Samenstelling
Zilbrysq
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
UCB Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 16,6 mg (0,416 ml)
De spuit heeft een robijnrode zuiger.
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 23 mg (0,574 ml)
De spuit heeft een oranje zuiger.
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 32,4 mg (0,810ml)
De spuit heeft een donkerblauwe zuiger.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Voydeya XGVS Aanvullende monitoring Alexion Pharma Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 100 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Verpakkingsvorm
- combinatieverpakking
Bevat per verpakking: 90 tabletten 50 mg + 90 tabletten 100 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zilucoplan heeft een therapeutisch gelijke waarde ten opzichte van eculizumab en ravulizumab bij patiënten met refractaire gegeneraliseerde myasthenia gravis die positief testen op antilichamen tegen acetylcholinereceptor.
Aan de vergoeding van zilucoplan zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG), als aanvulling op de standaardtherapie bij volwassenen die positief testen op antilichamen tegen acetylcholinereceptor (AChR).
Indicaties
- Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) bij volwassenen die residuale hemolytische anemie hebben, als aanvulling op ravulizumab of eculizumab.
Doseringen
Gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG)
Volwassenen (incl. ouderen)
S.c.-injectie: bij lichaamsgewicht < 56 kg: 16,6 mg 1×/dag; 56–76 kg : 23 mg 1×/dag; > 77 kg: 32,4 mg 1×/dag.
Gemiste dosis: op dezelfde dag toedienen. Daarna de volgende dag het normale schema voortzetten. Per dag maximaal één dosis toedienen.
Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig bij een creatinineklaring ≥ 15 ml/minuten. Er zijn geen gegevens bij dialyse.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig bij Child-Pughscore 5-9. Voor Child-Pughscore 10–15 kan geen dosisaanbeveling worden gedaan; er zijn geen gegevens.
Toediening
- Subcutaan injecteren in voorkant van de dijen, de buik of de achterkant van de bovenarmen;
- Elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip toedienen;
- Wissel injectielocaties af. Niet toedienen in gebieden waar de huid gevoelig, rood of verhard is, blauwe plekken heeft, of waar de huid littekens of striae vertoont.
Doseringen
Uitsluitend als aanvulling op ravulizumab of eculizumab gebruiken.
PNH
Volwassenen (incl. ouderen)
150 mg 3×/dag (elke 8 uur ±2 uur), eventueel na 4 weken verhogen tot 200 mg 3×/dag, afhankelijk van de respons.
Verminderde nierfunctie: bij eGFR ≥ 30 ml/min/1,73m²: geen dosisaanpassing nodig. Bij eGFR <30 ml/min/1,73m²: 100 mg 3×/dag (elke 8 uur ±2 uur), na ten minste 4 weken eventueel verhogen naar 150 mg 3×/dag, afhankelijk van de respons.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig bij een lichte tot matige verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9). Toepassing bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) is niet onderzocht en wordt daarom niet aanbevolen.
Vergeten dosis: zo snel mogelijk innemen, tenzij het bijna tijd is voor de volgende dosis; dan de vergeten dosis overslaan en verder gaan met het geplande schema. Geen dubbele dosis of meer tegelijkertijd innemen.
Staken van de behandeling: bouw bij staken van de behandeling de dosis over een periode van 6 dagen af (zie ook Waarschuwingen en voorzorgen), afhankelijk van het doseerschema:
- schema van 100 mg: 100 mg 2×/dag gedurende 3 dagen, gevolgd door 100 mg 1×/dag gedurende 3 dagen.
- schema van 150 mg: 100 mg 3×/dag gedurende 3 dagen, gevolgd door 50 mg 3×/dag gedurende 3 dagen.
- schema van 200 mg: 100 mg 3×/dag gedurende 3 dagen, gevolgd door 100 mg 2×/dag gedurende 3 dagen.
Toediening: innemen met voedsel (een maaltijd of snack).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie. Reacties op de injectieplaats (met name blauwe plek, pijn, knobbel, jeuk en hematoom).
Vaak (1-10%): diarree. Morfea (gelokaliseerde sclerodermie); aanvang vooral > 1 jaar na start behandeling. Verhoging lipase en amylase; meestal binnen 2 maanden na start en normalisatie binnen 2 maanden.
Soms (0,1-1%): verhoogd aantal eosinofielen; meestal binnen 2 maanden na start en normalisatie binnen 1 maand.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Verhoogde waarde ALAT (asymptomatisch en voorbijgaand). Koorts.
Vaak (1-10%): hypertensie. Braken. Pijn in de extremiteit.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Zilucoplan remt of induceert in vitro geen geneesmiddelmetaboliserende enzymen (CYP’s en UGT’s) of vaak voorkomende transporteiwitten op een klinisch relevante manier.
Mogelijk vermindert zilucoplan het farmacodynamisch effect van rituximab, omdat het de complementafhankelijke cytotoxiciteit van rituximab zou kunnen remmen.
Interacties
Voorzichtigheid is mogelijk geboden bij gelijktijdige toediening van geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze substraten zijn van Pgp (zoals dabigatran, digoxine, edoxaban, fexofenadine, tacrolimus). Danicopan is waarschijnlijk een matige remmer van Pgp.
Voorzichtigheid is mogelijk geboden bij gelijktijdige toediening van geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze substraten zijn van BCRP (zoals rosuvastatine en sulfasalazine). Danicopan is waarschijnlijk een remmer van BCRP.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Er zijn geen gegevens van mensen beschikbaar. Uit dieronderzoek blijkt dat er potentiële effecten op de mannelijke vruchtbaarheid en het voortplantingsvermogen zijn.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend; risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja bij dieren. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten
Advies: Geen borstvoeding geven tijdens en tot 3 dagen na staken van de behandeling.
Contra-indicaties
- niet gevaccineerd tegen Neisseria meningitidis, tenzij tot 2 weken na de vaccinatie een profylactische behandeling met geschikte antibiotica wordt gegeven;
- infectie met Neisseria meningitidis.
Contra-indicaties
- Infectie met Neisseria meningitidis;
- Niet gevaccineerd tegen Neisseria meningitidis, tenzij tot 2 weken na vaccinatie profylaxe met geschikte antibiotica wordt gegeven.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er is meer kans op een meningokokkeninfectie (Neisseria meningitidis) bij gebruik van zilucoplan. (Re)vaccineer alle patiënten tegen meningokokkeninfecties ten minste twee weken vóór start van de behandeling. Bij start binnen 2 weken na meningokokkenvaccinatie de patiënt tot 2 weken na de vaccinatie behandelen met geschikte profylactische antibiotica. Vaccinatie tegen serogroep A, C, Y en W135 en tegen serogroep B wordt aanbevolen. Vaccinatie vermindert de kans op meningokokkeninfecties, maar sluit het risico niet geheel uit. Controleer tijdens de behandeling met zilucoplan op vroege tekenen van een meningokokkeninfectie. Informeer patiënt hierover en adviseer om direct medische hulp in te roepen.
Infecties met andere Neisseria-soorten, zoals gonokokkeninfecties, kunnen ook optreden. Informeer patiënten over het belang van preventie en behandeling van gonorroe.
Voorafgaand aan behandeling, vaccinaties toedienen conform de vaccinatierichtlijnen.
Vorming van antilichamen tegen het geneesmiddel (anti-drug antibody, ADA) en tegen polyethyleenglycol (PEG) kan optreden. In onderzoek had het geen invloed op de farmacokinetiek en de klinische werkzaamheid.
Zilucoplan werd niet onderzocht bij gMG-patiënten met Myasthenia Gravis Foundation of America (MGFA-) klasse V.
Bij kinderen < 18 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er is meer kans op een meningokokkeninfectie (Neisseria meningitidis). Controleer vóór start van de behandeling de vaccinatiestatus tegen meningokokken en vaccineer indien nodig. Bij start binnen 2 weken na meningokokkenvaccinatie de patiënt tot 2 weken na de vaccinatie behandelen met geschikte profylactische antibiotica. Patiënten moeten zijn gevaccineerd tegen serogroep A, C, Y en W135 om de veelvoorkomende pathogene serogroepen van meningokokken te voorkomen. Vaccinatie tegen serogroep B wordt ook aanbevolen. Controleer tijdens de behandeling met danicopan op vroege tekenen van een meningokokkeninfectie en sepsis. Informeer patiënt hierover en adviseer om medische hulp in te roepen.
Wees voorzichtig bij een actieve systemische infectie. Een patiënt kan vatbaarder zijn voor ernstige, andere infecties.. Voor aanvang van de behandeling, beginnen met immunisatie in overeenstemming met de huidige richtlijnen.
Controleer leverenzymwaarden voor aanvang van de behandeling en na instellen van de behandeling. Verhogingen van alanineaminotransferase (ALAT) zijn waargenomen in klinische onderzoeken. Overweeg de behandeling te onderbreken of te staken als verhogingen klinisch significant zijn of als patiënten symptomen ontwikkelen. Danicopan wordt niet aanbevolen bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Bij staken van de behandeling de dosis afbouwen over een periode van 6 dagen, zie Doseringen. Bij doseringen > 200 mg 3×/dag, kwamen bij gezonde proefpersonen ALAT-verhogingen voor als de behandeling werd gestaakt zonder de dosis af te bouwen.
Bij een ernstige verminderde nierfunctie en een dosering van 150 mg 3×/dag, controleren op bijwerkingen vanwege een verwachte hogere blootstelling.
Bij < 60 kg lichaamsgewicht, controleren op bijwerkingen vanwege een verwachte hogere blootstelling.
Bij kinderen < 18 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
De ervaring bij ouderen is beperkt.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met zilucoplan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met danicopan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Zilucoplan is een complementremmer. Het is een synthetisch macrocyclisch peptide en bindt specifiek aan het complementeiwit C5. Het remt hierdoor de splitsing van dit eiwit naar C5a en C5b en daarmee de samenstelling en activiteit van het 'membrane attack complex' (MAC). Verder belemmert het de binding van C5b aan C6. Hierdoor wordt de samenstelling en activiteit van het MAC ook voorkomen. Bij gMG wordt een MAC afhankelijke lysis en ontsteking op de neuromusculaire overgang (NMJ) geremd. De werking begint in de eerste week en is na ca. 4 weken maximaal.
Kinetische gegevens
T max | 3–6 uur. De steady-state dalconcentratie wordt bereikt in week 4. |
V d | ca. 3,5 l. |
Eiwitbinding | > 99%. |
Metabolisering | als peptide via katabole routes afgebroken tot kleinere peptiden en aminozuren. Voor een klein deel via CYP4F2 tot een even actieve metaboliet (RA103488). Ook wordt er een inactieve metaboliet gevormd. |
T 1/2el | ca. 172 uur (7–8 dagen). Voor de actieve (RA103488) 220 uur. |
Eliminatie | verwaarloosbaar via urine en feces. Het gepegyleerde deel van zilucoplan wordt, naar verwachting, voornamelijk uitgescheiden via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Danicopan is een complementremmer. Het bindt reversibel aan complementfactor D (FD). Hierdoor blokkeert het selectief de activatie van de alternatieve route (AP) van het complementsysteem. Het remmende effect van danicopan op AP-activatie vermindert de depositie van C3-fragmenten op rode bloedcellen bij PNH, een belangrijke oorzaak van de extravasale hemolyse (EVH). Dit kan klinisch significant worden bij een kleine subgroep van patiënten met PNH die behandeld worden met een C5-remmer. Behoud van C5-remming brengt de levensbedreigende pathofysiologische gevolgen van terminale complementactivatie als onderliggende factor van PNH onder controle.
Kinetische gegevens
Resorptie | met een vetrijke maaltijd is AUC en Cmax respectievelijk ca. 25% en 93% hoger ten opzichte van de nuchtere toestand; mediane Tmax is vergelijkbaar. |
T max | ca. 3 uur. |
V d | ca. 5,36 l/kg; 2,24 l/kg voor Vc/F en 3,12 voor Vp/F. |
Eiwitbinding | 92–94%. |
Metabolisering | 96% via oxidatie, reductie en hydrolyse; hydrolyse van amide als belangrijkste route. CYP metabolisme is minimaal. |
Eliminatie | vooral via feces (ca. 69%) en urine (ca. 25%). |
T 1/2el | ca. 7,91 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
zilucoplan hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.
- abatacept (L04AA24) Vergelijk
- anifrolumab (L04AG11) Vergelijk
- apremilast (L04AA32) Vergelijk
- avacopan (L04AJ05) Vergelijk
- baricitinib (L04AF02) Vergelijk
- belatacept (L04AA28) Vergelijk
- belimumab (L04AG04) Vergelijk
- danicopan (L04AJ09) Vergelijk
- deucravacitinib (L04AF07) Vergelijk
- eculizumab (L04AJ01) Vergelijk
- everolimus (bij transplantatie) (L04AH02) Vergelijk
- filgotinib (L04AF04) Vergelijk
- imlifidase (L04AA41) Vergelijk
- inebilizumab (L04AG10) Vergelijk
- leflunomide (L04AK01) Vergelijk
- mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
- mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
- pegcetacoplan (L04AJ03) Vergelijk
- ravulizumab (L04AJ02) Vergelijk
- ritlecitinib (L04AF08) Vergelijk
- rozanolixizumab (L04AG16) Vergelijk
- sirolimus (L04AH01) Vergelijk
- sutimlimab (L04AJ04) Vergelijk
- thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
- tofacitinib (L04AF01) Vergelijk
- upadacitinib (L04AF03) Vergelijk
- vedolizumab (L04AG05) Vergelijk
Groepsinformatie
danicopan hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.
- abatacept (L04AA24) Vergelijk
- anifrolumab (L04AG11) Vergelijk
- apremilast (L04AA32) Vergelijk
- avacopan (L04AJ05) Vergelijk
- baricitinib (L04AF02) Vergelijk
- belatacept (L04AA28) Vergelijk
- belimumab (L04AG04) Vergelijk
- deucravacitinib (L04AF07) Vergelijk
- eculizumab (L04AJ01) Vergelijk
- everolimus (bij transplantatie) (L04AH02) Vergelijk
- filgotinib (L04AF04) Vergelijk
- imlifidase (L04AA41) Vergelijk
- inebilizumab (L04AG10) Vergelijk
- leflunomide (L04AK01) Vergelijk
- mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
- mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
- pegcetacoplan (L04AJ03) Vergelijk
- ravulizumab (L04AJ02) Vergelijk
- ritlecitinib (L04AF08) Vergelijk
- rozanolixizumab (L04AG16) Vergelijk
- sirolimus (L04AH01) Vergelijk
- sutimlimab (L04AJ04) Vergelijk
- thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
- tofacitinib (L04AF01) Vergelijk
- upadacitinib (L04AF03) Vergelijk
- vedolizumab (L04AG05) Vergelijk
- zilucoplan (L04AJ06) Vergelijk