Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

cipaglucosidase alfa

middelen bij metabole aandoeningen, enzymen A16AB23

Sluiten

cerliponase alfa

middelen bij metabole aandoeningen, enzymen A16AB17

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Pombiliti XGVS Aanvullende monitoring Amicus Therapeutics Europe Limited

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
105 mg
Verpakkingsvorm
flacon

Bevat na reconstitutie 15 mg cipaglucosidase alfa per ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Brineura XGVS Aanvullende monitoring BioMarin Nederland bv

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
30 mg/ml
Verpakkingsvorm
2 flacons 5 ml + 1 flacon spoeloplossing 5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Er zijn geen klinisch relevante verschillen aangetoond tussen cipaglucosidase alfa (in combinatie met miglustat) en alglucosidase alfa, welke beide als enzymvervangende therapie kunnen worden toegepast bij late-onset ziekte van Pompe. Voor evidence-based aanbevelingen met betrekking tot het voorschrijven van alglucosidase alfa bij volwassenen met de ziekte van Pompe, raadpleeg de Europese richtlijnen voor start/stop-behandeling met enzymtherapie (van der Ploeg et al., Eur J Neurol 2017). Dezelfde aanbevelingen kunnen ook gelden voor cipaglucosidase α.

  • ZIN-rapport 2024 cipaglucosidase alfa Pombiliti® bij volwassenen met de late-onset ziekte van Pompe

Advies

Dit geneesmiddel is geregistreerd onder 'uitzonderlijke omstandigheden'; vanwege de zeldzaamheid van de ziekte zijn er weinig gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.

Indicaties

Langdurige enzymsubstitutietherapie, in combinatie met de enzymstabilisator miglustat, bij volwassenen met op latere leeftijd gemanifesteerde ziekte van Pompe (zure α-glucosidasedeficiëntie).

Indicaties

Neuronale ceroïdlipofuscinose type 2 (CLN2), ook bekend als tripeptidylpeptidase 1 (TPP1-)deficiëntie.

Doseringen

Raadpleeg ook de productinformatie van miglustat 65 mg capsules voor de dosering en wanneer te vasten.

Klap alles open Klap alles dicht

Ziekte van Pompe

Volwassenen incl. ouderen

Als intraveneus infuus: 20 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per twee weken. Start de infusie met cipaglucosidase alfa 1 uur na het innemen van capsules miglustat, max. 3 uur erna.

Overweeg staken van de behandeling bij ontoereikende respons of onaanvaardbare veiligheidsrisico's. In dat geval moet zowel cipaglucosidase alfa als miglustat worden stopgezet.

Bij overschakelen van een andere enzymsubstitutietherapie (EST) naar cipaglucosidase alfa in combinatie met miglustat: begin met cipaglucosidase alfa en miglustat op het volgende geplande doseringstijdstip; dat is ongeveer 2 weken na de laatste EST-toediening. Zet eventuele premedicatie voort, die samen met de vorige EST werd gebruikt om infusiereacties te minimaliseren. Afhankelijk van verdraagbaarheid kan de premedicatie worden gewijzigd.

Bij verminderde nierfunctie is naar verwachting geen dosisaanpassing nodig.

Bij verminderde leverfunctie kan geen doseringsadvies worden gegeven. Er zijn geen gegevens.

Gemiste dosis: als de infusie met cipaglucosidase alfa niet kan worden gestart binnen 3 uur na de orale toediening van miglustat, verzet de behandeling met cipaglucosidase alfa en miglustat dan ten minste 24 uur na inname van miglustat. Als cipaglucosidase alfa en miglustat beide zijn gemist, de behandeling zo snel mogelijk toedienen.

Toediening

  • Toedienen via een intraveneuze infusie gedurende 4 uur, indien verdragen.
  • Begin met een infusiesnelheid van 1 mg/kg/uur. Verhoog stapsgewijs met 2 mg/kg/uur ongeveer om de 30 minuten indien er geen tekenen zijn van infusiereacties, tot een maximale infusiesnelheid van 7 mg/kg/uur. Stem de snelheid af op basis van de eerdere ervaring van de patiënt tijdens infusie.
  • Thuisinfusie is mogelijk voor patiënten die de infusies goed verdragen en gedurende een paar maanden geen matige of ernstige infusiegerelateerde bijwerkingen hebben gehad. De voorwaarden staan vermeld in de officiële productinformatie CBG/EMA onder Zie ook.

Doseringen

Het is van belang om de behandeling zo vroeg mogelijk te beginnen.

Geef premedicatie 30-60 minuten vóór het begin van de infusie: een antihistaminicum en eventueel een antipyreticum.

Evalueer regelmatig klinisch of de langetermijnbehandeling kan worden voortgezet.

Klap alles open Klap alles dicht

Neuronale ceroïdlipofuscinose type 2

Kinderen ≥ 2 jaar

300 mg elke 2 weken via intracerebroventriculaire infusie. De infusiesnelheid voor cerliponase α en de spoelvloeistof is 2,5 ml/uur.

Kinderen < 2 jaar

Er zijn geen klinische gegevens voor kinderen < 1 jaar. De voorgestelde dosering is geschat op basis van de hersenmassa;

Kinderen 1 tot 2 jaar

200 mg elke 2 weken gedurende de eerste 4 toedieningen, vervolgens 300 mg elke 2 weken.

Kinderen 6 maanden tot 1 jaar

150 mg elke 2 weken.

Kinderen 0 tot 6 maanden

100 mg elke 2 weken.

Dosisaanpassingen

  • Als de infusie niet wordt verdragen: overweeg om de dosering met 50% te verlagen en/of de infusiesnelheid te verlagen.
  • Als de infusie is onderbroken vanwege een overgevoeligheidsreactie: herstart de infusie op ca. de helft van de oorspronkelijke infusiesnelheid.
  • Als de intracraniële druk mogelijk stijgt tijdens de infusie (bv. hoofdpijn, misselijkheid, braken, bewustzijnsdaling): onderbreek de infusie en/of verlaag de infusiesnelheid (vooral bij kinderen < 3 jaar).

Toediening

  • Cerliponase α wordt toegediend aan de cerebrospinale vloeistof door middel van infusie via een reservoir en katheter die operatief zijn geïmplanteerd (intracerebroventriculair toegangssysteem). Dit toegangssysteem moet worden geïmplanteerd vóór de eerste infusie. Het systeem moet geschikt zijn voor toegang tot de hersenventrikels om geneesmiddelen toe te dienen.
  • De infusiesnelheid is 2,5 ml/uur. Dien ná de toediening van het geneesmiddel het spoelmiddel toe met dezelfde infusiesnelheid.
  • Zie voor gedetailleerde toedieningsinformatie de officiële productinformatie CBG/EMA.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.

Vaak (1-10%): anafylactische of anafylactoïde reactie. Duizeligheid, rillingen, slaperigheid, dysgeusie, paresthesie. Tachycardie, blozen, hypotensie, hypertensie. Dyspneu, hoest. Misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, diarree, winderigheid. Urticaria, (maculopapuleuze en erythemateuze) huiduitslag, jeuk, hyperhidrose. Spierspasmen, spierpijn, gewrichtspijn, spierzwakte. Vermoeidheid, koorts, koude rillingen, pijn en ongemak op de borst, zwelling op de infusieplaats, perifere zwelling.

Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. Evenwichtsstoornis, branderig gevoel, migraine, presyncope. Bleekheid. Astma, orofaryngeaal ongemak en oedeem, piepende ademhaling. Dyspepsie, oesofageale pijn en spasme, pijn in de mond, gezwollen tong. Huidverkleuring, huidoedeem. Pijn in de zij, vermoeide spieren, musculoskeletale stijfheid. Asthenie, gezichtspijn, pijn op de infusieplaats, malaise, zwelling van het gezicht. Schommeling in lichaamstemperatuur, verminderd aantal lymfocyten. Schaafwonden op de huid.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): infectie die verband houdt met het toegangssysteem. Overgevoeligheid. Prikkelbaarheid. Convulsies, hoofdpijn. Braken. Koorts. Toename of afname van het eiwitgehalte in de cerebrospinale vloeistof, pleiocytose in de cerebrospinale vloeistof, ECG-afwijkingen.

Vaak (1-10%): anafylactische reactie. Bradycardie. Maag-darmstelselaandoening. Huiduitslag, urticaria. Nervositeit. Irritatie op plaats van medisch hulpmiddel.

Verder is gemeld: meningitis.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er is geen onderzoek uitgevoerd naar interacties met cipaglucosidase α.

Interacties

Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is de combinatie cipaglucosidase alfa en miglustat schadelijk gebleken.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot 4 weken na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • levensbedreigende overgevoeligheid voor cipaglucosidase α, wanneer hernieuwde toediening ('rechallenge') niet succesvol was;
  • overgevoeligheid voor miglustat.

Contra-indicaties

  • levensgevaarlijke anafylactische reactie op cerliponase α, indien hernieuwde toediening niet succesvol is;
  • ventriculoperitoneale shunt;
  • tekenen van acute lekkage of een storing van het intracerebroventriculaire toegangssysteem, of van een infectie die verband houdt met het toegangssysteem.

Waarschuwingen en voorzorgen

Anafylaxie en infusiereacties zijn opgetreden bij sommige patiënten tijdens en na de infusie. Cardiopulmonale reanimatieapparatuur moet beschikbaar zijn. Premedicatie met een oraal antihistaminicum, antipyreticum en/of corticosteroïd kan nodig zijn als reacties zijn opgetreden bij een eerdere enzymsubstitutietherapie. Als anafylaxie of ernstige allergische reacties optreden, de infusie onmiddellijk stopzetten en een passende medische behandeling opstarten. Bij lichte tot matige en voorbijgaande infusiereacties, de infusiesnelheid vertragen of de infusie onderbreken. Opnieuw toedienen van cipaglucosidase alfa na anafylaxie of ernstige allergische respons alleen na zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen, en uitsluitend in een klinische omgeving.

Bij een acute onderliggende aandoening van de luchtwegen of verminderde hart- of ademhalingsfunctie is er meer kans op ernstige exacerbatie van deze aandoening tijdens de infusie. Geschikte medische ondersteuning en toezichtsmaatregelen moeten onmiddellijk beschikbaar zijn tijdens de infusie.

Immuuncomplexgerelateerde reacties, waaronder ernstige huidreacties en nefrotisch syndroom, werden gemeld bij andere enzym-subsitutietherapieën, bij patiënten die hoge IgG-antilichaamtiters hadden. Een mogelijk klasse-effect kan niet worden uitgesloten. Controleer op tekenen en symptomen van systemische immuuncomplex-gerelateerde reacties tijdens het innemen van cipaglucosidase alfa met miglustat. Overweeg staken van de toediening als deze reacties optreden.

Er is weinig ervaring bij ouderen > 65 jaar.

De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij personen met verminderde nier- en/of leverfunctie of bij kinderen < 18 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorzorgsmaatregelen toediening: wees voorzichtig bij risicofactoren voor complicaties door de intracerebroventriculaire toediening zoals obstructieve hydrocefalie. Inspecteer de hoofdhuid vóór elke infusie op de integriteit van de huid, om er zeker van te zijn dat het toegangssysteem niet is aangetast. Sluit vóór de toediening lekkage en/of een storing in het intracerebroventriculaire toegangssysteem, uit.

Controles: bewaak de vitale functies vóór, periodiek tijdens en na de infusie. Observatie na de toediening kan gedurende een langere periode nodig zijn, vooral bij kinderen < 3 jaar. Controleer tijdens de infusie het ECG bij patiënten met een voorgeschiedenis van bradycardie, een hartritmestoornis of een structurele hartziekte. Maak bij cardiaal normale patiënten elke 6 maanden een ECG. Stuur CSF-monsters routinematig voor laboratoriumonderzoek op, om subklinische infecties door het toegangssysteem op te sporen.

Wees voorbereid op een eventuele anafylactische reactie; observeer de patiënt nauwlettend tijdens en na de infusie. Staak direct de toediening bij een anafylactische reactie. Wees extra voorzichtig bij hernieuwde toediening als eerder anafylaxie is opgetreden.

Infecties die verband houden met het toegangssysteem zijn waargenomen, waaronder meningitis (symptomen: koorts, hoofdpijn, stijfheid van de nek, lichtgevoeligheid, misselijkheid, braken en veranderingen in de psychische toestand) en subklinische infecties. In klinische onderzoeken werden antibiotica toegediend, werd het toegangssysteem vervangen en de behandeling met cerliponase α voortgezet.

Na langdurig gebruik treedt degradatie op van het materiaal van het reservoir van het intracerebroventriculaire toegangssysteem. In twee klinische cases toonde het toegangssysteem geen tekenen van storing gedurende infusie, maar werd na verwijdering wel degradatie aangetoond. Overweeg vervanging van het toegangssysteem binnen 4 jaar (geregeld) gebruik.

Onvoldoende gegevens

  • Er zijn geen klinische gegevens voor kinderen < 1 jaar.
  • Er zijn weinig gegevens voor patiënten met gevorderde ziekteprogressie bij start van de behandeling.
  • Bij pasgeborenen is de integriteit van de bloed-hersenbarrière mogelijk verminderd. Bij kinderen < 3 jaar ging de verhoogde blootstelling aan het geneesmiddel in de periferie niet gepaard met een duidelijke verandering in het veiligheidsprofiel.

Eigenschappen

Cipaglucosidase alfa is een vorm van het menselijk enzym zure α-glucosidase (GAA), geproduceerd in ovariumcellen van Chinese hamsters met behulp van DNA-recombinatietechniek. Het is geconjugeerd met bis-M6P N-glycans, dat bindt aan de kation-onafhankelijke mannose-6-fosfaatreceptor (CI-MPR). Na binding aan CI-MPR wordt cipaglucosidase alfa geïnternaliseerd in het lysosoom, waar de actieve vorm van het GAA-enzym wordt gevormd. Cipaglucosidase alfa zorgt voor het afbreken van glycogeen tot glucose, het verminderen van intramusculair glycogeen en het verbeteren van de weefselschade bij de ziekte van Pompe. Cipaglucosidase alfa wordt gestabiliseerd door miglustat voor zo min mogelijk verlies van enzymactiviteit in het bloed tijdens de infusie.

Kinetische gegevens

V d 0,03-0,07 l/kg.
Overig Cipaglucosidase alfa passeert de bloed-hersenbarrière niet.
Metabolisering in de lever door proteolytische hydrolyse.
T 1/2el 1,6-2,6 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Recombinant humaan tripeptidylpeptidase 1 (rhTPP1), een proteolytisch inactief pro-enzym dat in het lysosoom wordt geactiveerd. Cerliponase α wordt opgenomen door doelcellen en gaat dan naar de lysosomen via de kation-onafhankelijke mannose-6-fosfaatreceptor (CI-MPR). Vervolgens wordt het geactiveerd tot een proteolytisch enzym dat tripeptiden van de N-terminus van het doeleiwit afsplitst.

Bij neuronale ceroïdlipofuscinose type 2 (CLN2) is er sprake van een inadequaat TPP1-gehalte, wat leidt tot neurodegeneratie, epileptische aanvallen, verlies van neurologische functie, visusstoornissen/blindheid en overlijden tijdens de kinderjaren.

Kinetische gegevens

T max ca. 4,5 uur (in cerebrospinale vloeistof); ca. 12 uur (in plasma).
V d ca. 435 ml, dit is groter dan het gebruikelijke CSF-volume (100 ml), wat wijst op distributie naar weefsels buiten de CSF. Het grootste deel van het toegediende cerliponase α blijft echter binnen de CSF. Er wordt waarschijnlijk geen therapeutische concentratie in het oog bereikt, vanwege de beperkte toegang vanuit de CSF tot de aangetaste cellen van de retina en de aanwezigheid van de bloed-retinabarrière.
Metabolisering zoals alle eiwitten via proteolytisch katabolisme.
T 1/2el ca. 7,4 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

cipaglucosidase alfa hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.

  • agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
  • agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
  • alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
  • asfotase alfa (A16AB13) Vergelijk
  • avalglucosidase alfa (A16AB22) Vergelijk
  • cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
  • elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
  • galsulfase (A16AB08) Vergelijk
  • idursulfase (A16AB09) Vergelijk
  • imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
  • laronidase (A16AB05) Vergelijk
  • pegunigalsidase alfa (A16AB20) Vergelijk
  • sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
  • velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk

Groepsinformatie

cerliponase alfa hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.

  • agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
  • agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
  • alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
  • asfotase alfa (A16AB13) Vergelijk
  • avalglucosidase alfa (A16AB22) Vergelijk
  • cipaglucosidase alfa (A16AB23) Vergelijk
  • elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
  • galsulfase (A16AB08) Vergelijk
  • idursulfase (A16AB09) Vergelijk
  • imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
  • laronidase (A16AB05) Vergelijk
  • pegunigalsidase alfa (A16AB20) Vergelijk
  • sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
  • velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • middelen bij metabole aandoeningen, enzymen

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • middelen bij metabole aandoeningen, enzymen

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".