Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

cannabidiol

anti-epileptica N03AX24

Sluiten

lacosamide

anti-epileptica N03AX18

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Epidyolex Bijlage 2 Jazz Pharmaceuticals Nederland BV

Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
Fles 100 ml (incl. 2 doseerspuiten van 1 ml en 2 doseerspuiten van 5 ml).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Lacosamide infusievloeistof XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 20 ml

Lacosamide stroop/tabletten Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Stroop
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
fles 200 ml (met maatbekertje en doseerspuit met maatverdeling)
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
50 mg, 100 mg, 150 mg, 200 mg

Vimpat infusievloeistof XGVS UCB Pharma bv

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 20 ml

Vimpat stroop/tabletten UCB Pharma bv

Toedieningsvorm
Stroop
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
fles 200 ml (met maatbekertje en doseerspuit met maatverdeling)
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
50 mg, 150 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Overweeg cannabidiol als add-on bij de standaardbehandeling bij patiënten vanaf twee jaar oud met: a) therapieresistente epilepsie bij tubereuze sclerose complex, b) therapieresistent syndroom van Dravet (in combinatie met clobazam) en c) therapieresistent syndroom van Lennox-Gastaut (in combinatie met clobazam). Therapieresistentie wordt gedefinieerd als het bereiken van onvoldoende aanvalscontrole met ten minste twee andere anti-epileptica. De behandeling moet worden gestaakt als na zes maanden gebruik van de onderhoudsdosering de aanvalsfrequentie niet met ten minste 30% is afgenomen.

Aan de vergoeding van cannabidiol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

  • ZIN-rapport 2022_cannabidiol_epidyolex__icm_clobazam_als_adjuvante_behandeling_bij_therapieresistent_gastautsyndroom_of_dravetsyndroom
  • ZIN-rapport 2025 cannabidiol Epidyolex® bij therapieresistente epileptische aanvallen gerelateerd aan tubereuze sclerose complex (TSC)

Advies

Bij focale (voorheen partiële) epilepsie heeft als onderhoudsbehandeling lamotrigine de voorkeur. Lacosamide en levetiracetam zijn geschikte alternatieven. Op basis van patiëntkenmerken kunnen carbamazepine, oxcarbazepine, topiramaat, valproïnezuur of zonisamide worden overwogen. Kies als adjuvante behandeling bij voorkeur een van de volgende middelen: brivaracetam, carbamazepine, lacosamide, lamotrigine, levetiracetam, oxcarbazepine, perampanel, topiramaat of valproïnezuur. Geef bij voorkeur middelen met een verschillend werkingsmechanisme.

Geef bij epileptische aanvallen met een gegeneraliseerd begin valproïnezuur (voorkeur), lamotrigine, levetiracetam of evt. topiramaat als monotherapie. Bij gegeneraliseerde aanvallen met myoklonieën geen lamotrigine geven. Kies bij falen van monotherapie als adjuvante behandeling een van de volgende middelen: brivaracetam, clobazam, lacosamide, lamotrigine, levetiracetam, perampanel, topiramaat of valproïnezuur. Geef bij voorkeur middelen met een verschillend werkingsmechanisme.

Indicaties

  • Adjuvante therapie bij aanvallen geassocieerd met het Lennox-Gastautsyndroom (LGS) of het syndroom van Dravet (DS) in combinatie met clobazam bij patiënten van 2 jaar en ouder;
  • Adjuvante therapie bij aanvallen geassocieerd met tubereuze sclerose complex (TSC) bij patiënten van 2 jaar en ouder.

Gerelateerde informatie

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Indicaties

  • Monotherapie bij focaal (voorheen partieel) beginnende epilepsie-aanvallen met of zonder secundaire generalisatie bij volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar.
  • Adjuvante therapie bij:
    • focaal (voorheen partieel) beginnende epilepsie-aanvallen met of zonder secundaire generalisatie bij volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar;
    • primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij volwassenen en kinderen vanaf 4 jaar.

De infusievloeistof is een alternatief als orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.

Gerelateerde informatie

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

'Add-on'-therapie bij Lennox-Gastautsyndroom (LGS) of syndroom van Dravet (DS)

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen van 2 jaar en ouder

Startdosis: 2,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 5 mg/kg 2×/dag. Op basis van respons en of het te verdragen is, de dosis wekelijks met 2,5 mg/kg 2×/dag verhogen tot max. 10 mg/kg 2×/dag (20 mg/kg/dag). Bij een dagdosis van 10–20 mg/kg/dag het volledige monitoringsschema volgen.

'Add-on'-therapie bij tubereuze sclerose complex (TSC)

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen van 2 jaar en ouder

Startdosis: 2,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot onderhoudsdosis van 5 mg/kg 2×/dag. Beoordeel de klinische respons en of het te verdragen is. Op basis hiervan de dosis wekelijks met 2,5 mg/kg 2×/dag (5 mg/kg/dag) verhogen tot max. 10 mg/kg 2×/dag (25 mg/kg/dag). Bij een dagdosis van 10–25 mg/kg/dag het volledige monitoringsschema volgen.

Bij ouderen voorzichtig doseren bij de ondergrens van het doseringsbereik, omdat zowel verminderde lever-, nier- en hartfunctie als comorbiditeit en/of polyfarmacie vaker voorkomen.

Verminderde nierfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig. Er is geen ervaring bij nierfalen. Het is niet bekend of cannabidiol dialyseerbaar is.

Verminderde leverfunctie: bij een lichte leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–6) is een aanpassing van de dosis niet nodig. Bij een matige en ernstige leverfunctiestoornis lager doseren via een aangepast titratie-schema: Matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9): 1,25 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 2,5 mg/kg 2×/dag ; bij LGS en DS is de dosering max. 5 mg/kg 2×/dag en bij TSC is de max. dosering 6,25 mg/kg 2×/dag; Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15): 0,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 1 mg/kg 2×/dag; bij LGS en DS is de dosering max. 2 mg/kg 2×/dag en bij TSC is de max. dosering 2,5 mg/kg 2×/dag.

Bij staken de behandeling geleidelijk afbouwen; in klinische onderzoeken was dit 10 dagen met ca. 10%/dag.

Een of meerdere vergeten doses niet inhalen, maar het doseerschema vervolgen. Als > 7 dagen is vergeten, de titratie-opbouw opnieuw starten.

Toediening

  • Gebruik de kleine doseerspuit voor orale toediening van 1 ml als de berekende dosis 100 mg (= 1 ml) of minder is; als de berekende dosis hoger is dan 100 mg (= 1 ml) de grote spuit van 5 ml gebruiken. De meegeleverde doseerspuiten zijn voorzien van een schaalverdeling: met de doseerspuit van 5 ml kan men doseren in stappen van 0,1 ml (= 10 mg) en met de spuit van 1 ml in stappen van 0,05 ml (= 5 mg).
  • De drank steeds op dezelfde manier innemen, met of zonder gelijksoortig voedsel (dezelfde hoeveelheden vetten, koolhydraten, eiwitten) met inbegrip van het ketogeen dieet; voedsel verhoogt de cannabidiol-concentratie.
  • Orale toediening heeft de voorkeur; indien nodig, is enterale toediening via neus- en maagsonde mogelijk.

Doseringen

Lacosamide tweemaal per dag innemen met een tussenperiode van ca. 12 uur.

Klap alles open Klap alles dicht

Monotherapie bij focale aanvallen

Volwassenen en kinderen (≥ 2 j.) met een lichaamsgewicht ≥ 50 kg

Oraal, i.v.: begindosering: 50 mg 2×/dag met een tussenperiode van ca. 12 uur), na 1 week verhogen tot therapeutische startdosering van 100 mg 2×/dag, óf alternatief: begindosering 100 mg 2×/dag ter beoordeling van de arts, die de gewenste aanvalsvermindering afweegt tegen de bijwerkingen. Vervolgens: indien nodig iedere week met 2×/dag 50 mg verhogen tot maximaal 2×/dag 300 mg (600 mg (= 60 ml)/dag).

Alternatieve begindosering in situaties waarin een snel effect van lacosamide is vereist: starten met een enkele oplaaddosis van 200 mg, na 12 uur gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg 2×/dag; vervolgens individueel aanpassen. De oplaaddosis onder medisch toezicht toedienen wegens meer kans op ernstige hartritmestoornissen en meer centrale bijwerkingen. De toediening van een oplaaddosis is niet onderzocht in acute omstandigheden zoals status epilepticus.

Bij patiënten die een onderhoudsdosis hebben > 400 mg/dag en die een bijkomend anti-epilepticum nodig hebben: volg de dosering voor adjuvante therapie.

Kinderen ≥ 2 j. met een lichaamsgewicht < 50 kg

Oraal, i.v.: begindosering: 2 mg/kg/dag, na 1 week verhogen tot therapeutische startdosering van 4 mg/kg/dag. Vervolgens: indien nodig geleidelijk verhogen met wekelijks 2 mg/kg/dag tot respons wordt bereikt; bij kinderen van 10–40 kg tot max. 12 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses (door hogere klaring t.o.v. volwassenen); bij 40–50 kg tot max. 10 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses.

Adjuvans bij focale aanvallen

Volwassenen en kinderen (≥ 2 j.) met een lichaamsgewicht ≥ 50 kg

Oraal, i.v.: begindosering 50 mg 2×/dag (met een tussenperiode van ca. 12 uur), na 1 week verhogen tot therapeutische startdosering van 100 mg 2×/dag; indien nodig iedere week met 2×/dag 50 mg verhogen tot maximaal 2×/dag 200 mg (=2×/dag 20 ml).

Alternatieve begindosering in situaties waarin een snel effect van lacosamide is vereist: starten met een enkele oplaaddosis van 200 mg, na 12 uur gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg 2×/dag; vervolgens individueel aanpassen. De oplaaddosis onder medisch toezicht toedienen wegens kans op meer centrale bijwerkingen. De toediening van een oplaaddosis is niet onderzocht in acute omstandigheden zoals status epilepticus.

Kinderen ≥ 2 j. met een lichaamsgewicht < 50 kg

Oraal, i.v.: begindosering: 2 mg/kg/dag, na 1 week verhogen tot therapeutische startdosering van 4 mg/kg/dag. Vervolgens: indien nodig geleidelijk verhogen met wekelijks 2 mg/kg/dag tot respons wordt bereikt; bij kinderen van 10–20 kg tot max. 12 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses (door hogere klaring t.o.v. volwassenen); bij 20–30 kg tot max. 10 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses; bij 30–50 kg tot max. 8 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses (bij enkele kinderen van 30–50 kg is in een open label studie tot 12 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses gebruikt).

Adjuvans bij primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen

Volwassenen en kinderen (≥ 4 j.) met een lichaamsgewicht ≥ 50 kg

Oraal, i.v.: begindosering 50 mg 2×/dag (met een tussenperiode van ca. 12 uur), na 1 week verhogen tot therapeutische startdosering van 100 mg 2×/dag; indien nodig iedere week met 2×/dag 50 mg verhogen tot maximaal 2×/dag 200 mg (=2×/dag 20 ml).

Alternatieve begindosering in situaties waarin een snel effect van lacosamide is vereist: starten met een enkele oplaaddosis van 200 mg, na 12 uur gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg 2×/dag; vervolgens individueel aanpassen. De oplaaddosis onder medisch toezicht toedienen wegens kans op meer centrale bijwerkingen. De toediening van een oplaaddosis is niet onderzocht in acute omstandigheden zoals status epilepticus.

Kinderen ≥ 4 j. met een lichaamsgewicht < 50 kg

Oraal, i.v.: begindosering: 2 mg/kg/dag, na 1 week verhogen tot therapeutische startdosering van 4 mg/kg/dag. Vervolgens: indien nodig geleidelijk verhogen met wekelijks 2 mg/kg/dag tot respons wordt bereikt; bij kinderen van 10- 20 kg tot max. 12 mg/kg/dag (door hogere klaring t.o.v. volwassenen); bij 20–30 kg tot max. 10 mg/kg/dag; bij 30–50 kg tot maximaal 8 mg/kg/dag (bij enkele kinderen van 30–50 kg is in een open label studie tot 12 mg/kg/dag gebruikt).

Ouderen (> 65 j.): er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd; er is er weinig ervaring, met name met doses > 400 mg/dag.

Verminderde nierfunctie: Bij volwassenen en kinderen ≥ 50 kg met een lichte of matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring > 30 ml/min): er is geen dosisaanpassing nodig. Bij kinderen < 50 kg met een lichte of matige nierfunctiestoornis: wees voorzichtig bij dosistitratie boven 200 mg/dag. Bij volwassenen en kinderen ≥ 50 kg met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≤ 30 ml/min): max. 250 mg/dag; voorzichtig optitreren; oplaaddosis (indien nodig) is 100 mg, gevolgd door 50 mg 2×/dag gedurende de eerste week. Bij kinderen < 50 kg met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≤ 30 ml/min): verlaag de max. dosis met 25%. Bij alle patiënten met hemodialyse wordt een supplement van max. 50% van de verdeelde dagelijkse dosis direct na afloop van de hemodialyse aanbevolen.

Verminderde leverfunctie: Bij volwassenen en kinderen ≥ 50 kg met een lichte of matige leverfunctiestoornis: wees voorzichtig bij dosistitratie boven 200 mg/dag; max. dosering 300 mg/dag. Bij kinderen < 50 kg met een lichte of matige leverfunctiestoornis: verlaag de max. dosis met 25%. Bij een ernstige leverfunctiestoornis is de kinetiek van lacosamide niet geëvalueerd; vervolg bij toepassing de potentiële bijwerkingen en pas eventueel de dosering aan.

Een vergeten dosis onmiddellijk innemen en de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip innemen. Als minder dan 6 uur over is voor de volgende geplande dosis moet de patiënt wachten met het innemen van de volgende dosis tot het gebruikelijke tijdstip. Geen dubbele dosis innemen.

Bij staken van de behandeling de dagdosis geleidelijk afbouwen: bij een lichaamsgewicht ≥ 50 kg en een bereikte dosering ≥ 300 mg/dag met bv. 200 mg/week of indien nodig langzamer met 100 mg/week; bij kinderen < 50 kg en een bereikte dosering ≥ 6 mg/kg/dag met wekelijkse verlagingen van 4 mg/kg/dag of indien nodig langzamer met 2 mg/kg/dag.

Omschakeling van of naar orale of i.v.-toediening kan zonder titreren, direct plaatsvinden. Bij omschakelen tussen orale en i.v.-toediening, de totale dagelijkse dosis en de toediening 2×/dag, handhaven. Uit klinische studies is er ervaring met 2×/dag infusies gedurende 5 dagen als adjuvante therapie.

Toediening

  • De tablet of stroop kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
  • De fles met stroop voor gebruik goed schudden.
  • De stroop wordt geleverd met een maatbeker (5-30 ml overeenkomend met 50-300 mg) en een 10 ml doseerspuit(1-10 ml overeenkomend met 10-100 mg); vanaf 1 ml is er een maatstreepverdeling op 0,25 ml (= 2,5 mg)). Gebruik voor doses van 10-100 mg de doseerspuit; voor 100-200 mg de doseerspuit twee keer; voor 200-300 mg de maatbeker.
  • Bij dosering op basis van lichaamsgewicht wordt aanbevolen om te starten met de stroop en indien gewenst over te gaan op tabletten.
  • De infusievloeistof toedienen gedurende 15–60 min 2×/dag; bij een dosering > 200 mg per infusie heeft een infusieduur van minstens 30 min de voorkeur.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust (21%), slaperigheid (23%), sedatie, diarree (20%), braken, koorts, vermoeidheid, daling van hemoglobine- en hematocrietwaarden.

Vaak (1-10%): pneumonie, urineweginfectie, prikkelbaarheid, agressie, lethargie, (verergering van) aanval, hoesten, misselijkheid, huiduitslag, gewichtsverlies. Stijging van leverenzymwaarden (ALAT, ASAT en γ-GT) en bloed-creatinine.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): duizeligheid, hoofdpijn, dubbelzien, misselijkheid. Tevens bij kinderen: (naso)faryngitis, pyrexie.

Vaak (1-10%): depressie, verwardheidstoestand, slapeloosheid, evenwichtsstoornis, abnormale coördinatie, geheugenzwakte, cognitieve stoornis, slaperigheid, tremor, nystagmus, hypo-esthesie, dysarthria, aandachtsstoornis, paresthesie, wazig zien, vertigo, tinnitus, braken, obstipatie, flatulentie, dyspepsie, droge mond, diarree, jeuk, huiduitslag, spierspasmen, loopstoornis, asthenie, vermoeidheid, prikkelbaarheid, dronkengevoel, vallen, contusie. Alleen bij i.v.-toediening: pijn op de injectieplaats, irritatie. Tevens bij kinderen: verminderde eetlust, lethargie en abnormaal gedrag. Tevens bij primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen: myoklonische aanvallen, ataxie.

Soms (0,1-1%): geneesmiddelenovergevoeligheid, agressie, agitatie, euforie, psychose, zelfmoordpoging, -gedachten, hallucinatie, syncope, abnormale coördinatie, AV-blok, bradycardie, atriumfibrilleren, atriumflutter, afwijkende leverfunctietesten (verhoging van ALAT > 2× de ULN), angio-oedeem, urticaria. Alleen bij i.v.-toediening: erytheem.

Verder zijn gemeld: agranulocytose, multi-orgaan overgevoeligheidsreactie (geneesmiddelgerelateerde huiduitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS)), convulsie, ventriculaire tachyaritmie, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, dosisafhankelijke verlenging van het PQ-interval.

Bij kinderen kwamen slaperigheid, braken en convulsies vaker voor dan bij volwassenen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Cannabidiol is een substraat voor CYP3A4, CYP2C19, UGT1A7, UGT1A9 en UGT2B7. Uit in vitro gegevens blijkt dat cannabidiol bij klinisch relevante concentraties een remmer is van CYP1A2-, CYP2B6-, CYP2C8-, CYP2C9-, CYP2C19-, UGT1A9- en UGT2B7-activiteit. De metaboliet 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD) is in-vitro bij klinisch relevante concentraties een remmer van UGT1A1-, UGT1A4- en UGT1A6-gemedieerde activiteit. Cannabidiol induceert CYP1A2- en CYP2B6-mRNA-expressie in-vitro bij klinisch relevante concentraties. De metaboliet 7-COOH-CBD is een Pgp/MDR1-substraat en heeft de potentie om BCRP, OATP1B3 en OAT3 te inhiberen.

Sterke CYP3A4- of CYP2C19-inductoren als rifampicine, carbamazepine, enzalutamide, mitotaan, sint-janskruid kunnen de plasmaconcentratie van cannabidiol en van zijn actieve metaboliet 7-OH-CBD verminderen. Dosisaanpassing kan dan nodig zijn.

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van UGT-remmers.

Bij gelijktijdige behandeling van anti-epileptica kunnen ook door de complexe farmacokinetiek van cannabidiol interacties optreden:

  • Bij gelijktijdig gebruik van clobazam kan cannabidiol de actieve metaboliet van clobazam (N-desmethylclobazam) 3- tot 4-voudig verhogen, terwijl ook de verhoogde blootstelling aan een actieve metaboliet van cannabidiol (7-OH-CBD) met 47% toeneemt. Overweeg bij optreden van slaperigheid de dosis clobazam te verlagen.
  • Bij gelijktijdig gebruik van cannabidiol en valproïnezuur is er meer diarree, verminderde eetlust en verhoogde transaminase-enzymen. Verminder bij klinisch significant verhoogde transaminasenwaarden de dosering of stop met cannabidiol en/of gelijktijdig valproïnezuur, totdat de transaminasenwaarden zijn hersteld.
  • Bij gelijktijdig gebruik kan de stiripentol-concentratie toenemen en is controle op bijwerkingen aangewezen.
  • Cannabidiol kan via inhibitie van CYP2C9 de blootstelling aan fenytoïne verhogen; start daarom voorzichtig met deze combinatie en verlaag de dosis fenytoïne als tolerantie optreedt.
  • Bij gelijktijdige toediening kunnen de lamotrigine-gehalten verhoogd zijn via inhibitie van UGT2B7.

Cannabidiol kan de blootstelling aan het Pgp- en CYP3A4-substraat everolimus verhogen via inhibitie van intestinale Pgp-efflux. Bewaak daarom bij starten met cannabidiol de everolimusconcentratie en stel indien nodig de dosering bij. Start bij patiënten op een stabiele dosis cannabidiol met een lagere aanvangsdosis van everolimus onder geneesmiddelbewaking. Overweeg bij gelijktijdig gebruik ook controle van de concentraties en dosisverlaging van andere Pgp-substraten (bv. sirolimus, tacrolimus en digoxine).

Vanuit in vitro gegevens worden interacties verwacht bij gelijktijdig gebruik van:

  • CYP1A2-substraten (bv. theofylline of tizanidine) en CYP2B6-substraten; zowel inductie als inhibitie van enzymactiviteit is mogelijk; overweeg indien klinisch van toepassing een dosisaanpassing;
  • CYP2B6-substraten (bv. bupropion, efavirenz);
  • CYP2C19-substraten, zoals clobazam en omeprazol. Overweeg een dosisverlaging voor gelijktijdig gebruik van gevoelige CYP2C19-substraten of geneesmiddelen met een smalle therapeutische index;
  • UGT1A9 substraten (bv. propofol, fenofibraat), UGT2B7-substraten (bv. gemfibrozil, morfine, lorazepam), CYP2C8-substraten (repaglinide) en CYP2C9-substraten; overweeg een dosisverlaging van deze substraten als door mogelijke enzymremming door cannabidiol bijwerkingen optreden;
  • diverse UGT-substraten; cannabidiol is een omkeerbare remmer van UGT1A9- en UGT2B7 en zijn metaboliet 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD) is een remmer van UGT1A1-, UGT1A4- en UGT1A6.

Interacties

Wees voorzichtig bij combinatie met andere middelen die het PQ-interval verlengen, zoals antiaritmica, carbamazepine, lamotrigine en pregabaline; in klinisch onderzoek met gelijktijdig gebruik van carbamazepine of lamotrigine kwam echter geen PQ-verlenging naar voren.

Wees voorzichtig met sterke remmers van CYP2C9 (fluconazol) en CYP3A4 (itraconazol, ketoconazol, ritonavir, claritromycine) omdat hierdoor de systemische blootstelling aan lacosamide kan toenemen.

Sterke enzyminductoren zoals rifampicine, sint-janskruid (Hypericum perforatum), carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital kunnen in geringe mate de systemische blootstelling aan lacosamide verminderen: met 25% bij volwassenen en met 17% bij kinderen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is het middel, in voor de moeder toxische doses, schadelijk gebleken.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Tijdens de zwangerschap verandert de farmacokinetiek. Hierdoor kunnen de plasmaspiegels in de loop van de zwangerschap dalen. Dit kan leiden tot verminderde aanvalscontrole. Pas de dosering aan op geleide van de plasmaspiegel. Stel de dosering na de geboorte tijdig bij. Zorg voor foliumzuursuppletie; net als voor elke zwangere vrouw 0,4 mg/dag; alleen bij zwangeren met een bewezen foliumzuurtekort of met eerder een kind met een neuralebuisdefect (spina bifida) 5 mg/dag.

Overig: Bespreek gezinsplanning en anticonceptie met vrouwen die zwanger kunnen worden. Bij zwangerschapswens de medicatie heroverwegen; kies zo mogelijk voor een veiliger middel.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Omdat cannabidiol in hoge mate aan eiwitten bindt gaat het waarschijnlijk vanuit plasma over naar de moedermelk.

Farmacologisch effect: Bij dieren zijn toxicologische veranderingen waargenomen.

Advies: Het geven van borstvoeding of dit geneesmiddel ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • transaminasenwaarden > 3× de bovengrens van de normaalwaarde (ULN) en een bilirubinegehalte > 2× ULN.

Contra-indicaties

  • Tweede- of derdegraads atrioventriculair-blok.

Waarschuwingen en voorzorgen

Reguliere controle transaminasen: Bepaal vóór start van de behandeling, na 1 maand, 3 en 6 maanden en vervolgens op klinische indicatie de transaminase- (ALAT en ASAT) en totaal bilirubine-waarden in serum. Dit monitoringsschema opnieuw opstarten na veranderingen in de cannabidiol-dosis hoger dan 10 mg/kg/dag of veranderingen in comedicatie (dosisaanpassingen of toevoegingen) die een invloed hebben op de lever. Beoordeel patiënten met op baseline verhoogde waarden van transaminasen > 3× ULN of van het bilirubine > 2× ULN voorafgaand aan de behandeling.

Intensievere controle transaminasen: Bepaal bij patiënten met op baseline verhoogde ALAT- of ASAT-waarden en bij comedicatie met valproïnezuur de transaminase- (ALAT en ASAT) en totaal bilirubine-waarden in serum frequenter: na 2 weken, na 1 maand, 2, 3 en 6 maanden en vervolgens periodiek of op klinische indicatie. Dit monitoringsschema opnieuw opstarten na veranderingen in de cannabidiol-dosis hoger dan 10 mg/kg/dag of veranderingen in comedicatie (dosisaanpassingen of toevoegingen) die een invloed hebben op de lever. Staak cannabidiol bij een verhoging van de transaminase-waarden > 3× ULN en een verhoging van het bilirubine > 2× ULN. Ook bij aanhoudend verhoogde transaminasenwaarden > 3× ULN de behandeling staken. Bij symptomen die kunnen wijzen op een gestoorde leverfunctie de transaminasewaarden en het totaal bilirubine in serum onmiddellijk meten en de behandeling met cannabidiol onderbreken of zo nodig staken. In klinische onderzoeken traden de meeste verhogingen van transaminasen op bij patiënten die gelijktijdig valproïnezuur gebruikten en in mindere mate bij gelijktijdig gebruik van clobazam. Overweeg bij verhoging van de transaminasewaarden dosisaanpassing of staken van valproaat of dosisaanpassing van clobazam.

Slaperigheid en sedatie kan vaker optreden bij gelijktijdig gebruik van clobazam en andere middelen die het CZS onderdrukken, waaronder alcohol.

Op tekenen van suïcidale gedachten en -gedrag controleren tijdens de behandeling.

Op gewichtsverlies of afwezigheid van gewichtstoename regelmatig controleren, om te beoordelen of de behandeling moet worden voortgezet.

Niet onderzocht: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen tot 2 jaar zijn nog niet vastgesteld. De klinische ervaring bij ouderen (≥ 55 j.) is beperkt. Voor patiënten met klinisch significante hart- en vaakziekten zijn bij TSC geen gegevens voorhanden.

Hulpstoffen: Benzylalcohol, in de drank, kan in grote hoeveelheden zich ophopen in het lichaam en metabole acidose veroorzaken; wees voorzichtig tijdens zwangerschap, lactatie en bij een verminderde lever- of nierfunctie.

Cannabidiol heeft grote invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen, omdat het slaperigheid en sedatie kan veroorzaken. Adviseer patiënten om niet te rijden en geen machines te bedienen totdat ze voldoende ervaring hebben opgedaan om te kunnen inschatten of het middel hun vermogens aantast.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij patiënten met geleidingsproblemen, een ernstige hartaandoening (zoals een voorgeschiedenis van myocardinfarct, hartfalen, structurele hartaandoening of natriumkanalopathieën) en bij ouderen (vanwege het PQ-verlengend effect); overweeg het maken van een ECG vóór verhoging van de dosering > 400 mg/dag en nadat naar een steady-state is getitreerd. Adviseer patiënten om bij optreden van symptomen van hartritmestoornissen (langzame, snelle of onregelmatige pols, kortademigheid, licht gevoel in het hoofd, flauwvallen) direct medisch advies te vragen. Weeg bij patiënten die ernstige hartritmestoornissen ontwikkelen, voor- en nadelen af en overweeg om de behandeling te staken.

Controleer op verschijnselen van suïcidaal gedrag.

Myoklonische aanvallen kunnen voor het eerst optreden of verergeren bij behandeling van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen, met name in de titratiefase. Weeg het voordeel en nadeel van verbetering van het ene type aanval tegen verslechtering van een ander type tegen elkaar af.

Onderzoeksgegevens: Bij de behandeling van primair gegeneraliseerde aanvallen is de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld bij kinderen < 4 jaar. Bij de behandeling van focale aanvallen is de veiligheid en werkzaamheid is niet vastgesteld bij kinderen < 2 jaar.

Hulpstoffen

  • Aspartaam, alleen in de 'Vimpat' stroop, kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU);
  • Sorbitol, in de stroop, kan maag-darmklachten veroorzaken en een licht laxerende werking hebben.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling over een vergiftiging met cannabidiol de monografie op toxicologie.org/cannabidiol of zie vergiftigingen.info.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling op vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Anti-epilepticum. Het vermindert de neuronale hyperexcitabiliteit, door de modulatie van intracellulair calcium via G-proteïnegekoppelde receptor 55 (GPR55) en 'transient receptor potential vanilloid 1'-(TRPV1)-kanalen, en de modulatie van adenosine-gemedieerde signalering door inhibitie van cellulaire opname van adenosine via de 'equilibrative nucleoside transporter 1' (ENT1). Het precieze werkingsmechanisme is niet bekend. De anticonvulsieve effecten komen niet voort uit interactie met cannabinoïdreceptoren. De bidirectionele farmacokinetische interactie tussen cannabidiol en clobazam heeft een potentieel additief anticonvulsief effect, wat leidt tot verhoogde waarden van hun respectieve actieve metabolieten, 7-OH-CBD (circa 1,5-voudig) en N-CLB (circa 3-voudig).

Kinetische gegevens

Resorptie inname met een (vetrijke/calorierijke) maaltijd of met melk verhoogt de snelheid en mate van absorptie.
Eiwitbinding > 94%
T max 2–2,5 uur.
V d 299–612 l/kg.
Metabolisering uitgebreid in de lever en de darm via CYP450-enzymen (CYP2C19 en CYP3A4) en UGT-enzymen (UGT1A7, UGT1A9 en UGT2B7). Er zijn diverse actieve metabolieten: 6- en 7- hydroxy-cannabidiol (6-OH-CBD en 7-OH-CBD) en 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD). De belangrijkste actieve metaboliet is 7-COOH-CBD (ca. 40% van de CBD-blootstelling).
Eliminatie vnl. met de feces; renale klaring is minder belangrijk.
T 1/2el 56–61 uur

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Anti-epilepticum. Analogon van endogeen aminozuur en NMDA-receptor-modulator D-serine. Het werkingsmechanisme is niet volledig bekend. Het vermindert de overactiviteit van natriumkanalen door de langzame inactivering van voltage-afhankelijke natriumkanalen selectief te versterken.

Kinetische gegevens

F oraal ca. 100%.
T max ½–4 uur (oraal).
V d 0,6 l/kg.
Metabolisering vnl. CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 kunnen de vorming van de O-desmethylmetaboliet katalyseren, waarvan de farmacologische activiteit onbekend is.
Eliminatie vnl. met de urine, ca. 40% onveranderd en voor < 30% als de O-desmethylmetaboliet.
T 1/2el ca. 13 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

cannabidiol hoort bij de groep anti-epileptica.

  • brivaracetam (N03AX23) Vergelijk
  • carbamazepine (N03AF01) Vergelijk
  • cenobamaat (N03AX25) Vergelijk
  • chloralhydraat (N05CC01) Vergelijk
  • clonazepam (N03AE01) Vergelijk
  • ethosuximide (N03AD01) Vergelijk
  • felbamaat (N03AX10) Vergelijk
  • fenfluramine (N03AX26) Vergelijk
  • fenobarbital (N03AA02) Vergelijk
  • fenytoïne (N03AB02) Vergelijk
  • gabapentine (N02BF01) Vergelijk
  • lacosamide (N03AX18) Vergelijk
  • lamotrigine (N03AX09) Vergelijk
  • levetiracetam (N03AX14) Vergelijk
  • oxcarbazepine (N03AF02) Vergelijk
  • perampanel (N03AX22) Vergelijk
  • pregabaline (N02BF02) Vergelijk
  • primidon (N03AA03) Vergelijk
  • rufinamide (N03AF03) Vergelijk
  • stiripentol (N03AX17) Vergelijk
  • topiramaat (N03AX11) Vergelijk
  • valproïnezuur (N03AG01) Vergelijk
  • vigabatrine (N03AG04) Vergelijk
  • zonisamide (N03AX15) Vergelijk

Groepsinformatie

lacosamide hoort bij de groep anti-epileptica.

  • brivaracetam (N03AX23) Vergelijk
  • cannabidiol (N03AX24) Vergelijk
  • carbamazepine (N03AF01) Vergelijk
  • cenobamaat (N03AX25) Vergelijk
  • chloralhydraat (N05CC01) Vergelijk
  • clonazepam (N03AE01) Vergelijk
  • ethosuximide (N03AD01) Vergelijk
  • felbamaat (N03AX10) Vergelijk
  • fenfluramine (N03AX26) Vergelijk
  • fenobarbital (N03AA02) Vergelijk
  • fenytoïne (N03AB02) Vergelijk
  • gabapentine (N02BF01) Vergelijk
  • lamotrigine (N03AX09) Vergelijk
  • levetiracetam (N03AX14) Vergelijk
  • oxcarbazepine (N03AF02) Vergelijk
  • perampanel (N03AX22) Vergelijk
  • pregabaline (N02BF02) Vergelijk
  • primidon (N03AA03) Vergelijk
  • rufinamide (N03AF03) Vergelijk
  • stiripentol (N03AX17) Vergelijk
  • topiramaat (N03AX11) Vergelijk
  • valproïnezuur (N03AG01) Vergelijk
  • vigabatrine (N03AG04) Vergelijk
  • zonisamide (N03AX15) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anti-epileptica

Indicaties

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anti-epileptica

Indicaties

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".