Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

blinatumomab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FX07

Sluiten

mogamulizumab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FX09

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Blincyto XGVS Aanvullende monitoring Amgen bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
38,5 microg
Verpakkingsvorm
met solvens 10 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Poteligeo XGVS Kyowa Kirin Pharma bv

Toedieningsvorm
Oplossing voor infusie
Sterkte
4 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor acute lymfatische leukemie (ALL) staat op hematologienederland.nl de geldende behandelrichtlijn (2024).

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Indicaties

Als monotherapie bij volwassenen met:

  • Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve, recidiverende of refractaire precursor-B-cel acute lymfoblastenleukemie (B-ALL).
  • Philadelphia-chromosoom-positieve, CD19-positieve, recidiverende of refractaire B-ALL, na falen van ten minste twee tyrosinekinaseremmers en indien er geen andere behandelopties zijn.
  • Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve B-ALL in eerste of tweede complete remissie, met minimale restziekte (MRD) ≥ 0,1%.
  • Nieuw gediagnosticeerde Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve B-ALL, als onderdeel van de consolidatietherapie.

Als monotherapie bij kinderen ≥ 1 maand met:

  • Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve B-ALL
    • die refractair of recidief is na minimaal twee eerdere behandelingen óf;
    • die recidief is na een eerdere allogene hematopoëtische stamceltransplantatie.
  • Hoog-risico eerste recidief Philadelphia-chromosoom-negatieve, CD19-positieve B-ALL, als onderdeel van de consolidatietherapie.

Indicaties

  • Mycosis fungoides (MF) bij volwassenen na ten minste één eerdere systemische behandeling.
  • Sézary-syndroom (SS) bij volwassenen na ten minste één eerdere systemische behandeling.

Doseringen

Voorafgaand aan en tijdens de behandeling wordt profylactisch intrathecale chemotherapie aanbevolen ter preventie van recidief ALL in het centraal zenuwstelsel (CZS).

Bij MRD-positieve B-ALL dient voorafgaand aan de behandeling kwantificeerbare MRD te worden bevestigd met een gevalideerde assay.

Ziekenhuisopname wordt aanbevolen in verschillende fasen van de behandeling. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).

Zie voor aanbevelingen voor premedicatie en aanvullende medicatie ook de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).

Neem vooral bij een hoge tumorlast maatregelen in verband met het mogelijk optreden van het tumorlysissyndroom, zoals vóór en tijdens de therapie zorgen voor voldoende hydratie, alkalisering van de urine en toediening van allopurinol of rasburicase en indien sprake is van ≥ 50% leukemische blasten in het beenmerg óf > 15.000 leukemische blasten/microliter perifeer bloed, tevens aanvullend dexamethason (bij volwassenen max. 24 mg/dag).

Klap alles open Klap alles dicht

Recidiverend of refractair B-ALL

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 1 maand

In eerste instantie bestaat de behandeling uit 2 cycli. Eén afzonderlijke behandelcyclus bestaat uit een continue infusie gedurende 28 dagen (4 weken). Tussen opeenvolgende cycli is er een behandelvrij interval van 14 dagen (2 weken).

Lichaamsgewicht ≥ 45 kg: Aanbevolen dosering: cyclus 1: 9 microg/dag op dag 1–7, gevolgd door 28 microg/dag op dag 8–28. Na een behandelvrij interval van 14 dagen begint cyclus 2: 28 microg/dag op dag 1–28.

Indien na deze 2 cycli een complete remissie is bereikt, kunnen nog 3 extra cycli als consolidatiebehandeling gegeven worden, steeds voorafgegaan door een behandelvrij interval van 14 dagen. De dosering hierbij is dezelfde als van cyclus 2.

Lichaamsgewicht < 45 kg: Aanbevolen dosering (a.d.h.v. het lichaamsoppervlak): cyclus 1: 5 microg/m²/dag op dag 1–7, max. 9 microg/dag, gevolgd door 15 microg/m²/dag op dag 8–28, max. 28 microg/dag. Na een behandelvrij interval van 14 dagen begint cyclus 2: 15 microg/m²/dag op dag 1–28, max. 28 microg/dag.

Indien na deze 2 cycli een complete remissie is bereikt, kunnen nog 3 extra cycli als consolidatiebehandeling gegeven worden, steeds voorafgegaan door een behandelvrij interval van 14 dagen. De dosering hierbij is dezelfde als van cyclus 2.

Philadelphia-chromosoom-negatieve B-ALL in eerste of tweede remissie met minimale restziekte (MRD-positief) )

Volwassenen (incl. ouderen)

Eén cyclus inductiebehandeling en max. 3 extra cycli consolidatiebehandeling, Eén afzonderlijke behandelcyclus bestaat uit een continue infusie gedurende 28 dagen. Tussen opeenvolgende cycli is er een behandelvrij interval van 14 dagen.

Lichaamsgewicht ≥ 45 kg: Aanbevolen dosering voor zowel inductiecyclus 1 als consolidatiecycli 2–4: 28 microg/dag op dag 1–28.

Lichaamsgewicht < 45 kg: Aanbevolen dosering voor zowel inductiecyclus 1 als consolidatiecycli 2–4 (a.d.h.v. het lichaamsoppervlak): 15 microg/m²/dag op dag 1–28, max. 28 microg/dag.

Nieuw gediagnosticeerde Philadelphia-chromosoom-negatieve B-ALL in de consolidatiefase

Volwassenen (incl. ouderen)

Max. 4 cycli consolidatiebehandeling. Eén afzonderlijke behandelcyclus bestaat uit een continue infusie gedurende 28 dagen. Tussen opeenvolgende cycli is er een behandelvrij interval van 14 dagen.

Lichaamsgewicht ≥ 45 kg: Aanbevolen dosering per cyclus: 28 microg/dag op dag 1–28.

Lichaamsgewicht < 45 kg: Aanbevolen dosering per cyclus (a.d.h.v. het lichaamsoppervlak): 15 microg/m²/dag op dag 1–28, max. 28 microg/dag.

Hoog-risico eerste recidief B-ALL

Kinderen ≥ 1 maand

Eén cyclus na inductie en 2 cycli consolidatiebehandeling. Eén afzonderlijke behandelcyclus bestaat uit een continue infusie gedurende 28 dagen.

Lichaamsgewicht ≥ 45 kg: Aanbevolen dosering: 28 microg/dag op dag 1–28.

Lichaamsgewicht < 45 kg: Aanbevolen dosering (a.d.h.v. het lichaamsoppervlak): 15 microg/m²/dag op dag 1–28, max. 28 microg/dag.

Verminderde nierfunctie: bij een lichte of matige stoornis is geen dosisaanpassing nodig. Vanwege het ontbreken van gegevens kan er geen doseeradvies worden gegeven bij een ernstige stoornis.

Verminderde leverfunctie: bij een lichte of matige stoornis is geen dosisaanpassing nodig. Vanwege het ontbreken van gegevens kan er geen doseeradvies worden gegeven bij een ernstige stoornis.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (cytokineafgiftesyndroom, tumorlysissyndroom, neurologische toxiciteit, incl. ICANS, verhoogde leverenzymwaarden, overige klinisch significante bijwerkingen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 tabel 5 en 6), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.

Toediening: na reconstitutie en verdunning de oplossing met een infuuspomp (met steriel, niet-pyrogeen inline-filter met lage eiwitbinding (poriegrootte 0,2 microm) als continue i.v. infusie toedienen met een constante infusiesnelheid gedurende 24, 48, 72 of (max.) 96 uur per zak; de infusieduur wordt bepaald door de behandelend arts. Om redenen van steriliteit de infuuszak ten minste elke 96 uur verwisselen. Zie voor de verschillende opties de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2). De blinatumomab-infusielijn of intraveneuze katheter niet spoelen, dit geldt met name bij het wisselen van de infuuszakken of bij voltooiing van de infusie, om overmatige dosering te voorkomen. Bij toediening via een multilumen-veneuze katheter, blinatumomab infunderen via een apart lumen.

Doseringen

Dien voorafgaand aan de eerste infusie premedicatie met een antipyreticum en antihistaminicum toe. Indien er een infusiereactie optreedt, dien dan ook premedicatie toe bij de volgende infusies.

Klap alles open Klap alles dicht

Mycosis fungoides, Sézary-syndroom

Volwassenen (incl. ouderen)

1 mg/kg lichaamsgewicht als i.v. infusie gedurende ten minste 60 minuten, wekelijks op dag 1, 8, 15 en 22 van de eerste cyclus van 28 dagen. Gevolgd door 1 mg/kg tweewekelijks op dag 1 en 15 van elke daaropvolgende cyclus van 28 dagen. Behandel tot aan ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit.

Verminderde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig bij een lichte of matig verminderde leverfunctie. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie.

Gemiste dosis: dien een gemiste of vergeten dosis binnen 2 dagen alsnog toe. Als een dosis langer dan 2 dagen vergeten is, de gemiste dosis zo snel mogelijk toedienen en het doseerschema op basis hiervan verschuiven.

Toediening: uitsluitend als intraveneuze infusie toedienen, gedurende 60 minuten.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): bacteriële infectie, virusinfectie, niet-gespecificeerde infecties (bij ca. 42%). Infusiegerelateerde reacties (bij ca. 33%, met symptomen als (erythemateuze) huiduitslag, gezichtsoedeem, myalgie, tachypneu, acute nierbeschadiging, hypo- en hypertensie, cytokineafgiftesyndroom en koorts). Cytokineafgiftesyndroom (met symptomen als koorts, koude rillingen, tachycardie, bloeddrukdaling, bronchospasmen, hoofdpijn, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, verhoogd totaal bilirubine). Hypotensie, hypertensie. Hoest. Hoofdpijn (ca. 33%), tremor. Slapeloosheid. Tachycardie. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn. Huiduitslag (erythemateus, maculeus, maculopapuleus). Rugpijn, pijn in extremiteit. Koorts (ca. 71%), koude rillingen, vermoeidheid, oedeem. Stijging van leverenzymwaarden. (Febriele) neutropenie, leukopenie, anemie, trombocytopenie, verlaagde immunoglobulinen (incl. hypogammaglobulinemie).

Vaak (1–10%): pneumonie, sepsis. Overgevoeligheid. Tumorlysissyndroom. Blozen. Encefalopathie (fataal verloop mogelijk), convulsie, paresthesie, afasie, ataxie, hersenzenuwaandoening, hypo-esthesie, cognitieve stoornis, geheugenstoornis, duizeligheid, slaperigheid, ICANS. Verwardheid, desoriëntatie. Dyspneu, piepende ademhaling, productieve hoest, respiratoir falen. Botpijn. Pijn en ongemak ter hoogte van de borst. Hyperbilirubinemie. Lymfopenie, leukocytose.

Soms (0,1–1%): capillairleksyndroom. Cytokinestorm. Inspanningsdyspneu, acuut respiratoir falen. Pancreatitis (mogelijk fataal). Spraakstoornis. Hemofagocytaire histiocytose, lymfadenopathie.

Verder zijn gemeld: leuko-encefalopathie (progressieve multifocale leuko-encefalopathie is nog niet gemeld). CD-19-negatieve B-ALL en cellijnwisseling van ALL naar acute myeloïde leukemie (AML) bij patiënten die blinatumomab kregen voor recidiverende aandoeningen.

Bij kinderen komen de volgende bijwerkingen vaker voor: infusiegerelateerde reacties, hypertensie, koorts, gewichtstoename, anemie, trombocytopenie en leukopenie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, diarree, obstipatie, stomatitis. Vermoeidheid, perifeer oedeem, koorts. Infecties. Infusiegerelateerde reactie. Hoofdpijn. Geneesmiddeleneruptie.

Vaak (1-10%): anemie, neutropenie, leukopenie, trombocytopenie. Hypothyroïdie. Braken. Colitis. Bovensteluchtweginfectie. Stijging ALAT, ASAT, AF in het bloed, daling lymfocyten.

Soms (0,1-1%): (acute) hepatitis. Tumorlysissyndroom.

Verder is gemeld: acuut myocardinfarct, stress-geïnduceerde cardiomyopathie.

Bij ouderen werden huidreacties en infusiegerelateerde reacties vaker gemeld.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Immunisatie met levend-virusvaccin wordt niet aanbevolen gedurende ten minste 2 weken voorafgaand aan de start van de behandeling, tijdens de behandeling en nog voordat het aantal B-lymfocyten na de laatste behandelcyclus is gestabiliseerd binnen het normale bereik.

Blinatumomab lijkt zelf geen invloed te hebben op de activiteit van CYP450-enzymen. Mogelijk veroorzaakt de voorbijgaande afgifte van cytokinen in de beginfase van de behandeling een remming van de activiteit van CYP450-enzymen. Monitor bijwerkingen en/of bloedspiegels van geneesmiddelen die voor hun klaring sterk afhankelijk zijn van deze enzymsystemen en tevens een smalle therapeutische breedte hebben.

Interacties

De combinatie met systemische immunomodulerende geneesmiddelen of andere behandelingen voor MF of SS is niet onderzocht en wordt daarom ontraden, met name vanwege de kans op ernstige infecties bij patiënten die met mogamulizumab worden behandeld.

In combinatie met systemische immunosuppressiva bestaat er een toegenomen kans op ernstige infecties en/of virale reactivatie.

Zwangerschap

Blinatumomab passeert bij dieren in beperkte mate de placenta (foetale/maternale serumconcentratie ratio < 1%).

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Een depletie van B-cellen bij de pasgeborene kan niet worden uitgesloten.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. De pasgeborene controleren op B-celdepletie en vaccinaties met levend-virusvaccins uitstellen totdat het aantal B-cellen is hersteld.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 48 uur na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, geen gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor teratogeniciteit.

Advies: Uit voorzorg gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 6 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is mogelijk dat het eiwitcomplex overgaat in de moedermelk. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd gedurende én tot 48 uur na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Vanwege de molecuulgrootte is geen passieve overgang van mogamulizumab in de moedermelk te verwachten. Het is onbekend of een actieve overgang plaatsvindt.

Farmacologisch effect: Negatieve effecten op de zuigeling kunnen niet worden uitgesloten gedurende de eerste periode na de geboorte.

Advies: Gebruik in de eerste paar dagen na de geboorte ontraden.

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties de rubriek Lactatie.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Dit geneesmiddel is geregistreerd onder voorwaardelijke toelating om het versneld beschikbaar te maken; er zijn echter nog onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.

Voorafgaand aan en tijdens de behandeling leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, γGT) en totaal bilirubine in het bloed controleren, vooral tijdens de eerste 3 dagen van de eerste 2 cycli. Verhogingen van de enzymwaarden worden meestal in de eerste week van de behandeling waargenomen en zijn meestal voorbijgaand zonder onderbreking of stoppen van de behandeling. Soms is echter onderbreken of definitief staken van de behandeling noodzakelijk.

De kans op het tumorlysissyndroom is groter bij een hoge tumorlast en bij een verminderde nierfunctie. Naast het toepassen van premedicatie is bij iedere patiënt intensieve controle van de nierfunctie en vochtbalans noodzakelijk. Premedicatie wordt ook aangewend ter preventie van ernstige infusiereacties (zie rubriek Dosering).

Infusiereacties en het cytokineafgiftesyndroom zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden en treden doorgaans op binnen 2 dagen na de start van de behandeling; soms komen uitgestelde infusiereacties voor of infusiereacties in latere cycli. Het cytokineafgiftesyndroom gaat vaak gepaard met gedissemineerde intravasale stolling (DIC) en het capillairleksyndroom; tevens is melding gemaakt van hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofaagactivatiesyndroom (MAS). Controleer de patiënt goed op symptomen van infusiereacties en het cytokineafgiftesyndroom, vooral in het begin van de eerste en tweede cyclus. Om de kans op het cytokineafgiftesyndroom zo klein mogelijk te houden, de aanbevolen startdosering (cyclus 1, dag 1–7) nauwkeurig opvolgen.

Neurologische bijwerkingen, waaronder immuun-effectorcel-geassocieerd neurotoxiciteitssyndroom (ICANS), kunnen ernstig zijn en zelfs fataal verlopen. De mediane tijd tussen de start van de behandeling en het optreden van deze bijwerkingen is 2 tot 4 weken. Het merendeel van deze bijwerkingen is reversibel na staken van de behandeling. Ouderen en patiënten met een voorgeschiedenis van neurologische klachten hebben meer kans op neurologische bijwerkingen. Vanwege de exclusiecriteria van de klinische onderzoeken is er beperkte ervaring bij een eerder doorgemaakte of bestaande klinisch significante aandoening van het CZS zoals epilepsie, parese, CVA, afasie, ziekte van Parkinson en psychose. In verband met de verwachting van meer kans op neurologische bijwerkingen zeer voorzichtig zijn met het toedienen van blinatumomab bij aanwezigheid van deze aandoeningen. Het wordt aanbevolen vóór de start van de behandeling bij elke patiënt neurologisch onderzoek uit te voeren en tijdens de behandeling elke patiënt te monitoren op klachten en verschijnselen; onderbreking of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn. Bij optreden van convulsies wordt secundaire profylaxe met een geschikt anti-epilepticum (bv. levetiracetam) aanbevolen.

Het optreden van ernstige infecties (graad ≥ 4), waarvan sommige levensbedreigend of fataal, komt vaker voor bij een baseline ECOG (Eastern Cooperative Oncology Group performance status)-score ≥ 2 dan bij < 2. Controleer nauwkeurig op klachten en verschijnselen van infectie; onderbreken of definitief staken van de behandeling kan nodig zijn. Ook reactivatie van latente virussen (bv. polyoomvirus (BK-virus)) is waargenomen. Neutropenie (met of zonder koorts) kan levensbedreigend zijn. Controleer gedurende de infusieperiode regelmatig het bloedbeeld, vooral tijdens de eerste 9 dagen van de eerste cyclus.

Er is meer kans op hypogammaglobulinemie bij oudere patiënten met MRD-positieve ALL; monitor het immunoglobulineniveau bij een oudere patiënt tijdens de behandeling.

Levensbedreigende pancreatitis is gemeld. Mogelijk dat een hoge dosis corticosteroïden hierbij een rol heeft gespeeld. De mediane tijd tot optreden van pancreatitis is 7,5 dagen. Controleer nauwgezet op klachten en verschijnselen van pancreatitis; lichamelijk onderzoek, bepalingen van serumamylase en -lipase en beeldvormend onderzoek (bv. echografie) van de buik kunnen nodig zijn. Onderbreek of staak zonodig de behandeling.

Risicofactoren voor optreden van leuko-encefalopathie zijn craniale bestraling en antileukemische chemotherapie (waaronder systemisch methotrexaat in hoge doses of intrathecaal cytarabine). Controleer op klachten en verschijnselen en overweeg bij verdachte verschijnselen een neuroloog te raadplegen.

Patiënten die worden behandeld voor recidiverende aandoeningen moeten worden gecontroleerd op acute myeloïde leukemie, vanwege meldingen van cellijnwisseling van ALL naar AML.

Onderzoeksgegevens: Er is beperkte ervaring bij ouderen ≥ 75 jaar en kinderen < 1 jaar. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij:

  • ernstige nierfunctiestoornis;
  • ernstige leverfunctiestoornis.
  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Ernstige huidreacties zijn gemeld, incl. (soms fatale) gevallen van Stevens-Johnsonsyndroom (SJS) en toxische epidermale necrolyse (TEN). Controleer nauwlettend op tekenen van SJS of TEN, zoals progressieve huiduitslag, vaak met blaas-, blaar- en schilfervorming . Bij optreden van een matige of ernstige huidreactie (graad 2 of 3) de behandeling onderbreken; deze pas hervatten als SJS of TEN is uitgesloten en de huidreactie is afgenomen tot ≤ graad 1. Staak de behandeling definitief bij een (levensbedreigende) huidreactie ≥ graad 4.

Infusiegerelateerde reacties (IRR's) waren meestal licht of matig van aard en traden doorgaans binnen 24 uur na toediening van de eerste infusie op. Controleer na de infusie nauwlettend op tekenen van IRR's. Als een lichte tot ernstige (graad 1-3) IRR optreedt de infusie onderbreken en nadat de symptomen zijn verdwenen, hervatten met een lagere infusiesnelheid. Bij optreden van een anafylactische reactie de toediening onmiddellijk en definitief staken.

Test voorafgaand aan de behandeling op hepatitis B-infectie. Overleg bij een bevestigde hepatitis B-infectie met een arts met expertise in de behandeling van hepatitis B.

Controleer verder op tekenen van infectie, en behandel deze snel; patiënten met MF of SS die behandeld worden met mogamulizumab hebben meer kans op een ernstige infectie en/of virale reactivatie. De kans op een ernstige infectie en/of virale reactivatie is tevens groter bij gelijktijdige toediening met immunosuppressiva, zie ook de rubriek Interacties.

Er is meer kans op transplantatie gerelateerde complicaties, waaronder ernstige 'graft-versus-host disease' (GVHD) als mogamulizumab wordt gegeven binnen een relatief korte periode (ca. 50 dagen) vóór HSCT. Controleer patiënten nauwlettend op vroege tekenen van transplantatie gerelateerde complicaties. De veiligheid van mogamulizumab ná autologe of allogene HSCT is niet onderzocht.

Tumorlysissyndroom (TLS) is gemeld, meestal in de eerste maand van de behandeling. Bij een snel prolifererende tumor en hoge tumorlast neemt de kans op TLS toe; controleer hierop zorgvuldig en behandel zo nodig met bv. agressieve hydratie, bewaking van de nierfunctie, herstel van de elektrolytenbalans en antihyperurikemische therapie.

Controleer patiënten met cardiovasculaire risicofactoren nauwlettend, omdat een acuut myocardinfarct en een door stress geïnduceerde cardiomyopathie zijn gemeld.

Onderzoeksgegevens: Er zijn beperkte gegevens over het gebruik bij patiënten met MF en 'large cell transformation' (LCT). De veiligheid en werkzaamheid van mogamulizumab zijn niet onderzocht:

  • bij een ernstig verminderde leverfunctie;
  • na autologe of allogene HSCT;
  • bij kinderen < 18 jaar.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met blinatumomab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met mogamulizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Bispecifieke T-celkoppelaar (BiTE; antilichaamconstructie). Blinatumomab bindt specifiek aan CD19 op het oppervlak van B-cellen en aan CD3 op het oppervlak van T-cellen. Het activeert T-cellen door CD3 in het T-celreceptorcomplex (TCR) te binden aan CD19 op zowel benigne als maligne B-cellen. Blinatumomab medieert zo de vorming van een cytolytische synaps tussen de T-cel en de tumorcel, waarbij proteolytische enzymen vrijkomen om delende en rustende CD19-positieve cellen te doden. Dit gaat gepaard met een tijdelijke up-regulatie van celadhesiemoleculen, productie van cytolytische eiwitten, afgifte van inflammatoire cytokinen en proliferatie van T-cellen.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,06 l/kg. Voor kinderen: ca. 3,91 l/m².
Metabolisering waarschijnlijk zoals andere eiwitten; via katabole routes tot kleinere peptiden en aminozuren.
T 1/2el ca. 2 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Mogamulizumab is een gedefucosileerd, gehumaniseerd IgG1κ-immunoglobuline, die zich selectief bindt aan CCR4; een G-eiwit gekoppelde receptor voor CC-chemokinen, die betrokken is bij het transport van T-lymfocyten naar diverse organen waaronder de huid. Gevolg is een depletie van de targetcellen. CCR4 wordt tot expressie gebracht op het oppervlak van bepaalde kankercellen waaronder T-celmaligniteiten, zoals MF en SS.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,05 l/kg.
Metabolisering waarschijnlijk zoals de meeste antilichamen via biodegradatie tot kleine peptiden of aminozuren.
T 1/2el gem. 17 dagen.
Overig 'steady-state'-plasmaconcentraties worden na 12 weken bereikt.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

blinatumomab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Groepsinformatie

mogamulizumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".