Samenstelling
Lidocaïne/levomentholgel FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Gel
Bevat per g: lidocaïne 10 mg, levomenthol 10 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Capsaïcine crème FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Crème (0,025%)
- Sterkte
- 0,25 mg/g
- Toedieningsvorm
- Crème (0,075%)
- Sterkte
- 0,75 mg/g
Basis: Lanettecrème I.
Qutenza XGVS Grünenthal bv
- Toedieningsvorm
- Pleister
- Sterkte
- 179 mg
- Verpakkingsvorm
- 280 cm²
Bevat 640 microg/cm² (8% g/g). Wordt afgeleverd met 50 g reinigingsgel.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cathejell Montavit Pharma
- Toedieningsvorm
- Gel
- Verpakkingsvorm
- harmonica-ampul 8,5 g, 12,5 g
Bevat per g: chloorhexidine(dihydrochloride) 0,5 mg en lidocaïne(hydrochloride) 20 mg.
Instillagel Farco-Pharma GmbH
- Toedieningsvorm
- Gel
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 6 ml, 11 ml
Bevat per g: chloorhexidine(digluconaat) 0,5 mg, lidocaïne(hydrochloride) 20 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Nestosyl XGVS OTC Remark Pharma
- Toedieningsvorm
- Hydrofobe crème
- Verpakkingsvorm
- 15 g, 30 g
Bevat per g: pramocaïne(hydrochloride) 10 mg, zinkoxide 100 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel menthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Advies
Bij jeuk: capsaïcine crème 0,025% kan effectief zijn bij gelokaliseerde (uremische) jeuk bij hemodialyse.
De respons op farmacotherapie is bij neuropathische pijn vaak matig; niet-medicamenteuze behandeling staat centraal.
Bij trigeminusneuralgie is carbamazepine, of eventueel oxcarbazepine (offlabel) de eerste keus.
Volgens de richtlijn Pijnlijke diabetische neuropathie bestaat bij deze neuropathie een lichte voorkeur om te beginnen met een niet-selectieve serotonineheropnameremmer (SNRI): duloxetine, of eventueel venlafaxine (offlabel).
Kies bij polyneuropathie, uitgezonderd HIV-neuropathie, conform de richtlijn Polyneuropathie uit de hierna beschreven drie farmacologische groepen. Kies het middel dat het beste past bij het profiel van de patiënt, uitgaande van de contra-indicaties en de te verwachten bijwerkingen. Kies een tricyclisch antidepressivum, namelijk amitriptyline en bij ouderen nortriptyline; of een SNRI, namelijk duloxetine of eventueel venlafaxine (offlabel); of een anti-epilepticum, namelijk gabapentine of pregabaline. Overweeg als een van deze middelen wel enig, maar onvoldoende effect heeft, de combinatie met een middel uit een andere farmacologische groep. Overweeg als lokale klachten op de voorgrond staan, de cutane toepassing van capsaïcine of lidocaïne.
De NHG-Standaard Pijn maakt geen onderscheid in de behandeling van diabetische neuropathie of polyneuropathie. De Standaard beveelt als eerste keus een TCA aan; als tweede keus gabapentine en als derde keus pregabaline of duloxetine.
Bij HIV-neuropathie zijn bovengenoemde middelen, mogelijk de capsaïcine-pleister uitgezonderd, niet effectief.
Advies
Voor de toepassing van Chloorhexidine/lidocaïne gel is geen advies vastgesteld.
Advies
De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel menthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
De Commissie wijst erop dat pramocaïne, evenals lidocaïne, praktisch geen aanleiding geeft tot (kruis)overgevoeligheid.
Indicaties
- Lokale jeuk- en pijnstilling bij insectenbeten, oppervlakkige schaafwonden en oppervlakkige verbrandingen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Pleister: perifere neuropathische pijn bij volwassenen, als monotherapie of in combinatie met andere analgetica.
Crème 0,025%: jeuk bij hemodialyse.
Crème 0,075%: polyneuropathie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar:
- anesthesie van de mucosa;
- inbrengen van katheters of instrumenten via urinewegen, anus, mond-keelholte of fistels, of intubatie van de trachea of endoscopie.
Indicaties
- Verlichting van plaatselijke kortdurende jeuk;
- Insectenbeten;
- Oppervlakkige schaafwonden;
- Oppervlakkige snijwonden.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Lokale jeuk- en pijnstilling
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar
1–2×/dag, zo nodig vaker, gel dun aanbrengen op de pijnlijke of jeukende plekken. Bij kleine kinderen (die wel ≥ 2 jaar oud zijn) niet in de buurt van de neus, mond, hals of op de borst smeren, vanwege de kans op laryngospasmen bij inademing van levomenthol.
Toediening: was na gebruik de handen en vermijd contact met de ogen of gebruik een vingercondoom.
Doseringen
Crème
Volwassenen
3–4×/dag aanbrengen. Bij een te lage toepassingsfrequentie (1–2×/dag) kan het branderige gevoel langer aanhouden, terwijl het therapeutisch effect niet optimaal is.
Pleister
Volwassenen
Max. 4 pleisters op de pijnlijkste delen van de huid aanbrengen, op intacte, niet-geïrriteerde, droge huid. De pleister(s) op de voeten 30 min laten zitten (bv. bij HIV-geassocieerde neuropathie, pijnlijke diabetische perifere neuropathie) en op andere plaatsen 60 min (bv. bij postherpetische neuralgie). De behandeling zo nodig elke 90 dagen herhalen, afhankelijk van de persistentie of terugkeer van de pijn. Herbehandeling eerder dan 90 dagen: alleen na minimaal 60 dagen en na zorgvuldige beoordeling.
Toediening: Let op Onbedoelde blootstelling aan capsaïcine kan leiden tot irritatie van de ogen, slijmvliezen, luchtwegen en huid bij de patiënt of bij zorgverleners. Zie voor meer informatie over de pleister het risicominimalisatiedocument. De pleister moet door een arts of een verpleegkundige onder toezicht van een arts met nitrilhandschoenen worden aangebracht; latex handschoenen geven geen afdoende bescherming. Niet aanbrengen bij ogen of slijmvliezen: vermijd ook contact met ogen, neus en mond van de zorgverlener, een veiligheidsbril en masker voor de zorgverlener worden aanbevolen met name tijdens het aanbrengen en verwijderen van de pleister. Eventueel haren in het betrokken gebied afknippen voor een betere hechting (niet scheren). Elk behandelgebied voorzichtig met water en zeep wassen en goed afdrogen, vervolgens ofwel met een lokaal anestheticum voorbehandelen of de patiënt vooraf een oraal analgeticum toedienen, om het ongemak bij het aanbrengen van de pleister te verminderen. De anesthetische crème verwijderen vóór men de pleister aanbrengt. Men kan de pleister indien nodig bijknippen, voordat de schutlaag wordt verwijderd. Na verwijdering van de pleister royaal reinigingsgel op het behandelgebied aanbrengen en dit minimaal 1 min laten zitten. Daarna reinigingsgel met een droog gaasje afvegen om alle resterende capsaïcine te verwijderen. Vervolgens het gebied voorzichtig met water en zeep wassen. Acute pijn tijdens en na de procedure behandelen met lokale koeling (koudekompres) en orale analgetica.
Verminderde nier- en/of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Doseringen
Bij gebruik in de urinebuis
Volwassen man
Instillagel: 11 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra; bij cystoscopie of urethra-stricturen, indien nodig, een extra hoeveelheid geven.
Cathejell: één ampul van 12,5 g is in het algemeen nodig om de urinebuis van de man voldoende te vullen. Maximaal 12,5 g gebruiken. Na het aanbrengen van de gel 5–10 minuten wachten alvorens met de procedure te beginnen.
Volwassen en adolescente vrouwen
Instillagel: 6 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra.
Cathejell: 3–5 ml.
Kinderen en adolescente mannen
Instillagel: bij kinderen 2–12 jaar: maximaal 0,15 ml/kg lichaamsgewicht (= max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride/kg) met een 6 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra.
Cathejell: kinderen en adolescente mannen: 0,2 ml/kg lichaamsgewicht. Kinderen tot 11 jaar: max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride (0,2 ml)/kg lichaamsgewicht.
Andere lokale toepassing
Volwassenen en kinderen > 12 jaar
Instillagel: 6 of 11 ml aanbrengen rond en zo mogelijk in de lichaamsopening en op de katheter of het instrument.
Cathejell: verdeel circa 5 ml gelijkmatig over het onderste eenderde deel van de buis; geen gel in de buisopening; max. 16 g.
Kinderen 2 tot 12 jaar en risicopatiënten
max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride/kg lichaamsgewicht.
Uit Cathejell harmonica-ampullen van 12,5 en 8,5 gram komt bij instillatie circa 10 resp. 6 g tijdens de spoeling in de urethra. De ampullen zijn bedoeld voor eenmalig gebruik.
Doseringen
Niet aanbrengen op slijmvliezen. Vermijd langdurige toepassing op grote huidoppervlakken.
Kortdurende jeuk, insectenbeten:
Volwassenen en kinderen
Enige malen per dag een dunne laag crème aanbrengen.
Oppervlakkige schaaf- en snijwonden:
Volwassenen en kinderen
2–3 ×/dag een dikke laag crème op de beschadigde huid aanbrengen, zo nodig afdekken met verbandgaas of een pleister.
Bijwerkingen
Irritatie van de huid. Zelden overgevoeligheidsreacties (jeuk, roodheid, zwelling, huiduitslag).
Bemoeilijkte ademhaling en ademhalingsstilstand bij kleine kinderen is gemeld door inademing van de levomenthol. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Crème: Vooral tijdens de eerste twee weken van de behandeling: een branderig gevoel van de huid gedurende circa 20 minuten, gevolgd door een erytheem gedurende 1–2 uur op de plaats van aanbrengen.
Pleister: Zeer vaak (> 10%): tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: pijn, erytheem.
Vaak (1-10%): branderig gevoel, pijn in extremiteit, spierspasmen. Tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: jeuk, papels, vesikels, oedeem, zwelling en droogheid. Hypertensie. Hoesten, Misselijkheid.
Soms (0,1-1%): herpes zoster, dysgeusie, hypo-esthesie, oogirritatie. Eerstegraads AV-blok, tachycardie, palpitaties. Keelirritatie. Tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: urticaria, paresthesie, dermatitis, hyperesthesie, ontsteking, bloeduitstorting op de aanbrengplaats.
Verder: tweede- en derdegraads brandwonden, accidentele blootstelling (waaronder oogpijn, oog- en keelirritatie en hoesten).
Bijwerkingen
Zeer zelden: lokale irritatie incl. heesheid, systemische allergische reacties (anafylactische shock); overgevoeligheidsreacties (bronchospasme, 'respiratory-distress' syndroom, huidlaesies, urticaria en oedeem). Bij gebruik van grote doses, bij lekkage naar de blaas of bij ontstekingen van de urethra kunnen systemische effecten optreden op het centrale zenuwstelsel (onrust, duizeligheid, beven, convulsies en slaperigheid) en hart- en vaatstelsel (atrioventriculaire geleidingsstoornissen en verminderde contractiekracht, bloeddrukdaling, bradycardie).
Bijwerkingen
Huidklachten zoals irritatie en contactallergie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met anti-aritmica, β-blokkers of calciumantagonisten kan een wisselwerking op het hart hebben.
Bij combinatie met methemoglobine-inducerende middelen kan methemoglobinemie ernstiger zijn. Voorbeelden van deze middelen zijn sulfonamiden, nitrofurantoïne, fenytoïne en fenobarbital.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring tijdens de zwangerschap laat geen nadelige effecten zien.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Verwacht wordt dat de geringe systemische blootstelling geen risico vormt.
Advies: Kan met voorzichtigheid worden toegepast.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege beperkte systemische absorptie bij lokale toediening.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Pramocaïne passeert de placenta.
Teratogenese:Pramocaïne en zinkoxide worden door de huid niet of nauwelijks geresorbeerd.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt..
Lactatie
Overgang in de moedermelk: levomenthol: onbekend. Lidocaïne: Ja, in geringe mate.
Advies: Uitsluitend toepassen (in normale hoeveelheden en op intacte huid) op plekken op het lichaam waar geen risico is op inademing van levomenthol door de zuigeling, vanwege de kans op collaps en laryngospasmen. Maak het gebied rond de tepel vóór het voeden schoon, als de gel op de borst wordt aangebracht.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren).
Advies: Tijdens behandeling geen borstvoeding geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, lidocaïne in kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege beperkte systemische absorptie bij lokale toediening.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Pramocaïne en zinkoxide worden door de huid niet of nauwelijks geresorbeerd. Detecteerbare hoeveelheden in de moedermelk zijn daardoor onwaarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: Bij toepassing op de borst, de huid rondom de tepel vóór de voeding goed schoonmaken.
Contra-indicaties
- kinderen < 2 jaar vanwege het risico op laryngospasmen en collaps bij het inademen van levomenthol;
- open wonden of grotere oppervlakken, vanwege de kans op systemische opname;
- overgevoeligheid voor lokaal anesthetica van het amidetype.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amide-type of voor methyl- of propylparahydroxybenzoaat;
- Letsel aan urethra of slijmvlies van andere toegangswegen (bv. mond- en keelholte);
- Ernstig hartfalen, uitgesproken bradycardie, tweede- en derdegraads AV-blok, cardiogene of hypovolemische shock;
- Instillagel: leeftijd < 2 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toepassen bij kinderen jonger dan 2 jaar. Bij kleine kinderen van 2 jaar of ouder geen huidproducten met levomenthol in de buurt van de neus, mond, hals of op de borst smeren vanwege de kans op laryngospasmen en collaps bij inademing van levomenthol.
De gel is geschikt voor jeuk- en pijnstilling bij oppervlakkige wonden, zoals schaafwonden; niet gebruiken op andere (niet-oppervlakkige) open wonden.
Niet gebruiken op grotere oppervlakken, vanwege de kans op systemische opname.
Waarschuwingen en voorzorgen
Crème: Niet toepassen op slijmvliezen en beschadigde huid.
Pleister: Inademing van door de lucht verspreide capsaïcine kan leiden tot hoesten of niezen. Bij ernstige pijn de pleister verwijderen en de huid onderzoeken op chemische brandwonden.
De bloeddruk tijdens de behandelprocedure bewaken; de bloeddruk kan door toename van de pijn tijdens en vlak na behandeling tijdelijk maximaal 8,0 mmHg stijgen. Bij instabiele of slecht onder controle gehouden hypertensie of een recente voorgeschiedenis van cardiovasculaire problemen het risico van cardiovasculaire bijwerkingen als gevolg van de mogelijke stress van de procedure afwegen. Voor diabetes patiënten met comorbiditeit van coronaire hartziekte, hoge bloeddruk en cardiovasculaire autonome neuropathie is extra aandacht nodig.
Patiënten bij wie de pijn toeneemt, behandelen met lokale koeling of orale kortwerkende opioïden.
Bij patiënten met pijnlijke diabetische neuropathie is vóór elke toepassing én bij latere kliniek bezoeken zorgvuldig visueel onderzoek van de voeten nodig op huidlaesies die verband houden met onderliggende neuropathie en vasculaire insufficiëntie. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een verminderd gevoel in de voeten en een verhoogd risico hierop. Patiënten met bestaande sensorische beperkingen vóór elke toepassing onderzoeken op tekenen van sensorisch verlies. Bij optreden of verergering van sensorisch verlies de behandeling heroverwegen.
De pleister wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten vanwege een gebrek aan gegevens over veiligheid en werkzaamheid.
Hulpstoffen: butylhydroxyanisol (in de reinigingsgel bij de pleister) kan lokale huidreacties, bv. contacteczeem, of irritatie van ogen en slijmvliezen veroorzaken.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij algehele anesthesie heeft een glijmiddel zonder lidocaïne de voorkeur.
Voorzichtig toepassen bij myasthenia gravis, hartfalen of respiratoire disfunctie, ernstige lever- en/of nierfunctiestoornissen, bij ouderen, gehandicapten en acuut zieke patiënten, bij patiënten die gevoelig zijn voor insulten, bij patiënten met wonden, ontstekingen in het gebied van de beoogde aanbrengplaats, gebruik in mond en keelholte.
Terughoudendheid is geboden bij patiënten met porfyrie.
Methemoglobinemie is gemeld. Bij glucose-6-fosfaatdehydrogenase-deficiëntie werkt het antidotum methyleenblauw niet.
Bij kinderen is extra voorzichtigheid geboden vanwege een verhoogde mate van systemische absorptie van lidocaïne.
Bij kinderen onder de 2 jaar is weinig ervaring; Instillagel is gecontra-indiceerd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Hulpstoffen: niet toepassen bij bekende overgevoeligheid voor pinda of soja-lecithine.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met capsaïcine contact op met het Nationaal vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Lidocaïne werkt pijn- en jeukstillend. Levomenthol heeft een verkoelende werking op de huid en werkt daardoor jeukstillend.
Eigenschappen
Capsaïcine is een selectieve agonist voor de 'transient receptor potential vanilloid 1-receptor' (TRPV1). Aanvankelijk activeert capsaïcine cutane nociceptoren met TRPV1-expressie, wat leidt tot branderigheid en erytheem door het vrijkomen van vasoactieve neuropeptiden. Vervolgens worden deze cutane nociceptoren minder gevoelig voor diverse stimuli. Deze ‘desensibilisatie’ ligt vermoedelijk ten grondslag aan de pijnverlichting. Werking: na. ca. 1 week bij postherpetische neuralgie; in week 2 bij HIV-geassocieerde neuropathie; in week 3 bij diabetische perifere neuropathie. Werkingsduur: 12 weken voor alle 3 oorzaken. Bij pijnlijke diabetische perifere neuropathie is werkzaamheid aangetoond met herhaalde behandelingen gedurende 52 weken.
Kinetische gegevens
Overig | Na 60 of 90 min behandeling, was 20 min na verwijdering van de pleister de capsaïcinespiegel het hoogst, waarna deze snel daalde, met een gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van circa 130 minuten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Chloorhexidine > 100 microg/ml heeft een bactericide en in concentraties van 1–100 microg/ml een bacteriostatische werking tegen een groot aantal Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen. Sommige Pseudomonas- en Proteus-species zijn weinig gevoelig voor chloorhexidine. Verder remt het bepaalde virussen en huidschimmels, maar heeft het vrijwel geen werking tegen mycobacteriën, sporen en andere schimmels. De werking wordt door eiwit (bloed, pus), zepen en anorganische ionen verminderd. Lidocaïne heeft een lokaal anesthetisch effect.
Werking Cathejell: na 5–10 min, Instillagel 2–3 min. Werkingsduur: 20–30 min (Cathejell); 1–2 uur (Instillagel).
Zie voor de kinetische gegevens chloorhexidine#eigenschappen en lidocaïne (gel, aanstipvloeistof)#eigenschappen.
Eigenschappen
Pramocaïne is een lokaal anestheticum en heeft een jeuk- en pijnstillende werking. Zinkoxide heeft een dekkend, verkoelend en zwak adstringerend effect.
Groepsinformatie
lidocaïne/levomenthol hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
capsaïcine hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
chloorhexidine/lidocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
pramocaïne/zinkoxide hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk