Samenstelling
Atacand (cilexetil) AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg, 16 mg, 32 mg
Candesartan (cilexetil) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg, 16 mg, 32 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Micardis Boehringer Ingelheim bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 20 mg, 40 mg, 80 mg
Telmisartan Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 20 mg, 40 mg, 80 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Hypertensie: Diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), ‘angiotensine converting enzyme’(ACE)-remmers en angiotensine receptor-blokkers (ARB’s) verlagen de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; tevens beperkt dit de dosisafhankelijke bijwerkingen. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Bij systolisch hartfalen starten met een ACE-remmer en bij vochtretentie met een diureticum, daarna, als de patiënt klinisch stabiel is, een selectieve β-blokker toevoegen. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname voor hartfalen verminderen. De patiënt op de medicatie instellen op basis van een zorgvuldige titratie van de doses en regelmatige controle van serumelektrolyten en de nierfunctie. ARB’s vormen een alternatief voor ACE-remmers als deze niet worden verdragen. Daarnaast kunnen ARB’s als aanvulling worden gebruikt op behandeling met een diureticum, ACE-remmer en β-blokker bij persisterende symptomen van hartfalen (NYHA-klasse II–IV).
Offlabel: Als profylaxe van episodische migraine is metoprolol het middel van eerste keus. In de tweedelijnszorg heeft candesartan (offlabel) de voorkeur, vanwege minder bijwerkingen waardoor de behandeling moet worden gestaakt. Vervolgens komen β-blokkers (metoprolol, propranolol) of de anti-epileptica, topiramaat of valproïnezuur (alleen bij mannen, offlabel) als tweede keus in aanmerking. Bij chronische migraine in geval van medicatieovergebruikshoofdpijn eerst stoppen met het gebruik van alle hoofdpijnmedicatie gedurende 2–3 maanden (detoxificatie). Herevalueer na detoxificatie de primaire hoofdpijndiagnose en start zo nodig profylaxe voor episodische migraine of, indien toch sprake is van chronische migraine met topiramaat of valproïnezuur.
Binnen de groep van de angiotensinereceptorblokkers bestaan grote prijsverschillen.
Advies
Hypertensie: Diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), ‘angiotensine converting enzyme’(ACE)-remmers en angiotensine receptor-blokkers (ARB’s) verlagen de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; tevens beperkt dit de dosisafhankelijke bijwerkingen. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS), als pijnbestrijding in de acute fase, nitroglycerine oromucosaal geven. Geef bij aanhoudende matige tot ernstige pijn of een contra-indicatie voor nitroglycerine: morfine of fentanyl intraveneus of fentanyl intranasaal. Start trombocytenaggregatieremming bij ACS zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten. Een STEMI wordt behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI) of, indien dit niet mogelijk is, door trombolyse. Bij een NSTEMI (incl. IAP) wordt eerst aanvullend onderzoek, en een risicoanalyse verricht. Na behandeling van een ACS, volgt secundaire preventie van een recidief middels medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Hypertensie bij volwassenen en kinderen van 6–18 jaar;
- Volwassenen met hartfalen met een verminderde systolische linkerventrikelfunctie (ejectiefractie ≤ 40%) als een ACE-remmer niet verdragen wordt of in combinatie met een ACE-remmer bij symptomatisch hartfalen ondanks een optimale behandeling, als aldosteronantagonisten niet verdragen worden;
- Offlabel: Profylaxe van migraine.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Essentiële hypertensie bij volwassenen.
- Reductie van cardiovasculaire morbiditeit bij volwassenen met manifeste atherotrombotische cardiovasculaire ziekte (voorgeschiedenis van coronair hartlijden, beroerte of perifeer vaatlijden) of bij volwassenen met type 2 diabetes mellitus met gedocumenteerde eindorgaanschade.
Gerelateerde informatie
Dosering
De tabletten hebben een breukgleuf.
Hypertensie:
Volwassenen:
De gebruikelijke start- en onderhoudsdosering bedraagt 8 mg 1×/dag. Eventueel na 4 weken de dosering verhogen naar 16 mg 1×/dag, maximaal 32 mg 1×/dag. Bij meer kans op een hypotensieve reactie (bv. volumedepletie), bij een verminderde nierfunctie (incl. hemodialyse) of een mild tot matig gestoorde leverfunctie bedraagt de begindosering 4 mg 1×/dag.
Kinderen van 6–18 jaar:
Startdosering 4 mg 1×/dag. Bij onvoldoende effect na 4 weken eventueel de dosering verhogen: bij kinderen met een lichaamsgewicht van < 50 kg: max. 8 mg 1×/dag; bij kinderen met een lichaamsgewicht van ≥ 50 kg: verhogen naar 8 mg 1×/dag en vervolgens zo nodig tot 16 mg 1×/dag. Bij meer kans op intravasculaire volumedepletie (bv. bij diureticagebruik, m.n. in combinatie met een verminderde nierfunctie) een lagere aanvangsdosering overwegen.
De dosering aanpassen op geleide van het bloeddrukverlagend effect.
Hartfalen:
Volwassenen:
Gebruikelijke startdosering is 4 mg 1×/dag, waarna indien mogelijk getitreerd wordt naar een streefdosering van 32 mg 1×/dag (maximale dosis) door de dosering te verdubbelen met tussenpozen van ≥ 2 weken.
Offlabel: Profylaxe van migraine:
Volwassenen:
Volgens de NVN-richtlijn 'Medicamenteuze behandeling van migraine, medicatieovergebruikshoofdpijn en spanningshoofdpijn' (2017), zie Profylactische behandeling migraine op de richtlijnendatabase.nl: Startdosering 4 mg 1×/dag; dosering maandelijks verhogen tot 8-16 mg 1×/dag, max. 32 mg/dag.
Dosering
Hypertensie
Volwassenen
Aanbevolen dosering 40 mg 1×/dag, indien nodig na 4–8 weken verhogen tot 80 mg 1×/dag; in sommige gevallen is 20 mg 1×/dag voldoende.
Cardiovasculaire preventie
Volwassenen
Aanbevolen dosering 80 mg 1×/dag. Het is niet bekend of een lagere dosering effectief is.
Bij lichte tot matige leverinsufficiëntie max. 40 mg per dag. Bij ernstige nierinsufficiëntie en bij hemodialyse is de startdosering 20 mg 1×/dag.
Bijwerkingen
Indicatie hypertensie: Vaak (1-10%): (draai–)duizeligheid, hoofdpijn. Luchtweginfecties.
Zeer zelden (< 0,01%): hyperkaliëmie, hyponatriëmie. Hoest. Misselijkheid. Gewrichtspijn, spierpijn, rugpijn. Allergische reacties zoals urticaria, jeuk, huiduitslag en angio-oedeem. Leukopenie, neutropenie, agranulocytose. Gestoorde leverfunctie, hepatitis, gestoorde nierfunctie (incl. nierfalen).
Verder is gemeld: diarree.
Bijwerkingen bij kinderen zijn vergelijkbaar met de bijwerkingen bij volwassenen, ze treden echter op met een hogere frequentie; de volgende bijwerkingen zijn alleen bij kinderen gemeld: sinusaritmie, nasofaryngitis, koorts, orofaryngeale pijn.
Indicatie hartfalen: Vaak (1–10%): hypotensie, hyperkaliëmie, verminderde nierfunctie (incl. nierfalen).
Zeer zelden (< 0,01%): hyponatriëmie. Duizeligheid, hoofdpijn. Hoest. Misselijkheid. Gewrichtspijn, spierpijn, rugpijn. Allergische reacties zoals urticaria, jeuk, huiduitslag en angio-oedeem. Leukopenie, neutropenie, agranulocytose. Gestoorde leverfunctie, hepatitis.
Verder is gemeld: diarree.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): (orthostatische) hypotensie, pijn op de borst, asthenie, bradycardie, syncope. Dyspneu, hoesten. Buikpijn, diarree, flatulentie, braken, dyspepsie. Spierpijn, rugpijn, spierkrampen. Vermindering nierfunctie (incl. acuut nierfalen), hyperkaliëmie, verhoogde waarde van creatinine. Hyperhidrose, jeuk, uitslag. Anemie. Bovenste luchtweginfectie, urineweginfectie. Depressie, slapeloosheid. Vertigo.
Zelden (0,01-0,1%): tachycardie. Griepachtige symptomen. Artralgie, pijnlijke pees, tendinitis. Erytheem, urticaria, (fataal) angio-oedeem, toxicodermie, eczeem. Droge mond, dysgeusie. Angst. Gestoorde visus. Slaperigheid. Trombocytopenie, eosinofilie. Leverfunctiestoornis. Verhoogde urinezuurwaarden, verhoogde creatinekinasewaarde, verlaagd hemoglobine. Hypoglykemie (bij diabetes). (Fatale) sepsis. Anafylactische reacties.
Zeer zelden (< 0,01%): interstitiële longziekte.
Interacties
Gelijktijdige behandeling met een ACE–remmer en een ARB vermeerdert de kans op hypotensie, syncope, hyperkaliëmie en achteruitgang van de nierfunctie; een dubbele blokkade alleen toepassen onder supervisie van een gespecialiseerde arts bij afzonderlijk gedefinieerde patiënten (zonder diabetische nefropathie) bij wie de nierfunctie, bloeddruk en het elektrolytengehalte regelmatig worden gecontroleerd. Bij hartfalen kan de combinatie van een ACE-remmer met een ARB worden toegepast; drievoudige combinatietherapie met een aldosteronantagonist wordt afgeraden en mag alleen in uitzonderlijke gevallen onder supervisie van een gespecialiseerde arts (terwijl nierfunctie, elektrolytwaarden en bloeddruk regelmatig worden gecontroleerd) worden toegepast. Bij diabetespatiënten of een verminderde nierfunctie (GFR < 60 ml/min/1,73 m² ) is het gebruik van candesartan in combinatie met aliskiren gecontra–indiceerd. Bij andere patiënten wordt de combinatie ontraden; indien de combinatie toch toegepast dient te worden, is periodieke bepaling van de nierfunctie, bloeddruk en serumelektrolyten aanbevolen.
Bij combinatie met thiazide-diuretica is het bloeddrukverlagend effect min of meer additief.
Kaliumzouten, kaliumsparende diuretica (zoals spironolacton) en andere geneesmiddelen die het kaliumgehalte kunnen verhogen (zoals heparine, cotrimoxazol) kunnen het effect op het serumkaliumgehalte versterken en leiden tot hyperkaliëmie; het kaliumgehalte regelmatig controleren.
Het antihypertensieve effect kan verminderen door gebruik van NSAID's; tevens is er meer kans op (acute) achteruitgang van de nierfunctie en op hyperkaliëmie.
Bij combinatie met lithium kan door de stijging van de lithiumconcentratie in het bloed de toxiciteit van lithium toenemen; indien de combinatie onvermijdbaar is, de lithiumspiegels zorgvuldig monitoren.
Interacties
Gelijktijdige behandeling met een ACE–remmer en een ARB geeft meer kans op hypotensie, syncope, hyperkaliëmie en achteruitgang van de nierfunctie; een dubbele blokkade alleen toepassen onder supervisie van een gespecialiseerde arts bij afzonderlijk gedefinieerde patiënten (zonder diabetische nefropathie) bij wie de nierfunctie, bloeddruk en het elektrolytengehalte regelmatig worden gecontroleerd. Bij diabetespatiënten of een verminderde nierfunctie (GFR < 60 ml/min/1,73 m² ) is het gebruik van telmisartan in combinatie met aliskiren gecontra–indiceerd. Bij andere patiënten wordt de combinatie ontraden; indien de combinatie toch toegepast dient te worden, is periodieke bepaling van de nierfunctie, bloeddruk en serumelektrolyten aanbevolen.
Kaliumzouten en kaliumsparende diuretica (zoals spironolacton, triamtereen, amiloride), heparine en andere plasmakalium-verhogende geneesmiddelen (bv. trimethoprim, tacrolimus, ciclosporine) kunnen het effect op het serumkaliumgehalte versterken en leiden tot hyperkaliëmie, met name bij gestoorde nierfunctie en hartfalen.
Voorafgaande behandeling met hoge doses diuretica vergroot de kans op volumedepletie en hypotensie. Andere antihypertensiva en geneesmiddelen die hypotensie kunnen veroorzaken (bv. tricyclische antidepressiva, antipsychotica, baclofen) kunnen het bloeddrukverlagend effect versterken. Overmatige bloeddrukdaling kan bij coronaire hartziekten en cerebrovasculaire ziekten een myocardinfarct of CVA induceren.
Het antihypertensief effect kan verminderen door gebruik van NSAID's; tevens is er meer kans op achteruitgang van de nierfunctie en hyperkaliëmie.
Corticosteroïden kunnen eveneens het antihypertensieve effect verminderen.
Bij combinatie met lithium kan door de stijging van de lithiumconcentratie in het bloed de toxiciteit van lithium toenemen.
Bij combinatie met digoxine kan de plasmaspiegel van digoxine stijgen; daarom de digoxinespiegel controleren bij starten, dosisaanpassingen en staken van telmisartan.
Hulpstoffen: Sorbitol (in de tablet) kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij gebruik van ARB's in het 2e en 3e trimester worden dezelfde effecten gezien als bij het gebruik van ACE-remmers, waaronder neonatale longhypoplasie, intra-uteriene groeivertraging, persisterende ductus arteriosus, schedelhypoplasie, ledemaatsafwijkingen en toegenomen sterfte. In dierproeven candesartan schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: Gebruik van ARB's tijdens het 2e en 3e trimester, kan leiden tot foetale en/of neonatale toxiciteit zoals gestoorde nierfunctie, nierfalen, oligohydramnion, hypotensie en hyperkaliëmie.
Advies: Gebruik tijdens het 1e trimester wordt niet aanbevolen; gebruik tijdens het 2e en 3e trimester is gecontra-indiceerd.
Overige: Bij kinderwens en zwangerschap instellen op een alternatieve therapie; aangeraden wordt de patiënte bij het begin van de behandeling al hierop te wijzen. Als blootstelling vanaf het 2e trimester heeft plaatsgevonden, een echoscopie verrichten van de nieren en schedel van de foetus. Neonaten nauwkeurig controleren op hypotensie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij gebruik van ARB's in het 2e en 3e trimester worden dezelfde effecten gezien als bij het gebruik van ACE-remmers, waaronder neonatale longhypoplasie, intra-uteriene groeivertraging, persisterende ductus arteriosus, schedelhypoplasie, ledemaatsafwijkingen en toegenomen sterfte.
Farmacologisch effect: Gebruik van ARB's tijdens het 2e en 3e trimester, kan leiden tot foetale en/of neonatale toxiciteit zoals gestoorde nierfunctie, nierfalen, oligohydramnion, hypotensie en hyperkaliëmie.
Advies: Gebruik tijdens het 1e trimester wordt niet aanbevolen; gebruik tijdens het 2e en 3e trimester is gecontra-indiceerd.
Overige: Bij kinderwens en zwangerschap instellen op een alternatieve therapie; aangeraden wordt de patiënte bij het begin van de behandeling al hierop te wijzen. Als blootstelling vanaf het 2e trimester heeft plaatsgevonden, een echoscopie verrichten van de nieren en schedel van de foetus. Neonaten nauwkeurig controleren op hypotensie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik ontraden, met name bij prematuren en pasgeborenen. Als de baby al ouder is, kan behandeling overwogen worden; de baby controleren op mogelijke bijwerkingen.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden bij met name pasgeborenen en prematuren.
Contra-indicaties
- ernstige leverinsufficiëntie en/of cholestase;
- kinderen < 1 jaar.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Contra-indicaties
- ernstige leverinsufficiëntie;
- galwegobstructie.
Zie voor meer contra-indicaties ook onder Zwangerschap en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Hypotensieve reactie: Vooral bij ernstige volume- en/of zoutdepletie, hartfalen en renine-afhankelijke hypertensie is er meer kans op een hypotensieve reactie. Daarom bestaande volume- en/of natriumdepletie voor gebruik corrigeren. Hypotensie die tijdens anesthesie/operatie optreedt als gevolg van geblokkeerde angiotensine II-werking, kan worden gecorrigeerd door volumevergroting en/of geneesmiddelen met een vaatvernauwende werking.
Wees voorzichtig bij aorta- of mitralisklepstenose of bij obstructieve hypertrofische cardiomyopathie vanwege het potentiële risico van verminderde coronaire en cerebrale doorbloeding.
Er is meer kans op hyperkaliëmie bij een leeftijd > 70 jaar, diabetes mellitus, een gestoorde nierfunctie of plotseling verslechterende nierfunctie, dehydratie, metabole acidose, acuut hartfalen en cel-afbraak (ischemie, trauma, rabdomyolyse) en bij combinatie met andere kaliumverhogende medicatie (zie rubriek Interacties).
Bij een nierfunctiestoornis rekening houden met acute achteruitgang van de nierfunctie en deze daarom blijven controleren. Regelmatige controle van de nierfunctie is vooral aangewezen bij hartfalen en bij een leeftijd > 75 jaar. Vanwege onvoldoende ervaring extra voorzichtig zijn bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 15 ml/min) en na een recente niertransplantatie. Bij bilaterale stenose van de arteriae renales of bij unilaterale stenose bij slechts één functionerende nier (bv. na niertransplantatie) is het mogelijk dat plasma-ureum- en creatininegehalte stijgen, gezien de hemodynamische effecten van candesartan; controle wordt aanbevolen.
Bij optreden van angio-oedeem de toediening onmiddellijk staken en niet opnieuw starten.
Candesartan niet gebruiken bij primair hyperaldosteronisme vanwege onvoldoende werkzaamheid.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en effectiviteit van candesartan is niet onderzocht bij kinderen van 1–6 jaar en bij kinderen met een GFR < 30 ml/min/1,73 m²; er is relatief weinig ervaring bij ernstig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring < 15 ml/min) en bij patiënten met een recente niertransplantatie.
ARB's zijn minder effectief tegen hypertensie bij negroïde dan bij niet-negroïde personen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vooral bij volume- en/of natriumdepletie is er meer kans op een hypotensieve reactie. Hypotensie treedt ook vaker op wanneer telmisartan voor de indicatie 'reductie van cardiovasculaire morbiditeit' wordt toegepast bij patiënten met een gereguleerde bloeddruk. Bij ernstig hartfalen, onderliggende nierziekten of andere aandoeningen waarbij de vaattonus en nierfunctie in belangrijke mate van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem afhankelijk zijn, gezien de farmacologische werking bedacht zijn op hypotensie en verminderde nierfunctie. Voorzichtig bij aorta- of mitralisstenose of bij obstructieve hypertrofische cardiomyopathie vanwege het potentiële risico van verminderde coronaire en cerebrale doorbloeding door de verlaagde bloeddruk. Bij ischemische cardiovasculaire aandoeningen kan een grote bloeddrukdaling leiden tot een myocardinfarct of beroerte. Hypotensie die tijdens anesthesie/operatie optreedt als gevolg van geblokkeerde angiotensine II-werking kan worden gecorrigeerd door volumevergroting.
Bij nierinsufficiëntie periodiek kalium- en creatininespiegels controleren. Er is meer kans op hyperkaliëmie bij een leeftijd > 70 jaar, diabetes mellitus, een gestoorde nierfunctie of plotseling achteruitgaande nierfunctie, dehydratie, metabole acidose, acuut hartfalen en cel-afbraak (ischemie, trauma, rabdomyolyse).
Voorzichtig bij lichte tot matige leverinsufficiëntie (zie ook onder Dosering).
ACE-remmers en angiotensinereceptorblokkers zijn minder effectief tegen hypertensie bij negroïde dan bij niet-negroïde mensen. De ervaring bij ernstige nierinsufficiëntie en bij hemodialysepatiënten is beperkt en telmisartan is niet onderzocht bij patiënten met een recente niertransplantatie. Telmisartan niet gebruiken bij primair hyperaldosteronisme vanwege onvoldoende werkzaamheid. Gegevens over veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en personen tot 18 jaar zijn onvoldoende vastgesteld.
Overdosering
Zie voor behandeling en symptomen op vergiftigingen.info.
Candesartan wordt niet door hemodialyse verwijderd.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Telmisartan wordt niet verwijderd door hemodialyse.
Eigenschappen
Candesartancilexetil is een prodrug die tijdens resorptie vanuit het maag-darmkanaal via esterhydrolyse snel wordt omgezet in actief candesartan. Angiotensinereceptorblokker (ARB), ook wel selectieve type 1 angiotensine II-receptor-(AT1-)antagonist, die de effecten van angiotensine II op de bloeddruk, de bloeddoorstroming in de nieren, de proliferatie van gladde spieren en aldosteronafgifte antagoneert. Dit leidt onder andere tot vasodilatatie en een verminderde aldosteronsecretie. Antihypertensieve werking: evalueerbaar na vier weken. Werkingsduur bloeddrukverlaging: ten minste 24 uur.
Kinetische gegevens
F | 14%. |
T max | 3–4 uur. |
V d | ca. 0,1 l/kg. |
Eiwitbinding | > 99%. |
Metabolisering | voor een klein deel in de lever (CYP2C9) tot een inactieve metaboliet. |
Eliminatie | vnl. onveranderd candesartan, ca. 33% met de urine via glomerulaire filtratie en tubulaire secretie en ca. 66% met de gal. |
T 1/2el | ca. 9 uur, verdubbeld bij ernstig gestoorde nierfunctie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Angiotensinereceptorblokker (ARB) die de effecten van angiotensine II op de bloeddruk, de bloeddoorstroming in de nieren, de proliferatie van gladde spiercellen en aldosteronafgifte antagoneert. Dit leidt onder andere tot vasodilatatie en een verminderde aldosteronsecretie. Antihypertensieve werking: binnen 3 uur na eerste toediening, max. bloeddrukdaling na 4–8 weken behandeling. Werkingsduur: 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en variabel. |
F | ca. 50%, bij leverinsufficiëntie kan deze tot 100% toenemen. |
V d | 7,1 l/kg. |
Eiwitbinding | > 99,5%. |
Metabolisering | conjugatie tot inactief glucuronide. |
Eliminatie | bi-exponentieel, bijna volledig met de feces, voornamelijk onveranderd. |
T 1/2el | > 20 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
candesartan hoort bij de groep ARB's.
Groepsinformatie
telmisartan hoort bij de groep ARB's.
Kosten
Kosten
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- hartfalen, chronisch
- hypertensie, essentiële of primaire
- migraine, onderhoudsbehandeling volwassenen