Samenstelling
Ninlaro (als citraat) XGVS Aanvullende monitoring Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 2,3 mg, 3 mg, 4 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Estracyt (fosfaat als di-Na-zout) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 140 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van multipel myeloom staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn (concept, 2021).
Advies
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op de richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Indicaties
Multipel myeloom bij volwassenen die ten minste één eerdere therapie toegediend hebben gekregen, in combinatie met lenalidomide en dexamethason (syst).
Indicaties
- Gemetastaseerd prostaatcarcinoom, vooral bij primaire of secundaire ongevoeligheid (resistentie) voor oestrogeentherapie.
Doseringen
Tromboseprofylaxe wordt aanbevolen (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Overweeg antivirale profylaxe om de kans op reactivering van herpes zoster te verkleinen.
Alvorens een nieuwe behandelcyclus te starten moeten de absolute neutrofielentelling (ANC) ≥ 1,0 × 109/l, het aantal trombocyten ≥ 75 × 109/l en de niet-hematologische toxiciteiten zijn hersteld tot de begintoestand of ≤ CTCAE graad 1.
Multipel myeloom
Volwassenen (incl. ouderen)
4 mg 1×/week op dag 1, 8 en 15 van een 28-daagse cyclus. Lenalidomide 25 mg 1×/dag op dag 1 tot en met 21 van een 28-daagse cyclus en dexamethason 40 mg op dag 1, 8, 15 en 22. De behandeling voortzetten tot aan progressie van ziekte of onaanvaardbare toxiciteit. Er zijn slechts weinig gegevens over de toepassing gedurende meer dan 24 cycli.
Verminderde nierfunctie: bij een ernstige stoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) en bij terminale nierinsufficiëntie met dialyse de dosis verlagen naar 3 mg 1×/week. Omdat ixazomib niet dialyseerbaar is, hoeft geen rekening gehouden te worden met het tijdstip van de dialyse. Bij lichte tot matige nierfunctiestoornissen (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is géén dosisaanpassing vereist.
Verminderde leverfunctie: bij matige (totaal bilirubine > 1,5–3× ULN) en ernstige (totaal bilirubine > 3× ULN) leverfunctiestoornissen de dosis verlagen naar 3 mg 1×/week. Bij lichte leverfunctiestoornissen (totaal bilirubine ≤ bovengrens van normaal (ULN) en ASAT > ULN óf totaal bilirubine > 1–1,5× ULN en elke ASAT-waarde) is geen dosisaanpassing vereist.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de verschillende middelen bij (ernstige) bijwerkingen (hematologische toxiciteit, perifere neuropathie, huiduitslag, overige niet-hematologische toxiciteit (o.a. huiduitslag en perifere neuropathie) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen 1 en 2).
Bij het uitbraken van een dosis ixazomib deze niet inhalen en de volgende dosis op het normale geplande tijdstip innemen.
Een overgeslagen dosis niet binnen 72 uur van de volgende geplande dosis innemen. Geen dubbele dosis ter compensatie van een overgeslagen dosis innemen.
Toediening: de capsules ongeveer op hetzelfde tijdstip in zijn geheel (zonder openen, fijnmaken of kauwen) innemen, ten minste 1 uur vóór of ten minste 2 uur na de inname van voedsel.
Doseringen
Gemetastaseerd prostaatcarcinoom resistent voor oestrogeentherapie:
Volwassenen:
De gebruikelijke dosering is 10–16 mg/kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 2–3 doses. De behandeling staken indien na 4–6 weken geen effect wordt bereikt.
Leverfunctiestoornis: Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis starten met 10 mg/kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 2–3 doses; daarna zonodig eventueel de dosering verhogen. Estramustine is gecontra-indiceerd bij een ernstige leverfunctiestoornis.
Toedieningsinformatie: De capsules 1 uur vóór of 2 uur ná de maaltijd met water innemen. Niet gelijktijdig innemen met melk(producten) en antacida.
Bijwerkingen
In combinatie met lenalidomide en dexamethason: Zeer vaak (> 10%): perifere neuropathie (vooral perifeer sensorisch). Bovensteluchtweginfectie, bronchitis. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie. Huiduitslag (vooral maculeus en maculopapuleus). Perifeer oedeem. Rugpijn. Neutropenie, trombocytopenie.
Vaak (1-10%): herpes zoster. Wazig zien, droge ogen, conjunctivitis. Hypokaliëmie (CTCAE graad 3 en 4: ca. 7%).
Zelden (0,01-0,1%:): schimmel- en viruspneumonie met fatale afloop. Trombotische microangiopathie (incl. trombotische trombocytopenische purpura). Tumorlysissyndroom. Acute febriele neutrofiele dermatose (Sweet-syndroom), Stevens-Johnsonsyndroom, myelitis transversa, posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom (PRES).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): vochtretentie, congestief hartfalen, . Misselijkheid, braken, diarree (vooral de eerste twee weken). Gynaecomastie. Anemie, leukopenie. Hypercalciëmie.
Vaak (1-10%): embolie. Myocardinfarct. Hoofdpijn, lethargie. Trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: myocardischemie, hypertensie. Overgevoeligheidsreactie (zoals angio-oedeem, allergische dermatitis). Erectiestoornis. Spierzwakte. Depressie, verwardheid. Leverfunctiestoornis. Tromboflebitis op de injectieplaats.
Interacties
Sterke CYP3A4-inductoren (bv. fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine, rifampicine, sint-janskruid) kunnen de blootstelling aan ixazomib klinisch relevant verlagen. Vermijd deze combinatie. Combinatie met sterke CYP3A4-remmers heeft géén grote invloed op de blootstelling aan ixazomib.
Uit in vitro onderzoeken wordt niet verwacht dat er verder nog klinisch relevante interacties kunnen optreden op CYP-niveau of door beïnvloeding van de diverse transporters.
De werkzaamheid van gecombineerde orale anticonceptiva is door de combinatie met lenalidomide en dexamethason mogelijk verminderd, daarnaast wordt deze combinatie afgeraden vanwege meer kans op veneuze trombo-embolie (tot 6 weken na staken van gecombineerde orale anticonceptiva).
Interacties
Vanwege de toegenomen kans op infectie tijdens en tot 6 maanden na de behandeling géén levende vaccins toedienen. De reactie op dode of verzwakte vaccins kan verminderd zijn.
De absorptie van estramustine wordt ernstig gestoord bij gelijktijdige inname van geneesmiddelen die calcium bevatten door de vorming van onoplosbare zouten, daarom de capsules 1 uur vóór of 2 uur ná de maaltijd innemen.
Door gelijktijdig gebruik met ACE-remmers is er meer kans op angio-oedeem.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren bij verschillende blootstellingen schadelijk gebleken. Ixazomib wordt toegepast in combinatie met lenalidomide en dexamethason. Vooral bij het gebruik van lenalidomide bij vruchtbare vrouwen zijn er strikte regels geformuleerd, zie link.
Advies: De combinatie met lenalidomide (en dexamethason) is gecontra-indiceerd.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen vanaf 4 weken vóór tot 90 dagen na de therapie en moet iedere 4 weken een zwangerschapstest herhalen. Bij hormonale anticonceptie tevens een barrièremiddel gebruiken.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect (van de combinatie) bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis.
- ernstige cardiovasculaire aandoening zoals ischemie, trombo–embolie of complicaties door vochtretentie (bv. hartfalen).
- overgevoeligheid voor oestrogenen of stikstofmosterd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bloedbeeld: vóór aanvang van de behandeling en regelmatig tijdens de behandeling controle op cytopenieën verrichten door middel van volledig bloedbeeld (hemoglobine- en hematocrietbepaling, trombocytentelling en incl. differentiële telling van leukocyten). Bij trombocytopenie treedt de nadir meestal op tussen dag 14–21 van elke 28-daagse cyclus met herstel tot het uitgangsniveau aan het begin van de volgende cyclus. Het trombocytenaantal ten minste maandelijks controleren, tijdens de eerste drie cycli frequenter (de eerste acht weken wekelijks). Trombocytopenie kan onder controle worden gehouden met dosisaanpassingen en trombocytentransfusies. Zie voor aanvullende informatie over de voorzorgen ten aanzien van het bloedbeeld lenalidomide#waarschuwingen.
Reactivatie van HBV en herpes zoster is mogelijk. Overweeg antivirale profylaxe tegen herpes zoster reactivatie.
Door gebruik van lenalidomide neemt de kans op trombo-embolische aandoeningen toe. Daarom wordt profylaxe met antitrombotica geadviseerd bij bekende risicofactoren voor trombo-embolieën; houdt hierbij rekening met de kans op bloedingen door trombocytopenie.
Maag-darmtoxiciteit maakt het gebruik van anti-emetica, antidiarreemiddelen en ondersteunende zorg soms noodzakelijk. Bij ernstige gastro-intestinale bijwerkingen de behandeling onderbreken en daarna de dosis aanpassen; controleer daarnaast nauwgezet het kaliumgehalte in het serum.
Trombotische microangiopathie (TMA), incl. trombotische trombocytopenische purpura, soms met fatale afloop, is gemeld. Controleer op tekenen en symptomen hiervan. Staak de behandeling als de diagnose van TMA wordt vermoed, als TMA is uitgesloten kan de behandeling worden hervat. De veiligheid van hervatten van de behandeling bij een eerdere TMA is niet bekend.
Bewaak de leverfunctie, omdat hepatotoxiciteit (toxische/cytolytische/cholestatische hepatitis en leverfalen (zelden fataal) is gemeld; het mechanisme hierachter is onbekend, maar een bestaande virale leverziekte (zoals hepatitis B), verhoogde leverenzymwaarden op baseline en behandeling met andere hepatotoxische middelen of antibiotica zijn risicofactoren. Controleer regelmatig de leverenzymwaarden. Reactivatie van HBV is mogelijk.
Symptomen als convulsies, hypertensie, hoofdpijn, lethargie, verwardheid en blindheid kunnen passen bij de bijwerking reversibele posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom (RPLS=PRES). Bij vermoeden van PRES de behandeling onderbreken en een MRI laten uitvoeren. Bij bevestiging van de diagnose de behandeling definitief staken.
Vanwege de kans op ernstige huidreacties de patiënt onmiddellijk contact laten opnemen bij eerste tekenen van ernstige overgevoeligheidsreacties zoals progressieve huiduitslag, vaak met blaas-, blaar- en schilfervorming. Bij ernstige overgevoeligheidsreacties de behandeling onderbreken. Bij bevestiging van de diagnose Stevens-Johnsonsyndroom de behandeling niet meer hervatten.
Gebruik van lenalidomide wordt ontraden bij patiënten die eerder ernstige huiduitslag of een allergische reactie kregen bij gebruik van thalidomide, vanwege een kruisreactie tussen thalidomide en lenalidomide.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer bij botmetastasen de waarde van serumcalcium nauwkeurig, vanwege de kans op hypocalciëmie. Het metabolisme van calcium of fosfor kan worden beïnvloedt, wees daarom voorzichtig bij botaandoeningen gerelateerd aan hypercalciëmie of bij renale insufficiëntie.
Controleer bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis regelmatig de leverfunctie, zie ook de rubriek Dosering.
Controleer periodiek de bloeddruk tijdens de behandeling.
Controleer in verband met de kans op vochtretentie patiënten met aandoeningen zoals (beginnend) hartfalen, epilepsie, nierfunctiestoornis of migraine zorgvuldig.
Controleer bij diabetes mellitus regelmatig de bloedsuikerspiegel wegens verminderde glucosetolerantie.
Staak direct de behandeling bij optreden van angio-oedeem.
Comorbiditeit: Voorzichtig bij een voorgeschiedenis van tromboflebitis of trombo-embolische aandoeningen (m.n. indien gerelateerd aan oestrogeengebruik), alsmede bij cerebrovasculair of coronair vaatlijden.
Vruchtbare mannen dienen contraceptieve maatregelen te nemen tot ten minste 6 maanden na de behandeling met estramustine.
Overdosering
Er zijn gevallen van overdosering van 12 mg (ineens ingenomen) bekend, dit resulteerde in ernstige bijwerkingen als ernstige misselijkheid, aspiratiepneumonie, multiorgaandisfunctiesyndroom en de dood. Overdosering is het vaakst gemeld bij patiënten die net zijn gestart met ixazomib. Instrueer een patiënt die start met de behandeling over het belang van het zorgvuldig volgen van de dosisinstructies.
Voor meer informatie over een vergiftiging met ixazomib neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Selectieve en reversibele proteasoomremmer. Ixazomib bindt zich bij voorkeur aan de β5-subeenheid van het 20S-proteasoom. In vitro induceert ixazomib apoptose van verschillende tumorceltypen en tevens cytotoxiciteit tegen myeloomcellen van patiënten die gerecidiveerd waren na verscheidene eerdere behandelingen, waaronder bortezomib, lenalidomide en dexamethason. De combinatie van ixazomib met lenalidomide vertoonde synergistische cytotoxische effecten in verschillende myeloomcellijnen.
Kinetische gegevens
F | ca. 58%. |
T max | ca. 1 uur. |
V d | ca. 7,8 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 99%. |
Metabolisering | door veel verschillende CYP-enzymen en tevens door non-CYP-enzymen. Er is geen specifiek CYP-enzym dat hoofdzakelijk bijdraagt aan het metabolisme. |
Eliminatie | hoofdzakelijk als metaboliet; met de urine ca. 62%, met de feces ca. 22%. Ixazomib is niet dialyseerbaar. |
T 1/2el | ca. 9,5 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Estramustinefosfaat (EMP) is een prodrug, die door defosforylering wordt omgezet in estramustine. Hierna vindt verdere metabolisering tot estromustine plaats. Beide metabolieten bezitten antimitotische activiteit. Deze activiteit berust op remming van de vorming van microtubuli in de metafase en afbraak van microtubuli in de interfase. EMP wordt ook omgezet in o.a. estron en estradiol; deze metabolieten hebben een antigonadotrope activiteit, waardoor de testosteronspiegel tot castratieniveau wordt verlaagd.
Kinetische gegevens
Resorptie | max. 75%. |
Eiwitbinding | 99% (estramustinefosfaat). |
Metabolisering | groot first-pass-effect, waarbij door defosforylering actief estramustine ontstaat naast de actieve stoffen estradiol en estron. Estramustine wordt verder gemetaboliseerd tot actief estromustine. |
Eliminatie | als metabolieten, met de urine (metabolieten van estradiol en estron), met de gal en feces (estra- en estromustine). |
T 1/2el | ca. 4 uur (estramustinefosfaat), 63 uur (estramustine) en 110 uur (estromustine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ixazomib hoort bij de groep oncolytica, overige.
- aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
- alpelisib (L01EM03) Vergelijk
- amsacrine (L01XX01) Vergelijk
- anagrelide (L01XX35) Vergelijk
- arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
- asparaginase (L01XX02) Vergelijk
- axicabtagen ciloleucel (L01XL03) Vergelijk
- bortezomib (L01XG01) Vergelijk
- carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
- eribuline (L01XX41) Vergelijk
- estramustine (L01XX11) Vergelijk
- hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
- hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
- methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
- mitotaan (L01XX23) Vergelijk
- niraparib (L01XK02) Vergelijk
- olaparib (L01XK01) Vergelijk
- panobinostat (L01XH03) Vergelijk
- pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
- pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
- rucaparib (L01XK03) Vergelijk
- sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
- sotorasib (L01XX73) Vergelijk
- talazoparib (L01XK04) Vergelijk
- tebentafusp (L01XX75) Vergelijk
- temoporfine (L01XD05) Vergelijk
- tisagenlecleucel (L01XL04) Vergelijk
- trabectedine (L01CX01) Vergelijk
- venetoclax (L01XX52) Vergelijk
- vismodegib (L01XJ01) Vergelijk
Groepsinformatie
estramustine hoort bij de groep oncolytica, overige.
- aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
- alpelisib (L01EM03) Vergelijk
- amsacrine (L01XX01) Vergelijk
- anagrelide (L01XX35) Vergelijk
- arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
- asparaginase (L01XX02) Vergelijk
- axicabtagen ciloleucel (L01XL03) Vergelijk
- bortezomib (L01XG01) Vergelijk
- carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
- eribuline (L01XX41) Vergelijk
- hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
- hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
- ixazomib (L01XG03) Vergelijk
- methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
- mitotaan (L01XX23) Vergelijk
- niraparib (L01XK02) Vergelijk
- olaparib (L01XK01) Vergelijk
- panobinostat (L01XH03) Vergelijk
- pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
- pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
- rucaparib (L01XK03) Vergelijk
- sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
- sotorasib (L01XX73) Vergelijk
- talazoparib (L01XK04) Vergelijk
- tebentafusp (L01XX75) Vergelijk
- temoporfine (L01XD05) Vergelijk
- tisagenlecleucel (L01XL04) Vergelijk
- trabectedine (L01CX01) Vergelijk
- venetoclax (L01XX52) Vergelijk
- vismodegib (L01XJ01) Vergelijk