Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

cannabidiol

anti-epileptica N03AX24

Sluiten

gabapentine

anti-epileptica N02BF01

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Epidyolex Bijlage 2 Jazz Pharmaceuticals Nederland BV

Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
Fles 100 ml (incl. 2 doseerspuiten van 1 ml en 2 doseerspuiten van 5 ml).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Gabapentine Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
100 mg, 300 mg, 400 mg
Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
150 ml
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
600 mg, 800 mg

Neurontin Viatris Netherlands bv

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
100 mg, 300 mg, 400 mg
Toedieningsvorm
Tablet (omhuld)
Sterkte
600 mg, 800 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Overweeg cannabidiol als add-on bij de standaardbehandeling bij patiënten vanaf twee jaar oud met: a) therapieresistente epilepsie bij tubereuze sclerose complex, b) therapieresistent syndroom van Dravet (in combinatie met clobazam) en c) therapieresistent syndroom van Lennox-Gastaut (in combinatie met clobazam). Therapieresistentie wordt gedefinieerd als het bereiken van onvoldoende aanvalscontrole met ten minste twee andere anti-epileptica. De behandeling moet worden gestaakt als na zes maanden gebruik van de onderhoudsdosering de aanvalsfrequentie niet met ten minste 30% is afgenomen.

Aan de vergoeding van cannabidiol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

  • ZIN-rapport 2022_cannabidiol_epidyolex__icm_clobazam_als_adjuvante_behandeling_bij_therapieresistent_gastautsyndroom_of_dravetsyndroom
  • ZIN-rapport 2025 cannabidiol Epidyolex® bij therapieresistente epileptische aanvallen gerelateerd aan tubereuze sclerose complex (TSC)

Advies

Bij focale (voorheen partiële) epilepsie heeft als onderhoudsbehandeling lamotrigine de voorkeur. Lacosamide en levetiracetam zijn geschikte alternatieven. Op basis van patiëntkenmerken kunnen carbamazepine, oxcarbazepine, topiramaat, valproïnezuur of zonisamide worden overwogen. Kies als adjuvante behandeling bij voorkeur een van de volgende middelen: brivaracetam, carbamazepine, lacosamide, lamotrigine, levetiracetam, oxcarbazepine, perampanel, topiramaat of valproïnezuur. Geef bij voorkeur middelen met een verschillend werkingsmechanisme.

De respons op farmacotherapie is bij neuropathische pijn vaak matig; niet-medicamenteuze behandeling staat centraal. Bij trigeminusneuralgie is carbamazepine, of eventueel oxcarbazepine (offlabel) de eerste keus. Volgens de richtlijn Pijnlijke diabetische neuropathie bestaat bij deze neuropathie een lichte voorkeur om te beginnen met een niet-selectieve serotonineheropnameremmer (SNRI): duloxetine, of eventueel venlafaxine (offlabel). Kies bij polyneuropathie, uitgezonderd HIV-neuropathie, conform de richtlijn Polyneuropathie uit de hierna beschreven drie farmacologische groepen. Kies het middel dat het beste past bij het profiel van de patiënt, uitgaande van de contra-indicaties en de te verwachten bijwerkingen. Kies een tricyclisch antidepressivum, namelijk amitriptyline en bij ouderen nortriptyline; of een SNRI, namelijk duloxetine of eventueel venlafaxine (offlabel); of een anti-epilepticum, namelijk gabapentine of pregabaline. Overweeg als een van deze middelen wel enig, maar onvoldoende effect heeft, een combinatie met een middel uit een andere farmacologische groep. Overweeg als lokale klachten op de voorgrond staan, de cutane toepassing van capsaïcine of lidocaïne. De NHG-Standaard Pijn maakt geen onderscheid in de behandeling van diabetische neuropathie of polyneuropathie. De Standaard beveelt als eerste keus een TCA aan; als tweede keus gabapentine en als derde keus pregabaline of duloxetine. Bij HIV-neuropathie zijn bovengenoemde middelen, mogelijk de capsaïcine-pleister uitgezonderd, niet effectief.

Offlabel: Behandel bij restless-legssyndroom alleen met geneesmiddelen bij aanhoudende ernstige klachten en veel hinder, ondanks niet-medicamenteuze maatregelen. Overweeg dan bij voorkeur pregabaline of gabapentine (beide offlabel) of, bij contra-indicaties voor een anti-epilepticum, een dopamine-agonist, bij voorkeur pramipexol of ropinirol. Bouw de dosering langzaam op.

Indicaties

  • Adjuvante therapie bij aanvallen geassocieerd met het Lennox-Gastautsyndroom (LGS) of het syndroom van Dravet (DS) in combinatie met clobazam bij patiënten van 2 jaar en ouder;
  • Adjuvante therapie bij aanvallen geassocieerd met tubereuze sclerose complex (TSC) bij patiënten van 2 jaar en ouder.

Gerelateerde informatie

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Indicaties

  • Monotherapie van focaal (voorheen partieel) beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar. Adjuvante behandeling van refractaire focale epilepsie met of zonder secundair gegeneraliseerde aanvallen bij volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar;
  • Perifere neuropathische pijn, zoals pijnlijke diabetische neuropathie en postherpetische neuralgie, bij volwassenen.
  • Offlabel: Matig tot ernstig idiopatisch restless-legssyndroom (RLS).

Gerelateerde informatie

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling
  • neuropathische pijn
  • restless-legssyndroom

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

'Add-on'-therapie bij Lennox-Gastautsyndroom (LGS) of syndroom van Dravet (DS)

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen van 2 jaar en ouder

Startdosis: 2,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 5 mg/kg 2×/dag. Op basis van respons en of het te verdragen is, de dosis wekelijks met 2,5 mg/kg 2×/dag verhogen tot max. 10 mg/kg 2×/dag (20 mg/kg/dag). Bij een dagdosis van 10–20 mg/kg/dag het volledige monitoringsschema volgen.

'Add-on'-therapie bij tubereuze sclerose complex (TSC)

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen van 2 jaar en ouder

Startdosis: 2,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot onderhoudsdosis van 5 mg/kg 2×/dag. Beoordeel de klinische respons en of het te verdragen is. Op basis hiervan de dosis wekelijks met 2,5 mg/kg 2×/dag (5 mg/kg/dag) verhogen tot max. 10 mg/kg 2×/dag (25 mg/kg/dag). Bij een dagdosis van 10–25 mg/kg/dag het volledige monitoringsschema volgen.

Bij ouderen voorzichtig doseren bij de ondergrens van het doseringsbereik, omdat zowel verminderde lever-, nier- en hartfunctie als comorbiditeit en/of polyfarmacie vaker voorkomen.

Verminderde nierfunctie: een aanpassing van de dosis is niet nodig. Er is geen ervaring bij nierfalen. Het is niet bekend of cannabidiol dialyseerbaar is.

Verminderde leverfunctie: bij een lichte leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–6) is een aanpassing van de dosis niet nodig. Bij een matige en ernstige leverfunctiestoornis lager doseren via een aangepast titratie-schema: Matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9): 1,25 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 2,5 mg/kg 2×/dag ; bij LGS en DS is de dosering max. 5 mg/kg 2×/dag en bij TSC is de max. dosering 6,25 mg/kg 2×/dag; Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15): 0,5 mg/kg 2×/dag gedurende één week. Na één week de dosis verhogen tot 1 mg/kg 2×/dag; bij LGS en DS is de dosering max. 2 mg/kg 2×/dag en bij TSC is de max. dosering 2,5 mg/kg 2×/dag.

Bij staken de behandeling geleidelijk afbouwen; in klinische onderzoeken was dit 10 dagen met ca. 10%/dag.

Een of meerdere vergeten doses niet inhalen, maar het doseerschema vervolgen. Als > 7 dagen is vergeten, de titratie-opbouw opnieuw starten.

Toediening

  • Gebruik de kleine doseerspuit voor orale toediening van 1 ml als de berekende dosis 100 mg (= 1 ml) of minder is; als de berekende dosis hoger is dan 100 mg (= 1 ml) de grote spuit van 5 ml gebruiken. De meegeleverde doseerspuiten zijn voorzien van een schaalverdeling: met de doseerspuit van 5 ml kan men doseren in stappen van 0,1 ml (= 10 mg) en met de spuit van 1 ml in stappen van 0,05 ml (= 5 mg).
  • De drank steeds op dezelfde manier innemen, met of zonder gelijksoortig voedsel (dezelfde hoeveelheden vetten, koolhydraten, eiwitten) met inbegrip van het ketogeen dieet; voedsel verhoogt de cannabidiol-concentratie.
  • Orale toediening heeft de voorkeur; indien nodig, is enterale toediening via neus- en maagsonde mogelijk.

Doseringen

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op Gabapentine van tdm-monografie.org.

Klap alles open Klap alles dicht

Focale (voorheen partiële) epilepsie

Volwassenen en adolescenten (incl. ouderen)

Begindosering 900 mg of 1200 mg per dag, opbouwend in 3 dagen: dag 1: 300 mg of 400 mg 1×/dag; dag 2: 300 mg of 400 mg 2×/dag; dag 3: 300 mg of 400 mg 3×/dag. Op geleide van het klinisch beeld zo nodig om de 2–3 dagen in stappen van 300 mg verhogen tot max. 3600 mg per dag in drie gelijke giften, met een maximale periode tussen twee giften van 12 uur. De opbouw van een dosis van 1800 mg kost minimaal 1 week, een dosis van 2400 mg minimaal 2 weken en een dosis van 3600 mg minimaal 3 weken.

Onderhoudsdosering 900–3600 mg per dag in 3 doses. In langdurig openlabel-onderzoek bij epilepsie werden doses tot 4800 mg per dag goed verdragen.

Bij een slechte gezondheidstoestand de dosering langzamer opbouwen.

Bij nierfunctiestoornis: totale dagdosering in drie gelijke giften. Afhankelijk van de creatinineklaring: ≥ 80 ml/min: 900–3600 mg per dag; 50–79 ml/min: 600–1800 mg per dag; 30–49 ml/min: 300–900 mg per dag; 15–29 ml/min: 300 mg iedere 2 dagen tot 600 mg per dag;< 15 ml/min: 300 mg iedere 2 dagen tot 300 mg per dag.

Bij hemodialyse: bij eerste behandeling begindosering 300–400 mg, gevolgd door 200–300 mg iedere 4 uur gedurende de hemodialyse; op dagen zonder dialyse niet met gabapentine behandelen. Onderhoudsdosering: zie de dosering volgens de creatinineklaring en voeg steeds na vier uur dialyse 200–300 mg extra toe.

Kinderen van 6 jaar en ouder

Dosering verdelen over drie giften per dag, met een maximale tussenperiode van 12 uur. Begindosering 10–15 mg/kg per dag in circa 3 dagen opbouwen tot onderhoudsdosering van 25–35 mg/kg per dag. In een langdurig onderzoek bleek een dosis tot 50 mg/kg per dag goed te worden verdragen. Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op Gabapentine van tdm-monografie.org.

Perifere neuropathische pijn

Volwassenen en adolescenten (incl. ouderen)

Begindosering 900 mg of 1200 mg per dag, opbouwend in 3 dagen: dag 1: 300 mg of 400 mg 1×/dag; dag 2: 300 mg of 400 mg 2×/dag; dag 3: 300 mg of 400 mg 3×/dag. Op geleide van het klinisch beeld zo nodig om de 2–3 dagen in stappen van 300 mg verhogen tot max. 3600 mg per dag in drie gelijke giften, met een maximale tussenperiode van 12 uur. De opbouw van een dosis van 1800 mg kost minimaal 1 week, een dosis van 2400 mg minimaal 2 weken en een dosis van 3600 mg minimaal 3 weken.

Onderhoudsdosering 900–3600 mg per dag in 3 doses. Beoordeel na 5 maanden behandeling de klinische status; uit klinisch onderzoek zijn er bij perifere neuropathische pijn geen gegevens over werkzaamheid en veiligheid over een langere behandelperiode.

Bij een slechte gezondheidstoestand de dosering langzamer opbouwen.

Nierfunctiestoornis: totale dagdosering in drie gelijke giften. Afhankelijk van de creatinineklaring: ≥ 80 ml/min: 900–3600 mg per dag; 50–79 ml/min: 600–1800 mg per dag; 30–49 ml/min: 300–900 mg per dag; 15–29 ml/min: 300 mg iedere 2 dagen tot 600 mg per dag;< 15 ml/min: 300 mg iedere 2 dagen tot 300 mg per dag.

Bij hemodialyse: bij eerste behandeling begindosering 300–400 mg, gevolgd door 200–300 mg iedere 4 uur gedurende de hemodialyse; op dagen zonder dialyse niet met gabapentine behandelen. Onderhoudsdosering: zie de dosering volgens de creatinineklaring en voeg steeds na vier uur dialyse 200–300 mg extra toe.

Restless-legssyndroom (offlabel)

Volwassenen (incl. ouderen)

Volgens de NHG-Standaard Slaapstoornissen, module Overige slaapstoornissen: Restless-legssyndroom: 1x per dag 100 mg 2-3 uur voor het slapengaan, vervolgens na 1 week zo nodig stapsgewijs verhogen naar max. 600 mg 1x/dag. De respons en voortzetting van de behandeling na maximaal 6 weken evalueren. De NHG adviseert langdurig gebruik te vermijden; bij voldoende effect en acceptabele bijwerkingen: continueer het gebruik gedurende 3-6 maanden, probeer hierna de medicatie op proef geleidelijk af te bouwen in enkele weken. Bij onvoldoende effect of onacceptabele bijwerkingen: stop de medicatie geleidelijk: verlaag de dosering eerst gedurende 1 week naar de startdosering.

Bij verminderde nierfunctie: tot 600 mg is volgens de NHG-Standaard Slaapstoornissen, module Overige slaapstoornissen: Restless-legssyndroom geen dosisaanpassing nodig. Volgens de richtlijn Palliatieve zorg bij eindstadium nierfalen module Restless legs is de dosering ongeacht of patiënten niet of wel dialyseren 200-300 mg 3 ×/ week of als eenvoudiger alternatief 100 mg 1×/dag; bij voorkeur voor de nacht ingenomen en in geval van dialyse ná de dialyse. Indien nodig na 4 weken de dosering verhogen tot max. 300 mg 3×/week.

Toediening: Gabapentine met of zonder voedsel innemen. De tablet geheel doorslikken met voldoende vloeistof.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust (21%), slaperigheid (23%), sedatie, diarree (20%), braken, koorts, vermoeidheid, daling van hemoglobine- en hematocrietwaarden.

Vaak (1-10%): pneumonie, urineweginfectie, prikkelbaarheid, agressie, lethargie, (verergering van) aanval, hoesten, misselijkheid, huiduitslag, gewichtsverlies. Stijging van leverenzymwaarden (ALAT, ASAT en γ-GT) en bloed-creatinine.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): slaperigheid, duizeligheid, ataxie, virale infectie, vermoeidheid, koorts.

Vaak (1-10%): longontsteking, luchtweginfectie, (urineweg)infectie en middenoorontsteking alleen bij kinderen; met name bij kinderen agressief gedrag en hyperkinesie; vermoeidheid, verwarring, angst, depressie, gewichtstoename, anorexia, toename eetlust, amnesie, hoofdpijn, slapeloosheid, tremor, dysartrie, nystagmus, paresthesie, hypo-esthesie, convulsies, veranderde reflexen, diplopie, amblyopie, hoge bloeddruk, vasodilatatie, hoesten, maag-darmklachten, gingivitis, huiduitslag, jeuk, artralgie, asthenie, influenzasyndroom, spier- en rugpijn, spierschokken, gezichtsoedeem, erectiestoornis, leukopenie, purpura, letsels.

Soms (0,1-1%): hypokinesie, bewegingsafwijkingen waaronder choreoathetosis, dyskinesie, dystonie; allergische reacties, hyperglykemie (met name bij diabetici), agitatie, geestelijke aftakeling, hartkloppingen, slikstoornis, (perifeer) oedeem, stijging leverfunctiewaarden en bilirubine, vallen.

Zelden (< 0,1%): palpitaties, hypoglykemie (met name bij diabetici), bewustzijnsverlies, ademhalingsdepressie.

Verder is gemeld: tinnitus, pancreatitis, hepatitis, geelzucht, trombocytopenie, overgevoeligheidssyndroom, anafylaxie, hyponatriëmie, hallucinaties, suïcidale ideeën, geneesmiddelafhankelijkheid, angio-oedeem, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, alopecia, toxicodermie met eosinofilie en systemische verschijnselen (DRESS), rabdomyolyse, myoclonus, acuut nierfalen, urine-incontinentie, hypertrofie van de borsten, gynaecomastie, seksuele disfunctie (incl. veranderingen in libido, ejaculatiestoornissen, anorgasmie) onttrekkingsverschijnselen (angst, slapeloosheid, misselijkheid, pijn, transpiratie, tremor, hoofdpijn, depressie, abnormaal voelen, duizeligheid en malaise), pijn op de borst; verhoogde creatinekinasespiegel in het bloed; bij patiënten die hemodialyse ondergaan myopathie met verhoogde creatinekinasespiegel. Plotseling overlijden is gemeld zonder een oorzakelijk verband met gabapentine.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Cannabidiol is een substraat voor CYP3A4, CYP2C19, UGT1A7, UGT1A9 en UGT2B7. Uit in vitro gegevens blijkt dat cannabidiol bij klinisch relevante concentraties een remmer is van CYP1A2-, CYP2B6-, CYP2C8-, CYP2C9-, CYP2C19-, UGT1A9- en UGT2B7-activiteit. De metaboliet 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD) is in-vitro bij klinisch relevante concentraties een remmer van UGT1A1-, UGT1A4- en UGT1A6-gemedieerde activiteit. Cannabidiol induceert CYP1A2- en CYP2B6-mRNA-expressie in-vitro bij klinisch relevante concentraties. De metaboliet 7-COOH-CBD is een Pgp/MDR1-substraat en heeft de potentie om BCRP, OATP1B3 en OAT3 te inhiberen.

Sterke CYP3A4- of CYP2C19-inductoren als rifampicine, carbamazepine, enzalutamide, mitotaan, sint-janskruid kunnen de plasmaconcentratie van cannabidiol en van zijn actieve metaboliet 7-OH-CBD verminderen. Dosisaanpassing kan dan nodig zijn.

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van UGT-remmers.

Bij gelijktijdige behandeling van anti-epileptica kunnen ook door de complexe farmacokinetiek van cannabidiol interacties optreden:

  • Bij gelijktijdig gebruik van clobazam kan cannabidiol de actieve metaboliet van clobazam (N-desmethylclobazam) 3- tot 4-voudig verhogen, terwijl ook de verhoogde blootstelling aan een actieve metaboliet van cannabidiol (7-OH-CBD) met 47% toeneemt. Overweeg bij optreden van slaperigheid de dosis clobazam te verlagen.
  • Bij gelijktijdig gebruik van cannabidiol en valproïnezuur is er meer diarree, verminderde eetlust en verhoogde transaminase-enzymen. Verminder bij klinisch significant verhoogde transaminasenwaarden de dosering of stop met cannabidiol en/of gelijktijdig valproïnezuur, totdat de transaminasenwaarden zijn hersteld.
  • Bij gelijktijdig gebruik kan de stiripentol-concentratie toenemen en is controle op bijwerkingen aangewezen.
  • Cannabidiol kan via inhibitie van CYP2C9 de blootstelling aan fenytoïne verhogen; start daarom voorzichtig met deze combinatie en verlaag de dosis fenytoïne als tolerantie optreedt.
  • Bij gelijktijdige toediening kunnen de lamotrigine-gehalten verhoogd zijn via inhibitie van UGT2B7.

Cannabidiol kan de blootstelling aan het Pgp- en CYP3A4-substraat everolimus verhogen via inhibitie van intestinale Pgp-efflux. Bewaak daarom bij starten met cannabidiol de everolimusconcentratie en stel indien nodig de dosering bij. Start bij patiënten op een stabiele dosis cannabidiol met een lagere aanvangsdosis van everolimus onder geneesmiddelbewaking. Overweeg bij gelijktijdig gebruik ook controle van de concentraties en dosisverlaging van andere Pgp-substraten (bv. sirolimus, tacrolimus en digoxine).

Vanuit in vitro gegevens worden interacties verwacht bij gelijktijdig gebruik van:

  • CYP1A2-substraten (bv. theofylline of tizanidine) en CYP2B6-substraten; zowel inductie als inhibitie van enzymactiviteit is mogelijk; overweeg indien klinisch van toepassing een dosisaanpassing;
  • CYP2B6-substraten (bv. bupropion, efavirenz);
  • CYP2C19-substraten, zoals clobazam en omeprazol. Overweeg een dosisverlaging voor gelijktijdig gebruik van gevoelige CYP2C19-substraten of geneesmiddelen met een smalle therapeutische index;
  • UGT1A9 substraten (bv. propofol, fenofibraat), UGT2B7-substraten (bv. gemfibrozil, morfine, lorazepam), CYP2C8-substraten (repaglinide) en CYP2C9-substraten; overweeg een dosisverlaging van deze substraten als door mogelijke enzymremming door cannabidiol bijwerkingen optreden;
  • diverse UGT-substraten; cannabidiol is een omkeerbare remmer van UGT1A9- en UGT2B7 en zijn metaboliet 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD) is een remmer van UGT1A1-, UGT1A4- en UGT1A6.

Interacties

In combinatie met opioïden en andere middelen die het centrale zenuwstelsel dempen is onderdrukte ademhaling, sedatie en overlijden gemeld. Met name bij zwakke patiënten, ouderen, een onderliggende ademhalingsaandoening, polyfarmacie en bij middelenmisbruik kan de combinatie gabapentine met opioïden risicovol zijn. In combinatie met morfine was de AUC van gabapentine met 44 % toegenomen. Let bij gelijktijdig gebruik daarom goed op tekenen van centrale depressie; verlaag indien nodig de dosis gabapentine of die van het opioïde.

Gabapentine heeft geen invloed op leverenzymen.

Gelijktijdige toediening met aluminium- en magnesiumbevattende antacida verlaagt de biologische beschikbaarheid van gabapentine met circa 20%; wacht na inname van deze antacida minimaal 2 uur voordat gabapentine ingenomen wordt.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Gabapentine passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, in het eerste trimester geen duidelijk hoger risico op ernstige aangeboren afwijkingen of op neurologische ontwikkelingsstoornissen; in een onderzoek waren er aanwijzingen voor een licht verhoogd risico op hartafwijkingen. Bij dieren is reproductieve toxiciteit vastgesteld.

Farmacologisch effect: er is beperkt bewijs van een hoger risico op een laag geboortegewicht en vroeggeboorte. Na gebruik in het 3e trimester is neonataal abstinentiesyndroom (NAS) gemeld bij pasgeborenen. Het risico op NAS is hoger na gelijktijdige blootstelling aan opioïden.

Advies: Weeg de voor- en nadelen af. Controleer pasgeborenen die in utero zijn blootgesteld aan gabapentine op NAS.

Overige: Overleg met vrouwen met epilepsie die zwanger willen worden, of ze de behandeling willen voortzetten of een wijziging in de behandeling willen overwegen; er is een voorkeur voor monotherapie omdat behandeling met meerdere anti-epileptica in verband is gebracht met meer kans op afwijkingen dan monotherapie.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Omdat cannabidiol in hoge mate aan eiwitten bindt gaat het waarschijnlijk vanuit plasma over naar de moedermelk.

Farmacologisch effect: Bij dieren zijn toxicologische veranderingen waargenomen.

Advies: Het geven van borstvoeding of dit geneesmiddel ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.

Farmacologisch effect: Onbekend.

Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • transaminasenwaarden > 3× de bovengrens van de normaalwaarde (ULN) en een bilirubinegehalte > 2× ULN.

Waarschuwingen en voorzorgen

Reguliere controle transaminasen: Bepaal vóór start van de behandeling, na 1 maand, 3 en 6 maanden en vervolgens op klinische indicatie de transaminase- (ALAT en ASAT) en totaal bilirubine-waarden in serum. Dit monitoringsschema opnieuw opstarten na veranderingen in de cannabidiol-dosis hoger dan 10 mg/kg/dag of veranderingen in comedicatie (dosisaanpassingen of toevoegingen) die een invloed hebben op de lever. Beoordeel patiënten met op baseline verhoogde waarden van transaminasen > 3× ULN of van het bilirubine > 2× ULN voorafgaand aan de behandeling.

Intensievere controle transaminasen: Bepaal bij patiënten met op baseline verhoogde ALAT- of ASAT-waarden en bij comedicatie met valproïnezuur de transaminase- (ALAT en ASAT) en totaal bilirubine-waarden in serum frequenter: na 2 weken, na 1 maand, 2, 3 en 6 maanden en vervolgens periodiek of op klinische indicatie. Dit monitoringsschema opnieuw opstarten na veranderingen in de cannabidiol-dosis hoger dan 10 mg/kg/dag of veranderingen in comedicatie (dosisaanpassingen of toevoegingen) die een invloed hebben op de lever. Staak cannabidiol bij een verhoging van de transaminase-waarden > 3× ULN en een verhoging van het bilirubine > 2× ULN. Ook bij aanhoudend verhoogde transaminasenwaarden > 3× ULN de behandeling staken. Bij symptomen die kunnen wijzen op een gestoorde leverfunctie de transaminasewaarden en het totaal bilirubine in serum onmiddellijk meten en de behandeling met cannabidiol onderbreken of zo nodig staken. In klinische onderzoeken traden de meeste verhogingen van transaminasen op bij patiënten die gelijktijdig valproïnezuur gebruikten en in mindere mate bij gelijktijdig gebruik van clobazam. Overweeg bij verhoging van de transaminasewaarden dosisaanpassing of staken van valproaat of dosisaanpassing van clobazam.

Slaperigheid en sedatie kan vaker optreden bij gelijktijdig gebruik van clobazam en andere middelen die het CZS onderdrukken, waaronder alcohol.

Op tekenen van suïcidale gedachten en -gedrag controleren tijdens de behandeling.

Op gewichtsverlies of afwezigheid van gewichtstoename regelmatig controleren, om te beoordelen of de behandeling moet worden voortgezet.

Niet onderzocht: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen tot 2 jaar zijn nog niet vastgesteld. De klinische ervaring bij ouderen (≥ 55 j.) is beperkt. Voor patiënten met klinisch significante hart- en vaakziekten zijn bij TSC geen gegevens voorhanden.

Hulpstoffen: Benzylalcohol, in de drank, kan in grote hoeveelheden zich ophopen in het lichaam en metabole acidose veroorzaken; wees voorzichtig tijdens zwangerschap, lactatie en bij een verminderde lever- of nierfunctie.

Cannabidiol heeft grote invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen, omdat het slaperigheid en sedatie kan veroorzaken. Adviseer patiënten om niet te rijden en geen machines te bedienen totdat ze voldoende ervaring hebben opgedaan om te kunnen inschatten of het middel hun vermogens aantast.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Controleer op ernstige cutane bijwerkingen (SCAR) zoals Stevens-Johnson-syndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN) en toxicodermie met eosinofilie en systemische verschijnselen (DRESS); deze kunnen levensbedreigend of fataal zijn. Informeer patiënten over de symptomen. Bij optreden van symptomen de behandeling onmiddellijk staken en een alternatieve behandeling overwegen. Na optreden van een SCAR de behandeling met gabapentine niet meer hervatten.

Tijdens behandeling controleren op suïcidaal gedrag. Overweeg om bij optreden van suïcidaal gedrag de behandeling te staken.

Bij ontwikkeling van pancreatitis overwegen de behandeling te staken.

Wees voorzichtig bij epilepsie met verschillende typen aanvallen zoals bij primair gegeneraliseerde aanvallen (waaronder absences), omdat gabapentine bij sommige patiënten deze aanvallen kan versterken.

De kans op ernstige ademhalingsdepressie is groter bij gebruik van opioïden en andere middelen die het centrale zenuwstelsel dempen, bij ouderen en bij patiënten met een verstoorde ademhalingsfunctie of luchtwegaandoening, neurologische aandoening of nierinsufficiëntie; aanpassing van de dosering kan bij deze patiënten nodig zijn.

Bij ouderen (> 65 j.) is gabapentine niet systematische onderzocht en lijken slaperigheid, perifeer oedeem en asthenie vaker op te treden. De effecten op het leren en de ontwikkeling van kinderen en adolescenten zijn niet onderzocht.

Het risico van verkeerd gebruik, misbruik en afhankelijkheid vooraf aan het voorschrijven evalueren; wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van misbruik en afhankelijkheid. Controleer tijdens behandeling op symptomen hiervan, zoals ontwikkeling van tolerantie, gebruik van hogere doses dan voorgeschreven en 'drug seeking'-gedrag.

Bij staken van de behandeling de dosering geleidelijk gedurende minimaal 1 week onafhankelijk van de indicatie, afbouwen om rebound of status epilepticus te voorkomen. Kort na staken kunnen onthoudingsverschijnselen optreden, meestal binnen 48 uur. Het optreden van onthoudingsverschijnselen na staken kan wijzen op geneesmiddelafhankelijkheid. Informeer de patiënt hierover bij het begin van de behandeling.

Hulpstoffen: Propyleenglycol, in de drank 50 mg/ml, bij een nier- of leverfunctiestoornis alleen gebruiken met extra controle op achteruitgang. Wees voorzichtig met propyleenglycol, in de drank 50 mg/ml, bij zuigelingen < 4 weken, zeker in combinatie met andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals propyleenglycol of ethanol, bevatten.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling over een vergiftiging met cannabidiol de monografie op toxicologie.org/cannabidiol of zie vergiftigingen.info.

Overdosering

Zie voor informatie over symptomen en behandeling van een intoxicatie met gabapentine vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Anti-epilepticum. Het vermindert de neuronale hyperexcitabiliteit, door de modulatie van intracellulair calcium via G-proteïnegekoppelde receptor 55 (GPR55) en 'transient receptor potential vanilloid 1'-(TRPV1)-kanalen, en de modulatie van adenosine-gemedieerde signalering door inhibitie van cellulaire opname van adenosine via de 'equilibrative nucleoside transporter 1' (ENT1). Het precieze werkingsmechanisme is niet bekend. De anticonvulsieve effecten komen niet voort uit interactie met cannabinoïdreceptoren. De bidirectionele farmacokinetische interactie tussen cannabidiol en clobazam heeft een potentieel additief anticonvulsief effect, wat leidt tot verhoogde waarden van hun respectieve actieve metabolieten, 7-OH-CBD (circa 1,5-voudig) en N-CLB (circa 3-voudig).

Kinetische gegevens

Resorptie inname met een (vetrijke/calorierijke) maaltijd of met melk verhoogt de snelheid en mate van absorptie.
Eiwitbinding > 94%
T max 2–2,5 uur.
V d 299–612 l/kg.
Metabolisering uitgebreid in de lever en de darm via CYP450-enzymen (CYP2C19 en CYP3A4) en UGT-enzymen (UGT1A7, UGT1A9 en UGT2B7). Er zijn diverse actieve metabolieten: 6- en 7- hydroxy-cannabidiol (6-OH-CBD en 7-OH-CBD) en 7-carboxy-cannabidiol (7-COOH-CBD). De belangrijkste actieve metaboliet is 7-COOH-CBD (ca. 40% van de CBD-blootstelling).
Eliminatie vnl. met de feces; renale klaring is minder belangrijk.
T 1/2el 56–61 uur

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Anti-epilepticum dat analogon is van de neurotransmitter GABA. Het grijpt niet aan op GABA-receptoren en wordt niet omgezet in een GABA-agonist. Hoewel het exacte werkingsmechanisme niet duidelijk is, vermindert het de neuronale gevoeligheid via binding aan een auxiliaire sub-eenheid (α2-δ) van spanningsafhankelijke calciumkanalen op centrale neuronen. Verder vermindert het de afgifte van verschillende neurotransmitters, zoals glutamaat, noradrenaline en substance-P.

Kinetische gegevens

F 60%.
T max 2–3 uur.
V d 0,82 l/kg.
Metabolisering geen.
Eliminatie volledig met de urine in onveranderde vorm.
T 1/2el 5–7 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

cannabidiol hoort bij de groep anti-epileptica.

  • brivaracetam (N03AX23) Vergelijk
  • carbamazepine (N03AF01) Vergelijk
  • cenobamaat (N03AX25) Vergelijk
  • chloralhydraat (N05CC01) Vergelijk
  • clonazepam (N03AE01) Vergelijk
  • ethosuximide (N03AD01) Vergelijk
  • felbamaat (N03AX10) Vergelijk
  • fenfluramine (N03AX26) Vergelijk
  • fenobarbital (N03AA02) Vergelijk
  • fenytoïne (N03AB02) Vergelijk
  • gabapentine (N02BF01) Vergelijk
  • lacosamide (N03AX18) Vergelijk
  • lamotrigine (N03AX09) Vergelijk
  • levetiracetam (N03AX14) Vergelijk
  • oxcarbazepine (N03AF02) Vergelijk
  • perampanel (N03AX22) Vergelijk
  • pregabaline (N02BF02) Vergelijk
  • primidon (N03AA03) Vergelijk
  • rufinamide (N03AF03) Vergelijk
  • stiripentol (N03AX17) Vergelijk
  • topiramaat (N03AX11) Vergelijk
  • valproïnezuur (N03AG01) Vergelijk
  • vigabatrine (N03AG04) Vergelijk
  • zonisamide (N03AX15) Vergelijk

Groepsinformatie

gabapentine hoort bij de groep anti-epileptica.

  • brivaracetam (N03AX23) Vergelijk
  • cannabidiol (N03AX24) Vergelijk
  • carbamazepine (N03AF01) Vergelijk
  • cenobamaat (N03AX25) Vergelijk
  • chloralhydraat (N05CC01) Vergelijk
  • clonazepam (N03AE01) Vergelijk
  • ethosuximide (N03AD01) Vergelijk
  • felbamaat (N03AX10) Vergelijk
  • fenfluramine (N03AX26) Vergelijk
  • fenobarbital (N03AA02) Vergelijk
  • fenytoïne (N03AB02) Vergelijk
  • lacosamide (N03AX18) Vergelijk
  • lamotrigine (N03AX09) Vergelijk
  • levetiracetam (N03AX14) Vergelijk
  • oxcarbazepine (N03AF02) Vergelijk
  • perampanel (N03AX22) Vergelijk
  • pregabaline (N02BF02) Vergelijk
  • primidon (N03AA03) Vergelijk
  • rufinamide (N03AF03) Vergelijk
  • stiripentol (N03AX17) Vergelijk
  • topiramaat (N03AX11) Vergelijk
  • valproïnezuur (N03AG01) Vergelijk
  • vigabatrine (N03AG04) Vergelijk
  • zonisamide (N03AX15) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anti-epileptica

Indicaties

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • anti-epileptica

Indicaties

  • epilepsie, onderhoudsbehandeling
  • neuropathische pijn
  • restless-legssyndroom

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".