Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

lidocaïne/​levomenthol

anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies D04AB01

Sluiten

capsaïcine

anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies N01BX04

Sluiten

lidocaïne/​prilocaïne

anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies N01BB20

Sluiten

chloorhexidine/​lidocaïne

anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies N01BB52

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Lidocaïne/levomentholgel FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Gel

Bevat per g: lidocaïne 10 mg, levomenthol 10 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Capsaïcine crème FNA Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Crème (0,025%)
Sterkte
0,25 mg/g
Toedieningsvorm
Crème (0,075%)
Sterkte
0,75 mg/g

Basis: Lanettecrème I.

Qutenza XGVS Grünenthal bv

Toedieningsvorm
Pleister
Sterkte
179 mg
Verpakkingsvorm
280 cm²

Bevat 640 microg/cm² (8% g/g). Wordt afgeleverd met 50 g reinigingsgel.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Emla crème Aspen Netherlands bv

Toedieningsvorm
Hydrofiele crème
Sterkte
50 mg/g
Verpakkingsvorm
25 g

Bevat per g: lidocaïne 25 mg, prilocaïne 25 mg.

Emla pleister XGVS OTC Aspen Netherlands bv

Toedieningsvorm
Pleister (emulsie)

Bevat per pleister: lidocaïne 25 mg, prilocaïne 25 mg.

Lidocaïne/prilocaïne Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Hydrofiele crème
Sterkte
25/25 mg/g
Verpakkingsvorm
30 g

Bevat per g: lidocaïne 25 mg, prilocaïne 25 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Cathejell Montavit Pharma

Toedieningsvorm
Gel
Verpakkingsvorm
harmonica-ampul 8,5 g, 12,5 g

Bevat per g: chloorhexidine(dihydrochloride) 0,5 mg en lidocaïne(hydrochloride) 20 mg.

Instillagel Farco-Pharma GmbH

Toedieningsvorm
Gel
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 6 ml, 11 ml

Bevat per g: chloorhexidine(digluconaat) 0,5 mg, lidocaïne(hydrochloride) 20 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel menthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.

Advies

Bij jeuk: capsaïcine crème 0,025% kan effectief zijn bij gelokaliseerde (uremische) jeuk bij hemodialyse.

De respons op farmacotherapie is bij neuropathische pijn vaak matig; niet-medicamenteuze behandeling staat centraal.

Bij trigeminusneuralgie is carbamazepine, of eventueel oxcarbazepine (offlabel) de eerste keus.

Volgens de richtlijn Pijnlijke diabetische neuropathie bestaat bij deze neuropathie een lichte voorkeur om te beginnen met een niet-selectieve serotonineheropnameremmer (SNRI): duloxetine, of eventueel venlafaxine (offlabel).

Kies bij polyneuropathie, uitgezonderd HIV-neuropathie, conform de richtlijn Polyneuropathie uit de hierna beschreven drie farmacologische groepen. Kies het middel dat het beste past bij het profiel van de patiënt, uitgaande van de contra-indicaties en de te verwachten bijwerkingen. Kies een tricyclisch antidepressivum, namelijk amitriptyline en bij ouderen nortriptyline; of een SNRI, namelijk duloxetine of eventueel venlafaxine (offlabel); of een anti-epilepticum, namelijk gabapentine of pregabaline. Overweeg als een van deze middelen wel enig, maar onvoldoende effect heeft, de combinatie met een middel uit een andere farmacologische groep. Overweeg als lokale klachten op de voorgrond staan, de cutane toepassing van capsaïcine of lidocaïne.

De NHG-Standaard Pijn maakt geen onderscheid in de behandeling van diabetische neuropathie of polyneuropathie. De Standaard beveelt als eerste keus een TCA aan; als tweede keus gabapentine en als derde keus pregabaline of duloxetine.

Bij HIV-neuropathie zijn bovengenoemde middelen, mogelijk de capsaïcine-pleister uitgezonderd, niet effectief.

Advies

Gezien het indicatiegebied zal lidocaïne/prilocaïne crème in de regel in de polikliniek of spreekkamer worden gebruikt. Slechts incidenteel zal het voor thuisgebruik zinvol kunnen worden voorgeschreven. Bij oppervlakteanesthesie van de huid in verband met naaldpuncties (bij kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen) en bij oppervlakkige operatieve ingrepen (bij volwassenen) is de effectiviteit van de lidocaïne/prilocaïne-crème en -pleister vergelijkbaar met die van de lidocaïne/tetracaïne-pleister. Indien uitstel van de naaldpunctie of een oppervlakkige operatieve ingreep met 60 minuten niet aanvaardbaar is, dan gaat de voorkeur uit naar de lidocaïne/tetracaïne-pleister, omdat hierbij een inwerktijd van 30 minuten kan worden aangehouden.

Advies

Voor de toepassing van Chloorhexidine/lidocaïne gel is geen advies vastgesteld.

Indicaties

  • Lokale jeuk- en pijnstilling bij insectenbeten, oppervlakkige schaafwonden en oppervlakkige verbrandingen.

Gerelateerde informatie

  • jeuk

Indicaties

Pleister: perifere neuropathische pijn bij volwassenen, als monotherapie of in combinatie met andere analgetica.

Crème 0,025%: jeuk bij hemodialyse.

Crème 0,075%: polyneuropathie.

Gerelateerde informatie

  • jeuk
  • neuropathische pijn

Indicaties

Pleister:

  • Lokale anesthesie van de intacte huid bij volwassenen en kinderen, voor het inbrengen van een naald of voor oppervlakkige operatieve ingrepen, als een wachttijd van 60 minuten aanvaardbaar is.

Crème:

  • Lokale anesthesie van de huid voor het inbrengen van een naald of voor oppervlakkige operatieve handelingen, bij volwassenen en kinderen;

  • Lokale anesthesie van de genitale slijmvliezen bij volwassenen en kinderen ≥12 jaar;

  • Lokale anesthesie van ulcus cruris om mechanische reiniging/débridement makkelijker te maken, alleen bij volwassenen;

  • Atopisch eczeem bij kinderen, voorafgaande aan curettage van mollusca.

Indicaties

Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar:

  • anesthesie van de mucosa;
  • inbrengen van katheters of instrumenten via urinewegen, anus, mond-keelholte of fistels, of intubatie van de trachea of endoscopie.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Lokale jeuk- en pijnstilling

Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar

1–2×/dag, zo nodig vaker, gel dun aanbrengen op de pijnlijke of jeukende plekken. Bij kleine kinderen (die wel ≥ 2 jaar oud zijn) niet in de buurt van de neus, mond, hals of op de borst smeren, vanwege de kans op laryngospasmen bij inademing van levomenthol.

Toediening: was na gebruik de handen en vermijd contact met de ogen of gebruik een vingercondoom.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Crème

Volwassenen

3–4×/dag aanbrengen. Bij een te lage toepassingsfrequentie (1–2×/dag) kan het branderige gevoel langer aanhouden, terwijl het therapeutisch effect niet optimaal is.

Pleister

Volwassenen

Max. 4 pleisters op de pijnlijkste delen van de huid aanbrengen, op intacte, niet-geïrriteerde, droge huid. De pleister(s) op de voeten 30 min laten zitten (bv. bij HIV-geassocieerde neuropathie, pijnlijke diabetische perifere neuropathie) en op andere plaatsen 60 min (bv. bij postherpetische neuralgie). De behandeling zo nodig elke 90 dagen herhalen, afhankelijk van de persistentie of terugkeer van de pijn. Herbehandeling eerder dan 90 dagen: alleen na minimaal 60 dagen en na zorgvuldige beoordeling.

Toediening: Let op Onbedoelde blootstelling aan capsaïcine kan leiden tot irritatie van de ogen, slijmvliezen, luchtwegen en huid bij de patiënt of bij zorgverleners. Zie voor meer informatie over de pleister het risicominimalisatiedocument. De pleister moet door een arts of een verpleegkundige onder toezicht van een arts met nitrilhandschoenen worden aangebracht; latex handschoenen geven geen afdoende bescherming. Niet aanbrengen bij ogen of slijmvliezen: vermijd ook contact met ogen, neus en mond van de zorgverlener, een veiligheidsbril en masker voor de zorgverlener worden aanbevolen met name tijdens het aanbrengen en verwijderen van de pleister. Eventueel haren in het betrokken gebied afknippen voor een betere hechting (niet scheren). Elk behandelgebied voorzichtig met water en zeep wassen en goed afdrogen, vervolgens ofwel met een lokaal anestheticum voorbehandelen of de patiënt vooraf een oraal analgeticum toedienen, om het ongemak bij het aanbrengen van de pleister te verminderen. De anesthetische crème verwijderen vóór men de pleister aanbrengt. Men kan de pleister indien nodig bijknippen, voordat de schutlaag wordt verwijderd. Na verwijdering van de pleister royaal reinigingsgel op het behandelgebied aanbrengen en dit minimaal 1 min laten zitten. Daarna reinigingsgel met een droog gaasje afvegen om alle resterende capsaïcine te verwijderen. Vervolgens het gebied voorzichtig met water en zeep wassen. Acute pijn tijdens en na de procedure behandelen met lokale koeling (koudekompres) en orale analgetica.

Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Doseringen

1 gram crème komt overeen met een lengte van 3,5 cm (uit de tube van 30 g geknepen) crème.

Klap alles open Klap alles dicht

Anesthesie van de intacte huid

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

Bij kleine ingrepen pleister(s) of een dikke laag crème (ca. 1,5 g crème per 10 cm²) aanbrengen en gedurende 1–5 uur laten inwerken. Bij dermatologische ingrepen op de pas geschoren huid van grote lichaamsoppervlakken in de thuissituatie max. 60 g creme aanbrengen op een max. behandeloppervlak van 600 cm² en 1-5 uur laten inwerken. Bij dermatologische ingrepen op grotere oppervlakken in het ziekenhuis ca. 1,5-2 g crème/10 cm² aanbrengen en gedurende 2-5 uur laten inwerken.

Kinderen

Ca. 1 g per 10 cm² gedurende ten minste 1 uur;

Neonaten 0–2 maanden

Max. 1 g en 10 cm² of max. 1 pleister gedurende max. 1 uur (niet toepassen bij prematuren < 37 weken);

Baby's 3–12 maanden

Max. 2 g en 20 cm² of max. 2 pleisters tegelijk gedurende ongeveer 1 uur;

1–5 jaar

Max. 10 g crème en 100 cm² of max. 10 pleisters aanbrengen en gedurende 1-5 uur laten inwerken;

6–11 jaar

Max. 20 g crème en 200 cm² of max. 20 pleisters aanbrengen en gedurende 1-5 uur laten inwerken.

Curettage van waterwratjes bij kinderen met atopische dermatitis

kinderen < 12 jaar

1 g crème/10 cm² of pleister(s) gedurende 30 min. laten inwerken.

Analgesie van slijmvliezen van de genitaliën

Volwassenen

5–10 g crème aanbrengen, afhankelijk van de ingreep. De crème, zonder occlusie, 5–10 minuten laten inwerken. Bij cervicale curettage 10 g aanbrengen, na 10 min de crème verwijderen. Begin de ingreep onmiddellijk na verwijdering van de crème.

Analgesie van de huid van de genitaliën voorafgaand aan injectie met een lokaal anestheticum

Volwassenen

Man: 1 g per 10 cm² gedurende 15 min met een occlusief verband; vrouw: 1–2 g per 10 cm² gedurende 60 min met een occlusief verband.

Mechanische reiniging van ulcus cruris

Volwassenen

1–2 g crème per 10 cm², max. 10 g. Crème, met occlusief verband, 30–60 minuten laten inwerken. Het operatief wondtoilet dient direct na verwijdering van de crème aan te vangen.

Ouderen, verminderde nier- of leverfunctie

Geen dosisaanpassing nodig.

Toediening: de crème afdekken met een occlusief verband; na de inwerktijd de crème verwijderen. Voor toepassing op grotere gebieden, zoals bij split-skin grafting een elastisch verband over het occlusief verband aanbrengen ter bescherming en voor een gelijkmatige verdeling van de crème. Voor ingrepen aan het genitale slijmvlies is geen occlusief verband nodig. Zo nodig voorafgaand aan het plakken van de pleister lichaamshaar verwijderen. De pleister niet knippen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Bij gebruik in de urinebuis

Volwassen man

Instillagel: 11 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra; bij cystoscopie of urethra-stricturen, indien nodig, een extra hoeveelheid geven.

Cathejell: één ampul van 12,5 g is in het algemeen nodig om de urinebuis van de man voldoende te vullen. Maximaal 12,5 g gebruiken. Na het aanbrengen van de gel 5–10 minuten wachten alvorens met de procedure te beginnen.

Volwassen en adolescente vrouwen

Instillagel: 6 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra.

Cathejell: 3–5 ml.

Kinderen en adolescente mannen

Instillagel: bij kinderen 2–12 jaar: maximaal 0,15 ml/kg lichaamsgewicht (= max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride/kg) met een 6 ml spuit langzaam leegspuiten in urethra.

Cathejell: kinderen en adolescente mannen: 0,2 ml/kg lichaamsgewicht. Kinderen tot 11 jaar: max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride (0,2 ml)/kg lichaamsgewicht.

Andere lokale toepassing

Volwassenen en kinderen > 12 jaar

Instillagel: 6 of 11 ml aanbrengen rond en zo mogelijk in de lichaamsopening en op de katheter of het instrument.

Cathejell: verdeel circa 5 ml gelijkmatig over het onderste eenderde deel van de buis; geen gel in de buisopening; max. 16 g.

Kinderen 2 tot 12 jaar en risicopatiënten

max. 2,9 mg lidocaïnehydrochloride/kg lichaamsgewicht.

Uit Cathejell harmonica-ampullen van 12,5 en 8,5 gram komt bij instillatie circa 10 resp. 6 g tijdens de spoeling in de urethra. De ampullen zijn bedoeld voor eenmalig gebruik.

Bijwerkingen

Irritatie van de huid. Zelden overgevoeligheidsreacties (jeuk, roodheid, zwelling, huiduitslag).

Bemoeilijkte ademhaling en ademhalingsstilstand bij kleine kinderen is gemeld door inademing van de levomenthol. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Crème: Vooral tijdens de eerste twee weken van de behandeling: een branderig gevoel van de huid gedurende circa 20 minuten, gevolgd door een erytheem gedurende 1–2 uur op de plaats van aanbrengen.

Pleister: Zeer vaak (> 10%): tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: pijn, erytheem.

Vaak (1-10%): branderig gevoel, pijn in extremiteit, spierspasmen. Tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: jeuk, papels, vesikels, oedeem, zwelling en droogheid. Hypertensie. Hoesten, Misselijkheid.

Soms (0,1-1%): herpes zoster, dysgeusie, hypo-esthesie, oogirritatie. Eerstegraads AV-blok, tachycardie, palpitaties. Keelirritatie. Tijdelijke en lokale huidreacties op de aanbrengplaats: urticaria, paresthesie, dermatitis, hyperesthesie, ontsteking, bloeduitstorting op de aanbrengplaats.

Verder: tweede- en derdegraads brandwonden, accidentele blootstelling (waaronder oogpijn, oog- en keelirritatie en hoesten).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak en soms (> 0,1%): jeuk, branderigheid, oedeem, rood- of bleekheid op de applicatieplaats.

Soms (0,1-1%): lokale paresthesieën, huidirritatie.

Zelden (0,01–0,1%): allergische reacties (in het ernstigste geval anafylactische shock), methemoglobinemie (vaker bij kinderen van 0-12 maanden, met name in verband met overdosering), purpura, petechiën (vooral na langere inwerktijd bij kinderen met atopische dermatitis of mollusca contagiosa).

Na ongewenst contact met het oog: irritatie van de cornea, chemische brandwonden aan het oog.

De crème's en de pleister bevatten polyoxylgehydrogeneerde ricinusolie (macrogolglycerolhydroxystearaat), wat huidreacties kan veroorzaken.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer zelden: lokale irritatie incl. heesheid, systemische allergische reacties (anafylactische shock); overgevoeligheidsreacties (bronchospasme, 'respiratory-distress' syndroom, huidlaesies, urticaria en oedeem). Hoornvliesletsel, ernstige blijvende visuele beperking. Bij gebruik van grote doses, bij lekkage naar de blaas of bij ontstekingen van de urethra kunnen systemische effecten optreden op het centrale zenuwstelsel (onrust, duizeligheid, beven, convulsies en slaperigheid) en hart- en vaatstelsel (atrioventriculaire geleidingsstoornissen en verminderde contractiekracht, bloeddrukdaling, bradycardie).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Bij patiënten die klasse III anti-aritmica (amiodaron) gebruiken is extra controle aangewezen (ECG overwegen) vanwege mogelijk additionele effecten van lidocaïne/prilocaïne op het hart.

Wees voorzichtig bij combinatie met geneesmiddelen die de methemoglobinespiegel verhogen, zoals nitrofurantoïne, fenytoïne en fenobarbital.

Cimetidine en bètablokkers kunnen de klaring van lidocaïne verminderen; bij kortdurend gebruik van lidocaïne zal dit geen probleem zijn.

Interacties

Gelijktijdig gebruik met anti-aritmica, β-blokkers of calciumantagonisten kan een wisselwerking op het hart hebben.

Bij combinatie met methemoglobine-inducerende middelen kan methemoglobinemie ernstiger zijn. Voorbeelden van deze middelen zijn sulfonamiden, nitrofurantoïne, fenytoïne en fenobarbital.

Zwangerschap

Teratogenese: Ruime ervaring tijdens de zwangerschap laat geen nadelige effecten zien.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Verwacht wordt dat de geringe systemische blootstelling geen risico vormt.

Advies: Kan met voorzichtigheid worden toegepast.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Lidocaïne en prilocaïne passeren de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege de lage dosis en de toedieningsweg.

Advies: Kan met voorzichtigheid worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Lidocaïne passeert de placenta.

Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege beperkte systemische absorptie bij lokale toediening.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: levomenthol: onbekend. Lidocaïne: Ja, in geringe mate.

Advies: Uitsluitend toepassen (in normale hoeveelheden en op intacte huid) op plekken op het lichaam waar geen risico is op inademing van levomenthol door de zuigeling, vanwege de kans op collaps en laryngospasmen. Maak het gebied rond de tepel vóór het voeden schoon, als de gel op de borst wordt aangebracht.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren).

Advies: Tijdens behandeling geen borstvoeding geven.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja (lidocaïne en prilocaïne) in geringe mate.

Farmacologisch effect: Niet waarschijnlijk vanwege de geringe systemische absorptie, maar voor prilocaïne ontbreken gegevens.

Advies: Vermijd prilocaïne.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, lidocaïne in kleine hoeveelheden.

Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege beperkte systemische absorptie bij lokale toediening.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • kinderen < 2 jaar vanwege het risico op laryngospasmen en collaps bij het inademen van levomenthol;
  • open wonden of grotere oppervlakken, vanwege de kans op systemische opname;
  • overgevoeligheid voor lokaal anesthetica van het amidetype.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype;
  • (crème:) toepassing in het middenoor.

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amide-type of voor methyl- of propylparahydroxybenzoaat;
  • Letsel aan urethra of slijmvlies van andere toegangswegen (bv. mond- en keelholte);
  • Ernstig hartfalen, uitgesproken bradycardie, tweede- en derdegraads AV-blok, cardiogene of hypovolemische shock;
  • Instillagel: leeftijd < 2 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

Niet toepassen bij kinderen jonger dan 2 jaar. Bij kleine kinderen van 2 jaar of ouder geen huidproducten met levomenthol in de buurt van de neus, mond, hals of op de borst smeren vanwege de kans op laryngospasmen en collaps bij inademing van levomenthol.

De gel is geschikt voor jeuk- en pijnstilling bij oppervlakkige wonden, zoals schaafwonden; niet gebruiken op andere (niet-oppervlakkige) open wonden.

Niet gebruiken op grotere oppervlakken, vanwege de kans op systemische opname.

Waarschuwingen en voorzorgen

Crème: Niet toepassen op slijmvliezen en beschadigde huid.

Pleister: Inademing van door de lucht verspreide capsaïcine kan leiden tot hoesten of niezen. Bij ernstige pijn de pleister verwijderen en de huid onderzoeken op chemische brandwonden.

De bloeddruk tijdens de behandelprocedure bewaken; de bloeddruk kan door toename van de pijn tijdens en vlak na behandeling tijdelijk maximaal 8,0 mmHg stijgen. Bij instabiele of slecht onder controle gehouden hypertensie of een recente voorgeschiedenis van cardiovasculaire problemen het risico van cardiovasculaire bijwerkingen als gevolg van de mogelijke stress van de procedure afwegen. Voor diabetes patiënten met comorbiditeit van coronaire hartziekte, hoge bloeddruk en cardiovasculaire autonome neuropathie is extra aandacht nodig.

Patiënten bij wie de pijn toeneemt, behandelen met lokale koeling of orale kortwerkende opioïden.

Bij patiënten met pijnlijke diabetische neuropathie is vóór elke toepassing én bij latere kliniek bezoeken zorgvuldig visueel onderzoek van de voeten nodig op huidlaesies die verband houden met onderliggende neuropathie en vasculaire insufficiëntie. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een verminderd gevoel in de voeten en een verhoogd risico hierop. Patiënten met bestaande sensorische beperkingen vóór elke toepassing onderzoeken op tekenen van sensorisch verlies. Bij optreden of verergering van sensorisch verlies de behandeling heroverwegen.

De pleister wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten vanwege een gebrek aan gegevens over veiligheid en werkzaamheid.

Hulpstoffen: butylhydroxyanisol (in de reinigingsgel bij de pleister) kan lokale huidreacties, bv. contacteczeem, of irritatie van ogen en slijmvliezen veroorzaken.

Waarschuwingen en voorzorgen

Patiënten met glucose-6-fosfaat dehydrogenasedeficiëntie of congenitale of idiopathische methemoglobinemie zijn gevoeliger voor methemoglobinemie; bij deze patiënten is bovendien het antidotum methyleenblauw niet effectief.

Niet gebruiken op open wonden, tenzij de crème bij ulcus cruris.

Bij patiënten met atopische dermatitis kan een inwerktijd > 30 min meer lokale vasculaire reacties (roodheid, petechiën, purpura en soms gesprongen haarvaten en purpura) veroorzaken.

Voorzichtigheid is geboden bij gebruik rond het oog. Gezien de sterk irriterende werking op het oog elk contact met de ogen vermijden; ook kan verlies van beschermde reflexen irritatie van de cornea veroorzaken. Als lidocaïne/prilocaïne in het oog komt, dit direct met water of fysiologisch zout uitspoelen en vervolgens het oog beschermen totdat het gevoel terugkomt. Wees extra voorzichtig bij eventuele toediening aan kinderen, in verband met mogelijke accidentele zelftoediening in het oog.

Bij gebruik vóór tuberculosevaccinatie (BCG), de resultaten van intracutane injecties met levende vaccins volgen, omdat lidocaïne en prilocaïne bactericide en antivirale eigenschappen hebben in concentraties > 0,5–2%.

Vanwege kans op verhoogde methemoglobinespiegels, niet gebruiken bij prematuren met een zwangerschapsduur < 37 weken of op de genitaliën van kinderen jonger dan 12 jaar; voldoende werkzaamheid bij circumcisie en bij de hielprik is niet aangetoond. De pleister is door het formaat minder geschikt voor bepaalde lichaamsdelen van kinderen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij algehele anesthesie heeft een glijmiddel zonder lidocaïne de voorkeur.

Voorzichtig toepassen bij myasthenia gravis, hartfalen of respiratoire disfunctie, ernstige lever- en/of nierfunctiestoornissen, bij ouderen, gehandicapten en acuut zieke patiënten, bij patiënten die gevoelig zijn voor insulten, bij patiënten met wonden, ontstekingen in het gebied van de beoogde aanbrengplaats, gebruik in mond en keelholte.

Chloorhexidine mag niet in contact komen met het oog. Er zijn ernstige gevallen van aanhoudend hoornvliesletsel gemeld. Spoel onmiddellijk uit met water en raadpleeg een oogarts.

Terughoudendheid is geboden bij patiënten met porfyrie.

Methemoglobinemie is gemeld. Bij glucose-6-fosfaatdehydrogenase-deficiëntie werkt het antidotum methyleenblauw niet.

Bij kinderen is extra voorzichtigheid geboden vanwege een verhoogde mate van systemische absorptie van lidocaïne.

Bij kinderen onder de 2 jaar is weinig ervaring; Instillagel is gecontra-indiceerd.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met capsaïcine contact op met het Nationaal vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

Systemische toxiciteit is mogelijk, in het bijzonder bij toepassing op slijmvliezen of niet-intacte huid; methemoglobinemie door een metaboliet van prilocaïne (o-toluïdine) is waargenomen, vooral in combinatie met sulfonamiden, nitrofurantoïne, fenytoïne en fenobarbital. Voorbijgaande prikkeling van het centrale zenuwstelsel, bij matige intoxicatie gevolgd door depressie van het centrale zenuwstelsel, cardiovasculaire depressie.

Therapie

Klinisch significante methemoglobinemie behandelen met langzaam i.v. methyleenblauw. Bij convulsies: anticonvulsiva. Observeer de patiënt enkele uren omdat de absorptie via de huid traag gaat.

Zie verder voor symptomen en behandeling de monografie op het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Lidocaïne werkt pijn- en jeukstillend. Levomenthol heeft een verkoelende werking op de huid en werkt daardoor jeukstillend.

Eigenschappen

Capsaïcine is een selectieve agonist voor de 'transient receptor potential vanilloid 1-receptor' (TRPV1). Aanvankelijk activeert capsaïcine cutane nociceptoren met TRPV1-expressie, wat leidt tot branderigheid en erytheem door het vrijkomen van vasoactieve neuropeptiden. Vervolgens worden deze cutane nociceptoren minder gevoelig voor diverse stimuli. Deze ‘desensibilisatie’ ligt vermoedelijk ten grondslag aan de pijnverlichting. Werking: na. ca. 1 week bij postherpetische neuralgie; in week 2 bij HIV-geassocieerde neuropathie; in week 3 bij diabetische perifere neuropathie. Werkingsduur: 12 weken voor alle 3 oorzaken. Bij pijnlijke diabetische perifere neuropathie is werkzaamheid aangetoond met herhaalde behandelingen gedurende 52 weken.

Kinetische gegevens

Overig Na 60 of 90 min behandeling, was 20 min na verwijdering van de pleister de capsaïcinespiegel het hoogst, waarna deze snel daalde, met een gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van circa 130 minuten.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Lokale anesthetica van het amide-type, die de zenuwmembranen stabiliseren door inhibitie van de ionenstromen die nodig zijn voor het optreden en de geleiding van impulsen. Lidocaïne- en prilocaïnebase zijn als eutectisch mengsel verwerkt in een hydrofiele crème of (emulsie)pleister en kunnen huid en slijmvliezen verdoven als gevolg van afgifte van lidocaïne en prilocaïne in de epidermale en dermale lagen van de huid en in de nabijheid van dermale pijnreceptoren en zenuwuiteinden.

Werking: crème: op slijmvliezen zonder occlusie na 5–10 min, bij ulcus cruris onder occlusie na 30 min, op huid onder occlusie na 1–2 uur; pleister: na 1-2 uur; op voorhoofd en wangen 30-60 min. De diepte van de cutane verdoving van de intacte huid neemt toe met de inwerktijd van de crème of pleister. Werkingsduur: crème: op slijmvliezen zonder occlusie 15–20 min; op intacte huid ten minste 2 uur na verwijderen van het verband; bij ulcus cruris tot 4 uur na het wondtoilet, indien daar binnen 10 min na het verwijderen van de crème mee is begonnen. Pleister: ten minste 2 uur na verwijderen van de pleister; in het gezicht korter.

Zie voor de kinetische gegevens:

  • lidocaïne
  • prilocaïne

Eigenschappen

Chloorhexidine > 100 microg/ml heeft een bactericide en in concentraties van 1–100 microg/ml een bacteriostatische werking tegen een groot aantal Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen. Sommige Pseudomonas- en Proteus-species zijn weinig gevoelig voor chloorhexidine. Verder remt het bepaalde virussen en huidschimmels, maar heeft het vrijwel geen werking tegen mycobacteriën, sporen en andere schimmels. De werking wordt door eiwit (bloed, pus), zepen en anorganische ionen verminderd. Lidocaïne heeft een lokaal anesthetisch effect.

Werking Cathejell: na 5–10 min, Instillagel 2–3 min. Werkingsduur: 20–30 min (Cathejell); 1–2 uur (Instillagel).

Zie voor de kinetische gegevens chloorhexidine#eigenschappen en lidocaïne (gel, aanstipvloeistof)#eigenschappen.

Groepsinformatie

lidocaïne/levomenthol hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.

  • capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
  • chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
  • cocaïne (S01HA01) Vergelijk
  • lidocaïne (auriculair) (S02DA01) Vergelijk
  • lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (oculair) (S01HA07) Vergelijk
  • lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
  • lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
  • lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
  • lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
  • lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
  • lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
  • oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
  • pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
  • tetracaïne (S01HA03) Vergelijk

Groepsinformatie

capsaïcine hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.

  • chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
  • cocaïne (S01HA01) Vergelijk
  • lidocaïne (auriculair) (S02DA01) Vergelijk
  • lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (oculair) (S01HA07) Vergelijk
  • lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
  • lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
  • lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
  • lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
  • lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
  • lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
  • lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
  • oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
  • pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
  • tetracaïne (S01HA03) Vergelijk

Groepsinformatie

lidocaïne/prilocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.

  • capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
  • chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
  • cocaïne (S01HA01) Vergelijk
  • lidocaïne (auriculair) (S02DA01) Vergelijk
  • lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (oculair) (S01HA07) Vergelijk
  • lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
  • lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
  • lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
  • lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
  • lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
  • lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
  • oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
  • pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
  • tetracaïne (S01HA03) Vergelijk

Groepsinformatie

chloorhexidine/lidocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.

  • capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
  • cocaïne (S01HA01) Vergelijk
  • lidocaïne (auriculair) (S02DA01) Vergelijk
  • lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (oculair) (S01HA07) Vergelijk
  • lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
  • lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
  • lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
  • lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
  • lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
  • lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
  • lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
  • lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
  • oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
  • pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
  • tetracaïne (S01HA03) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies

Indicaties

  • jeuk

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies

Indicaties

  • jeuk
  • neuropathische pijn

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".