Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

sitagliptine

DPP4-remmers A10BH01

Sluiten

linagliptine

DPP4-remmers A10BH05

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Januvia (als fosfaatmonohydraat) Bijlage 2 Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
25 mg, 50 mg, 100 mg

Ristaben (als fosfaatmonohydraat) Bijlage 2 Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
25 mg, 50 mg, 100 mg

Sitagliptine (als fumaraat, als hydrochloridemonohydraat, als malaat) Bijlage 2 Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
25 mg, 50 mg, 100 mg

Tesavel (als fosfaatmonohydraat) Bijlage 2 Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
25 mg, 50 mg

Xelevia (als fosfaatmonohydraat) Bijlage 2 Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
25 mg, 50 mg, 100 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Trajenta Bijlage 2 Boehringer Ingelheim bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
5 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij de behandeling van diabetes mellitus type 2 komt bloedglucoseverlagende medicatie in aanmerking, indien geen goede bloedglucoseregulatie wordt bereikt met het aanpassen van de leefstijl.

Bij diabetes type 2 zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten (zonder voorgeschiedenis van HVZ, hartfalen of chronische nierschade) is metformine eerste keus bij de medicamenteuze behandeling. Voeg bij onvoldoende resultaat gliclazide toe, of eventueel een GLP1-agonist bij een BMI ≥ 30 kg/m2 of een SGLT2-remmer bij ≥ 4 cardiovasculaire risicofactoren. Vanaf de volgende stap is de keuze voor medicatie afhankelijk van de gewenste HbA1c-daling en van kenmerken en voorkeuren van de patiënt (opties zijn een DPP4-remmer, gliclazide, GLP1-agonist, (middel)langwerkende insuline of SGLT2-remmer).

Bij diabetes type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten (blijkend uit een voorgeschiedenis van HVZ of hartfalen, en/of chronische nierschade met bijkomend matig tot sterk verhoogd cardiovasculair risico) is het advies te starten met een SGLT2-remmer of bij een contra-indicatie voor een SGLT2-remmer, een GLP1-agonist. Voeg bij onvoldoende resultaat eerst metformine toe en vervolgens een GLP1-agonist als deze nog niet wordt gebruikt.

Aan de vergoeding van sitagliptine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Advies

Bij de behandeling van diabetes mellitus type 2 komt bloedglucoseverlagende medicatie in aanmerking, indien geen goede bloedglucoseregulatie wordt bereikt met het aanpassen van de leefstijl.

Bij diabetes type 2 zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten (zonder voorgeschiedenis van HVZ, hartfalen of chronische nierschade) is metformine eerste keus bij de medicamenteuze behandeling. Voeg bij onvoldoende resultaat gliclazide toe, of eventueel een GLP1-agonist bij een BMI ≥ 30 kg/m2 of een SGLT2-remmer bij ≥ 4 cardiovasculaire risicofactoren. Vanaf de volgende stap is de keuze voor medicatie afhankelijk van de gewenste HbA1c-daling en van kenmerken en voorkeuren van de patiënt (opties zijn een DPP4-remmer, gliclazide, GLP1-agonist, (middel)langwerkende insuline of SGLT2-remmer).

Bij diabetes type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten (blijkend uit een voorgeschiedenis van HVZ of hartfalen, en/of chronische nierschade met bijkomend matig tot sterk verhoogd cardiovasculair risico) is het advies te starten met een SGLT2-remmer of bij een contra-indicatie voor een SGLT2-remmer, een GLP1-agonist. Voeg bij onvoldoende resultaat eerst metformine toe en vervolgens een GLP1-agonist als deze nog niet wordt gebruikt.

Aan de vergoeding van linagliptine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

Volwassenen met diabetes mellitus type 2:

  • als monotherapie indien met dieet en lichaamsbeweging alleen onvoldoende resultaat wordt behaald en metformine niet in aanmerking komt vanwege contra-indicaties of intolerantie;
  • in combinatie met metformine, indien met dieet en lichaamsbeweging plus metformine onvoldoende resultaat wordt behaald;
  • in combinatie met een sulfonylureumderivaat, indien met dieet en lichaamsbeweging plus het sulfonylureumderivaat in maximaal te verdragen dosering onvoldoende resultaat wordt behaald en metformine niet in aanmerking komt vanwege contra-indicaties of intolerantie;
  • in combinatie met pioglitazon, indien met dieet en lichaamsbeweging plus pioglitazon onvoldoende controle van de glucosespiegel wordt verkregen en gebruik van pioglitazon aangewezen is;
  • in combinatie met metformine en een sulfonylureumderivaat indien met dieet en lichaamsbeweging plus behandeling met deze middelen onvoldoende resultaat wordt behaald;
  • in combinatie met metformine en pioglitazon indien het gebruik van pioglitazon aangewezen is en met dieet en lichaamsbeweging plus behandeling met deze middelen onvoldoende resultaat wordt behaald;
  • als toevoeging aan insuline (met of zonder metformine) als dieet en lichaamsbeweging plus stabiele dosering insuline onvoldoende glucoseregulatie geven.

Gerelateerde informatie

  • diabetes mellitus type 2

Indicaties

Diabetes mellitus type 2 bij volwassenen, als aanvulling op dieet en lichaamsbeweging, om de glykemische controle te verbeteren:

  • als monotherapie indien metformine ongeschikt is vanwege contra-indicatie of intolerantie;
  • in combinatie met andere bloedglucoseverlagende middelen, waaronder insuline, indien deze middelen geen adequate glykemische controle geven.

Gerelateerde informatie

  • diabetes mellitus type 2

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Diabetes mellitus type 2

Volwassenen (incl. ouderen)

100 mg 1×/dag. Bij toevoeging van sitagliptine aan een behandeling met metformine en/of pioglitazon, de dosering van deze middelen onveranderd houden en sitagliptine gelijktijdig toedienen. In combinatie met een sulfonylureumderivaat of met insuline een lagere dosering van resp. het sulfonylureumderivaat of insuline overwegen om de kans op hypoglykemie te verminderen.

Bij verminderde nierfunctie: creatinineklaring ≥ 45 ml/min: geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 30–45 ml/min: 50 mg 1×/dag; creatinineklaring < 30 ml/min of eindstadium nierziekte (ESRD) waarbij hemo- of peritoneale dialyse nodig is: 25 mg 1×/dag (onafhankelijk van tijdstip dialyse).

Bij lichte tot matige verminderde leverfunctie is een aanpassing van de dosering niet nodig. Toepassing bij ernstige leverfunctiestoornis is niet onderzocht.

Bij het vergeten van een dosis, die innemen zodra eraan wordt gedacht; maximaal één dosis per dag.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Diabetes mellitus type 2

Volwassenen (incl. ouderen)

5 mg 1×/dag. Indien toegevoegd aan metformine, de dosering van metformine niet veranderen en linagliptine gelijktijdig met metformine innemen. In combinatie met een sulfonylureumderivaat of met insuline: overweeg een lagere dosis sulfonylureumderivaat of insuline te geven, om de kans op hypoglykemie te verminderen.

Bij verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig.

Bij verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig.

Bij vergeten van een dosis, deze innemen zodra eraan wordt gedacht, echter géén dubbele dosis op dezelfde dag innemen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hypoglykemie (in combinatie met een sulfonylureumderivaat).

Vaak (1–10%): hypoglykemie (in combinatie met insuline). Hoofdpijn. Bovensteluchtweginfectie, nasofaryngitis. Osteoartritis, pijn in extremiteiten.

Soms (0,1-1%): duizeligheid. Obstipatie. Jeuk.

Zelden (0,01-0,1%): trombocytopenie.

Verder zijn gemeld: ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, angio-oedeem, cutane vasculitis en exfoliatieve huidaandoeningen (o.a. Stevens-Johnsonsyndroom). Interstitiële longziekte. Braken, acute pancreatitis, waaronder fatale en niet-fatale hemorragische en necrotiserende pancreatitis. Huiduitslag, urticaria, bulleus pemfigoïd. Gewrichts-, spier- en rugpijn, artropathie. Verminderde nierfunctie, waaronder acuut nierfalen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hypoglykemie (in combinatie met een sulfonylureumderivaat).

Vaak (1-10%): stijging lipasewaarde.

Soms (0,1-1%): nasofaryngitis, hoesten. Overgevoeligheid (bv. bronchiale hyperreactiviteit). Huiduitslag. Obstipatie (in combinatie met insuline). Stijging amylasewaarde.

Zelden (0,01-0,1%): acute pancreatitis. Bulleus pemfigoïd, angio-oedeem, urticaria.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Theoretisch is het mogelijk dat krachtige CYP3A4-remmers (bv. ketoconazol, itraconazol, ritonavir, claritromycine) bij ernstige nierinsufficiëntie of eindstadium nierziekte (ESRD) de farmacokinetiek van sitagliptine kunnen veranderen.

Sitagliptine verhoogt de blootstelling aan digoxine enigszins, maar het is niet te verwachten dat dit klinisch significant is.

Interacties

Bij gelijktijdige toediening van sterke Pgp-inductoren zoals rifampicine is de werkzaamheid van linagliptine mogelijk niet volledig.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij hoge doses schadelijk gebleken.

Advies: Gebruik ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Gebruik ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

  • Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Beoordeel de nierfunctie vóór instelling therapie en periodiek daarna.

Bij optreden van een overgevoeligheidsreactie het gebruik staken en een alternatieve behandeling instellen.

Bij verdenking op bulleus pemfigoïd, de behandeling staken.

Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van pancreatitis. Bij vermoeden van pancreatitis, met als kenmerkend symptoom aanhoudende, ernstige buikpijn, de behandeling met sitagliptine staken. Bij bevestiging van de diagnose acute pancreatitis, de behandeling niet opnieuw beginnen. Na stopzetten van sitagliptine (met of zonder ondersteunende behandeling) is herstel waargenomen, maar zelden is necrotiserende of hemorragische pancreatitis en/of overlijden gemeld.

Bij mensen met ernstige leverfunctiestoornis is het gebruik niet onderzocht.

Behandel kinderen niet met linagliptine. In klinisch onderzoek bij kinderen van 10-17 jaar is geen werkzaamheid aangetoond.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van pancreatitis. Bij vermoeden van pancreatitis, met als kenmerkend symptoom aanhoudende, ernstige buikpijn, de behandeling met linagliptine staken. Bij bevestiging van de diagnose acute pancreatitis, de behandeling niet opnieuw beginnen.

Bij verdenking op bulleus pemfigoïd, de behandeling staken.

Bij mensen met leverinsufficiëntie is het gebruik niet klinisch onderzocht.

Behandel kinderen niet met linagliptine. In klinisch onderzoek bij kinderen van 10-17 jaar is geen werkzaamheid aangetoond.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling de monografie orale bloedglucoseverlagende middelen op toxicologie.org.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met linagliptine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Selectieve remmer van dipeptidylpeptidase 4 (DPP-4). Voorkomt hydrolyse van incretine-hormonen door het enzym DPP-4. Hierdoor stijgen de plasmaconcentraties van de actieve vorm van GLP-1 (glucagon-like-peptide-1) en GIP (glucose-afhankelijke insulinotrope polypeptide). Door deze toename van GLP-1 en GIP wordt de insulineafgifte verhoogd en de glucagonconcentratie verlaagd op glucoseafhankelijke wijze. Dit leidt bij diabetes mellitus type 2 tot een lager HbA1c-gehalte en lagere nuchtere en postprandiale glucosewaarden.

Kinetische gegevens

F ca. 87%.
T max 1–4 uur.
V d 2,7 l/kg.
Metabolisering gering; m.n. via CYP3A4.
Eliminatie ca. 79% onveranderd via de urine. Wordt matig verwijderd door hemodialyse (13,5% gedurende een 3-4 urige hemodialysesessie).
T 1/2el ca. 12 uur.
Overig bij matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 30-45 ml/min) is de plasma-AUC ongeveer 2 keer zo hoog, bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) ongeveer 4 keer zo hoog.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Selectieve remmer van dipeptidylpeptidase 4 (DPP-4). Voorkomt hydrolyse van incretinehormonen door het enzym DPP-4. Hierdoor stijgen de plasmaconcentraties van de actieve vorm van GLP-1 (glucagon-like-peptide-1) en GIP (glucose-afhankelijke insulinotrope polypeptide). Door deze toename van GLP-1 en GIP wordt de insulineafgifte verhoogd en de glucagonconcentratie verlaagd op glucoseafhankelijke wijze. Dit leidt bij diabetes mellitus type 2 tot een lager HbA1c-gehalte en lagere nuchtere en postprandiale glucosewaarden.

Kinetische gegevens

F ca. 30%.
T max 1,5 uur.
V d 15,9 l/kg.
Eliminatie ca. 95% met de feces en ca. 5% met de urine.
T 1/2el > 100 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

sitagliptine hoort bij de groep DPP4-remmers.

  • linagliptine (A10BH05) Vergelijk
  • saxagliptine (A10BH03) Vergelijk
  • vildagliptine (A10BH02) Vergelijk

Groepsinformatie

linagliptine hoort bij de groep DPP4-remmers.

  • saxagliptine (A10BH03) Vergelijk
  • sitagliptine (A10BH01) Vergelijk
  • vildagliptine (A10BH02) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • DPP4-remmers

Indicaties

  • diabetes mellitus type 2

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • DPP4-remmers

Indicaties

  • diabetes mellitus type 2

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".