, terwijl ook de verhoogde blootstelling aan een actieve metaboliet van cannabidiol (7-OH-CBD) met 47% toeneemt. Overweeg bij optreden van slaperigheid de dosis clobazam te verlagen.
  • Bij gelijktijdig gebruik van cannabidiol en valproïnezuur is er meer diarree, verminderde eetlust en verhoogde transaminase-enzymen. Verminder bij klinisch significant verhoogde transaminasenwaarden de dosering of stop met cannabidiol en/of gelijktijdig valproïnezuur, totdat de transaminasenwaarden zijn hersteld.
  • Bij gelijktijdig gebruik kan de stiripentol-concentratie toenemen en is controle op bijwerkingen aangewezen.
  • Cannabidiol kan via inhibitie van CYP2C9 de blootstelling aan fenytoïne verhogen; start daarom voorzichtig met deze combinatie en verlaag de dosis fenytoïne als tolerantie optreedt.
  • Bij gelijktijdige toediening kunnen de lamotrigine-gehalten verhoogd zijn via inhibitie van UGT2B7.

Cannabidiol kan de blootstelling aan het Pgp- en CYP3A4-substraat everolimus verhogen via inhibitie van intestinale Pgp-efflux. Bewaak daarom bij starten met cannabidiol de everolimusconcentratie en stel indien nodig de dosering bij. Start bij patiënten op een stabiele dosis cannabidiol met een lagere aanvangsdosis van everolimus onder geneesmiddelbewaking. Overweeg bij gelijktijdig gebruik ook controle van de concentraties en dosisverlaging van andere Pgp-substraten (bv. sirolimus, tacrolimus en digoxine).

Vanuit in vitro gegevens worden interacties verwacht bij gelijktijdig gebruik van:

  • CYP1A2-substraten (bv. theofylline of tizanidine) en CYP2B6-substraten; zowel inductie als inhibitie van enzymactiviteit is mogelijk; overweeg indien klinisch van toepassing een dosisaanpassing;
  • CYP2B6-substraten (bv. bupropion, efavirenz);
  • CYP2C19-substraten, zoals clobazam en omeprazol. Overweeg een dosisverlaging voor gelijktijdig gebruik van gevoelige CYP2C19-substraten of geneesmiddelen met een smalle therapeutische index;
  • UGT1A9 substraten (bv. propofol, fenofibraat), UGT2B7-substraten (bv. gemfibrozil, morfine, lorazepam), CYP2C8-substraten (repaglinide) en CYP2C9-substraten; overweeg een dosisverlaging van deze substraten als door mogelijke enzymremming door cannabidiol bijwerkingen optreden;
  • diverse UGT-substraten; cannabidiol is een omkeerbare remmer van UGT1A9- en UGT2B7 en zijn metaboliet 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD) is een remmer van UGT1A1-, UGT1A4- en UGT1A6.

Interacties

Toediening van monoamineoxidase (MAO)remmers in de 14 voorgaande dagen is gecontra-indiceerd, vanwege een verhoogd risico op serotoninesyndroom.

Bij gelijktijdig gebruik van andere serotonerge middelen is er meer kans op het serotoninesyndroom. Controleer op optreden van serotoninesyndroom met name bij aanvang van de behandeling en bij dosisverhoging van andere serotonerge middelen.

Het centraal dempende effect kan worden versterkt door andere serotonerge middelen (waaronder SSRI’s, SNRI’s, tricyclische antidepressiva en triptanen), middelen die het metabolisme van serotonine afremmen (zoals MAO-remmers), of antipsychotica die van invloed kunnen zijn op de serotonerge neurotransmittersystemen.

Bij gelijktijdig gebruik met rifampicine of een sterke CYP1A2- of CYP2B6-inductor kan verhoging van de dosis fenfluramine nodig zijn, mits twee keer de hoogste dagelijkse dosis (52 mg/dag ) niet wordt overschreden. Als tijdens onderhoudsbehandeling met fenfluramine een sterke CYP1A2- of CYP2B6-inductor wordt gestaakt, overweeg dan geleidelijke vermindering van de dosis fenfluramine.

Het opstarten van een gelijktijdige behandeling met een sterke CYP1A2- of CYP2D6-remmer kan leiden tot hogere blootstelling. Daarom moeten bijwerkingen worden gemonitord en kan voor sommige patiënten een dosisverlaging nodig zijn.

In-vitro-onderzoeken wijzen erop dat fenfluramine CYP2D6 kan remmen. Gelijktijdige toediening met CYP2D6-substraten kan de plasmaconcentraties van deze stoffen verhogen; de steady-stateconcentratie van desipramine verdubbelt ongeveer.

In-vitro-onderzoeken wijzen erop dat fenfluramine CYP2B6 kan induceren en intestinaal CYP3A4 kan induceren. Gelijktijdige toediening met CYP2B6- of CYP3A4-substraten kan de plasmaconcentraties van deze stoffen verlagen.

In-vitro-onderzoeken wijzen erop dat norfenfluramine (belangrijke en actieve metaboliet) bij klinisch relevante concentraties MATE1 kan remmen. Gelijktijdige toediening met MATE1-substraten kan de plasmaconcentraties van deze stoffen verhogen.

Een dosisaanpassing is niet nodig bij gelijktijdig gebruik met cannabidiol.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijke effecten.

Advies: Gebruik ontraden.

Vruchtbaarheid: Dieronderzoek duidt op een mogelijke invloed op de vrouwelijke vruchtbaarheid.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Omdat cannabidiol in hoge mate aan eiwitten bindt gaat het waarschijnlijk vanuit plasma over naar de moedermelk.

Farmacologisch effect: Bij dieren zijn toxicologische veranderingen waargenomen.

Advies: Het geven van borstvoeding of dit geneesmiddel ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.

Advies: Het gebruik óf het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • transaminasenwaarden > 3× de bovengrens van de normaalwaarde (ULN) en een bilirubinegehalte > 2× ULN.

Contra-indicaties

  • aorta- of mitralisklepaandoening;
  • pulmonale arteriële hypertensie.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Reguliere controle transaminasen: Bepaal vóór start van de behandeling, na 1 maand, 3 en 6 maanden en vervolgens op klinische indicatie de transaminase- (ALAT en ASAT) en totaal bilirubine-waarden in serum. Dit monitoringsschema opnieuw opstarten na veranderingen in de cannabidiol-dosis hoger dan 10 mg/kg/dag of veranderingen in comedicatie (dosisaanpassingen of toevoegingen) die een invloed hebben op de lever. Beoordeel patiënten met op baseline verhoogde waarden van transaminasen > 3× ULN of van het bilirubine > 2× ULN voorafgaand aan de behandeling.

Intensievere controle transaminasen: Bepaal bij patiënten met op baseline verhoogde ALAT- of ASAT-waarden en bij comedicatie met valproïnezuur de transaminase- (ALAT en ASAT) en totaal bilirubine-waarden in serum frequenter: na 2 weken, na 1 maand, 2, 3 en 6 maanden en vervolgens periodiek of op klinische indicatie. Dit monitoringsschema opnieuw opstarten na veranderingen in de cannabidiol-dosis hoger dan 10 mg/kg/dag of veranderingen in comedicatie (dosisaanpassingen of toevoegingen) die een invloed hebben op de lever. Staak cannabidiol bij een verhoging van de transaminase-waarden > 3× ULN en een verhoging van het bilirubine > 2× ULN. Ook bij aanhoudend verhoogde transaminasenwaarden > 3× ULN de behandeling staken. Bij symptomen die kunnen wijzen op een gestoorde leverfunctie de transaminasewaarden en het totaal bilirubine in serum onmiddellijk meten en de behandeling met cannabidiol onderbreken of zo nodig staken. In klinische onderzoeken traden de meeste verhogingen van transaminasen op bij patiënten die gelijktijdig valproïnezuur gebruikten en in mindere mate bij gelijktijdig gebruik van clobazam. Overweeg bij verhoging van de transaminasewaarden dosisaanpassing of staken van valproaat of dosisaanpassing van clobazam.

Slaperigheid en sedatie kan vaker optreden bij gelijktijdig gebruik van clobazam en andere middelen die het CZS onderdrukken, waaronder alcohol.

Op tekenen van suïcidale gedachten en -gedrag controleren tijdens de behandeling.

Op gewichtsverlies of afwezigheid van gewichtstoename regelmatig controleren, om te beoordelen of de behandeling moet worden voortgezet.

Niet onderzocht: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen tot 2 jaar zijn nog niet vastgesteld. De klinische ervaring bij ouderen (≥ 55 j.) is beperkt. Voor patiënten met klinisch significante hart- en vaakziekten zijn bij TSC geen gegevens voorhanden.

Hulpstoffen: Benzylalcohol, in de drank, kan in grote hoeveelheden zich ophopen in het lichaam en metabole acidose veroorzaken; wees voorzichtig tijdens zwangerschap, lactatie en bij een verminderde lever- of nierfunctie.

Cannabidiol heeft grote invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen, omdat het slaperigheid en sedatie kan veroorzaken. Adviseer patiënten om niet te rijden en geen machines te bedienen totdat ze voldoende ervaring hebben opgedaan om te kunnen inschatten of het middel hun vermogens aantast.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Monitor het hart met behulp van echocardiografie; hartklepaandoeningen en pulmonale arteriële hypertensie (PAH) zijn gemeld, met name tijdens gebruik van hogere doseringen fenfluramine bij behandeling van obesitas in het verleden. Voorafgaand aan de behandeling dient men met een echocardiogram een reeds bestaande hartklepaandoening of PAH uit te sluiten en de uitgangssituatie vóór behandeling vast te leggen. Tijdens de behandeling regelmatig (eerste 2 jaar iedere 6 maanden, daarna jaarlijks) en 3-6 maanden na de laatste dosis echocardiografische controle uitvoeren. Overweeg bij pathologische veranderingen in een hartklep op het echocardiogram, om op een eerder tijdstip een vervolg-echocardiogram te doen en daarop te beoordelen of de afwijking persistent is. Bij pathologische afwijkingen op het echocardiogram voortzetting van de behandeling heroverwegen in overleg tussen de voorschrijver, verzorger en cardioloog. Zorg voor passende monitoring en follow-up als de behandeling vanwege een aorta- of mitralisklepaandoening wordt gestaakt. Bij aanwijzingen voor PAH op een echocardiogram, zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 3 maanden een herhalings-echocardiogram maken om deze bevindingen te bevestigen. Vervolgens bij een hoge kans op PAH de behandeling staken. Bij een matige waarschijnlijkheid op PAH voortzetting van de behandeling heroverwegen in overleg tussen de voorschrijver, verzorger en cardioloog.

Fenfluramine kan een dosisgerelateerde verminderde eetlust en gewichtsverlies veroorzaken; combinatie met een ander anti-epilepticum als stiripentol kan dit effect versterken. Beoordeel vóór aanvang van de behandeling bij een voorgeschiedenis anorexia en boulimia de baten-risicoverhouding; deze is voor gewichtsbeheersing bij obese patiënten gebleken. Bewaak tijdens behandeling het gewicht.

Er is een programma voor gecontroleerde toegang opgezet om 1) offlabelgebruik voor gewichtsbeheersing/obesitas te voorkomen en 2) te verifiëren dat de noodzaak van periodieke monitoring van het hart van fenfluramine-gebruikers bekend is.

Centraal dempende stoffen als alcohol kunnen de slaperigheid van fenfluramine versterken.

Informeer patiënten en hun verzorgers om tekenen van suïcidaal gedrag en suïcidale ideatie te melden.

Overweeg bij vermoeden van serotoninesyndroom de dosis te verlagen of te stoppen met fenfluramine en/of andere serotonerge middelen.

Overweeg bij een toename van de frequentie van de aanvallen, aanpassing van de dosis fenfluramine en/of de gelijktijdig gebruikte anti-epileptica, dan wel staken van de behandeling.

Staak de behandeling bij patiënten met een acute afname van de gezichtsscherpte. Overweeg staken als er sprake is van oculaire pijn en er geen andere oorzaak kan worden vastgesteld. Fenfluramine kan mydriase veroorzaken en kan nauwe-kamerhoekglaucoom versnellen.

Bij staken geleidelijk afbouwen om risico op toename van de aanvalsfrequentie of een status epilepticus te beperken. Maak 3-6 maanden na de laatste dosis een laatste echocardiogram.

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen jonger dan 2 jaar zijn niet vastgesteld. Over ouderen zijn er zijn geen gegevens.

Hulpstoffen: Zwaveldioxide, in de oplossing, veroorzaakt in zeldzame gevallen bronchospasme

Fenfluramine kan slaperigheid en vermoeidheid veroorzaken en heeft daardoor een matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Adviseer patiënten geen voertuigen te besturen of machines te bedienen totdat zij voldoende ervaring hebben opgedaan om te kunnen inschatten of het geneesmiddel hun vermogens negatief beïnvloedt.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling over een vergiftiging met cannabidiol de monografie op toxicologie.org/cannabidiol of zie vergiftigingen.info.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met fenfluramine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Anti-epilepticum. Het vermindert de neuronale hyperexcitabiliteit, door de modulatie van intracellulair calcium via G-proteïnegekoppelde receptor 55 (GPR55) en 'transient receptor potential vanilloid 1'-(TRPV1)-kanalen, en de modulatie van adenosine-gemedieerde signalering door inhibitie van cellulaire opname van adenosine via de 'equilibrative nucleoside transporter 1' (ENT1). Het precieze werkingsmechanisme is niet bekend. De anticonvulsieve effecten komen niet voort uit interactie met cannabinoïdreceptoren. De bidirectionele farmacokinetische interactie tussen cannabidiol en clobazam heeft een potentieel additief anticonvulsief effect, wat leidt tot verhoogde waarden van hun respectieve actieve metabolieten, 7-OH-CBD (circa 1,5-voudig) en N-CLB (circa 3-voudig).

Kinetische gegevens

Resorptie inname met een (vetrijke/calorierijke) maaltijd of met melk verhoogt de snelheid en mate van absorptie.
Eiwitbinding > 94%
T max 2–2,5 uur.
V d 299–612 l/kg.
Metabolisering uitgebreid in de lever en de darm via CYP450-enzymen (CYP2C19 en CYP3A4) en UGT-enzymen (UGT1A7, UGT1A9 en UGT2B7). Er zijn diverse actieve metabolieten: 6- en 7- hydroxy-cannabidiol (6-OH-CBD en 7-OH-CBD) en 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD). De belangrijkste actieve metaboliet is 7-COOH-CBD (ca. 40% van de CBD-blootstelling).
Eliminatie vnl. met de feces; renale klaring is minder belangrijk.
T 1/2el 56–61 uur

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Fenfluramine maakt serotonine vrij en stimuleert zo meerdere subtypen van 5HT-receptoren. Door als agonist te werken op specifieke serotoninereceptoren in de hersenen, waaronder de 5HT1D-, 5HT2A- en 5HT2C-receptoren, en ook door in te werken op de sigma-1-receptor kan fenfluramine het aantal epileptische aanvallen verminderen. Het precieze werkingsmechanisme van fenfluramine bij het Dravetsyndroom en het Lennox-Gastautsyndroom is niet bekend.

Kinetische gegevens

F 68–83%.
T max 3–5 uur.
V d 11,9 l/kg.
Metabolisering 75% wordt voornamelijk via CYP1A2, CYP2B6 en CYP2D6 gemetaboliseerd in norfenfluramine, een actieve metaboliet. Norfenfluramine wordt gedesamineerd en geoxideerd tot inactieve metabolieten.
Eliminatie > 90% als metabolieten met de urine (fenfluramine), < 5% met de feces.
T 1/2el 20 uur (fenfluramine), ca. 30 uur (norfenfluramine).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

cannabidiol hoort bij de groep anti-epileptica.

  • brivaracetam (N03AX23) Vergelijk
  • carbamazepine (N03AF01) Vergelijk
  • cenobamaat (N03AX25) Vergelijk
  • chloralhydraat (N05CC01) Vergelijk
  • clonazepam (N03AE01) Vergelijk
  • ethosuximide (N03AD01) Vergelijk
  • felbamaat (N03AX10) Vergelijk
  • fenfluramine (N03AX26) Vergelijk
  • fenobarbital (N03AA02) Vergelijk
  • fenytoïne (N03AB02) Vergelijk
  • gabapentine (N02BF01) Vergelijk
  • lacosamide (N03AX18) Vergelijk
  • lamotrigine (N03AX09) Vergelijk
  • levetiracetam (N03AX14) Vergelijk
  • oxcarbazepine (N03AF02) Vergelijk
  • perampanel (N03AX22) Vergelijk
  • pregabaline (N02BF02) Vergelijk
  • primidon (N03AA03) Vergelijk
  • rufinamide (N03AF03) Vergelijk
  • stiripentol (N03AX17) Vergelijk
  • topiramaat (N03AX11) Vergelijk
  • valproïnezuur (N03AG01) Vergelijk
  • vigabatrine (N03AG04) Vergelijk
  • zonisamide (N03AX15) Vergelijk

Groepsinformatie

fenfluramine hoort bij de groep anti-epileptica.

  • brivaracetam (N03AX23) Vergelijk
  • cannabidiol (N03AX24) Vergelijk
  • carbamazepine (N03AF01) Vergelijk
  • cenobamaat (N03AX25) Vergelijk
  • chloralhydraat (N05CC01) Vergelijk
  • clonazepam (N03AE01) Vergelijk
  • ethosuximide (N03AD01) Vergelijk
  • felbamaat (N03AX10) Vergelijk
  • fenobarbital (N03AA02) Vergelijk
  • fenytoïne (N03AB02) Vergelijk
  • gabapentine (N02BF01) Vergelijk
  • lacosamide (N03AX18) Vergelijk
  • lamotrigine (N03AX09) Vergelijk
  • levetiracetam (N03AX14) Vergelijk
  • oxcarbazepine (N03AF02) Vergelijk
  • perampanel (N03AX22) Vergelijk
  • pregabaline (N02BF02) Vergelijk
  • primidon (N03AA03) Vergelijk
  • rufinamide (N03AF03) Vergelijk
  • stiripentol (N03AX17) Vergelijk
  • topiramaat (N03AX11) Vergelijk
  • valproïnezuur (N03AG01) Vergelijk
  • vigabatrine (N03AG04) Vergelijk
  • zonisamide (N03AX15) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anti-epileptica

Indicaties

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anti-epileptica

Indicaties

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".