Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

albutrepenonacog alfa

bloedstollingsfactoren B02BD04

Sluiten

eptacog alfa, geactiveerd

bloedstollingsfactoren B02BD08

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Idelvion (= recombinant factor IX) XGVS CSL Behring bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
250 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 2,5 ml + toebehoren
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 2,5 ml + toebehoren
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1000 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 2,5 ml + toebehoren
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
2000 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 5 ml + toebehoren

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Novoseven XGVS Novo Nordisk bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectie
Sterkte
1 mg
Verpakkingsvorm
met solvens in wegwerpspuit

Bevat zeer geringe hoeveelheden muizen-, runder- en hamstereiwitten.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectie
Sterkte
2 mg
Verpakkingsvorm
met solvens in wegwerpspuit

Bevat zeer geringe hoeveelheden muizen-, runder- en hamstereiwitten.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectie
Sterkte
5 mg
Verpakkingsvorm
met solvens in wegwerpspuit

Bevat zeer geringe hoeveelheden muizen-, runder- en hamstereiwitten.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectie
Sterkte
8 mg
Verpakkingsvorm
met solvens in wegwerpspuit

Bevat zeer geringe hoeveelheden muizen-, runder- en hamstereiwitten.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van hemofilie A de richtlijn Diagnostiek en behandeling van hemofilie (2020) op hematologienederland.nl.

Advies

Zie voor de behandeling van hemofilie A de richtlijn Diagnostiek en behandeling van hemofilie (2020) op hematologienederland.nl.

Indicaties

  • Preventie en behandeling van bloedingen bij volwassenen en kinderen met hemofilie B.

Indicaties

Preventie en behandeling van bloedingen bij operaties of invasieve ingrepen bij:

  • overgeërfde hemofilie met remmers tegen stollingsfactor VIII of IX (> 5 BU) of bij een verwachte hoge anamnestische respons op factor VIII of factor IX;
  • verworven hemofilie;
  • overgeërfde factor VII-deficiëntie;
  • ziekte van Glanzmann (trombasthenie) met eerdere of huidige ongevoeligheid voor bloedplaatjestransfusie of wanneer bloedplaatjes niet direct beschikbaar zijn.

Dosering

De dosering en behandelduur is afhankelijk van de ernst van de factor IX-deficiëntie, de locatie en omvang van de bloeding en de klinische toestand. Tijdens de behandeling de factor IX-waarden bepalen; de toe te dienen doses aanpassen op geleide van de klinische respons. Na toediening van 1 IE factor IX/kg lichaamsgewicht bij een leeftijd ≥ 12 jaar bedraagt de toename van factor IX in het bloed 1,3 IE/dl (1,3%) van de normale activiteit. Na toediening van 1 IE factor IX/kg lichaamsgewicht bij een leeftijd < 12 jaar bedraagt de toename van factor IX in het bloed 1 IE/dl (1%) van de normale activiteit.

Formule voor berekening van de dosering: aantal benodigde factor IX-eenheden (IE) = lichaamsgewicht (in kg) × verlangde verhoging aan factor IX (als % of IE/dl) × omgekeerde van de waargenomen recovery.

De volgende gegevens kunnen hierbij dienen als leidraad:

Klap alles open Klap alles dicht

Lichte of matige bloedingen bij hemofilie B

Volwassenen en kinderen

Bij bv. een lichte of matige hemartrose, spierbloeding (behalve m. iliopsoas) of bloeding in de mondholte: vereiste factor IX-activiteit: 30–60%. Meestal is 1 dosis voldoende, zo nodig na 24–72 uur herhalen als er nog tekenen van bloeding zijn.

Ernstige bloedingen bij hemofilie B

Volwassenen en kinderen

Bij levensbedreigende bloeding, of een diepe spierbloeding (incl. m. iliopsoas): vereiste factor IX-activiteit: 60–100%. Interval tussen de doses 24–72 uur tijdens de eerste week, daarna 1×/week tot de bloeding stopt en genezing is verkregen.

Operatieve ingreep bij hemofilie B

Volwassenen en kinderen

Bij een kleine ingreep (incl. ongecompliceerde tandextracties): vereiste factor IX-activiteit: 50–80% (pre- en postoperatief). Meestal is 1 dosis voldoende, zo nodig na 24–72 uur herhalen als er nog tekenen van bloeding zijn. Bij een zware ingreep is de vereiste factor IX-activiteit: 60–100% (pre- en postoperatief). Interval tussen de doses 24–72 uur tijdens de eerste week, daarna 1–2×/week tot de bloeding stopt en genezing is verkregen. Vooral bij zware operatieve ingrepen is het noodzakelijk de substitutietherapie zorgvuldig te controleren met bloedstollingsonderzoek.

Langetermijnprofylaxe bij hemofilie B

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

35–50 IE/kg 1×/week of bij patiënten met een stabiele respons op albutrepenonacog α max. 75 IE/kg elke 10–14 dagen. Bij volwassenen kan een verdere verlenging van het toedieningsinterval overwogen worden. Bij een bloeding tijdens profylactisch gebruik van albutrepenonacog α het profylactisch schema nauwkeurig voortzetten met een tussenpoos van minimaal 24 uur of eventueel langer.

Kinderen < 12 jaar

35–50 IE/kg 1×/week. Bij jongeren kunnen kortere toedieningsintervallen of hogere doses noodzakelijk zijn. Bij een bloeding tijdens profylactisch gebruik van albutrepenonacog α het profylactisch schema nauwkeurig voortzetten met een tussenpoos van minimaal 24 uur of eventueel langer.

Bij onder- of overgewicht eventueel de dosering aanpassen.

Toediening: Infusiesnelheid: max. 5 ml/min.

Dosering

De huidige klinische ervaring rechtvaardigt geen verschil tussen de doses bij kinderen en volwassenen, hoewel kinderen een snellere klaring hebben dan volwassenen. Hierdoor kunnen bij pediatrische patiënten hogere doses eptacog α nodig zijn om een gelijke plasmaconcentratie te bereiken.

Klap alles open Klap alles dicht

Lichte tot matige bloedingen bij hemofilie:

(zoals gewrichts-, spier- en mucocutane bloedingen): in de thuisbehandeling, direct 90 microg (4,5 KIE) per kg. Om hemostase te bereiken 2–3 doses met 3 uur tussentijd geven en eventueel 1 additionele dosis om hemostase te handhaven. Doseringsalternatief: één enkele dosis van 270 microg/kg (geen ervaring met de eenmalige hogere dosis bij oudere patiënten). Duur van de thuisbehandeling: max. 24 uur, zo nodig langer na overleg met het hemofiliebehandelcentrum.

Hevige bloedingen bij hemofilie:

Afhankelijk van de soort en ernst van de bloeding: begindosering 90 microg (4,5 KIE) per kg lichaamsgewicht, evt. toe te dienen tijdens het vervoer naar het ziekenhuis. Deze toediening iedere 2 uur te herhalen totdat klinische vooruitgang wordt vastgesteld. Indien continue therapie noodzakelijk is, kan het toedieningsinterval worden vergroot tot 3 uur gedurende 1–2 dagen. Hierna het toedieningsinterval vergroten tot elke 4, 6, 8 of 12 uur. Een hevige bloeding kan gedurende 2–3 weken worden behandeld, eventueel langer.

Operaties of invasieve ingrepen bij hemofilie:

Direct voor de ingreep 90 microg (4,5 KIE) per kg. Deze dosering na 2 uur herhalen en daarna met tussenpozen van 2–3 uur gedurende de eerste 24–48 uur, afhankelijk van de verrichte operatie en de klinische toestand. Bij grote operaties de dosis iedere 2–4 uur herhalen gedurende 6–7 dagen. Daarna het toedieningsinterval verlengen tot 6–8 uur gedurende de volgende 2 weken.

Verworven hemofilie:

Zo snel mogelijk na het begin van een bloeding 90 microg/kg lichaamsgewicht toedienen. Indien nodig kunnen vervolginjecties worden toegediend. De duur van de behandeling en het interval tussen de injecties zijn afhankelijk van de ernst van de bloeding, van de invasieve ingrepen of van de operatie die wordt uitgevoerd. Het initiële dosisinterval dient 2–3 uur te zijn. Zodra hemostase is bereikt, kan het dosisinterval verlengd worden tot achtereenvolgens elke 4, 6, 8 of 12 uur.

Bloedingen of profylaxe hiervan bij operaties bij factor VII-deficiëntie:

15–30 microg/kg lichaamsgewicht per keer, elke 4–6 uur totdat hemostase is bereikt. Doses en injectiefrequentie individueel aanpassen.

Ziekte van Glanzmann:

90 microg (80–120 microg) per kg lichaamsgewicht, elke 2 uur (1½–2½ uur). Om effectieve hemostase te bereiken ten minste 3 doses toedienen.

Na oplossing met het benodigde volume oplosmiddel bevat elke flacon 1 mg/ml (50 KIE/ml) eptacog α. (1 Kallikreïne Inactivator Eenheid (KIE) komt overeen met 1000 IE.)

De gereconstitueerde oplossing toedienen als intraveneuze bolusinjectie gedurende 2–5 minuten.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%); hoofdpijn. Duizeligheid. Reacties op de injectieplaats.

Soms (0,1-1%): eczeem, huiduitslag. Overgevoeligheid (o.a. bronchospasme, piepende ademhaling, dyspneu, laryngospasme, angio-oedeem).

Verder is gemeld: ontwikkeling van remmers (antistoffen) tegen factor IX; gevallen van nefrotisch syndroom zijn gemeld bij een poging de immuuntolerantie bij patiënten met deze remmers én een voorgeschiedenis van een allergische reactie te verbeteren.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): vorming van antistoffen ('remmers') bij patiënten met factor VII-deficiëntie. Bij deze patiënten de factor VII-activiteit controleren.

Soms (0,1-1%): verminderde therapeutische respons. Veneuze trombo-embolische complicaties (zoals tromboflebitis, diep-veneuze trombose, longembolie, portale of renale venetrombose, intestinale ischemie). Huiduitslag (zoals erythemateuze uitslag, allergische dermatitis), urticaria, jeuk. Koorts.

Zelden (0,01-0,1%): gedissemineerde intravasculaire stolling, coagulopathie. Overgevoeligheid. Arteriële trombotische complicaties (zoals myocardinfarct, cerebrovasculaire aandoening en darminfarct), angina pectoris. Hoofdpijn. Misselijkheid. Reactie op de injectieplaats (o.a. pijn). Verhoogde waarden van ALAT, alkalische fosfatase, lactaatdehydrogenase en protrombine.

Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, angio-oedeem, blozen, intracardiale trombus.

Bij verworven hemofilie komen vaker voor: arteriële en veneuze trombo-embolische complicaties, angina pectoris, nausea, koorts, erythemateuze uitslag en verhoogde waarden van fibrine-afbraakproducten.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn geen interacties met albutrepenonacog α bekend.

Interacties

Gelijktijdig gebruik met protrombinecomplexconcentraten, geactiveerd of niet, moet worden vermeden.

Combinatie met recombinant stollingsfactor XIII wordt op basis van een niet-klinische studie ontraden.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, weinig gegevens (geen nadelige effecten). Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor hamsterproteïnen.

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor muis-, hamster- of rundereiwit.

Waarschuwingen en voorzorgen

Overgevoeligheid: Vanwege de kans op allergische reacties, de eerste toedieningen onder medisch toezicht uitvoeren. Symptomen zoals (gegeneraliseerde) urticaria, druk op de borst, piepende en hijgende ademhaling, hypotensie en anafylaxie kunnen een vroege waarschuwing zijn voor allergische of anafylactische reacties. Bij het optreden van allergische of anafylactische reacties, de patiënt onderzoeken op de aanwezigheid van remmers en de toediening direct staken. Na herhaalde toediening van albutrepenonacog α, op de aanwezigheid van antistoffen (remmers) controleren. Bij aanwezigheid van antilichamen tegen factor IX is er meer kans op anafylaxie bij opvolgende behandelingen.

Wegens het risico van trombo-embolische complicaties terughoudend zijn bij leverziekten, in de postoperatieve periode, bij pasgeborenen of bij bestaan van risico van trombotische verschijnselen of diffuse intravasale stolling. Indien toch wordt behandeld, op vroege tekenen van trombotische of verbruikscoagulopathie controleren met geschikte testen. Bij reeds bestaande cardiovasculaire risicofactoren kan het cardiovasculair risico verhoogd worden door toediening van albutrepenonacog α.

Er zijn geen gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid over behandeling met albutrepenonacog α bij:

  • in het verleden onbehandelde patiënten;
  • patiënten met een leeftijd ≥ 65 jaar;
  • gebruik in combinatie met een ander middel om de immuuntolerantie te verbeteren;
  • patiënten met remmers én een voorgeschiedenis van een allergische reactie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij hevige bloedingen uitsluitend toedienen in centra die gespecialiseerd zijn in de behandeling van patiënten met remmers van stollingsfactor VIII of IX óf in nauwe samenwerking met een arts, gespecialiseerd in de behandeling van hemofilie en/of bloedingsstoornissen. Bij lichte tot matige bloedingen kan het product thuis worden toegediend in nauwe samenwerking met een hemofiliecentrum; indien bloeding niet onder controle blijft, is behandeling in het ziekenhuis noodzakelijk.

Antifibrinolytische middelen kunnen bloedverlies tijdens operatief ingrijpen bij hemofiliepatiënten beperken, met name in lichaamsdelen met veel fibrinolytische activiteit zoals de mondholte; ervaring met gelijktijdige toediening van antifibrinolytische therapie en eptacog α is echter beperkt.

Indien weefselfactor in circulerend bloed kan worden verwacht, zoals bij gevorderde atherosclerose, crush-syndroom, sepsis of DIS en bij operaties met ernstige weefselbeschadiging is er meer kans op trombose of gedissemineerde intravasculaire stolling (DIS).

Vanwege het risico van trombo-embolische complicaties is alertheid geboden bij (een voorgeschiedenis van) coronaire hartziekten, leverziekten, een postoperatieve periode, een risico van trombo-embolische verschijnselen of gedissemineerde intravasculaire stollingen; tevens is alertheid geboden bij pasgeborenen.

Bij factor VII-deficiëntie de protrombinetijd en factor VII-stollingsactiviteit vóór en na toediening controleren. Bij uitblijven van (voldoende) werkzaamheid een analyse naar factor VII-antilichamen uitvoeren.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met albutrepenonacog α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met eptacog α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Bloedstollingsfactor IX, bereid via DNA-recombinanttechniek. Fusie-eiwit dat bestaat uit humane stollingsfactor IX, covalent gekoppeld aan humane albumine. Deze fusie resulteert in een langere halfwaardetijd en een sterkere systemische blootstelling aan albutrepenonacog α. Albutrepenonacog α corrigeert de verlengde bloedingstijd van het bloed bij hemofilie B, waarbij deze factor geheel of gedeeltelijk mist.

Kinetische gegevens

T 1/2el ca. 95 uur (volwassenen). Bij kinderen korter (1–6 jaar: ca. 86 uur, 6–18 jaar: ca. 89 uur).
Overig De relatief lange halfwaardetijd wordt veroorzaakt door genetische fusie tussen de recombinante stollingsfactor IX met albumine.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Geactiveerde recombinante stollingsfactor VIIa (= eptacog α), geproduceerd in babyhamster-niercellen met behulp van recombinant-DNA-technologie; de structuur komt overeen met uit humaan plasma bereide geactiveerde factor VII (fVIIa). Het activeert factor X, dat daarna de conversie van protrombine in trombine start. Hierdoor wordt een hemostatische prop gevormd door omzetting van fibrinogeen in fibrine. Tevens activeert factor VIIa de omzetting van factor IX in factor IXa. De werking van factor VIIa neemt sterk toe na vorming van een complex met weefselfactor en fosfolipiden, die vrijkomen na beschadiging van de vaatwand. Daardoor zal factor VIIa uitsluitend lokaal hemostase veroorzaken.

Kinetische gegevens

V d hemofilie, ziekte van Glanzmann: 159 ml/kg bij volwassenen, 196 ml/kg bij kinderen. Factor VII-deficiëntie: 280-290 ml/kg.
T 1/2el hemofilie, ziekte van Glanzmann: 2,3 uur. Factor VII-deficiëntie: ca. 3 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

albutrepenonacog alfa hoort bij de groep bloedstollingsfactoren.

  • damoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • efmoroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • eftrenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • emicizumab (B02BX06) Vergelijk
  • eptacog alfa, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • factor VIII (B02BD02) Vergelijk
  • factor VIII/von Willebrand-factor (B02BD06) Vergelijk
  • factor XIII (B02BD07) Vergelijk
  • fibrinogeen (B02BB01) Vergelijk
  • lonoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • moroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • nonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog bèta pegol (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog gamma (B02BD04) Vergelijk
  • octocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • protrombinecomplex (B02BD01) Vergelijk
  • protrombinecomplex (geactiveerd) (B02BD03) Vergelijk
  • rurioctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • simoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • susoctocog alfa (B02BD14) Vergelijk
  • turoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • von Willebrand-factor (B02BD10) Vergelijk
  • vonicog alfa (B02BD10) Vergelijk

Groepsinformatie

eptacog alfa, geactiveerd hoort bij de groep bloedstollingsfactoren.

  • albutrepenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • damoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • efmoroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • eftrenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • emicizumab (B02BX06) Vergelijk
  • factor VIII (B02BD02) Vergelijk
  • factor VIII/von Willebrand-factor (B02BD06) Vergelijk
  • factor XIII (B02BD07) Vergelijk
  • fibrinogeen (B02BB01) Vergelijk
  • lonoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • moroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • nonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog bèta pegol (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog gamma (B02BD04) Vergelijk
  • octocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • protrombinecomplex (B02BD01) Vergelijk
  • protrombinecomplex (geactiveerd) (B02BD03) Vergelijk
  • rurioctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • simoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • susoctocog alfa (B02BD14) Vergelijk
  • turoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • von Willebrand-factor (B02BD10) Vergelijk
  • vonicog alfa (B02BD10) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bloedstollingsfactoren

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bloedstollingsfactoren

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".