Samenstelling
Bendamustine XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 25 mg, 100 mg
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 4 ml
Levact XGVS pharmaand GmbH
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 25 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Natulan (als hydrochloride) Leadiant Biosciences Ltd.
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 50 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dacarbazine (als citraat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie-/infusievloeistof
- Sterkte
- 200 mg
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 500 mg, 1000 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn (2020) met de plaats van bendamustine daarbij.
Voor de behandeling van multipel myeloom staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn (2019).
Advies
Voor de behandeling van Hodgkin-lymfoom staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn (2019) met de plaats van procarbazine (BEACOPP-kuur) daarbij.
Voor de behandeling van Non-Hodgkin-lymfoom staat op vademecumhematologie.nl de geldende behandelrichtlijn.
Advies
Voor de behandeling van melanoom en wekedelen-sarcoom staan op de richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijnen.
Zie voor de behandeling van Hodgkin-lymfoom de geldende behandelrichtlijn van HOVON.
Indicaties
Chronische lymfatische leukemie (CLL)
- als eerstelijnsbehandeling bij Binet-stadium B of C, wanneer fludarabine–combinatietherapie niet geschikt is.
Indolent non-Hodgkinlymfoom (iNHL)
- als monotherapie wanneer progressie is vertoond gedurende of binnen 6 maanden na rituximab(-bevattende) therapie.
Multipel myeloom (MM)
- als eerstelijnsbehandeling bij Durie-Salmon stadium II met progressie óf stadium III in combinatie met prednison voor patiënten > 65 jaar, die niet in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie én bij wie geen thalidomide of bortezomib bevattende behandeling mogelijk is wegens klinische neuropathie ten tijde van de diagnosestelling.
Indicaties
Volwassenen
- in combinatiechemotherapie bij maligne lymfoom (Hodgkin en non-Hodgkin);
- in combinatiechemotherapie bij hersentumoren.
Kinderen ≥ 2 jaar
- in combinatiechemotherapie bij Hodgkin-lymfoom.
Indicaties
- gemetastaseerd maligne melanoom;
- in combinatiechemotherapie bij vergevorderd Hodgkinlymfoom;
- in combinatiechemotherapie bij vergevorderd wekedelensarcoom (met uitzondering van mesothelioom en Kaposi-sarcoom).
Doseringen
De behandeling niet beginnen of onderbreken als het aantal leukocyten < 3 × 109/l en/of het aantal trombocyten < 75 × 109/l is en uitstellen totdat het aantal leukocyten > 4 × 109/l en het aantal trombocyten > 100 × 109/l is.
In verband met het mogelijk optreden van het tumorlysissyndroom bij hoge tumorlast vóór en tijdens de behandeling maatregelen nemen ter preventie van uraatnefropathie zoals een adequate hydratie, alkaliseren van de urine en zonodig toedienen van allopurinol/rasburicase; wees bij de combinatie met allopurinol bedacht op het optreden van Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse. Het tumorlysissyndroom treedt doorgaans op binnen 48 uur na de eerste dosis.
Overweeg profylaxe met antihistaminica, antipyretica en corticosteroïden bij patiënten die tijdens eerdere cycli infusiereacties hebben gehad.
Chronische lymfatische leukemie
Volwassenen (incl. ouderen)
Monotherapie: de gebruikelijke dosering is 100 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 en 2; iedere 4 weken (= 1 cyclus). Maximaal 6 cycli.
Indolent non-Hodgkinlymfoom
Volwassenen (incl. ouderen)
Monotherapie: de gebruikelijke dosering is 120 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 en 2; iedere 3 weken (= 1 cyclus). Afhankelijk van de respons voor ten minste 6 cycli.
Multipel myeloom
Volwassenen (incl. ouderen)
Combinatietherapie: de gebruikelijke dosering is 120–150 mg/m² lichaamsoppervlak: bendamustine op dag 1 en 2 en prednison i.v. of oraal 60 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1–4; herhaal dit iedere 4 weken voor ten minste 3 cycli.
Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring > 10 ml/min is een aanpassing van de dosis niet nodig. Vanwege onvoldoende gegevens kan er geen doseringsadvies worden gegeven bij een creatinineklaring ≤ 10 ml/min.
Verminderde leverfunctie: bij een serumbilirubine < 20,5 micromol/l is een aanpassing van de dosis niet nodig. Verlaag de dosis met 30% bij een serumbilirubine 21–51 micromol/l. Vanwege onvoldoende gegevens kan er geen doseringsadvies worden gegeven bij een serumbilirubine > 51 micromol/l.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (beenmergtoxiciteit, niet-hematologische toxiciteit) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubrieken 4.2 en 4.4).
Toediening: bendamustine via een i.v.-infusie gedurende 30—60 min toedienen.
Doseringen
Oncologische aandoeningen
Volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar
de dosering is afhankelijk van het gekozen combinatieschema en de beenmergfunctie, de richtdosering is: oraal: 100 mg/m² lichaamsoppervlak/dag. Bij kinderen gedurende maximaal 14 dagen.
Bij verminderde nier- of leverfunctie: controleer de hematologische status minimaal elke 3–4 dagen, en de nier- en leverfunctie minimaal elke week. Gecontra-indiceerd bij ernstige nier- of leverfunctiestoornis.
Ernstige bijwerkingen: Bij ernstige beenmergsuppressie (leukopenie en/of trombocytopenie) of misselijkheid/braken de dagelijkse dosis reduceren met een derde of de helft.
Toediening: de capsules in zijn geheel innemen in staande of zittende houding met een glas water.
Doseringen
Stel adequate anti–emetische therapie in.
Melanoom
Volwassenen
Monotherapie: i.v. 200–250 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 5 dagen elke 3 weken óf i.v. 850 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 elke 3 weken.
Hodgkinlymfoom
Volwassenen
Combinatiechemotherapie: dosis is afhankelijk van het gekozen regime. Bijvoorbeeld ABVD-schema(adriamycine, bleomycine, vinblastine en dacarbazine): i.v. 375 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 elke 15 dagen. Behandelduur is doorgaans 6 cycli.
Wekedelensarcoom
Volwassenen
Combinatiechemotherapie: i.v. 250 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 5 dagen elke 3 weken.
Bij een lichte tot matige nier– of leverinsufficiëntie is een dosisvermindering meestal niet nodig. Bij een gecombineerde nier– en leverinsufficiëntie is de eliminatie van dacarbazine vertraagd; er kan echter geen doseringsadvies worden gegeven.
Toediening: doseringen tot 200 mg/m² lichaamsoppervlak als langzame injectie toedienen (bv. 1 min) en doseringen > 200 mg/m² lichaamsoppervlak intraveneus toedienen als infusie in 15–30 min.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): infecties, waaronder opportunistische infecties zoals varicella zoster, cytomegalovirus-infectie en hepatitis B. Misselijkheid, braken. Mucositis. Vermoeidheid, koorts. Hoofdpijn. Leukopenie, lymfopenie, trombocytopenie. Verlaagd gehalte Hb, verhoogd creatinine, verhoogd ureum.
Vaak (1-10%): hypo- of hypertensie. Palpitaties, angina pectoris, aritmie. Bloedingen. Pulmonale disfunctie. Tumorlysissyndroom. Overgevoeligheidsreactie. Slapeloosheid, duizeligheid. Diarree, obstipatie, stomatitis. Urticaria, alopecia. Amenorroe. Rillingen, dehydratie, anorexie. Anemie, neutropenie. Verhoogd ASAT, ALAT, AF, bilirubine; hypokaliëmie.
Soms (0,1-1%): pericardiale effusie, myocardinfarct, hartfalen. Pneumocystis jiroveci-pneumonie. Acute myeloïde leukemie, myelodysplastisch syndroom. Pancytopenie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische of anafylactoïde reacties. Acuut falen van de bloedcirculatie. Sepsis. Sufheid, afonie. Erytheem, dermatitis, huiduitslag (maculeus, papuleus), jeuk, hyperhidrose.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische shock. Hemolyse. Tachycardie. Maag-darmbloedingen, hemorragische oesofagitis. Atypische primaire pneumonie, pulmonale fibrose. Smaakstoornis, paresthesie, perifere sensorische neuropathie, anticholinerg syndroom, ataxie, encefalitis. Multiorgaanfalen. Flebitis. Onvruchtbaarheid.
Verder zijn gemeld: atriumfibrilleren. Longbloeding, pneumonitis. Nierfalen, nefrogene diabetes insipidus. Leverfalen. Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): infectie. Leukocytopenie, trombocytopenie, anemie. Anorexia. Misselijkheid, braken. Alopecia.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid (waaronder anafylaxie, angio-oedeem).
Verder zijn gemeld: sepsis, herpes zoster. Tweede primaire maligniteit (waaronder longcarcinoom, acute myeloïde leukemie, myelodysplastisch syndroom. Beenmergdepressie, pancytopenie, eosinofilie, hemolytische anemie. Hallucinaties, depressies, verwardheid, psychose. Insult, perifere neuropathie, paresthesie, hoofdpijn. Visusstoornis (waaronder wazig zien, verminderd gezichtsvermogen). Bloeding. Interstitiële longziekte, dyspneu, hoesten. Stomatitis, obstipatie, diarree, buikpijn. Hepatotoxiciteit, hepatitis, geelzucht. Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, huiduitslag, urticaria. Osteonecrose, myalgie. Irreversibele azoöspermie. Pijn, koorts, vermoeidheid, malaise, asthenie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): anemie, leukopenie, trombocytopenie. Anorexie, misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): infecties. Alopecia, hyperpigmentatie, gevoeligheid voor licht. Griepachtige symptomen (de eerste dagen na toediening).
Zelden (0,01-0,1%): pancytopenie, agranulocytose. Anafylactische reacties. Hoofdpijn, visusstoornis, verwardheid, lethargie, convulsies. faciale paresthesie (kort na toediening), overmatig blozen (kort na toediening). Diarree. Levernecrose door veno-occlusieve ziekte (mogelijk fataal). Erytheem, maculopapuleus exantheem, urticaria. Nierfunctiestoornis. Irritatie op toedieningsplaats. Verhoogde leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, AF), verhoogd LDH, verhoogd serumcreatinine, verhoogd bloedureum.
Interacties
Niet gelijktijdig gebruiken met levende verzwakte vaccins, vanwege meer kans op infectie; toepassing van het gelekoortsvaccin is gecontra–indiceerd.
Gelijktijdig gebruik met allopurinol kan leiden tot Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse.
Gelijktijdig gebruik met ciclosporine of tacrolimus kan leiden tot excessieve immunosuppressie met risico op lymfoproliferatie.
Theoretisch is een interactie mogelijk met CYP1A2-remmers zoals fluvoxamine, ciprofloxacine, aciclovir, cimetidine.
Interacties
Wees in verband met de kans op een ernstige, mogelijk fatale, infectieziekte uiterst voorzichtig met de vaccinatie met levende vaccins; vermijd dit bij voorkeur. De respons op vaccinatie met dode of geïnactiveerde vaccins kan verminderd zijn.
Procarbazine kan als (relatief zwakke) monoamineoxidase (MAO–) remmer de werking van sympathicomimetica, decongestiva, barbituraten, antidepressiva, antipsychotica, anesthetica, narcotische analgetica en antihypertensiva versterken; verlaag de dosering van deze stoffen bij gelijktijdig gebruik.
Op grond van mogelijke alcoholintolerantie ('alcohol-antabuse syndrome') combinatie met (geneesmiddelen met) alcohol vermijden.
Het sedatieve effect van centraal-dempende middelen kan worden versterkt.
Gelijktijdig gebruik met CYP3A-inducerende anti-epileptica is geassocieerd met een meer kans op overgevoeligheidsreacties.
Interacties
Bij combinatie met doxorubicine vermeerdert bij kinderen de kans op cardiomyopathie.
Kan de effecten van methoxsaleen versterken als gevolg van fotosensibilisatie.
Vermijd combinatie met hepatotoxische geneesmiddelen vanwege het grotere risico van veno-occlusieve ziekte.
Vermijd immunisatie met levende vaccins tot ten minste 3 maanden na de laatste toediening.
Verhoog de frequentie van INR-monitoring bij gelijktijdige toediening van orale anticoagulantia.
De absorptie van fenytoïne kan verminderd zijn.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Een man wordt aangeraden voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma vanwege mogelijke irreversibele infertiliteit.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 6 maanden (vrouw) of 3 maanden (man) na de therapie. Overweeg genetische counseling indien tijdens de behandeling een zwangerschap optreedt.
Zwangerschap
Waarschijnlijk passeren procarbazine en toxische metabolieten de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Na toediening van procarbazine tijdens de zwangerschap, meestal in combinatie met andere cytostatica, zijn er zowel meldingen van kinderen met afwijkingen als meldingen van gezonde kinderen, ook na toediening in het eerste trimester.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, met name in het eerste trimester.
Vruchtbaarheid: Kan zowel bij een man als vrouw de vruchtbaarheid schaden (bv. permanente onvruchtbaarheid); raad een vruchtbare man of vrouw voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma of eicellen.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste nzes maanden (vrouw) of drie maanden (man) na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (mutageen, teratogeen en carcinogeen).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden (vrouw) of drie maanden (man) na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik óf het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Waarschijnlijk.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: mutageen en carcinogeen.
Advies: Het gebruik van het geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis (serumbilirubine > 51,3 micromol/l (=3,0 mg/dl)), geelzucht;
- ernstige beenmergdepressie: het aantal leukocyten < 3 × 109/l of het aantal trombocyten < 75 × 109/l;
- infecties, vooral met leukocytopenie;
- doorgemaakte grote operatie < 30 dagen voor start van de behandeling.
Zie ook de rubrieken Interacties en Lactatie.
Contra-indicaties
- ernstige leukocytopenie of trombocytopenie, bv. veroorzaakt door chemotherapie of bestraling;
- ernstige nier- of leverfunctiestoornis.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Lactatie.
Contra-indicaties
- ernstige lever- of nierfunctiestoornis.
- leukopenie en/of trombocytopenie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Myelotoxiciteit: wekelijkse controle van het bloedbeeld, ook tijdens therapievrije intervallen, wordt aanbevolen. De nadir van leukocyten en trombocyten wordt na 14–20 dagen bereikt met regeneratie na 3–5 weken. Wees voorzichtig bij het optreden van neutropenie en/of lymfopenie in combinatie met symptomen van infectie, wegens mogelijk ernstig verloop.
(Reactivering van) infecties: ernstige/fatale infecties (bv. sepsis, pneumonie) en opportunistische infecties (PCP, CMV-infectie, Varicella zoster) zijn mogelijk. Risicofactoren zijn lymfocytopenie en CD4-positieve T-celdepletie. Bendamustine kan een langdurige lymfocytopenie (< 600/microl) en lage aantallen CD4-positieve T-cellen (< 200/microl) geven voor ten minste 7–9 maanden na afloop van de behandeling. De kans hierop is groter indien bendamustine wordt gecombineerd met rituximab of obinutuzumab. Bij lage aantallen CD4-positieve T-cellen (< 200/microl) PCP-profylaxe overwegen. Controleer alle patiënten nauwgezet op respiratoire klachten en symptomen. Laat de patiënt zich direct melden bij nieuwe tekenen van infectie zoals koorts en respiratoire symptomen. Vóór aanvang van de behandeling en regelmatig tijdens de behandeling testen op HBV-infectie; toediening van bendamustine bij HBV-infectie kan leiden tot fataal verlopende leverziekte of acuut leverfalen. Bij een positief resultaat van een HBV-test een gespecialiseerde arts op het gebied van leverziekten raadplegen; HBV-dragers nauwgezet controleren op eerste tekenen van actieve ziekte tijdens de behandeling en gedurende enkele maanden na de behandeling. Wees vanwege de kans op progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) alert op verergerende neurologische, cognitieve of gedragsmatige symptomen. Bij een vermoeden van PML de behandeling onderbreken totdat PML is uitgesloten.
Cardiotoxiciteit: bij een voorgeschiedenis van of bij bestaande hartaandoeningen gedurende de gehele behandeling de kaliumspiegel nauwgezet controleren. Geef kaliumsupplementen bij een spiegel van < 3,5 mmol/l; controleer tevens het ECG. Fataal verlopend hartfalen en myocardinfarct zijn gemeld.
Ernstige huidreacties: Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse of het DRESS-syndroom komen voor. Laat de patiënt zich onmiddellijk melden bij eerste tekenen van dergelijke reacties. Bij ontwikkeling van symptomen van ernstige huidreacties (huiduitslag met koorts, malaise, vermoeidheid, spier- en/of gewrichtspijn, blaren, laesies in de mond, conjunctivitis, hepatitis en/of eosinofilie) de behandeling onmiddellijk staken.
Non-melanoomhuidkanker: er is een toegenomen kans op non-melanoomhuidkanker bij therapie met bendamustine. Controleer bij alle patiënten periodiek de huid op afwijkingen, in het bijzonder bij patiënten met risicofactoren voor huidkanker.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Myelotoxiciteit: vóór starten van en ten minste 2× per week tijdens een cyclus het volledige bloedbeeld controleren in verband met beenmergremming, die ook na staken van de therapie nog kan optreden. Op grond hiervan kan onderbreking van de behandeling, dosisaanpassing of verlenging van het therapie-vrije interval nodig zijn.
Vóór starten van en ten minste 1× per week tijdens een cyclus de lever- en nierfunctie controleren.
Overweeg de behandeling te staken bij het optreden van: leukopenie, trombocytopenie. centrale symptomen (zoals paresthesie, neuropathie of verwardheid), stomatitis, hevig braken, ernstige diarree, overgevoeligheidsreacties.
Bij misselijkheid en braken eventueel de dosis reduceren, zie de rubriek Dosering
Comorbiditeit: wees voorzichtig bij feochromocytoom, epilepsie, cardiovasculaire of cerebrovasculaire aandoening.
Controleer ouderen nauwlettend op tekenen van vroegtijdig falen of intolerantie van de behandeling.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer regelmatig het bloedbeeld in verband met beenmergremming, die ook na staken van de therapie nog kan optreden. Op grond hiervan kan onderbreking van de behandeling, dosisaanpassing of verlenging van het therapie-vrije interval nodig zijn.
Staak de behandeling bij optreden van lever- of nierfunctiestoornissen of symptomen van een overgevoeligheidsreactie.
Vermijd alcohol en controleer in verband met het risico van veno-occlusieve ziekte leidend tot levernecrose regelmatig de levergrootte, leverfunctie en het bloedbeeld (m.n. eosinofiele granulocyten).
Voorzichtig injecteren om extravasatie met plaatselijk pijn en weefselbeschadiging te voorkomen, bij extravasatie direct het injecteren stoppen en de resterende dosis in een andere ader toedienen.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 15 jaar zijn niet vastgesteld. Er is weinig ervaring bij ouderen.
Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.
Overdosering
Symptomen
misselijkheid, braken, enteritis, duizeligheid, hallucinaties, depressie, convulsies en coma. Hypotensie en tachycardie zijn gemeld.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling, neem contact op met het Nationale Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
klachten passend bij beenmergsuppressie.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling, neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bendamustine is een alkylerend oncolyticum. Het werkingsmechanisme is voornamelijk gebaseerd op ‘cross-linking’ van enkel– en dubbelstrengs DNA door alkylering, waardoor DNA-matrixfuncties en DNA-synthese en -herstel verstoord worden. Er lijkt geen volledige kruisresistentie tussen bendamustine en andere alkylerende middelen, antracyclinen of rituximab te bestaan.
Kinetische gegevens
V d | 0,2–0,3 l/kg. |
Eiwitbinding | > 95%. |
Metabolisering | in de lever o.a. door CYP1A2 en door conjugatie met glutathion. |
Eliminatie | als metabolieten en onveranderd, met de urine ca. 20% en met de gal. |
T 1/2el | ca. 30 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Oncolyticum met alkylerende werking. Procarbazine intervenieert in de celdeling; dit heeft waarschijnlijk zowel effect op het reeds gevormde DNA als op de DNA-synthese (methylering van purinen, DNA–fragmentatie). De effectiviteit op het reeds gevormde DNA berust ten dele op het waterstofperoxide en de hydroxyradicalen, die tijdens de oxidatieve afbraak worden gevormd.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig. |
T max | na 30–60 min. |
Overig | passeert snel de bloed–hersenbarrière. Is verder vooral aanwezig in lever, nieren, het darmkanaal en de huid. |
Metabolisering | snel in lever en nieren. Auto–oxidatie tot een azo–verbinding en waterstofperoxide. Daarna verder gemetaboliseerd. |
Eliminatie | ca. 70% binnen 24 uur met de urine waarvan 5% onveranderd. |
T 1/2el | ca. 10 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Alkylerend oncolyticum. Dacarbazine werkt waarschijnlijk ten dele als antimetaboliet die de DNA-opbouw verstoort en ten dele als alkylerende stof die wordt geactiveerd in de lever. De ontledingsproducten hebben geen antitumor-activiteit, maar kunnen de vaatwand beschadigen.
Kinetische gegevens
Metabolisering | is zelf inactief en wordt gedeeltelijk in de lever omgezet in o.a. het actieve 5-amino-4–imidazole-carboxamide (A.I.C., een voorloper van purine) en een methylkation, dat een alkylerend effect heeft, en inactieve metabolieten. De metabolisering verloopt o.a. via CYP1A2 en CYP2E1. |
Eliminatie | met de urine: onveranderd (20–50%) via tubulaire secretie en als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
bendamustine hoort bij de groep alkylerende middelen.
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk
Groepsinformatie
procarbazine hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk
Groepsinformatie
dacarbazine hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk