tetracaïne
lidocaïne/zinkoxide
lidocaïne/prilocaïne
lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat
lidocaïne/tetracaïne
Samenstelling
Tetracaïne Minims XGVS Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,5%)
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (1%)
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Lidocaïne zinkoxidesmeersel FNA (base) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Smeersel (5%)
Bevat per g: lidocaïne 50 mg, zinkoxide 540 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Emla crème Aspen Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Hydrofiele crème
- Sterkte
- 50 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 25 g
Bevat per g: lidocaïne 25 mg, prilocaïne 25 mg.
Emla pleister XGVS OTC Aspen Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Pleister (emulsie)
Bevat per pleister: lidocaïne 25 mg, prilocaïne 25 mg.
Lidocaïne/prilocaïne Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Hydrofiele crème
- Sterkte
- 25/25 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Bevat per g: lidocaïne 25 mg, prilocaïne 25 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Trachitol XGVS OTC Engelhard Arzneimittel
- Toedieningsvorm
- Zuigtablet
Bevat per zuigtablet: lidocaïne(hydrochloride) 1,0 mg, propylparahydroxybenzoaat 1,8 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Rapydan EuroCept bv
- Toedieningsvorm
- Pleister
Bevat per pleister: lidocaïne 70 mg, tetracaïne 70 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De toepassing van lokaal anesthetica in oogdruppels dient te worden beperkt tot de kliniek of de spreekkamer. Tetracaïne Minims dienen derhalve niet op recept aan de patiënt te worden afgeleverd. De Commissie wijst erop dat tetracaïneoogdruppels vaak irritatie geven.
Advies
Een cutane herpesinfectie verloopt in het algemeen niet ernstig en geneest meestal spontaan. Doorgaans kan volstaan worden met lokale behandeling met een indifferent middel met zinkoxide of zinksulfaat (eventueel met lidocaïne). Geef bij pijn paracetamol. Start bij acute herpes zoster neuralgie laagdrempelig met amitriptyline (bij ouderen nortriptyline). Orale antivirale behandeling met een nucleoside-analogon (aciclovir, famciclovir of valaciclovir) komt bij de herpesinfecties alleen in bepaalde situaties in aanmerking. Gezien het gebruiksgemak en de kosten gaat de voorkeur in het algemeen uit naar valaciclovir. De antivirale behandeling is slechts zinvol indien gestart binnen een bepaalde termijn na het verschijnen van de eerste symptomen. De lengte van deze termijn hangt af van het type infectie (herpes simplex of zoster, primo-infectie of recidief) en de immuunstatus van de patiënt.
Advies
Gezien het indicatiegebied zal lidocaïne/prilocaïne crème in de regel in de polikliniek of spreekkamer worden gebruikt. Slechts incidenteel zal het voor thuisgebruik zinvol kunnen worden voorgeschreven. Bij oppervlakteanesthesie van de huid in verband met naaldpuncties (bij kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen) en bij oppervlakkige operatieve ingrepen (bij volwassenen) is de effectiviteit van de lidocaïne/prilocaïne-crème en -pleister vergelijkbaar met die van de lidocaïne/tetracaïne-pleister. Indien uitstel van de naaldpunctie of een oppervlakkige operatieve ingreep met 60 minuten niet aanvaardbaar is, dan gaat de voorkeur uit naar de lidocaïne/tetracaïne-pleister, omdat hierbij een inwerktijd van 30 minuten kan worden aangehouden.
Advies
Het effect van zuigtabletten bij keelpijn wordt veroorzaakt door het 'zuigen'; desinfectantia, lokaal anesthetica en/of adstringentia dragen weinig of niets aan dit effect bij. De Commissie adviseert op farmacotherapeutische gronden Trachitol niet voor te schrijven.
Advies
Bij oppervlakteanesthesie van de huid in verband met naaldpuncties (bij kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen) en bij oppervlakkige operatieve ingrepen (bij volwassenen) is de effectiviteit van de lidocaïne/tetracaïne-pleister vergelijkbaar met die van de lidocaïne/prilocaïne-pleister. Indien uitstel van de naaldpunctie of oppervlakkige operatieve ingreep met 60 minuten niet aanvaardbaar is, dan gaat de voorkeur uit naar de lidocaïne/tetracaïne pleister, omdat hierbij een inwerktijd van 30 minuten kan worden aangehouden.
Indicaties
Oppervlakte–anesthesie bij verwijderen van corpus alienum en bij kleine operatieve ingrepen van het oog.
Indicaties
- Ter verlichting van pijn en jeuk, bijvoorbeeld bij nattende, pijnlijke herpes genitalis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Pleister:
-
Lokale anesthesie van de intacte huid bij volwassenen en kinderen, voor het inbrengen van een naald of voor oppervlakkige operatieve ingrepen, als een wachttijd van 60 minuten aanvaardbaar is.
Crème:
-
Lokale anesthesie van de huid voor het inbrengen van een naald of voor oppervlakkige operatieve handelingen, bij volwassenen en kinderen;
-
Lokale anesthesie van de genitale slijmvliezen bij volwassenen en kinderen ≥12 jaar;
-
Lokale anesthesie van ulcus cruris om mechanische reiniging/débridement makkelijker te maken, alleen bij volwassenen;
-
Atopisch eczeem bij kinderen, voorafgaande aan curettage van mollusca.
Indicaties
- Beginnende keelpijn.
Indicaties
- Volwassenen en kinderen vanaf 3 jaar: oppervlakte- anesthesie van de huid voor het inbrengen van een naald op de normale intacte huid.
- Volwassenen: oppervlakte- anesthesie van de huid bij oppervlakkige operatieve ingrepen op de normale intacte huid.
Doseringen
Oppervlakte-anesthesie
Volwassenen en kinderen
Eén of zonodig meer druppels per keer in de conjunctivaalzak.
Minims bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Door dichtdrukken van de traanbuis of het gesloten houden van de ogen gedurende 3 minuten wordt de kans op systemische reacties verminderd en de lokale werkzaamheid bevorderd; dit is bijzonder aanbevolen bij kinderen.
Doseringen
Herpes genitalis
Volwassenen
1–2×/dag het smeersel dun aanbrengen.
Toediening: vóór gebruik het smeersel goed roeren.
Doseringen
1 gram crème komt overeen met een lengte van 3,5 cm (uit de tube van 30 g geknepen) crème.
Anesthesie van de intacte huid
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
Bij kleine ingrepen pleister(s) of een dikke laag crème (ca. 1,5 g crème per 10 cm²) aanbrengen en gedurende 1–5 uur laten inwerken. Bij dermatologische ingrepen op de pas geschoren huid van grote lichaamsoppervlakken in de thuissituatie max. 60 g creme aanbrengen op een max. behandeloppervlak van 600 cm² en 1-5 uur laten inwerken. Bij dermatologische ingrepen op grotere oppervlakken in het ziekenhuis ca. 1,5-2 g crème/10 cm² aanbrengen en gedurende 2-5 uur laten inwerken.
Kinderen
Ca. 1 g per 10 cm² gedurende ten minste 1 uur;
Neonaten 0–2 maanden
Max. 1 g en 10 cm² of max. 1 pleister gedurende max. 1 uur (niet toepassen bij prematuren < 37 weken);
Baby's 3–12 maanden
Max. 2 g en 20 cm² of max. 2 pleisters tegelijk gedurende ongeveer 1 uur;
1–5 jaar
Max. 10 g crème en 100 cm² of max. 10 pleisters aanbrengen en gedurende 1-5 uur laten inwerken;
6–11 jaar
Max. 20 g crème en 200 cm² of max. 20 pleisters aanbrengen en gedurende 1-5 uur laten inwerken.
Curettage van waterwratjes bij kinderen met atopische dermatitis
kinderen < 12 jaar
1 g crème/10 cm² of pleister(s) gedurende 30 min. laten inwerken.
Analgesie van slijmvliezen van de genitaliën
Volwassenen
5–10 g crème aanbrengen, afhankelijk van de ingreep. De crème, zonder occlusie, 5–10 minuten laten inwerken. Bij cervicale curettage 10 g aanbrengen, na 10 min de crème verwijderen. Begin de ingreep onmiddellijk na verwijdering van de crème.
Analgesie van de huid van de genitaliën voorafgaand aan injectie met een lokaal anestheticum
Volwassenen
Man: 1 g per 10 cm² gedurende 15 min met een occlusief verband; vrouw: 1–2 g per 10 cm² gedurende 60 min met een occlusief verband.
Mechanische reiniging van ulcus cruris
Volwassenen
1–2 g crème per 10 cm², max. 10 g. Crème, met occlusief verband, 30–60 minuten laten inwerken. Het operatief wondtoilet dient direct na verwijdering van de crème aan te vangen.
Ouderen, verminderde nier- of leverfunctie
Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: de crème afdekken met een occlusief verband; na de inwerktijd de crème verwijderen. Voor toepassing op grotere gebieden, zoals bij split-skin grafting een elastisch verband over het occlusief verband aanbrengen ter bescherming en voor een gelijkmatige verdeling van de crème. Voor ingrepen aan het genitale slijmvlies is geen occlusief verband nodig. Zo nodig voorafgaand aan het plakken van de pleister lichaamshaar verwijderen. De pleister niet knippen.
Doseringen
Keelpijn:
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
max. 1 tablet elke 2 uur tot max. 8 tabletten/dag.
Kinderen 6–11 jaar
max. 1 tablet elke 2 uur tot max. 6 tabletten per dag; toedienen onder toezicht van een volwassene.
Toediening: de zuigtablet langzaam in de mond laten smelten. Niet kauwen of inslikken.
Doseringen
Oppervlakte-anesthesie bij naaldpunctie
Volwassenen
1–4 pleisters per keer, max. 4 pleisters per dag, 30 min voor de punctie laten inwerken.
Kinderen > 3 jaar
1–2 pleisters per keer, max. 2 pleisters per dag, 30 min voor de punctie laten inwerken.
Oppervlakte-anesthesie bij oppervlakkige operatieve ingrepen
Volwassenen
1–4 pleisters per keer, max. 4 pleisters per dag, 30 min laten inwerken voor de ingreep.
Indien nodig de haren in het aan te brengen gebied afknippen (niet scheren) om te zorgen voor voldoende contact tussen de pleister en de huid.
Bijwerkingen
Lokaal: Oogklachten (branderig gevoel, pijn, wazig zien), oppervlakkige epitheliale laesies. Tevens oedeem van de cornea, erosie van de cornea, keratitis punctata. Overgevoeligheidsreacties.
Lokale anesthetica kunnen de trofische functie van de corneale zenuwuiteinden zodanig verstoren, dat ondraaglijke pijn ontstaat in een overigens ongevoelig hoornvlies (anaesthesia dolorosa). Dit kan ten onrechte aanleiding zijn vaker te druppelen. Frequent en langdurig gebruik kunnen tevens opacificatie van de cornea en vertraagde wondgenezing veroorzaken.
Bijwerkingen
Irritatie van de huid.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (jeuk, roodheid, zwelling, huiduitslag).
Bijwerkingen
Vaak en soms (> 0,1%): jeuk, branderigheid, oedeem, rood- of bleekheid op de applicatieplaats.
Soms (0,1-1%): lokale paresthesieën, huidirritatie.
Zelden (0,01–0,1%): allergische reacties (in het ernstigste geval anafylactische shock), methemoglobinemie (vaker bij kinderen van 0-12 maanden, met name in verband met overdosering), purpura, petechiën (vooral na langere inwerktijd bij kinderen met atopische dermatitis of mollusca contagiosa).
Na ongewenst contact met het oog: irritatie van de cornea, chemische brandwonden aan het oog.
De crème's en de pleister bevatten polyoxylgehydrogeneerde ricinusolie (macrogolglycerolhydroxystearaat), wat huidreacties kan veroorzaken.
Bijwerkingen
Overgevoeligheidsreacties, waaronder huidreacties zoals huiduitslag, pruritus en urticaria, en systemische reacties als angio-oedeem en benauwdheid. Orale hypo-esthesie. Buikpijn.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): erytheem, verkleuring/verbleking van de huid, oedeem.
Vaak (1-10%): huiduitslag.
Soms (0,1-1%): vesiculobulleuze uitslag, jeuk, contacteczeem, reactie op de toepassingsplaats.
Zelden (0,01-0,1%): urticaria, maculopapuleuze uitslag, pijn, smaakverandering.
Gemeld zijn: allergische of anafylactoïde reacties, met name door tetracaïne.
Interacties
Bij patiënten die klasse III anti-aritmica (amiodaron) gebruiken is extra controle aangewezen (ECG overwegen) vanwege mogelijk additionele effecten van lidocaïne/prilocaïne op het hart.
Wees voorzichtig bij combinatie met geneesmiddelen die de methemoglobinespiegel verhogen, zoals nitrofurantoïne, fenytoïne en fenobarbital.
Cimetidine en bètablokkers kunnen de klaring van lidocaïne verminderen; bij kortdurend gebruik van lidocaïne zal dit geen probleem zijn.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van klasse I- (bv. kinidine, disopyramide) en III-(bv. amiodaron) antiaritmica of van andere producten met een lokaal anestheticum, rekening houden met additieve systemische toxiciteit.
Bij gelijktijdig gebruik van middelen die in verband zijn gebracht met geneesmiddelgeïnduceerde methemoglobinemie (zoals sulfonamiden, nitraten, nitrofurantoïne en kinine) is er meer kans op methemoglobinemie.
Zwangerschap
Tetracaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens. Gezien de lage systemische belasting bij gebruik van oogdruppels en de eenmalige toediening worden echter geen nadelige effecten bij de foetus verwacht.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens heeft geen nadelige effecten laten zien. Bij lokale toediening op kleine oppervlakken is er sprake van beperkte systemische absorptie van lidocaïne. Zinkoxide wordt niet of nauwelijks opgenomen door de huid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Lidocaïne en prilocaïne passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege de lage dosis en de toedieningsweg.
Advies: Kan met voorzichtigheid worden gebruikt.
Zwangerschap
Lidocaïne kan de placenta passeren. Vanwege de lage dosering is de absorptie gering.
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid van lidocaïne. Bij dieren zijn bij hoge doses propylparahydroxybenzoaat estrogene en anti-androgene effecten gezien. Bij opvolging van de doseringsvoorschriften is de maximale inname van propylparahydroxybenzoaat lager dan de dosering waarbij zulke effecten worden verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig kortdurend (max. 2 dagen) worden gebruikt.
Zwangerschap
Farmacologische effect: Gegevens van een beperkt aantal blootstellingen bij zwangerschap bij de mens laten geen ongewenste effecten zien tijdens de zwangerschap of op de gezondheid van de pasgeborene.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Gezien de lage systemische belasting bij gebruik van oogdruppels en de eenmalige toediening worden echter geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Lidocaïne: ja, in kleine hoeveelheden. Bij lokale toediening op kleine oppervlakken is er sprake van beperkte systemische absorptie bij de moeder met een zeer lage blootstelling aan lidocaïne van de zuigeling. Zinkoxide: nee, omdat het niet of nauwelijks wordt opgenomen door de huid.
Advies: Kan worden gebruikt; vermijd wel contact van de zuigeling met lidocaïne.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (lidocaïne en prilocaïne) in geringe mate.
Farmacologisch effect: Niet waarschijnlijk vanwege de geringe systemische absorptie, maar voor prilocaïne ontbreken gegevens.
Advies: Vermijd prilocaïne.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (lidocaïne). Vanwege de lage dosering, is een effect van lidocaïne op de zuigeling niet te verwachten. Onbekend (propylparahydroxybenzoaat). Gezien de snelle metabolisering naar een inactieve metaboliet is geen significante uitscheiding van propylparahydroxybenzoaat in de moedermelk te verwachten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig kortdurend (max. 2 dagen) worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (lidocaïne en tetracaïne).
Farmacologisch effect: In de aanbevolen doses is de kans op een negatief effect gering.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, zolang contact van het kind met het preparaat vermeden wordt. Het preparaat niet op de borst van de moeder aanbrengen.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor anesthetica uit de para-aminobenzoëzuurgroep.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype;
- (crème:) toepassing in het middenoor.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype of het estertype, voor para-aminobenzoëzuur (een tetracaïne-metaboliet), methyl- of propylparahydroxybenzoaat of een van de andere hulpstoffen.
- De pleister niet gebruiken op slijmvliezen of beschadigde of geïrriteerde huid.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het gebruik dient tot de spreekkamer of de operatiekamer beperkt te blijven.
Neem kweekmateriaal af voorafgaand aan en niet na het indruppelen, omdat het anestheticum toxisch is voor micro-organismen waardoor het de uitslag van de kweek beïnvloedt.
Bescherm het verdoofde oog tegen stof en bacteriële contaminatie.
Dichtdrukken van de traanbuis of gesloten houden van de ogen gedurende 3 minuten vermindert de kans op bijwerkingen en versterkt de lokale werkzaamheid.
De oogdruppels niet frequent en langdurig toepassen, omdat het hoornvlies daardoor kan beschadigen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken op open wonden. Lidocaïne wordt goed geabsorbeerd door beschadigd epitheel, waardoor bij overmatig gebruik intoxicatie kan ontstaan met prikkeling van het centrale zenuwstelsel en depressie van het cardiovasculaire systeem.
Lidocaïne werkt vasoconstrictief en kan daardoor wondgenezing remmen.
Het smeersel geeft moeilijk te verwijderen vlekken op kleding en beddengoed.
Waarschuwingen en voorzorgen
Patiënten met glucose-6-fosfaat dehydrogenasedeficiëntie of congenitale of idiopathische methemoglobinemie zijn gevoeliger voor methemoglobinemie; bij deze patiënten is bovendien het antidotum methyleenblauw niet effectief.
Niet gebruiken op open wonden, tenzij de crème bij ulcus cruris.
Bij patiënten met atopische dermatitis kan een inwerktijd > 30 min meer lokale vasculaire reacties (roodheid, petechiën, purpura en soms gesprongen haarvaten en purpura) veroorzaken.
Voorzichtigheid is geboden bij gebruik rond het oog. Gezien de sterk irriterende werking op het oog elk contact met de ogen vermijden; ook kan verlies van beschermde reflexen irritatie van de cornea veroorzaken. Als lidocaïne/prilocaïne in het oog komt, dit direct met water of fysiologisch zout uitspoelen en vervolgens het oog beschermen totdat het gevoel terugkomt. Wees extra voorzichtig bij eventuele toediening aan kinderen, in verband met mogelijke accidentele zelftoediening in het oog.
Bij gebruik vóór tuberculosevaccinatie (BCG), de resultaten van intracutane injecties met levende vaccins volgen, omdat lidocaïne en prilocaïne bactericide en antivirale eigenschappen hebben in concentraties > 0,5–2%.
Vanwege kans op verhoogde methemoglobinespiegels, niet gebruiken bij prematuren met een zwangerschapsduur < 37 weken of op de genitaliën van kinderen jonger dan 12 jaar; voldoende werkzaamheid bij circumcisie en bij de hielprik is niet aangetoond. De pleister is door het formaat minder geschikt voor bepaalde lichaamsdelen van kinderen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Lokale anesthetica kunnen interfereren met slikken en het gevaar van verslikken vergroten, vooral bij kinderen vanwege hun frequentie van eten. Inname van voedsel en drank direct na het gebruik van de zuigtabletten vermijden.
Verdoofd gevoel van de tong of buccale mucosa kan het gevaar van bijt trauma vergroten. Er is meer kans op verbranding van de slijmvliezen in de mond en keelholte bij het innemen van hete drank of etenswaren door een verminderde gevoeligheid voor warmte.
Herhaald gebruik kan leiden tot een ongevoelige keel, waardoor slikproblemen kunnen ontstaan.
Houd rekening met kruisallergie voor lidocaïne bij overgevoeligheid voor andere lokale anesthetica van het amidetype.
Hulpstoffen: sorbitol in de zuigtablet kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid is geboden bij gebruik in de buurt van de ogen in verband met kans op cornea–laesies; bij contact met het oog, het oog onmiddellijk uitspoelen met water of fysiologisch zoutoplossing en het oog beschermen totdat het gevoel is teruggekeerd.
Voorzichtigheid is geboden bij een lever-, nier- of hartfunctiestoornis en een verhoogde gevoeligheid voor systemische circulatoire effecten van lidocaïne en tetracaïne, bv. bij acuut zieke of verzwakte mensen.
Lidocaïne heeft in concentraties boven 0,5–2% bactericide en antivirale eigenschappen; daarom het gebruik vermijden voorafgaand aan het intradermaal injecteren van levende vaccins.
De pleister niet gebruiken onder occlusief verband, o.a. vanwege de warmteproducerende eigenschappen.
Tetracaïne geeft meer kans op allergische reacties dan lidocaïne.
De kans op methemoglobinemie is het meest aanwezig bij patiënten met aangeboren of idiopathische methemoglobinemie.
De veiligheid en effectiviteit van de pleister bij kinderen jonger dan drie jaar zijn niet vastgesteld en gebruik wordt sterk afgeraden omdat een te hoge lidocaïnespiegel zou kunnen optreden.
Hulpstoffen: methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat kunnen een (mogelijk vertraagde) allergische reactie veroorzaken.
Overdosering
Symptomen
Systemische toxiciteit is mogelijk, in het bijzonder bij toepassing op slijmvliezen of niet-intacte huid; methemoglobinemie door een metaboliet van prilocaïne (o-toluïdine) is waargenomen, vooral in combinatie met sulfonamiden, nitrofurantoïne, fenytoïne en fenobarbital. Voorbijgaande prikkeling van het centrale zenuwstelsel, bij matige intoxicatie gevolgd door depressie van het centrale zenuwstelsel, cardiovasculaire depressie.
Therapie
Klinisch significante methemoglobinemie behandelen met langzaam i.v. methyleenblauw. Bij convulsies: anticonvulsiva. Observeer de patiënt enkele uren omdat de absorptie via de huid traag gaat.
Zie verder voor symptomen en behandeling de monografie op het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Overdosering van lidocaïne zal alleen optreden na inname van zeer grote aantallen zuigtabletten. Systemische tekenen van toxiciteit kunnen betrekking hebben op zowel het centraal zenuwstelsel als op het cardiovasculair systeem.
Symptomen
door tijdelijke overstimulering van het centraal zenuwstelsel vroege symptomen als gapen, rusteloosheid, duizeligheid, misselijkheid, overgeven, dysartrie, ataxie, gehoorstoornis of virale infecties. Gevolgd door spierkrampen en convulsies; en daarna door verminderd bewustzijn, ademhalingsdepressie en coma.
Voor meer informatie zie ook Toxicologie.org/lidocaïne.
Overdosering
Na toediening van lokale anesthetica kunnen effecten op het centrale zenuwstelsel optreden en in ernstige gevallen myocarddepressie. Eventuele ernstige neurologische reacties (convulsies, centrale depressie) symptomatisch behandelen; door de langzame absorptie is vervolgens een bewaking gedurende verscheidene uren aangewezen. Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling lidocaïne op toxicologie.org.
Eigenschappen
Lokaal anestheticum van het ester-type. De werking is krachtig en houdt ca. 45 min aan.
Kinetische gegevens
Metabolisering | Wordt langzamer dan andere lokale anesthetica van het ester–type door plasmacholinesterasen gehydrolyseerd. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lidocaïne is een oppervlakte-anestheticum van het amide-type. Zinkoxide heeft een dekkend, verkoelend en zwak adstringerend effect op de huid. Bij herpes genitalis bevordert zink het indrogen van de blaasjes en vermindert het de jeuk. Lidocaïne werkt pijn- en jeukstillend.
Kinetische gegevens
Resorptie | lidocaïne: minimaal door intacte huid, goed door beschadigde huid en slijmvliezen. Zinkoxide: niet of nauwelijks. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lokale anesthetica van het amide-type, die de zenuwmembranen stabiliseren door inhibitie van de ionenstromen die nodig zijn voor het optreden en de geleiding van impulsen. Lidocaïne- en prilocaïnebase zijn als eutectisch mengsel verwerkt in een hydrofiele crème of (emulsie)pleister en kunnen huid en slijmvliezen verdoven als gevolg van afgifte van lidocaïne en prilocaïne in de epidermale en dermale lagen van de huid en in de nabijheid van dermale pijnreceptoren en zenuwuiteinden.
Werking: crème: op slijmvliezen zonder occlusie na 5–10 min, bij ulcus cruris onder occlusie na 30 min, op huid onder occlusie na 1–2 uur; pleister: na 1-2 uur; op voorhoofd en wangen 30-60 min. De diepte van de cutane verdoving van de intacte huid neemt toe met de inwerktijd van de crème of pleister. Werkingsduur: crème: op slijmvliezen zonder occlusie 15–20 min; op intacte huid ten minste 2 uur na verwijderen van het verband; bij ulcus cruris tot 4 uur na het wondtoilet, indien daar binnen 10 min na het verwijderen van de crème mee is begonnen. Pleister: ten minste 2 uur na verwijderen van de pleister; in het gezicht korter.
Zie voor de kinetische gegevens:
Eigenschappen
Lidocaïne is een lokaal anestheticum. Propylparahydroxybenzoaat is een antisepticum met antivirale en antibacteriële eigenschappen.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel ('first pass'-effect voor lidocaïne is 50%. |
F | ca. 35%. |
Metabolisering | in lever en nieren (propylparahydroxybenzoaat). |
Eliminatie | met de urine als lidocaïne en metabolieten van lidocaïne en propylparahydroxybenzoaat. |
T 1/2el | 1–2 uur (lidocaïne). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lokale anesthetica van het amidetype (lidocaïne) en van het estertype (tetracaïne) komen na aanbrengen van de pleister vrij in de epidermale en dermale lagen van de huid en bewerkstelligen daar plaatselijk analgesie. Zowel lidocaïne als tetracaïne blokkeren de natriumionkanalen die nodig zijn voor de initiatie en geleiding van zenuwimpulsen. De diepte van de cutane verdoving van de intacte huid neemt toe met de inwerktijd van de pleister. Deze bevat een warmte-vrijmakend bestanddeel dat een temperatuur van maximaal 40 °C (gem. 26–34 °C) kan bereiken.
Kinetische gegevens
Resorptie | De systemische blootstelling is afhankelijk van de dosis, de duur van de applicatie, de dikte en de conditie van de huid. De lidocaïneblootstelling lijkt bij kleine kinderen omgekeerd gecorreleerd met de leeftijd. |
V d | 0,8–1,3 l/kg (voor lidocaïne; tetracaïne hydrolyseert snel in plasma). |
Metabolisering | Lidocaïne: grotendeels in de lever gedeeltelijk via CYP1A2 en CYP3A4 tot de actieve metabolieten mono-ethylglycinexylidide (MEGX) en glycinexylidide (GX). Tetracaïne: snelle hydrolyse door plasma-esterasen tot para-aminobenzoëzuur en diëthylamino-ethanol. De mate van metabolisering van lidocaïne en tetracaïne in de huid is onbekend. |
Eliminatie | lidocaïne: met de urine, waarvan <10% onveranderd bij volwassenen; bij pasgeborenen ca. 20%). |
T 1/2el | 90–120 min (lidocaïne). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tetracaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne/zinkoxide hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne/prilocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne/tetracaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk