Samenstelling
Cyanokit XGVS SERB SA
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 5 g
- Verpakkingsvorm
- Zonder solvens
Bevat na reconstitutie met 200 ml geschikt solvens: 25 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Bridion (als Na-zout) XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml, 5 ml
Sugammadex (als Na-zout) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml, 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Volgens het protocol: (waterstof)cyanide van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum is hydroxocobalamine een goede keus bij een cyanidevergiftiging. Indien ernstige symptomen, zoals ademnood en bewustzijnsverlies, ontbreken kan volstaan worden met 100% zuurstof en natriumthiosulfaat. Bij ernstige symptomen heeft de toediening van hydroxocobalamine de voorkeur boven toediening van 4-dimethylaminofenol (4-DMAP).
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Behandeling van een bekende of vermoede cyanidevergiftiging, naast passende decontaminatie- en ondersteunende maatregelen zoals:
- het vrijmaken en -houden van de luchtwegen;
- oxygenatie en hydratie;
- cardiovasculaire ondersteuning;
- behandeling van convulsies.
Indicaties
- Opheffing van een door rocuronium geïnduceerd neuromusculair blok bij:
- volwassenen: voor onmiddellijke opheffing en voor de zgn. 'standaardopheffing';
- kinderen ≥ 1 maand (< 2 jaar offlabel): standaardopheffing.
Doseringen
Cyanidevergiftiging
Volwassenen
Begindosering: 5 g (200 ml) als intraveneus infuus gedurende 15 min. Eventueel de dosis herhalen als intraveneus infuus gedurende 15 min tot 2 uur. Maximale dosis in totaal 10 g.
Kinderen en adolescenten (0–18 j.)
Begindosering: 70 mg/kg lichaamsgewicht met een maximum van 5 g als intraveneus infuus gedurende 15 min. Bijvoorbeeld bij 5 kg: 0,35 g (14 ml), bij 30 kg: 2,1 g (84 ml), bij 60 kg: 4,2 g (168 ml). Eventueel de dosis herhalen als intraveneus infuus gedurende 15 min tot 2 uur. Maximale dosis in totaal 140 mg/kg lichaamsgewicht met een maximum van in totaal 10 g.
Verminderde lever- of nierfunctie: de veiligheid en werkzaamheid zijn hierbij niet onderzocht, toch is geen dosisaanpassing noodzakelijk omdat dit middel alleen in acute, levensbedreigende situaties als noodtherapie wordt toegediend.
Toediening: Niet gelijktijdig via dezelfde intraveneuze lijn andere geneesmiddelen of bloedproducten toedienen, omdat onverenigbaarheden kunnen optreden. Niet in dezelfde intraveneuze lijn toedienen met een ander antidotum voor cyanide. Het aanbevolen oplosmiddel is 0,9% natriumchloride. Alléén als dit niet beschikbaar is, kan glucose 5% of Ringer-oplossing gebruikt worden.
Doseringen
Gebruik een geschikte neuromusculaire monitortechniek om het herstel van het neuromusculair blok en eventueel hernieuwd optreden ervan te bewaken.
De dosering is afhankelijk van het niveau van het op te heffen neuromusculair blok en onafhankelijk van de toegediende anesthesie.
Standaardopheffing van een neuromusculair blok
Volwassenen
Diep neuromusculair blok: i.v. als snelle bolusinjectie: 4 mg/kg lichaamsgewicht indien het herstel minimaal 1–2 posttetanische tellingen (PTC) heeft bereikt. De mediane hersteltijd is ca. 3 minuten. Bij het opnieuw optreden van het neuromusculair blok een herhalingsdosis van 4 mg/kg lichaamsgewicht toedienen.
Matig neuromusculair blok: i.v. als snelle bolusinjectie: 2 mg/kg lichaamsgewicht indien spontaan herstel is opgetreden tot minimaal het terugkeren van T2 op de TOF-stimulatie ('train of four') na het door rocuronium geïnduceerde neuromusculair blok. De mediane hersteltijd is ca. 2 minuten. Bij het opnieuw optreden van het neuromusculair blok een herhalingsdosis van 4 mg/kg lichaamsgewicht toedienen.
Hernieuwde toediening van rocuronium: wacht minimaal 5 min voordat opnieuw een dosis rocuronium van 1,2 mg/kg lichaamsgewicht kan worden toegediend; wacht minimaal 4 uur voordat opnieuw een dosis rocuronium van 0,6 mg/kg lichaamsgewicht kan worden toegediend. Bij hernieuwde toediening van 1,2 mg/kg rocuronium < 30 min na toediening van sugammadex kan de werking (het neuromusculair blok) 4 minuten later aanvangen en de werkingsduur van rocuronium verkort worden tot ca. 15 min.
Hernieuwde toediening van rocuronium bij een lichte tot matige nierfunctiestoornis: wacht 24 uur voordat opnieuw een dosis rocuronium van 0,6 mg/kg kan worden toegediend; als een kortere wachttijd is vereist, dan een dosis rocuronium van 1,2 mg/kg lichaamsgewicht toedienen.
Kinderen ≥ 2 jaar (Kinderformularium à terme neonaten en kinderen ≥ 1 maand)
Diep neuromusculair blok: i.v. als snelle bolusinjectie: 4 mg/kg lichaamsgewicht indien het herstel minimaal 1–2 posttetanische tellingen (PTC) heeft bereikt. De gemiddelde hersteltijd is ca. 2,0 minuten.
Matig neuromusculair blok: i.v. als snelle bolusinjectie: 2 mg/kg lichaamsgewicht indien spontaan herstel is opgetreden tot minimaal het terugkeren van T2 op de TOF-stimulatie ('train of four') na het door rocuronium geïnduceerde neuromusculair blok. De gemiddelde hersteltijd is ca. 1,6 minuut.
Onmiddellijke opheffing van een neuromusculair blok
Volwassenen
i.v. als snelle bolusinjectie: 16 mg/kg lichaamsgewicht. Bij toediening 3 minuten na een bolusdosis van 1,2 mg/kg rocuronium, is de gemiddelde hersteltijd ca. 1,5 minuten.
Hernieuwde toediening van rocuronium: wacht minimaal 24 uur. Indien neuromusculaire blokkade is vereist < 24 uur wachttijd, gebruik dan een niet-steroïde spierrelaxans zoals suxamethonium, (cis)atracurium of mivacurium. De tijd tot aanvang van de werking van suxamethonium (depolariserend spierrelaxans) kan langer zijn, omdat een substantieel gedeelte van de nicotinereceptoren op de motorische eindplaat nog bezet kan zijn door rocuronium.
À terme neonaten en kinderen ≥ 1 maand
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: i.v. als snelle bolusinjectie: doseringen tot 16 mg/kg lichaamsgewicht kunnen nodig zijn om in noodsituaties (zonder presentatie van T2) het blok acuut op te heffen.
Ouderen: Hoewel het herstel vaak trager optreedt is geen dosisaanpassing nodig. Zie ook de rubriek Eigenschappen.
Verminderde nierfunctie: Niet toepassen bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min, incl. dialysepatiënten) vanwege onvoldoende gegevens over de veiligheid. Bij een lichte of matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Zie voor meer informatie Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde leverfunctie: Wees voorzichtig bij een ernstige leverfunctiestoornis vanwege onvoldoende gegevens. Wees ook voorzichtig bij een verminderde leverfunctie met bijkomende coagulopathie. Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bij obesitas (BMI ≥ 30) de dosering baseren op het werkelijke gewicht, ook bij morbide obesitas (BMI ≥ 40).
Toediening
- Snel toedienen in < 10 s als eenmalige i.v.-bolusinjectie via een bestaande intraveneuze lijn;
- Sugammadex kan worden geïnjecteerd in de intraveneuze lijn van een lopend infuus met de volgende infusievloeistoffen: NaCl 0,9%, glucose 5%, glucose/NaCl 5%/0,9%, glucose/NaCl 2,5%/0,45% en Ringer(lactaat);
- De intraveneuze lijn voldoende doorspoelen (bv. met fysiologische zoutoplossing) tussen de toediening van sugammadex en andere geneesmiddelen;
- Voor toepassing bij kinderen kan de sugammadex injectievloeistof 100 mg/ml worden verdund tot 10 mg/ml (met 0,9% NaCl) t.b.v. een betere doseringsnauwkeurigheid;
- Voor informatie over geneesmiddelen waarvoor onverenigbaarheid met sugammadex is aangetoond, raadpleeg rubriek 6.2 van de officiële productinformatie CBG/EMA via 'Zie ook'.
Bijwerkingen
Bij alle patiënten: rode verkleuring van de urine (chromaturie) gedurende 3–35 dagen. Bij de meeste patiënten: reversibele rode verkleuring van huid en slijmvliezen, gedurende maximaal 15 dagen.
Verder zijn gemeld: allergische reacties zoals angio-oedeem, huiduitslag, urticaria en jeuk; pustuleuze uitslag op gezicht en hals die enkele weken kan aanhouden. Kortdurende stijging van de bloeddruk, opvliegers. Ventriculaire extrasystolen. Pleura-effusie, dyspneu, droge keel, dysfagie. Nierfunctiestoornis, aanwezigheid van calciumoxalaatkristallen in de urine, acute tubulusnecrose, acuut nierfalen. Rusteloosheid, geheugenstoornis, duizeligheid, hoofdpijn. Buikpijn, dyspepsie, diarree, braken, misselijkheid. Zwelling, irritatie en roodheid van het oog. Perifeer oedeem. Reactie op de infusieplaats. Daling in percentage lymfocyten.
Bijwerkingen
Gemeld bij operatiepatiënten (doelgroep, en na gebruik van spierrelaxantia en anesthetica)
Vaak (1-10%): luchtwegcomplicaties bij anesthesie zoals hoesten, lichte schokbewegingen (tegen de beademingstube), 'arousal' of aan de anesthesieprocedure gerelateerde spontane ademhaling van de patiënt. Complicaties bij anesthesie zoals beweging van ledemaat of lichaam, grimassen en zuigen op de beademingstube. Verrichtingscomplicaties zoals hypotensie, tachycardie, bradycardie, bewegen.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties, waaronder huidreacties en anafylaxie.
Verder zijn gemeld: bronchospasmen. Ernstige bradycardie (soms leidend tot hartstilstand), binnen enkele minuten na toediening. Ernstige allergische reactie bij combinatie met rocuronium.
Het bijwerkingenprofiel bij ASA (American Society of Anesthesiologists) klasse 3 en 4-patiënten is over het algemeen vergelijkbaar.
Gemeld bij gezonde proefpersonen
Zeer vaak (> 10%): smaakstoornis.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn. Urticaria, jeuk.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie (gemeld bij 16 mg/kg). Voorbijgaande (duur < 30 min) verlenging van de geactiveerde partiële protrombinetijd (aPTT) met 17% resp. 22% en van de protrombinetijd met 11% resp. 22% na toediening van 4 mg/kg resp. 16 mg sugammadex/kg lichaamsgewicht.
Interacties
Wees alert op mogelijk hernieuwd optreden van een neuromusculair blok, bij gebruik van geneesmiddelen in de postoperatieve periode die de neuromusculaire blokkade kunnen versterken. Zie de rubriek Interacties bij rocuronium voor de geneesmiddelen die de neuromusculaire blokkade versterken. In geval van hernieuwd optreden van een neuromusculair blok kunnen kunstmatige beademing en hernieuwde toediening van sugammadex noodzakelijk zijn.
Sugammadex verlaagt de progesteronspiegel, en (naar verwachting) in mindere mate de oestrogeenspiegel, vergelijkbaar met een verlaging die optreedt wanneer een dagelijkse dosis van een oraal progestageenbevattend anticonceptivum wordt overgeslagen. Indien sugammadex op dezelfde dag wordt toegediend als dat een oraal anticonceptivum wordt ingenomen; verwijs dan naar het advies over een vergeten pil in de bijsluiter van het orale anticonceptivum. Adviseer in het geval van niet-orale hormonale anticonceptiva gedurende de volgende zeven dagen een aanvullende niet-hormonale anticonceptiemethode te gebruiken en het advies in de bijsluiter van het product te raadplegen.
Gelijktijdig gebruik met vitamine K-antagonisten, heparine, LMWH's, rivaroxaban en dabigatran kan leiden tot kortdurende (≤ 30 min) verlenging van de geactiveerde partiële protrombinetijd (aPTT) en protrombinetijd (PT). Een verhoogd risico op bloedingen kan niet worden uitgesloten bij gebruik van vitamine K-antagonisten en een INR > 3,5, en bij gebruik van overige anticoagulantia bij een dosering van sugammadex van 16 mg/kg lichaamsgewicht. Controleer bij een onvermijdelijke combinatie de hemostase en coagulatieparameters; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Fusidinezuur kan rocuronium uit het sugammadex–rocuroniumcomplex verdringen en daardoor de hersteltijd verlengen. Dien geen i.v. fusidinezuur toe gedurende 7,5 uur na de toediening van sugammadex. Indien dit niet mogelijk is controleer op verschijnselen van hernieuwd optreden van het neuromusculair blok gedurende max. ca. 15 min.
Zwangerschap
Vitamine B12 passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, weinig gegevens; hieruit blijken geen aanwijzingen voor schadelijke effecten op de foetus. Bij dieren schadelijk gebleken indien dagelijks toegediend gedurende de gehele organogenese.
Advies: Kan worden gebruikt, gezien de ernst van de indicatie en het ontbreken van alternatieve behandeling.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Door het grote molecuulgewicht zal de placentapassage waarschijnlijk minimaal zijn. Een duidelijke conclusie over de veiligheid is niet mogelijk. Gezien de indicatie, is er meestal geen keus.
Advies: Alleen op strikte indicatie voorzichtig gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, van nature gaat hydroxocobalamine over in de melk. Extra inname van vitamine B12 door de moeder leidt niet tot relevante toename in de melk. Er zijn echter geen gegevens bekend over het risico van lactatie na gebruik van de zeer hoge doses hydroxocobalamine die benodigd zijn bij een cyanidevergiftiging. Een nadelig effect bij de zuigeling kan derhalve niet worden uitgesloten.
Advies: Gezien de relatief lange tijd totdat de cobalamineverbindingen geëlimineerd zijn – tot een maand – wordt het geven van borstvoeding ontraden. In een meer algemene zin wordt het geven van borstvoeding ten tijde van een intoxicatie afgeraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: De orale absorptie van cyclodextrines is in het algemeen laag en er is geen effect bij de zuigeling te verwachten na toediening van een eenmalige dosis aan een vrouw die borstvoeding geeft.
Advies: Volgens de fabrikant desondanks borstvoeding ontraden na de toediening van sugammadex. Tijdens een intoxicatie wordt het geven van borstvoeding in het algemeen afgeraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er is geen algemeen verkrijgbare, snelle bloedtest voor cyanide, beslissingen over de behandeling nemen op basis van klinische voorgeschiedenis en symptomen.
Vanwege melding van nierfunctiestoornis, calciumoxalaatkristallen en acuut nierfalen met acute tubulusnecrose, als voorzorgsmaatregel de nierfunctie regelmatig controleren gedurende 7 dagen na aanvang van de toediening.
De urine kan nog tot circa een maand rood kleuren, ook de huid en slijmvliezen kunnen reversibele rode verkleuring laten zien, meestal tot maximaal 15 dagen na toediening.
Hemodialyseapparaten kunnen vanwege de rode kleur afsluiten door foutief gedetecteerde 'bloedlekkage'.
Kan plasma rood kleuren, waardoor een scala aan laboratoriumparameters kan afwijken, voor meer informatie hierover zie rubriek 4.4 in de productinformatie van de fabrikant CBG/EMA via 'Zie ook'.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toepassen voor opheffing van een neuromusculair blok geïnduceerd door niet-steroïde spierrelaxantia zoals suxamethonium, (cis)atracurium of mivacurium. Hoewel in theorie wel complexvorming optreedt met andere steroïde spierrelaxantia, sugammadex niet toepassen ter opheffing van een neuromusculair blok geïnduceerd door steroïde spierrelaxantia anders dan rocuronium of vecuronium (dus bv. pancuronium) vanwege weinig gegevens over de werkzaamheid en veiligheid.
Bewaking ademhalingsfunctie: De patiënt kunstmatig beademen totdat de spontane ademhaling na opheffing van het neuromusculair blok voldoende is hersteld. Ook bij volledig herstel van het neuromusculair blok kunnen andere geneesmiddelen die peri- en postoperatief zijn gebruikt (bv. anesthetica, opioïden) de ademhalingsfunctie nog onderdrukken, zodat kunstmatige beademing nog steeds noodzakelijk kan zijn. In geval van hernieuwd optreden van neuromusculair blok na extubatie, zorg dragen voor adequate beademing.
Hernieuwd optreden neuromusculair blok: niet lager doseren dan aanbevolen vanwege een verhoogd risico van hernieuwd optreden van neuromusculair blok na initiële opheffing. In klinische onderzoeken met patiënten die werden behandeld met rocuronium en bij wie een dosis sugammadex werd toegediend geschikt voor de diepte van het neuromusculair blok, werd soms (incidentie van 0,2%) een hernieuwd optreden van het neuromusculair blok gezien.
Ernstige bradycardie: Controleer zorgvuldig op hemodynamische veranderingen gedurende en na opheffing van het neuromusculair blok. In zeldzame gevallen is ernstige bradycardie (soms leidend tot hartstilstand) waargenomen binnen enkele minuten na toediening van sugammadex. Bij het optreden van ernstige bradycardie behandelen met intraveneus atropine of glycopyrronium.
Houd rekening met mogelijke overgevoeligheidsreacties en tref de nodige voorzorgsmaatregelen. Bij een allergische reactie na toediening van rocuronium en sugammadex, niet alleen testen op overgevoeligheid voor de afzonderlijke middelen, maar ook op overgevoeligheid voor het sugammadex-rocuronium-complex.
Wees bij een voorgeschiedenis van longcomplicaties alert op het mogelijk optreden van bronchospasmen.
Optreden lichte anesthesie: Bij opheffing van het neuromusculair blok onder voortzetting van anesthesie, aanvullende doses van het anestheticum en/of opioïd geven op geleide van de klinische indicatie daartoe. In klinische onderzoeken zijn soms tekenen van (te) lichte anesthesie waargenomen (bewegen, hoesten, grimassen en zuigen op de beademingstube) bij opheffing van het neuromusculair blok gedurende de anesthesie.
Effect op hemostase: Wees voorzichtig bij een erfelijke deficiëntie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren en bij reeds bestaande coagulopathie, aangezien een verhoogd risico op bloedingen niet kan worden uitgesloten. Toediening van 4 mg/kg sugammadex, alleen of in combinatie met anticoagulantia, had in klinisch onderzoek bij patiënten die heupfractuur-/kunstgewrichtchirurgie ondergingen geen klinisch relevant effect op de incidentie van peri- of postoperatieve bloedingscomplicaties. Weeg afhankelijk van voorgeschiedenis van bloedingen en het geplande chirurgietype de voordelen van toediening van sugammadex af tegen het mogelijke risico op bloedingscomplicaties; controle van hemostase en coagulatieparameters wordt aanbevolen. Zie ook de rubriek Interacties.
Condities die gepaard gaan met een verlengde circulatietijd, zoals cardiovasculaire aandoeningen, gevorderde leeftijd en oedeemvorming (gepaard gaande met toename van het verdelingsvolume), kunnen de hersteltijd verlengen.
Intensive care: Er is geen onderzoek gedaan naar toepassing van sugammadex op de intensive care.
Verminderde nierfunctie: Niet toepassen bij een ernstige nierfunctiestoornis (incl. dialyse) vanwege onvoldoende gegevens over de veiligheid. Vanuit twee onderzoeken (waaronder een farmacokinetische studie) bleek dat de totale blootstelling aan sugammadex 5 tot 17 maal hoger was bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis dan bij patiënten met een normale nierfunctie.
Verminderde leverfunctie: Er zijn geen specifieke onderzoeken uitgevoerd bij een verminderde leverfunctie omdat sugammadex niet wordt gemetaboliseerd of uitgescheiden door de lever. Wees voorzichtig bij een ernstige leverfunctiestoornis en bij een verminderde leverfunctie met bijkomende coagulopathie. Zie ook onder Effect op hemostase.
Kinderen: Gebruik voor de zogenaamde 'standaardopheffing' van een neuromusculair blok is bij voldragen pasgeborenen < 30 dagen niet onderzocht en ervaring met het gebruik bij zuigelingen (30 dagen–2 jaar) is beperkt.
Invloed diagnostische testen: Sugammadex kan bij toediening van > 8 mg/kg lichaamsgewicht interfereren met de progesteronbepaling in serum. Zie ook de rubriek Interacties.
Overdosering
Symptomen
toediening van doses tot 15 g liet geen specifieke dosisgerelateerde bijwerkingen zien.
Zie voor over een vergiftiging met hydroxocobalamine de monografie op vergiftigingen.info.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling van een cyanidevergiftiging (de indicatie) de monografie op toxicologie.org/cyanide en/of vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Er zijn geen dosisgerelateerde of ernstige bijwerkingen gemeld in (tolerantie)onderzoeken bij de mens bij doses van max. 96 mg/kg lichaamsgewicht sugammadex.
Therapie
Sugammadex kan verwijderd worden door hemodialyse met gebruik van een high-fluxfilter, maar niet met een low-fluxfilter. Gegevens uit klinische studies suggereren dat de sugammadex plasmaconcentratie wordt verminderd met max. 70% na een 3–6 uur durende dialysesessie.
Voor meer informatie over een overdosering van sugammadex neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Hydroxocobalamine is een van nature voorkomende vitamine B12; voor gebruik bij een vitamine B12-deficiëntie zie hydroxocobalamine (vitamine B12). In de hoge dosering van dit preparaat fungeert hydroxocobalamine als antidotum bij een cyanidevergiftiging. Cyanidevergiftiging kan het gevolg zijn van het inademen van rook van brand, ingestie van waterstofcyanide, cyanogenen inclusief bepaalde planten, alifatische nitrilen of langdurige blootstelling aan natriumnitroprusside. Hydroxocobalamine gaat een stabiele binding aan met cyanide-ionen. Elk hydroxocobalaminemolecuul kan één cyanide-ion binden, door de hydroxoligand die met het trivalente kobaltion is gekoppeld te vervangen, waardoor het niet-toxische cyanocobalamine gevormd wordt, wat met de urine kan worden uitgescheiden.
Kinetische gegevens
Eiwitbinding | binding aan plasmaproteïnen en aan fysiologische verbindingen met een laag molecuulgewicht. Bindt sterker aan plasma-eiwitten dan cyanocobalamine en wordt langzamer uitgescheiden. |
Eliminatie | circa 60–70% met de urine. Wordt deels opgeslagen in de lever en uitgescheiden via de gal en ondergaat een enterohepatische kringloop. Hemodialyse is in staat hydroxocobalamine uit de circulatie te verwijderen. |
T 1/2el | 9–13 uur (cyanocobalamine), tot 26–31 uur (totaal cobalaminen–(III)). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Sugammadex is een gemodificeerd γ–cyclodextrine. Het vormt een complex met rocuronium (of vecuronium) in plasma en reduceert daardoor de hoeveelheid neuromusculair blokkerende stof die zich kan binden aan de cholinerge nicotinereceptoren op de motorische eindplaat van de spier. Dit resulteert in de opheffing van de door rocuronium (of vecuronium) geïnduceerde neuromusculaire blokkade. Er is sprake van een duidelijke dosis-respons relatie.
Hersteltijd (T4/T1-ratio tot 0,9):
- Bij standaardopheffing van een diep neuromusculair blok (dosis sugammadex 4 mg/kg) is de mediane hersteltijd ca. 2,7 min bij volwassenen (< 65 jaar).
- Bij standaardopheffing van een matig neuromusculair blok (dosis sugammadex 2 mg/kg) is de mediane hersteltijd bij volwassenen 2,2 min, bij ouderen 65-74 jaar 2,6 min en bij ouderen ≥ 75 jaar 3,6 min.
- Bij onmiddellijke opheffing van een neuromusculair blok (dosis sugammadex 16 mg/kg) is de mediane hersteltijd ca. 1,5 min bij volwassenen (< 65 jaar).
- De hersteltijd kan verlengd zijn bij een verlengde circulatietijd, zoals bij cardiovasculaire aandoeningen, ouderen en oedeemvorming (bv. bij een ernstige leverfunctiestoornis).
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,16–0,2 l/kg (volwassenen). |
Metabolisering | sugammadex wordt niet gemetaboliseerd. |
Eliminatie | via urine (vrijwel volledig en ≥ 95% ongewijzigd). |
T 1/2el | bij volwassenen: ca. 2 uur, verlengd bij verminderde nierfunctie: ca. 4 uur bij een lichte nierfunctiestoornis (creatinineklaring 50 ml/min); ca. 6 uur bij een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30 ml/min) en ca. 19 uur bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 10 ml/min). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
hydroxocobalamine (als antidotum) hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- flumazenil (V03AB25) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- obidoxim (V03AB13) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk
- sugammadex (V03AB35) Vergelijk
Groepsinformatie
sugammadex hoort bij de groep antidota, overige.
- acetylcysteïne (bij paracetamolintoxicatie) (V03AB23) Vergelijk
- andexanet alfa (V03AB38) Vergelijk
- calciumgluconaat (cutaan) (D11AX03) Vergelijk
- flumazenil (V03AB25) Vergelijk
- fomepizol (V03AB34) Vergelijk
- fysostigmine (V03AD19) Vergelijk
- geactiveerde kool (A07BA01) Vergelijk
- hydroxocobalamine (als antidotum) (V03AB33) Vergelijk
- idarucizumab (V03AB37) Vergelijk
- methylthionine (V03AB17) Vergelijk
- naloxon (V03AB15) Vergelijk
- obidoxim (V03AB13) Vergelijk
- protamine (V03AB14) Vergelijk