Samenstelling
Leukeran XGVS Aspen Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Belustine XGVS Kyowa Kirin Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 40 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van Hodgkinlymfoom staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van non-Hodgkinlymfoom staat op vademecumhematologie.nl de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van ovariumcarcinoom staat op oncoline.nl de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van ziekte van Waldenström (pdf 0,2 MB, 2012) staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn, met de plaats van chloorambucil daarbij.
Advies
Voor de behandeling van hersentumoren (gliomen) staat op oncoline de geldende behandelrichtlijn met de plaats van lomustine hierbij.
Voor de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom en kleincellig longcarcinoom staan op oncoline de geldende behandelrichtlijnen.
Voor de behandeling van melanoom staat op oncoline de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van Hodgkin lymfoom staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van non-Hodgkinlymfoom staat op hematologienederland.nl de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van mulipel myeloom staat op hematologienederland.nl de geldende behandelrichtlijn.
Indicaties
- Hodgkin-lymfoom.
- Non-Hodgkinlymfoom.
- Chronische lymfatische leukemie.
- Ziekte van Waldenström.
Indicaties
Solide tumoren
- Primaire en gemetastaseerde hersentumoren.
- Epidermale bronchopulmonaire carcinoom, kleincellig longcarcinoom (SCLC).
- Melanoom.
Hematologische maligniteiten
- Hodgkin-lymfoom.
- non-Hodgkinlymfoom.
- Myeloom
Dosering
Ter preventie van hyperurikemie en uraatnefropathie door omvangrijke cellysis bij een groot tumorvolume of hoge concentraties circulerende maligne cellen zorgen voor een ruime diurese en alkaliseren van de urine; zonodig allopurinol of rasburicase geven.
Hodgkinlymfoom:
Volwassenen en kinderen:
Chloorambucil wordt bij deze indicatie in combinatietherapie toegepast. De dosering is afhankelijk van het gekozen behandelschema.
Non–Hodgkin lymfoom:
Volwassenen en kinderen:
Monotherapie: 0,1–0,2 mg/kg lichaamsgewicht/dag gedurende 4 tot 8 weken, gevolgd door een onderhoudsdosis, waarbij óf de dagdosis wordt gereduceerd óf de kuren intermitterend worden voortgezet.
Combinatietherapie: De dosering is afhankelijk van het gekozen behandelschema.
Chronische lymfatische leukemie:
Volwassenen:
Dagelijkse therapie: 0,07–0,1 mg/kg lichaamsgewicht/dag.
Intermitterende hoge–dosistherapie: max. 15 mg/dag.
Ziekte van Waldenström:
Volwassenen:
6–12 mg/dag totdat leukopenie optreedt; daarna 2–8 mg/dag voor onbepaalde tijd.
Bij lymfatisch infiltraat van het beenmerg of bij hypoplastisch beenmerg is de maximale dosis 0,1 mg/kg/dag.
Bij ouderen: indien mogelijk met de laagste dosering starten en zorgvuldig titreren.
Bij verminderde nierfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.
Bij verminderde leverfunctie: er kan geen doseringsadvies worden gegeven vanwege onvoldoende gegevens. Bij ernstig verminderde leverfunctie wordt wel een verlaging van de dosis aanbevolen (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Toedieningsinformatie: de tabletten met water op een lege maag innemen, minimaal één uur vóór of drie uur na de maaltijd.
Dosering
Aanbevolen wordt om profylactisch anti-emetica toe te dienen in verband met misselijkheid en braken (optredend doorgaans 4–6 uur na de toediening van lomustine).
Alle indicaties:
Volwassenen en kinderen:
oraal: 130 mg/m² lichaamsoppervlak 1× per 6 weken.
Toediening aan kinderen beperken tot uitzonderlijke omstandigheden, vanwege weinig gegevens over veiligheid en werkzaamheid.
Verminderde nier- of leverfunctie: er kan geen doseeradvies worden gegeven vanwege onvoldoende gegevens.
Dosisaanpassing bij verminderd aantal leuko- of trombocyten:
indien het aantal trombocyten ≤ 100 × 10 9/l en/of het aantal leukocyten ≤ 4 × 10 9/l is, de toediening uitstellen tot herstel boven deze waarden. Indien de nadir van het aantal trombocyten 25 à 75 × 10 9/l en/of van het aantal leukocyten 2 à 3 × 10 9/l na de voorafgaande dosis is geweest, de eerstvolgende dosis met 30% verlagen. Indien de nadir van het aantal trombocyten < 25 × 10 9/l en/of van het aantal leukocyten < 2 × 10 9/l na de voorafgaande dosis is geweest, de eerstvolgende dosis met 50% verlagen. Vanwege de vertraagde hematologische toxiciteit en de cumulatieve aard ervan moet het interval tussen twee toedieningen altijd ten minste 6 weken zijn.
Toedieningsinformatie: de capsules bij voorkeur 's avonds innemen voor het slapengaan of 3 uur na de maaltijd.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): beenmergdepressie (leukopenie, neutropenie, trombocytopenie, pancytopenie), gewoonlijk reversibel indien chloorambucil vroegtijdig wordt gestopt.
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals mondulceraties, misselijkheid, braken en diarree. Convulsies bij kinderen met nefrotisch syndroom. Anemie, bij langdurig gebruik acute secundaire hematologische maligniteiten (in het bijzonder leukemie en myelodysplastisch syndroom).
Soms (0,1-1%): huiduitslag.
Zelden (0,01-0,1%): allergische reacties zoals urticaria en angio-oedeem. Koorts. Focale en/of gegeneraliseerde insulten bij kinderen en volwassenen (bij dagelijkse therapeutische doses of bij intermitterende hoge-dosistherapie). Hepatotoxiciteit, geelzucht. Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse.
Zeer zelden (< 0,01%): (ernstige) interstitiële longfibrose (bij CLL na langdurige behandeling; reversibel na staken therapie), interstitiële pneumonie. Bewegingsstoornissen met tremor, spiertrekkingen en myoklonie (in afwezigheid van convulsies), perifere neuropathie. Steriele cystitis. Irreversibel beenmergfalen.
Verder zijn gemeld: ovariële suppressie en amenorroe, azoöspermie (bij ≥ 400 mg). Chloorambucil kan chromosoomafwijkingen veroorzaken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): leukopenie (met kans op infecties).
Vaak (1-10%):stomatitis, misselijkheid, braken, anorexie. Koorts. Afwijkende leverfunctiewaarden (verhoogde waarden transaminasen, bilirubine, AF). Beenmergfalen, pancytopenie, agranulocytose, lymfopenie, neutropenie, trombocytopenie, anemie (met kans op infecties en bloedingen).
Soms (0,1-1%): coördinatiestoornis, desoriëntatie, dysartrie, apathie.
Zelden (0,01-0,1%): longtoxiciteit (o.a. longfibrose en interstitiële pneumonie). Levertoxiciteit (o.a. cholestatische icterus). Nierfalen. Alopecia. Blindheid.
Zeer zelden ( < 0,01%): myelodysplastisch syndroom.
Verder zijn gemeld: acute leukemie (secundair). Longinfiltraat. Lethargie. Nieratrofie, azotemie. Amenorroe, azoöspermie.
Interacties
Vaccinatie met levende vaccins ontraden in verband met meer kans op (ernstige) infecties. De respons op levende en geïnactiveerde vaccins kan verminderd zijn.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met levende verzwakte vaccins (zoals tegen gele koorts) is gecontra-indiceerd, vanwege het risico van systemische, mogelijk dodelijke gegeneraliseerde vaccinatieziekte. De respons op een geïnactiveerd vaccin kan verminderd zijn.
De plasmaspiegel van fenytoïne (en mogelijk andere anti-epileptica) kan dalen door gebruik van lomustine.
De therapie met antistollingsmiddelen moet mogelijk worden aangepast.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, schadelijk gebleken (skeletafwijkingen, nierafwijkingen). Chloorambucil is een cytotoxische stof en daarom potentieel teratogeen.
Advies: Gebruik tijdens het eerste trimester ontraden; tijdens het 2e en 3e trimester alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Ovariële suppressie en azoöspermie (dosisafhankelijk en soms reversibel) zijn gemeld na behandeling met chloorambucil. Raad een vrouw of man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van respectievelijk eicellen of sperma.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend. Bij dieren in therapeutische doseringen schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Raad een vruchtbare man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat lomustine tot infertiliteit kan leiden.
Overig: Een vruchtbare vrouw afraden om zwanger te worden tijdens de behandeling, vanwege het mutagene effect van lomustine. Een vruchtbare man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Chloorambucil wordt oraal opgenomen; schadelijke effecten bij de zuigeling kunnen niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. Lomustine wordt oraal opgenomen.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor nitrosureumderivaten.
Waarschuwingen en voorzorgen
Myelotoxiciteit: het bloedbeeld regelmatig controleren i.v.m. beenmergremming, die ook na staken van de therapie nog kan optreden. Op grond hiervan kan onderbreking van de behandeling, dosisaanpassing of verlenging van het therapievrije interval nodig zijn. Onderbreking van de therapie bij de eerste tekenen van daling van het aantal neutrofielen is niet noodzakelijk, maar er moet rekening mee worden gehouden dat de daling zich na een dosis 10 dagen of langer kan voortzetten. Bij een nierfunctiestoornis is er meer kans op beenmergdepressie. Wees zeer voorzichtig bij recente behandeling met radiotherapie.
Bij een verminderde leverfunctie controleren op tekenen en symptomen van toxiciteit. Chloorambucil wordt voornamelijk in de lever gemetaboliseerd; overweeg een verlaging van de dosering bij ernstig verminderde leverfunctie, er zijn echter onvoldoende gegevens beschikbaar om een specifiek doseeradvies te geven.
Het vergrote risico van acute secundaire hematologische maligniteiten afwegen tegen het te verwachten therapeutisch resultaat. Bij langdurige adjuvante behandeling met chloorambucil bij ovariumcarcinoom is er bij een deel van de patiënten meer kans op acute myeloïde leukemie.
Vanwege meer kans op convulsies voorzichtig zijn bij een anamnese van convulsies, bij hoge pulsdoseringskuren of bij kinderen met nefrotisch syndroom.
Voor vruchtbare mannen en vrouwen: zie Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vertraagde beenmergsuppressie is de meest frequente, meest ernstige dosisgerelateerde toxiciteit die meestal 4–6 weken na toediening optreedt en samen kan gaan met bloedingen en uitgebreide infecties. Leukopenie ontstaat meestal 5–6 weken na toediening, trombocytopenie meestal na 4 weken; beide houden meestal 1–2 weken aan. Controleer wekelijks het volledige bloedbeeld gedurende ten minste 6 weken na een dosis. De beenmergtoxiciteit van lomustine is cumulatief.
Longtoxiciteit zoals interstitiële pneumonie is gemeld na 6 maanden of langer na aanvang van een behandeling met cumulatieve doses; longfibrose is gemeld tot 17 jaar na behandeling. Controleer vóór en regelmatig tijdens de behandeling de longfunctie. De kans op longtoxiciteit neemt toe bij een uitgangswaarde van < 70% van de voorspelde vitale capaciteit (FVC) of diffusiecapaciteit voor CO (DLCO).
Controleer in verband met mogelijke levertoxiciteit regelmatig de leverfunctie. De veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde leverfunctie zijn niet vastgesteld.
Nierfunctie: lomustine en metabolieten worden voornamelijk renaal geklaard. Controleer regelmatig de nierfunctie. De veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde nierfunctie zijn niet vastgesteld.
Kinderen: er zijn weinig gegevens over veiligheid en werkzaamheid bij de behandeling van kinderen < 18 jaar.
Voor behandeling van vruchtbare mannen en vrouwen, zie Zwangerschap.
Overdosering
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met chloorambucil contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Alkylerend oncolyticum, stikstofmosterdderivaat. Zowel chloorambucil als de actieve metaboliet fenylazijnzuurmosterd zijn verantwoordelijk voor de oncolytische werking. Door binding aan het DNA worden bruggen gevormd, zowel binnen in een streng als tussen strengen DNA. Hierdoor wordt de celdeling tegengegaan. Chloorambucil induceert tevens accumulatie van cytosolisch p53 en de hierop volgende activering van apoptosepromotor Bax, met als gevolg cellulaire apoptose. Chloorambucil heeft tevens immunosuppressieve eigenschappen.
Kinetische gegevens
Resorptie | voedselinname vertraagt en vermindert de resorptie. |
Overig | F = 70–100%. |
T max | 0,25–2 uur (chloorambucil), 1–3 uur (belangrijkste metaboliet, PAAM). |
V d | 0,14–0,24 l/kg. |
Overig | tevens covalente binding aan erytrocyten. |
Eiwitbinding | 98%. |
Metabolisering | grotendeels in de lever door o.a. β-oxidatie tot het actieve fenylazijnzuurmosterd (PAAM), tevens hydroxylering en glutathionconjugatie. Ook PAAM wordt verder afgebroken tot monohydroxy- en dihydroxyderivaten. |
Eliminatie | vnl. met de urine (chloorambucil, PAAM), waarvan < 1% onveranderd chloorambucil of PAAM . |
T 1/2el | ca. 1½ uur (chloorambucil, PAAM). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Alkylerend oncolyticum, behorend tot de nitrosureumderivaten. Lomustine (Chlorethyl-Cyclohexyl-Nitroso-Urea, CCNU) is in vet oplosbaar en zwak geïoniseerd bij een fysiologische pH. De werking komt voornamelijk tot stand via de actieve metabolieten. Waarschijnlijk treedt remming op van zowel de DNA- als de RNA-synthese. Er is geen kruisresistentie waargenomen met andere alkylerende oncolytica, met uitzondering van andere nitrosureumderivaten.
Kinetische gegevens
F | ca. 70%. |
T max | 1–4 uur (metabolieten). |
Overig | Sterk lipofiel. Passeert de bloed-hersenbarrière. Penetreert goed in hersenweefsel (ca. 30 min na resorptie). |
Overig | Sommige metabolieten doorlopen een enterohepatische kringloop. |
Metabolisering | uitgebreid, snel tot o.a. actieve metabolieten. |
Eliminatie | met de urine, ca. 60% na 48 uur (metabolieten). |
T 1/2el | 24–48 uur (metabolieten). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
chloorambucil hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- lomustine (L01AD02) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk
Groepsinformatie
lomustine hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk