Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

ceftarolinefosamil

cefalosporinen J01DI02

Sluiten

cefuroximaxetil

cefalosporinen J01DC02

Sluiten

ceftolozaan/​tazobactam

cefalosporinen J01DI54

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Zinforo (als ceftarolinefosamilacetaat) XGVS Pfizer bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusie
Sterkte
600 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Zinnat (als axetil) GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Poeder voor orale suspensie
Sterkte
25 mg/ml
Verpakkingsvorm
50 ml

Bevat tevens: aspartaam 4,20 mg/ml (overeenkomend met 2,33 mg/ml fenylalanine), benzylalcohol 0,9 mg/ml, propyleenglycol 1,2 mg/ml en saccharose 0,6 g/ml.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
250 mg, 500 mg

De tablet bevat tevens: methyl- en propylparahydroxybenzoaat.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Zerbaxa (als sulfaat; ceftolozaan), (als Na-zout; tazobactam). XGVS Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof '1000/500 mg'

Bevat per flacon: ceftolozaan 1 g, tazobactam 0,5 g. Na reconstitutie met 10 ml natriumchloride-oplossing 0,9% voor injectie, bevat de flacon 88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam; de flacon bevat na reconstitutie ook 265 mg = 11,5 mmol natrium.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Pneumonie, bacteriële huidinfecties: Ceftaroline komt pas voor behandeling van een community-acquired pneumonie (CAP) of bacteriële huidinfecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie community acquired pneumonie (CAP) en bacteriële huidinfecties). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Advies

Algemeen: De cefalosporinen dienen als reserve antimicrobiële middelen te worden beschouwd.

Cefuroximaxetil komt pas voor behandeling van infecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling.

Kijk in pneumonie (CAP) voor informatie over de empirische behandeling ervan. Cefuroximaxetil is alleen geïndiceerd voor hoger gelegen luchtweginfecties.

Kijk in acute faryngotonsillitis voor tonsillitis en faryngitis, in acute rinosinusitis voor sinusitis en in otitis media acuta voor informatie over de empirische behandeling ervan.

Kijk in bacteriële huidinfecties voor informatie over de empirische behandeling ervan.

Voor de plaats van cefuroximaxetil bij de behandeling van de ziekte van Lyme in een vroeg stadium, zie de CBO-richtlijn Lymeziekte via RIVM op pag. 139.

Advies

Gecompliceerde urineweginfectie: Ceftolozaan/tazobactam komt pas voor behandeling van een gecompliceerde urineweginfectie in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie hieronder).

De farmacotherapie van acute urineweginfecties is gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus), fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur (dan 2e keus). Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start eventueel, in afwachting van een antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus) of cotrimoxazol (3e keus) of en intramuraal met aminoglycosiden en i.v. cefalosporinen (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim).

Gecompliceerde intra-abdominale infecties: Voor ceftolozaan/tazobactam is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling van gecompliceerde intra-abdominale infecties vastgesteld.

Bij een nosocomiale pneumonie (zoals HAP/VAP) wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Indicaties

Bij volwassenen en kinderen (incl. pasgeborenen en zuigelingen) voor de behandeling van:

  • Gecompliceerde infecties van huid en weke delen (cSSTI).
  • Buiten het ziekenhuis opgelopen pneumonie (community-acquired pneumonie; CAP).

Zie voor aanvullende aanbevelingen met betrekking tot beide indicaties ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen en informatie over verwekkers en hun gevoeligheid voor ceftaroline in de rubriek Eigenschappen.

Gerelateerde informatie

  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)

Indicaties

Behandeling van infecties, veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor cefuroxim, bij volwassenen en kinderen van 3 maanden of ouder:

  • hogere luchtweginfecties van acute aard ; streptokokken-tonsillitis, streptokokken-faryngitis, bacteriële sinusitis, acute otitis media, acute exacerbaties van chronische bronchitis;
  • cystitis, pyelonefritis;
  • ongecompliceerde infecties van huid en weke delen;
  • vroeg stadium van de ziekte van Lyme.

Gerelateerde informatie

  • acute faryngotonsillitis
  • acute rinosinusitis
  • bacteriële huidinfecties
  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • ongecompliceerde urineweginfectie
  • otitis media acuta
  • urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Indicaties

Behandeling bij volwassenen van:

  • gecompliceerde intra-abdominale infecties;
  • gecompliceerde urineweginfecties (incl. acute pyelonefritis);
  • in het ziekenhuis opgelopen pneumonie ('hospital-acquired' pneumonie; HAP), waaronder beademingspneumonie (ook wel 'ventilator-associated' pneumonie; VAP).

Gerelateerde informatie

  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Dosering

Behandelduur: de behandelduur voor cSSTI bedraagt 5–14 dagen en voor CAP 5–7 dagen.

Klap alles open Klap alles dicht

cSSTI of CAP:

Volwassenen:

Standaarddosis: 600 mg elke 12 uur als i.v.-infusie gedurende 5–60 minuten. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met 600 mg elke 8 uur, gebruikmakend van 2 uur durende infusies. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Nierinsufficiëntie: Standaarddosis: bij een creatinineklaring 31–50 ml/min: 400 mg elke 12 uur als i.v.-infusie gedurende 5–60 minuten; creatinineklaring 15–30 ml/min: 300 mg elke 12 uur; eindstadium nierziekte (incl. hemodialyse): 200 mg elke 12 uur, op hemodialysedagen toedienen na de dialyse. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met dezelfde doseringen elke 8 uur, gebruikmakend van 2 uur durende infusies. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Kinderen van ≥ 12 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 33 kg:

Standaarddosis: 600 mg elke 12 uur als i.v.-infusie gedurende 5–60 minuten. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met 12 mg/kg lichaamsgewicht (max. 600 mg) elke 8 uur, gebruikmakend van 2 uur durende infusies. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Nierinsufficiëntie: Standaarddosis: bij een creatinineklaring 31–50 ml/min/1,73 m²: 400 mg elke 12 uur als i.v.-infusie gedurende 5–60 minuten; creatinineklaring 15–30 ml/min/1,73 m²: 300 mg elke 12 uur; eindstadium nierziekte (incl. hemodialyse): 200 mg elke 12 uur, op hemodialysedagen toedienen na de dialyse. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met: bij een creatinineklaring 31–50 ml/min/1,73 m²: 10 mg/kg lichaamsgewicht (max. 400 mg) en bij een creatinineklaring 15–30 ml/min/1,73 m²: 8 mg/kg lichaamsgewicht (max. 300 mg). Pas de genoemde doseringen elke 8 uur toe, als i.v.–infusie gedurende 2 uur. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Kinderen van ≥ 12 jaar met een lichaamsgewicht < 33 kg:

Standaarddosis: 12 mg/kg lichaamsgewicht (max. 400 mg per keer) elke 8 uur als i.v.-infusie gedurende 5–60 minuten. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met 12 mg/kg lichaamsgewicht (max. 600 mg) elke 8 uur, als i.v. infusie gedurende 2 uur. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Nierinsufficiëntie: Standaarddosis: bij een creatinineklaring 31–50 ml/min/1,73 m²: 8 mg/kg lichaamsgewicht (max. 300 mg per keer) elke 8 uur als i.v. infusie gedurende 5–60 minuten; creatinineklaring 15–30 ml/min/1,73 m²: 6 mg/kg lichaamsgewicht (max. 200 mg per keer) elke 8 uur; eindstadium nierziekte (incl. hemodialyse): onvoldoende informatie beschikbaar voor aanbevelingen voor een dosisaanpassing. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met: bij een creatinineklaring 31–50 ml/min/1,73 m²: 10 mg/kg lichaamsgewicht (max. 400 mg) en bij een creatinineklaring 15–30 ml/min/1,73 m²: 8 mg/kg lichaamsgewicht (max. 300 mg). Pas de genoemde doseringen elke 8 uur toe, gebruikmakend van 2 uur durende infusies. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Kinderen van 2–11 jaar:

Standaarddosis: 12 mg/kg lichaamsgewicht (max. 400 mg per keer) elke 8 uur als i.v.-infusie gedurende 5–60 minuten. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met 12 mg/kg lichaamsgewicht (max. 600 mg) elke 8 uur, als i.v. infusie gedurende 2 uur. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Nierinsufficiëntie: Standaarddosis: bij een creatinineklaring 31–50 ml/min: 8 mg/kg lichaamsgewicht (max. 300 mg per keer) elke 8 uur als i.v.-infusie gedurende 5–60 minuten; creatinineklaring 15–30 ml/min: 6 mg/kg lichaamsgewicht (max. 200 mg per keer) elke 8 uur; eindstadium nierziekte (incl. hemodialyse): onvoldoende informatie beschikbaar voor aanbevelingen voor een dosisaanpassing. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses kan bij een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met: bij een creatinineklaring 31–50 ml/min/1,73 m²: 10 mg/kg lichaamsgewicht (max. 400 mg) en bij een creatinineklaring 15–30 ml/min/1,73 m²: 8 mg/kg lichaamsgewicht (max. 300 mg). Pas de genoemde doseringen elke 8 uur toe, gebruikmakend van 2 uur durende infusies. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Kinderen vanaf 2 mnd. tot 2 jaar:

Standaarddosis: 8 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur als i.v.-infusie gedurende 5–60 minuten. Hoge dosis: Gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, waarbij de MIC voor ceftaroline 2 óf 4 mg/l is, behandelen met een dosering van 10 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur, gebruikmakend van 2 uur durende infusies. Bij een MIC ≤ 1 mg/l de standaarddosis geven.

Nierinsufficiëntie: zolang de creatinineklaring > 50 ml/min is, is geen dosisaanpassing nodig; er zijn bij deze populatie onvoldoende gegevens om een aanbeveling te doen over dosisaanpassing bij een creatinineklaring ≤ 50 ml/min.

Pasgeborenen vanaf de geboorte tot < 2 maanden:

Standaarddosis: 6 mg/kg lichaamsgewicht elke 8 uur als i.v.-infusie gedurende 60 minuten. Deze dosisaanbeveling is gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses én voor de behandeling van een cSSTI geldt dat indien deze wordt veroorzaakt door een S. aureus dat de MIC voor ceftaroline ≤ 1 mg/l is. Voor een MIC van ≥ 2 mg/l is voor deze leeftijdscategorie geen dosisaanbeveling beschikbaar.

Leverinsufficiëntie: geen dosisaanpassing nodig.

Toedieningsinformatie: na reconstitutie dient de concentratie maximaal 12 mg/ml te bedragen. Toedienen als i.v. infusie gedurende 5–60 (of soms 120) minuten. De aanbeveling tot een infusieduur korter dan 60 min is uitsluitend gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische analyses. Bij personen ≥ 12 jaar met een cSSTI veroorzaakt door S. aureus, zie de voorschriften voor wanneer de infusieduur van 120 minuten aan de orde is. In het algemeen kunnen infusiegerelateerde reacties (zoals flebitis) worden tegengegaan door de infusieduur te verlengen.

Dosering

Let op: de orale suspensie is biologisch niet equivalent aan de tabletten: deze zijn daarom niet zonder meer uitwisselbaar.

De gebruikelijke behandelduur is ca. 7 dagen (variërend van 5–10 dagen); een afwijkende behandelduur wordt bij de indicatie vermeld.

Klap alles open Klap alles dicht

Acute hogere luchtweginfecties:

Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:

Tablet: 250 mg 2×/dag.

Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:

Tablet: 10 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 125 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 40–60 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 60–120 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 125 mg 2×/dag.

Acute otitis media:

Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:

Tablet: 500 mg 2×/dag.

Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:

Bij otitis media of ernstiger infecties: Tablet: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 60–90 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 90–180 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 180–250 mg 2×/dag.

Acute exacerbatie van chronische bronchitis:

Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:

Tablet: 500 mg 2×/dag.

Cystitis en pyelonefritis:

Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:

Tablet: 250 mg 2×/dag. Behandelduur: bij pyelonefritis 10–14 dagen.

Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:

Tablet: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 60–90 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 90–180 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 180–250 mg 2×/dag. Bij minder ernstige infecties kan een lagere dosering van de suspensie voldoende zijn: zie hiervoor het voorschrift onder de indicatie 'Acute hogere luchtweginfecties'. Behandelduur: bij pyelonefritis 10–14 dagen.

Ongecompliceerde infectie van huid en weke delen:

Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:

Tablet: 250 mg 2×/dag.

Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:

Tablet: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 60–90 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 90–180 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 180–250 mg 2×/dag. Bij minder ernstige infecties kan een lagere dosering van de suspensie voldoende zijn: zie hiervoor het voorschrift onder de indicatie 'Acute hogere luchtweginfecties'.

Vroeg stadium van ziekte van Lyme:

Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:

Tablet: 500 mg 2×/dag gedurende 10–21 dagen.

Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:

Tablet: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 60–90 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 90–180 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 180–250 mg 2×/dag. Behandelduur: 10–21 dagen.

Ouderen: geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.

Verminderde nierfunctie: volgens de fabrikant: bij een creatinineklaring van 10–29 ml/min de aangegeven dosis 1×/24 uur toepassen; bij een klaring < 10 ml/min de aangegeven dosis 1×/48 uur; bij hemodialyse: aan het eind van elke dialyse één additionele individuele standaarddosis geven (NB. cefuroxim wordt effectief verwijderd door dialyse).

Verminderde leverfunctie: geen gegevens beschikbaar. Omdat cefuroxim voornamelijk renaal wordt uitgescheiden, zal een afgenomen leverfunctie naar verwachting geen effect hebben op de farmacokinetiek van cefuroxim.

Toedieningsinformatie: Bij de multidosis-fles kan een doseerspuitje worden meegeleverd om bij kinderen nauwkeuriger te kunnen doseren. Voor een dosering van 10 mg/kg/dosis (voor de meeste infecties) is het benodigde aantal ml/dosis van de 125 mg/5 ml suspensie: 10 × lichaamsgewicht × 5/125. Bij een gewicht van bv. 8 kg: 10 × 8 × 5/125 = 3,2 ml/dosis. Voor een dosering van 15 mg/kg/dosis (voor otitis media en ernstige infecties) is het benodigde aantal ml van de 125 mg/5 ml suspensie: 15 × gewicht × 5/125. Bij een gewicht van bv. 12 kg: 15 × 12 × 5/125 = 7,2 ml/dosis.

De suspensie krachtig schudden voor gebruik. Voor een goede resorptie de suspensie tijdens de maaltijd innemen. Indien gewenst kan een dosis suspensie verder worden verdund in koude vruchtensappen of melkdranken; na de verdunning onmiddellijk innemen. De tabletten vlak na de maaltijd innemen en niet kauwen.

Dosering

Bij toepassing van ceftolozaan/tazobactam kan een vermindering van de nierfunctie optreden; controleer regelmatig de nierfunctie bij patiënten met een pre-existente nierfunctiestoornis en pas zonodig de dosis aan.

Klap alles open Klap alles dicht

Gecompliceerde intra-abdominale infectie:

Volwassenen:

Eén dosis 1 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met metronidazol bij verdenking op anaerobe pathogenen. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 4–14 dagen.

Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 500 mg/250 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 250 mg/125 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 500 mg/250 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg/50 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.

Gecompliceerde urineweginfectie (incl. acute pyelonefritis):

Volwassenen:

Eén dosis 1 g/0,5 g elke 8 uur. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 7 dagen.

Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 500 mg/250 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 250 mg/125 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 500 mg/250 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg/50 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.

Pneumonie (HAP of VAP):

Volwassenen:

Eén dosis 2 g/1 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibioticum dat werkzaam is tegen Gram-positieve pathogenen bij verdenking op of wanneer bekend is dat dergelijke pathogenen een bijdrage leveren aan het ontstekingsproces. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 8–14 dagen.

Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 1 g/500 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 500 mg/250 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 1500 mg/750 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 300 mg/150 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.

Ouderen er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.

Verminderde nierfunctie: zie het voorschrift binnen iedere indicatie, omdat de voorschriften voor de indicaties verschillen.

Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Toedieningsinformatie: Toedienen via i.v.-infusie met een inlooptijd voor alle doses van 60 minuten.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): positieve directe Coombs-test (positieve DAGT).

Vaak (1-10%): koorts. Hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Huiduitslag (vaker bij Aziatische patiënten), jeuk. Verhoogde transaminasen. Reacties op de infusieplaats (erytheem, pijn, flebitis). Flebitis elders.

Soms (0,1-1%): (ernstige) overgevoeligheidsreacties zoals urticaria, angio–oedeem, anafylaxie. CDAD; colitis door Clostridium difficile. Anemie, leukopenie, trombocytopenie. Verlenging van protrombinetijd (PT) en geactiveerde gedeeltelijke tromboplastinetijd (aPTT), verhoging van INR. Verhoging creatinine in het bloed.

Zelden (0,01-0,1%): agranulocytose, eosinofilie.

Bij andere β-lactamantibiotica (incl. cefalosporinen) zijn gemeld: Stevens-Johnson-syndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP); mogelijk kunnen deze bijwerkingen ook bij ceftarolinefosamil optreden.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, diarree, buikpijn. Candida-infectie. Hoofdpijn, duizeligheid. Eosinofilie, voorbijgaande stijging van de leverenzymen (ALAT en ASAT).

Soms (0,1-1%): braken. Huiduitslag. Trombocytopenie, leukopenie. Positieve Coombs-test.

Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylactische reactie, geneesmiddelenkoorts, serumziekte. Geelzucht (overwegend cholestatisch), hepatitis. Pseudomembraneuze colitis. Urticaria, jeuk, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Jarisch-Herxheimer-reactie (bij behandeling van de ziekte van Lyme; reactie met hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, spierstijfheid, hoofd- en spierpijn). Hemolytische anemie.

Bij gebruik van cefuroxim injecties zijn tevens nog gemeld: cutane vasculitis, interstitiële nefritis.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1–10%): hypotensie. Slapeloosheid, angst, hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Koorts, reacties op de toedieningsplaats. Trombocytose, hypokaliëmie, verhoogde waarden van ALAT en ASAT.

Soms (0,1–1%): atriumfibrilleren, tachycardie, angina pectoris. Ischemisch CVA. Anemie. Clostridium difficile-infecties (waaronder colitis), orofaryngeale en vulvovaginale candidiase, fungale urineweginfecties. Flebitis, veneuze trombose. Dyspneu. Gastritis, abdominale distensie, dyspepsie, flatulentie, paralytische ileus. Urticaria. Verminderde nierfunctie, nierfalen. Hyperglykemie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie. Positieve Coombs-test (DAGT), verhoogd serum-γGT, verhoogd serum-alkalinefosfatase (AF).

Verder is vermindering van de nierfunctie gemeld.

Bij toepassing voor de indicatie HAP/VAP worden Clostridium difficile-colitis, verhoogde serumwaarden van γGT en AF vaker gezien (1–10%).

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

In vitro remt of induceert ceftaroline geen CYP-enzymen noch is het substraat voor of een remmer van opnametransporters zoals OCT2, OAT1 en OAT3.

Interacties

Bacteriostatische antibiotica (bv. tetracyclinen) antagoneren de werking van cefuroxim; dit is klinisch alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.

Door gelijktijdig gebruik van andere nefrotoxische stoffen zoals aminoglycosiden, furosemide en amfotericine is er meer kans op nefrotoxiciteit; controleer de nierfunctie, vooral bij een pre-existente verminderde nierfunctie en bij ouderen.

Interacties

De werking van cefalosporinen wordt (in vitro) geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden); in de kliniek is het belang hiervan alleen gezien bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.

De kans op hypokaliëmie neemt toe bij de combinatie met geneesmiddelen die de kaliumspiegel kunnen verlagen.

Tazobactam is substraat voor OAT1 en OAT3; theoretisch kunnen werkzame stoffen die OAT1 en OAT3 remmen, de plasmaconcentratie van tazobactam verhogen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens over het gebruik van ceftarolinefosamil. Met de groep cefalosporinen wordt in de meeste onderzoeken geen toegenomen kans op aangeboren afwijkingen in het algemeen gezien, een kleine kans op specifieke aangeboren afwijkingen is vooralsnog niet uitgesloten. Bij dieren lichte afwijkingen (verandering van foetaal gewicht, vertraagde ossificatie van het interparietale bot) bij toepassing van ceftarolinefosamil in subtherapeutische doseringen tijdens de organogenese.

Advies: Ceftarolinefosamil alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Cefuroxim passeert de placenta met therapeutische concentraties in navelstrengbloed en amnionvocht.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Het is onbekend of ceftolozaan de placenta passeert. Tazobactam passeert de placenta.

Teratogenese: Ceftolozaan: bij dieren aanwijzingen voor afname van de auditieve schrikrespons 60 dagen na de geboorte bij blootstelling van het moederdier tijdens zwangerschap en lactatie. Tazobactam: Bij dieren zijn bij i.v.-toediening in doses toxisch voor het moederdier geen teratogene afwijkingen gezien. Wel zijn bij intraperitoneale toediening van toxische doses bij dieren een verminderd geboortegewicht, een verhoogd aantal doodgeboren dieren én een gestegen mortaliteit bij de jonge dieren gezien.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ceftarolinefosamil is niet onderzocht tijdens de borstvoeding. Cefalosporinen komen in het algemeen slechts in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht, verwacht wordt dat dit ook geldt voor ceftarolinefosamil. Een nadelig effect bij de zuigeling kan echter niet geheel worden uitgesloten.

Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed. Dit kan leiden tot diarree, en mogelijk kan kolonisatie met gisten of schimmels optreden.

Advies: Kan desondanks waarschijnlijk veilig gebruikt worden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.

Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed; diarree of een lokale schimmelinfectie na orale inname van de melk kan daarom niet geheel worden uitgesloten. Ook sensibilisatie is mogelijk.

Advies: Kan desondanks worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (ceftolozaan en tazobactam). Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor cefalosporinen;
  • onmiddellijke en ernstige overgevoeligheid voor een ander type β-lactamantibioticum (penicillinen, carbapenems).

Contra-indicaties

  • bekende overgevoeligheid voor cefalosporinen;
  • een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (zoals penicillinen, carbapenems).

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor cefalosporinen;
  • ernstige overgevoeligheid (anafylaxie, ernstige huidreactie) voor andere β-lactamantibiotica (bv. penicillinen of carbapenems).

Waarschuwingen en voorzorgen

Behandeling van CAP:

Wees vanwege ontbreken van ervaring voorzichtig bij de volgende patiëntengroepen:

  • immuungecompromitteerde patiënten;
  • patiënten met een ernstige sepsis/septische shock;
  • bij een ernstige onderliggende longziekte;
  • patiënten met PSI klasse V (PORT risk klasse V);
  • wanneer beademing is vereist bij opname;
  • indien de CAP is veroorzaakt door MRSA;
  • patiënten die (om andere redenen) intensivecare-zorg nodig hebben.

Behandeling van cSSTI:

Wees vanwege ontbreken van ervaring voorzichtig bij de volgende patiëntengroepen:

  • immuungecompromitteerde patiënten;
  • patiënten met een ernstige sepsis/septische shock;
  • patiënten met een necrotiserende fasciitis of een perirectaal abces;
  • bij derdegraads- en uitgebreide (totale oppervlakte) brandwonden.

Daarnaast is er beperkte ervaring met ceftarolinefosamil bij cSSTI:

  • bij diabetische voetinfecties;
  • indien de cSSTI is veroorzaakt door S. aureus met een MIC van 2 óf 4 mg/l; dosisaanpassingen gebaseerd op farmacokinetische en farmacodynamische modellen zijn opgenomen in de rubriek Dosering. Ceftaroline niet gebruiken indien de MIC van de gekweekte S. aureus voor ceftaroline > 4 mg/l is.

Algemeen:

Wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheid voor penicillinen en carbapenems in de voorgeschiedenis. Toepassing bij een ernstige overgevoeligheid voor deze klassen antibiotica is gecontra-indiceerd (zie rubriek Contra-indicaties). Bij het optreden van ernstige allergische of ernstige huidreacties, de behandeling met dit middel staken.

Nierfunctie: Vanwege onvoldoende gegevens (om tot een aanbeveling voor dosisaanpassing te komen) wordt gebruik van ceftarolinefosamil niet aanbevolen bij de volgende patiëntengroepen:

  • kinderen 12–18 jaar met een lichaamsgewicht < 33 kg met eindstadium nierziekte (ESRD) of kinderen van 2–12 jaar met ESRD, inclusief hemodialyse;
  • kinderen < 2 jaar met een creatinineklaring < 50 ml/min/1,73 m² of met ESRD.

Wees voorzichtig bij epileptische aandoeningen omdat bij dieren in (zeer) hoge dosering epileptische aanvallen zijn gezien, hiernaast is de ervaring bij patiënten met pre-existente epileptische aandoeningen beperkt.

Bij gebruik van ceftarolinefosamil kan de directe antiglobulinetest (DAGT, Coombs-test) positief uitvallen; bij anemie nagaan of er sprake is van hemolyse.

Bij optreden van ernstige en aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.

Onderzoeksgegevens en ervaring: De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 2 maanden zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Superinfecties kunnen optreden.

Tijdens de behandeling van Lymeborreliose kunnen binnen enkele uren na toediening Jarisch-Herxheimer-achtige reacties optreden (hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, hoofd- en spierpijn, spierstijfheid). Dit is het gevolg van een inflammatiereactie na het vrijkomen van endotoxinen en lipoproteïnen na de cellysis van deze bacteriën (spirocheten). De reactie gaat gewoonlijk vanzelf over.

Diagnostische testen: door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).

Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde nier- of leverfunctie zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

β-lactamantibiotica kunnen ernstige allergische reacties veroorzaken; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheidsreactie bij eerder gebruik van een β-lactamantibioticum. Wanneer een ernstige allergische reactie optreedt, het geneesmiddel staken en passende maatregelen nemen.

Nierfunctie: Bij toepassing van ceftolozaan/tazobactam kan een vermindering van de nierfunctie optreden; controleer regelmatig de nierfunctie bij patiënten met een pre-existente nierfunctiestoornis en pas zonodig de dosis aan (zie rubriek Dosering). In de klinische studies naar de toepassing voor gecompliceerde intra-abdominale infecties en urineweginfecties (incl. pyelonefritis) was de werkzaamheid lager bij patiënten met een matig verminderde nierfunctie ten opzichte van een normale of licht verminderde nierfunctie.

Overweeg bij diarree die ernstig en/of aanhoudend is en tijdens of na de behandeling optreedt, zowel de diagnose antibiotica-geassocieerde colitis als pseudomembraneuze colitis.

Beïnvloeding diagnostische test: De Coombs-test (DAGT) kan fout-positief zijn. Seroconversie naar een positieve DAGT is bij ca. 32% van de patienten gezien. In de klinische studies werden verder geen aanwijzingen voor hemolyse gezien.

Onderzoeksgegevens en ervaring: De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen (< 18 jaar). Ceftolozaan/tazobactam is niet onderzocht bij:

  • immuungecompromitteerden;
  • ernstige neutropenie;
  • patiënten met terminale nierinsufficiëntie met toepassing van hemodialyse.

Overdosering

Therapie

Ceftaroline kan door hemodialyse worden verwijderd (ca. 74% na een dialysesessie van 4 uur).

Voor meer informatie over een overdosering met ceftaroline neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Therapie

Ceftolozaan en tazobactam kunnen door hemodialyse worden verwijderd.

Neem voor meer informatie over een overdosering van ceftolozaan/tazobactam, contact op met het ffNationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Ceftarolinefosamil is een bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (vijfde generatie). Prodrug, wordt na snelle hydrolyse omgezet in het actieve ceftaroline. Ceftaroline bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan (onderdeel van de bacteriële celwand) wordt geremd. Dit resulteert in bacteriële celdood. De tijd boven de minimale remmingsconcentratie (MIC) van het pathogeen correleert het best met de werkzaamheid van ceftaroline.

De klinische werkzaamheid bij beide geregistreerde indicaties is aangetoond tegen de volgende pathogenen nadat is gebleken dat zij in vitro gevoelig waren voor ceftaroline: Staphylococcus aureus (bij infecties van de huid en weke delen met inbegrip van methicilline–resistente stammen; MRSA), Escherichia coli en Klebsiella pneumoniae. Voor de indicatie gecompliceerde infectie van huid en weke delen (cSSTI) daarnaast: Streptococcus agalactiae, de Streptococcus anginosus–groep, Streptococcus dysgalactiae, Streptococcus pyogenes, Klebsiella oxytoca en Morganella morganii. En voor de indicatie community-acquired pneumonie (CAP): Streptococcus pneumoniae, Haemophilus influenzae en Haemophilus parainfluenzae.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Peptostreptococcus spp. en Fusobacterium spp. Bij afwezigheid van een verworven resistentiemechanisme geven in vitro gegevens aan dat deze pathogenen gevoelig zijn voor ceftaroline. De klinische werkzaamheid tegen deze pathogenen is echter niet vastgesteld.

Ongevoelig zijn (in vitro): Chlamydophila spp., Legionella spp., Mycoplasma spp., Proteus spp. en Pseudomonas aeruginosa.

In vitro is ceftaroline werkzaam tegen penicilline-ongevoelige stammen van S. pneumoniae (PNSP). In vivo is echter door de gekozen exclusiecriteria in de klinische onderzoeken de werkzaamheid bij de indicatie community-acquired pneumonie (CAP) veroorzaakt door PNSP niet aangetoond. In de klinische onderzoeken waren daarnaast geen gevallen van CAP door MRSA geïncludeerd.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,29 l/kg (ceftarolinefosamil).
Metabolisering ceftarolinefosamil wordt door fosfatasen in het plasma snel omgezet in het actieve ceftaroline. Deze wordt vervolgens door hydrolyse verder gemetaboliseerd tot een inactieve metaboliet. Niet door CYP450-enzymen.
Eliminatie vnl. met de urine via filtratie (ceftaroline). Hemodialyse verwijdert ca. 74% van de ceftaroline na een dialysesessie van 4 uur.
T 1/2el ca. 2,5 uur (ceftaroline).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (tweede generatie). Cefuroximaxetil is een prodrug, het wordt na snelle hydrolyse omgezet in het actieve cefuroxim. Cefuroxim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in bacteriële celdood.

Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), coagulase-negatieve stafylokok (meticilline-gevoelig), Streptococcus pyogenes, Streptococcus agalactiae, Haemophilus influenzae, Haemophilus parainfluenzae, Moraxella catarrhalis en Borrelia burgdorferi.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Streptococcus pneumoniae, Citrobacter freundii, Klebsiella aerogenes, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus spp. (P. vulgaris is echter inherent resistent), Peptostreptococcus spp., Cutibacterium (voorheen Propionibacterium) spp., Fusobacterium spp. en Bacteroides spp. (B. fragilis is echter inherent resistent).

Inherent resistent zijn: Staphylococcus aureus (meticilline-resistent; 'MRSA'), Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium, Acinetobacter spp., Campylobacter spp., Morganella morganii, Proteus vulgaris, Providencia spp., Pseudomonas aeruginosa, Serratia marcescens, Bacteroides fragilis, Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp.

Cefuroxim is gevoelig voor β-lactamasen waaronder ESBL's en AmpC-enzymen.

Kinetische gegevens

Resorptie tijdens resorptie wordt cefuroximaxetil in het darmslijmvlies en in het bloed snel gehydrolyseerd tot cefuroxim. De beste resorptie vindt plaats indien ingenomen kort na een maaltijd.
F bij de suspensie 4–17% lager dan bij de tablet.
T max tabl. 2–3 uur, susp. langer met een lagere topspiegel.
V d ca. 0,71 l/kg.
Overig voldoende concentraties worden doorgaans bereikt in de amandelen, sinusweefsel, bronchusslijmvliezen, sputum, pleuravocht, gewrichtsvocht, synoviaal vocht, botweefsel, interstitieel vocht, oogkamervocht en gal. Cefuroxim passeert alleen de bloed-hersenbarrière bij ontstoken meninges.
Metabolisering cefuroxim wordt niet verder gemetaboliseerd.
Eliminatie vnl. met de urine, 95% onveranderd (50% via tubulaire secretie, 45% via glomerulaire filtratie), 5% via de gal. Cefuroxim wordt effectief verwijderd door dialyse.
T 1/2el 1–1½ uur (serum), bij een creatinineklaring 10-29 ml/min: ca. 4,5 uur, bij een creatinineklaring < 10 ml/min: ca. 17 uur, tijdens hemodialyse 2-4 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Ceftolozaan is een bactericide cefalosporine, structureel lijkend op ceftazidim (een derdegeneratie cefalosporine). Het bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Tazobactam is een β–lactam en structureel verwant met de penicillinen. Het remt de werking van een aantal β-lactamasen. De combinatie wordt gebruikt bij infecties door bacteriën die resistent zijn tegen ceftolozaan door vorming van β-lactamasen; door de combinatie wordt ceftolozaan beschermd tegen afbraak door de meeste algemeen voorkomende β-lactamasen. De productie van deze β-lactamantibiotica-hydrolyserende-enzymen veroorzaakt vaak resistentie van bacteriën tegen penicillinen en cefalosporinen. Voor ceftolozaan is de tijd dat de plasmaconcentratie hoger is dan de MIC van het infecterend micro-organisme, de belangrijkste voorspeller voor de werkzaamheid.

Doorgaans gevoelig (gebaseerd op in vitro onderzoek) zijn: Streptococcus anginosus, Streptococcus constellatus, Streptococcus salivarius, voorts; Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis en Pseudomonas aeruginosa.

  • In klinisch onderzoek is de werkzaamheid tegen deze pathogenen ook vastgesteld bij gecompliceerde intra-abdominale infecties en bij in het ziekenhuis opgelopen pneumonie (waaronder VAP); bij beide indicaties indien vooraf was vastgesteld dat het pathogeen in vitro gevoelig was.
  • Bij in het ziekenhuis opgelopen pneumonie is de werkzaamheid daarnaast ook vastgesteld tegen Haemophilus influenzae en Serratia marcescens.
  • Bij gecompliceerde urineweginfecties is de werkzaamheid alleen vastgesteld tegen Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae en Proteus mirabilis.

De klinische werkzaamheid is niet vastgesteld bij de volgende pathogenen, hoewel in vitro onderzoek aangeeft dat ze gevoelig zouden zijn in afwezigheid van verworven resistentiemechanismen: Citrobacter freundii, Citrobacter koseri, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus vulgaris en Serratia liquefaciens.

Ongevoelig (in vitro) zijn: Staphylococcus aureus, Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,19 l/kg (ceftolozaan), ca. 0,26 l/kg (tazobactam).
Metabolisering niet (ceftolozaan), door middel van hydrolyse tot een onwerkzame metaboliet (tazobactam).
Eliminatie met de urine: > 95% onveranderd, via glomerulaire filtratie (ceftolozaan), > 80% onveranderd en 20% als metaboliet (tazobactam). Ceftolozaan en tazobactam kunnen door hemodialyse worden verwijderd.
T 1/2el ca. 3 uur (ceftolozaan), ca. 1 uur (tazobactam). De blootstelling aan beide middelen is verhoogd bij een verminderde nierfunctie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

ceftarolinefosamil hoort bij de groep cefalosporinen.

  • cefaclor (J01DC04) Vergelijk
  • cefalexine (J01DB01) Vergelijk
  • cefazoline (J01DB04) Vergelijk
  • cefepim (J01DE01) Vergelijk
  • cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
  • ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
  • ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
  • ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
  • ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
  • ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
  • cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
  • cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk

Groepsinformatie

cefuroximaxetil hoort bij de groep cefalosporinen.

  • cefaclor (J01DC04) Vergelijk
  • cefalexine (J01DB01) Vergelijk
  • cefazoline (J01DB04) Vergelijk
  • cefepim (J01DE01) Vergelijk
  • cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
  • ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
  • ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
  • ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
  • ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
  • ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
  • ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
  • cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk

Groepsinformatie

ceftolozaan/tazobactam hoort bij de groep cefalosporinen.

  • cefaclor (J01DC04) Vergelijk
  • cefalexine (J01DB01) Vergelijk
  • cefazoline (J01DB04) Vergelijk
  • cefepim (J01DE01) Vergelijk
  • cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
  • ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
  • ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
  • ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
  • ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
  • ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
  • cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
  • cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • cefalosporinen

Indicaties

  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • cefalosporinen

Indicaties

  • acute faryngotonsillitis
  • acute rinosinusitis
  • bacteriële huidinfecties
  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • ongecompliceerde urineweginfectie
  • otitis media acuta
  • urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • cefalosporinen

Indicaties

  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".