carmustine

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Carmustine XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
100 mg
Verpakkingsvorm
met solvens 3 ml

Het solvens bestaat uit 3 ml watervrij ethanol (= 2,37 g). Na reconstitutie en verdunning is de concentratie 3,3 mg/ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

carmustine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Voor de behandeling van gliomen staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.

Voor de behandeling van Hodgkin-lymfoom staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn.

Voor de behandeling van non-Hodgkinlymfoom staat op vademecumhematologie.nl de geldende behandelrichtlijn met de plaats van carmustine daarbij.

Indicaties

Maligniteiten in het CZS

  • glioblastoom
  • hersenstamglioom
  • medulloblastoom
  • astrocytoom
  • ependymoom
  • hersenmetastasen

Maligniteiten van het maag-darmstelsel

Maligne melanoom

  • indien gebruikt in combinatie met andere anti-neoplastische middelen

Hematologische maligniteiten (secundaire behandeling)

  • Hodgkin-lymfoom
  • non-Hodgkinlymfoom

Hematopoëtische stamceltransplantatie (HPCT)

  • Conditionerende behandeling voorafgaand aan een autologe HPCT bij de behandeling van maligne hematologische aandoeningen (Hodgkin- en non-Hodgkinlymfoom).

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Maligniteiten in het CZS, hematologische maligniteiten

Volwassenen

Algemene richtlijn monotherapie: bij nog niet eerder behandelde patiënten: i.v. 150–200 mg/m² lichaamsoppervlak elke 6 weken óf 75–100 mg/m² op twee opeenvolgende dagen, elke 6 weken. De behandeling staken indien de werkzaamheid onvoldoende is of de therapie niet wordt verdragen.

In combinatietherapie gelden andere doseringen afhankelijk van de soort kuur.

Conditionerende behandeling voorafgaand aan HPCT

Volwassenen

In combinatie met andere chemotherapie: i.v. 300-600 mg/m² lichaamsoppervlak.

Ouderen (> 65 j): start in verband met mogelijke comorbiditeit met een dosis aan de lage kant van het dosisbereik.

Verminderde nierfunctie: pas zo nodig de dosis aan op basis van toxiciteit. Gebruik bij een ernstige (terminale) nierfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.

Ernstige bijwerkingen: bij zowel monotherapie als combinatietherapie: bij een aantal leukocyten 2–3 × 109/l en/of aantal trombocyten 25–75 × 109/l na de voorafgaande dosis, de dosis carmustine verlagen tot 70% van de voorafgaande dosis; bij een aantal leukocyten < 2 × 109/l en/of aantal trombocyten < 25 × 109/l na de voorafgaande dosis, de dosis carmustine verlagen tot 50% van de voorafgaande dosis.

Toediening: na reconstitutie onmiddellijk verdunnen met 500 ml van een NaCl-oplossing 0,9% of een glucose-oplossing 5% en daarna gedurende 1–2 uur i.v. toedienen via een pvc-vrije infusieset van polytheen (PE). De infusie mag niet korter dan 1–2 uur duren, omdat anders kans bestaat op brandwonden en pijn op de infusieplaats. Wees alert op extravasatie.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hypotensie (bij hoge doses, door oplosmiddel ethanol). Pneumonitis, interstitiële fibrose (vooral bij langdurige behandeling en cumulatieve dosis). Ernstige misselijkheid en braken. Hoofdpijn, duizeligheid, ataxie. Rode conjunctiva, wazig zien door retinale bloeding. Dermatitis, hyperpigmentatie (bij huidcontact). Flebitis. Beenmergsuppressie.

Vaak (1–10%): stomatitis, diarree, obstipatie. Anorexie. Blozen, alopecia, reactie op de infusieplaats. Encefalopathie (bij hoge doses). (Secundaire) acute leukemie. Stijging ASAT, AF en serumbilirubine. Anemie, beenmergdysplasie (na langdurige behandeling).

Zelden (0,01–0,1%): veneuze occlusie (hoge doses). Niertoxiciteit. Gynaecomastie. Neuroretinitis. Gastro-intestinale bloeding.

Zeer zelden (< 0,01%): tromboflebitis.

Verder zijn gemeld: myalgie, insulten, status epilepticus. Tachycardie, pijn op de borst. Neutropene enterocolitis. Onvruchtbaarheid. Allergische reactie. Azotemie, daling in niervolume. Hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie. Secundaire maligniteiten.

Bij toediening in de halsslagader (experimenteel): oculaire toxiciteit.

Interacties

Anti-epileptica zoals fenytoïne kunnen minder werkzaam worden.

Combinatie met cimetidine vergroot de toxiciteit van carmustine.

Wees voorzichtig met de immunisatie met levende vaccins, vanwege de toegenomen kans op infectie bij verlaagde immuuncompetentie.

Een dosis bevat maximaal 7,62 g alcohol, overeenkomend met 11,2 ml bier of 4,65 ml wijn. Vanwege toxische reacties op de alcohol niet combineren met disulfiram of metronidazol.

De digoxinespiegel kan mogelijk verlagen.

Combinatie met melfalan vergroot de kans op pulmonale toxiciteit.

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend. Bij dieren in therapeutische doseringen schadelijk gebleken. Op grond van het werkingsmechanisme kan schadelijkheid worden verwacht.

Advies: Gebruik ontraden.

Vruchtbaarheid: Carmustine kan de mannelijke vruchtbaarheid verminderen. Raad een man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma. Genetisch advies wordt aanbevolen voor patiënten die een kinderwens hebben.

Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en gedurende ten minste 6 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Gezien het lipofiele karakter van carmustine en het werkingsmechanisme is een nadelig effect bij de zuigeling niet uit te sluiten.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

  • ernstige beenmergsuppressie (aantal leukocyten ≤ 4 × 10⁹/l en/of aantal trombocyten ≤ 100 × 10⁹/l);
  • ernstige (terminale) nierfunctiestoornis;
  • kinderen (< 18 jaar) in verband met longtoxiciteit (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Lactatie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vanwege kans op beenmergtoxiciteit voorafgaand aan en regelmatig gedurende ten minste 6 weken na een dosis het volledig bloedbeeld controleren. De daling van de bloedcellen begint doorgaans 7–14 dagen na toediening, het herstel 42–56 dagen na toediening. Bij een verlaagd aantal bloedcellen (meetpunt de nadir) zo nodig de dosis uitstellen en/of aanpassen, zie ook de rubriek Doseringen. De beenmergtoxiciteit is cumulatief. Herhaaldoses mogen niet vaker dan om de 6 weken worden gegeven.

Voorafgaand aan en regelmatig tijdens de behandeling de lever- en nierfunctie controleren. Renale toxiciteit is zeldzaam, maar kan optreden bij cumulatieve doses < 1000 mg/m² lichaamsoppervlak.

Vanwege kans op longtoxiciteit voorafgaand aan en regelmatig tijdens de behandeling longfunctieonderzoek verrichten en röntgenonderzoek van de borstkas uitvoeren. De toxiciteit bestaat o.a. uit longinfiltraten en/of longfibrose (incidentie tot 30%) en kan binnen 3 jaar ná behandeling optreden. Risicofactoren voor het optreden van longtoxiciteit zijn cumulatieve doses van 1200–1500 mg/m² lichaamsoppervlak, roken, reeds bestaande radiologische afwijkingen/luchtwegaandoeningen, sequentiële of gelijktijdige bestraling van de borstkas en contact met andere agentia die een longbeschadiging kunnen veroorzaken. Voorbeelden zijn een aanvangswaarde < 70% van de voorspelde geforceerde vitale capaciteit (FVC) of koolmonoxide-diffusiecapaciteit (DLCO). Bij patiënten die carmustine in de kinderjaren/adolescentie hebben gekregen, kan zeer vertraagd longtoxiciteit optreden, tot 17 jaar na toediening met een groot risico van overlijden. Gebruik bij kinderen (< 18 j.) is daarom gecontra-indiceerd. Andere manifestaties van longtoxiciteit zijn pneumonitis (cumulatieve dosis > 450 mg/m² lichaamsoppervlak) en interstitiële longziekte (cumulatieve dosis > 1400 mg/m²). Bij een conditionerende behandeling voorafgaand aan HPCT bestaat er bij vrouwen een verhoogd risico op longtoxiciteit, vooral bij een dosis van 600 mg/m². Het is niet bekend of dit verhoogde risico kan worden toegeschreven aan carmustine. Weeg bij patiënten met risicofactoren voor longtoxiciteit het gebruik af tegen de risico's.

Misselijkheid en braken zijn ernstig en de kans hierop is groot bij doses > 250 mg/m² lichaamsoppervlak en matig bij ≤ 250 mg/m². Misselijkheid en braken beginnen doorgaans binnen 2–4 uur na toediening en duren ongeveer 4–6 uur. Anti-emetische profylaxe wordt aanbevolen.

Carmustine is een zeer irritatieve stof: bij extravasatie treedt lokaal een stekend of branderig gevoel op en is er kans op tromboflebitis en ernstige progressieve weefselnecrose. Meerdere maatregelen zijn noodzakelijk, zie de NVZA Crashkaart oncolytica versie 7.

Een dosis bevat maximaal 7,62 g alcohol, overeenkomend met 11,2 ml bier of 4,65 ml wijn. Dit kan schadelijk zijn bij o.a. alcoholisme. Langzaam toedienen, bv. gedurende een periode van 6 uur, kan de bijwerkingen van alcohol verminderen.

Overdosering

Symptomen

Beenmergsuppressie, levernecrose, encefalomyelitis, interstitiële pneumonie.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met carmustine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Alkylerend middel. Carmustine is een nitroso-ureumverbinding die DNA en RNA alkyleert en zo verstorend werkt op de DNA- en RNA-synthese en op het DNA-herstel. Het werkt onafhankelijk van de celcyclusfase. Daarnaast reageert carmustine met lysineresten van enzymen (carbamoylering) zoals glutathionreductase; dit werkt mogelijk eveneens verstorend op het DNA-herstel. Carmustine is evenals andere nitroso-ureumverbindingen niet stabiel in waterige oplossingen en valt spontaan uiteen in reactieve tussenproducten die eveneens alkylerende en carbamoylerende eigenschappen bezitten. Het is waarschijnlijk dat deze tussenproducten bijdragen aan het antitumoreffect.

Kinetische gegevens

Overig bij fysiologische pH is carmustine zeer lipofiel. Passeert gemakkelijk de bloed-hersenbarrière.
Metabolisering in waterige oplossingen (ook bij fysiologische pH) valt carmustine spontaan snel uiteen in reactieve tussenproducten.
Eliminatie vnl. met de urine als metabolieten: na toediening 60–70% in 96 uur. Ca. 10% als CO2 via de ademhaling.
T 1/2el ca. 18–69 min.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

carmustine hoort bij de groep alkylerende middelen.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Externe links