Samenstelling
Belustine XGVS Kyowa Kirin Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 40 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Bendamustine XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 25 mg, 100 mg
Levact XGVS Mundipharma Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 25 mg, 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van hersentumoren (gliomen) staat op oncoline de geldende behandelrichtlijn met de plaats van lomustine hierbij.
Voor de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom en kleincellig longcarcinoom staan op oncoline de geldende behandelrichtlijnen.
Voor de behandeling van melanoom staat op oncoline de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van Hodgkin lymfoom staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van non-Hodgkinlymfoom staat op hematologienederland.nl de geldende behandelrichtlijn.
Voor de behandeling van mulipel myeloom staat op hematologienederland.nl de geldende behandelrichtlijn.
Advies
Voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie (pdf 0,5 MB, mei 2017) staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn met de plaats van bendamustine daarbij.
Voor de behandeling van multipel myeloom staat op hematologienederland.nl de geldende behandelrichtlijn (2018).
Indicaties
Solide tumoren
- Primaire en gemetastaseerde hersentumoren.
- Epidermale bronchopulmonaire carcinoom, kleincellig longcarcinoom (SCLC).
- Melanoom.
Hematologische maligniteiten
- Hodgkin-lymfoom.
- non-Hodgkinlymfoom.
- Myeloom
Indicaties
Chronische lymfatische leukemie (CLL):
- als eerstelijnsbehandeling bij Binet-stadium B of C, wanneer fludarabine–combinatietherapie niet geschikt is.
Indolent non-Hodgkinlymfoom (iNHL):
- als monotherapie wanneer progressie is vertoond gedurende of binnen 6 maanden na rituximab(-bevattende) therapie.
Multipel myeloom (MM):
- als eerstelijnsbehandeling bij Durie-Salmon stadium II met progressie óf stadium III in combinatie met prednison voor patiënten > 65 jaar, die niet in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie én bij wie geen thalidomide of bortezomib bevattende behandeling mogelijk is wegens klinische neuropathie ten tijde van de diagnosestelling.
Dosering
Aanbevolen wordt om profylactisch anti-emetica toe te dienen in verband met misselijkheid en braken (optredend doorgaans 4–6 uur na de toediening van lomustine).
Alle indicaties:
Volwassenen en kinderen:
oraal: 130 mg/m² lichaamsoppervlak 1× per 6 weken.
Toediening aan kinderen beperken tot uitzonderlijke omstandigheden, vanwege weinig gegevens over veiligheid en werkzaamheid.
Verminderde nier- of leverfunctie: er kan geen doseeradvies worden gegeven vanwege onvoldoende gegevens.
Dosisaanpassing bij verminderd aantal leuko- of trombocyten:
indien het aantal trombocyten ≤ 100 × 10 9/l en/of het aantal leukocyten ≤ 4 × 10 9/l is, de toediening uitstellen tot herstel boven deze waarden. Indien de nadir van het aantal trombocyten 25 à 75 × 10 9/l en/of van het aantal leukocyten 2 à 3 × 10 9/l na de voorafgaande dosis is geweest, de eerstvolgende dosis met 30% verlagen. Indien de nadir van het aantal trombocyten < 25 × 10 9/l en/of van het aantal leukocyten < 2 × 10 9/l na de voorafgaande dosis is geweest, de eerstvolgende dosis met 50% verlagen. Vanwege de vertraagde hematologische toxiciteit en de cumulatieve aard ervan moet het interval tussen twee toedieningen altijd ten minste 6 weken zijn.
Toedieningsinformatie: de capsules bij voorkeur 's avonds innemen voor het slapengaan of 3 uur na de maaltijd.
Dosering
De behandeling niet beginnen of onderbreken als het aantal leukocyten < 3 × 109/l en/of het aantal trombocyten < 75 × 109/l is en uitstellen totdat het aantal leukocyten > 4 × 109/l en het aantal trombocyten > 100 × 109/l is.
In verband met het mogelijk optreden van het tumorlysissyndroom bij hoge tumorlast vóór en tijdens de behandeling maatregelen nemen ter preventie van uraatnefropathie zoals een adequate hydratie, alkaliseren van de urine en zonodig toedienen van allopurinol/rasburicase; wees bij de combinatie met allopurinol bedacht op het optreden van Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse. Het tumorlysissyndroom treedt doorgaans op binnen 48 uur na de eerste dosis.
Overweeg profylaxe met antihistaminica, antipyretica en corticosteroïden bij patiënten die tijdens eerdere cycli infusiereacties hebben gehad; .
Chronische lymfatische leukemie:
Volwassenen (incl. ouderen):
Monotherapie: de gebruikelijke dosering is 100 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 en 2; iedere 4 weken (= 1 cyclus). Maximaal 6 cycli.
Indolent non-Hodgkinlymfoom:
Volwassenen (incl. ouderen):
Monotherapie: de gebruikelijke dosering is 120 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 en 2; iedere 3 weken (= 1 cyclus). Afhankelijk van de respons voor ten minste 6 cycli.
Multipel myeloom:
Volwassenen (incl. ouderen):
Combinatietherapie: de gebruikelijke dosering is 120–150 mg/m² lichaamsoppervlak: bendamustine op dag 1 en 2 en prednison i.v. of oraal 60 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1–4; herhaal dit iedere 4 weken voor ten minste 3 cycli.
Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring > 10 ml/min is een aanpassing van de dosis niet nodig. Vanwege onvoldoende gegevens kan er geen doseringsadvies worden gegeven bij een creatinineklaring ≤ 10 ml/min.
Verminderde leverfunctie: bij een serumbilirubine < 20,5 micromol/l is een aanpassing van de dosis niet nodig. Verlaag de dosis met 30% bij een serumbilirubine 21–51 micromol/l. Vanwege onvoldoende gegevens kan er geen doseringsadvies worden gegeven bij een serumbilirubine > 51 micromol/l.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (beenmergtoxiciteit, niet-hematologische toxiciteit) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubrieken 4.2 en 4.4).
Toedieningsinformatie: bendamustine via een i.v.-infusie gedurende 30—60 min toedienen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): leukopenie (met kans op infecties).
Vaak (1-10%):stomatitis, misselijkheid, braken, anorexie. Koorts. Afwijkende leverfunctiewaarden (verhoogde waarden transaminasen, bilirubine, AF). Beenmergfalen, pancytopenie, agranulocytose, lymfopenie, neutropenie, trombocytopenie, anemie (met kans op infecties en bloedingen).
Soms (0,1-1%): coördinatiestoornis, desoriëntatie, dysartrie, apathie.
Zelden (0,01-0,1%): longtoxiciteit (o.a. longfibrose en interstitiële pneumonie). Levertoxiciteit (o.a. cholestatische icterus). Nierfalen. Alopecia. Blindheid.
Zeer zelden ( < 0,01%): myelodysplastisch syndroom.
Verder zijn gemeld: acute leukemie (secundair). Longinfiltraat. Lethargie. Nieratrofie, azotemie. Amenorroe, azoöspermie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): infecties, waaronder opportunistische infecties zoals varicella zoster, cytomegalovirus-infectie en hepatitis B. Misselijkheid, braken. Mucositis. Vermoeidheid, koorts. Hoofdpijn. Leukopenie, lymfopenie, trombocytopenie. Verlaagd gehalte Hb, verhoogd creatinine, verhoogd ureum.
Vaak (1-10%): hypo- of hypertensie. Palpitaties, angina pectoris, aritmie. Bloedingen. Pulmonale disfunctie. Tumorlysissyndroom. Overgevoeligheidsreactie. Slapeloosheid, duizeligheid. Diarree, obstipatie, stomatitis. Urticaria, alopecia. Amenorroe. Rillingen, dehydratie, anorexie. Anemie, neutropenie. Verhoogd ASAT, ALAT, AF, bilirubine; hypokaliëmie.
Soms (0,1-1%): pericardiale effusie, myocardinfarct, hartfalen. Pneumocystis jiroveci-pneumonie. Acute myeloïde leukemie, myelodysplastisch syndroom. Pancytopenie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische of anafylactoïde reacties. Acuut falen van de bloedcirculatie. Sepsis. Sufheid, afonie. Erytheem, dermatitis, huiduitslag (maculeus, papuleus), jeuk, hyperhidrose.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische shock. Hemolyse. Tachycardie. Maag-darmbloedingen, hemorragische oesofagitis. Atypische primaire pneumonie, pulmonale fibrose. Smaakstoornis, paresthesie, perifere sensorische neuropathie, anticholinerg syndroom, ataxie, encefalitis. . . Multiorgaanfalen. Flebitis. Onvruchtbaarheid.
Verder zijn gemeld: atriumfibrilleren. Longbloeding, pneumonitis. Nierfalen. Leverfalen. Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom).
Interacties
Gelijktijdig gebruik met levende verzwakte vaccins (zoals tegen gele koorts) is gecontra-indiceerd, vanwege het risico van systemische, mogelijk dodelijke gegeneraliseerde vaccinatieziekte. De respons op een geïnactiveerd vaccin kan verminderd zijn.
De plasmaspiegel van fenytoïne (en mogelijk andere anti-epileptica) kan dalen door gebruik van lomustine.
De therapie met antistollingsmiddelen moet mogelijk worden aangepast.
Interacties
Niet gelijktijdig gebruiken met levende verzwakte vaccins, vanwege meer kans op infectie; toepassing van het gelekoortsvaccin is gecontra–indiceerd.
Gelijktijdig gebruik met allopurinol kan leiden tot Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse.
Gelijktijdig gebruik met ciclosporine of tacrolimus kan leiden tot excessieve immunosuppressie met risico op lymfoproliferatie.
Theoretisch is een interactie mogelijk met CYP1A2-remmers zoals fluvoxamine, ciprofloxacine, aciclovir, cimetidine.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend. Bij dieren in therapeutische doseringen schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Raad een vruchtbare man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat lomustine tot infertiliteit kan leiden.
Overig: Een vruchtbare vrouw afraden om zwanger te worden tijdens de behandeling, vanwege het mutagene effect van lomustine. Een vruchtbare man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Een man wordt aangeraden voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma vanwege mogelijke irreversibele infertiliteit.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen vóór en gedurende de therapie en een man tevens tot ten minste zes maanden na de therapie. Overweeg genetische counseling indien tijdens de behandeling een zwangerschap optreedt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. Lomustine wordt oraal opgenomen.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik of het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor nitrosureumderivaten.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis (serumbilirubine > 3,0 mg/dl), geelzucht;
- ernstige beenmergdepressie: het aantal leukocyten < 3 × 109/l of het aantal trombocyten < 75 × 109/l;
- infecties, vooral met leukocytopenie;
- doorgemaakte grote operatie < 30 dagen voor start van de behandeling.
Zie ook de rubrieken Interacties en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vertraagde beenmergsuppressie is de meest frequente, meest ernstige dosisgerelateerde toxiciteit die meestal 4–6 weken na toediening optreedt en samen kan gaan met bloedingen en uitgebreide infecties. Leukopenie ontstaat meestal 5–6 weken na toediening, trombocytopenie meestal na 4 weken; beide houden meestal 1–2 weken aan. Controleer wekelijks het volledige bloedbeeld gedurende ten minste 6 weken na een dosis. De beenmergtoxiciteit van lomustine is cumulatief.
Longtoxiciteit zoals interstitiële pneumonie is gemeld na 6 maanden of langer na aanvang van een behandeling met cumulatieve doses; longfibrose is gemeld tot 17 jaar na behandeling. Controleer vóór en regelmatig tijdens de behandeling de longfunctie. De kans op longtoxiciteit neemt toe bij een uitgangswaarde van < 70% van de voorspelde vitale capaciteit (FVC) of diffusiecapaciteit voor CO (DLCO).
Controleer in verband met mogelijke levertoxiciteit regelmatig de leverfunctie. De veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde leverfunctie zijn niet vastgesteld.
Nierfunctie: lomustine en metabolieten worden voornamelijk renaal geklaard. Controleer regelmatig de nierfunctie. De veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde nierfunctie zijn niet vastgesteld.
Kinderen: er zijn weinig gegevens over veiligheid en werkzaamheid bij de behandeling van kinderen < 18 jaar.
Voor behandeling van vruchtbare mannen en vrouwen, zie Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Myelotoxiciteit: wekelijkse controle van het bloedbeeld, ook tijdens therapievrije intervallen, wordt aanbevolen. De nadir van leukocyten en trombocyten wordt na 14–20 dagen bereikt met regeneratie na 3–5 weken. Wees voorzichtig bij het optreden van neutropenie en/of lymfopenie in combinatie met symptomen van infectie, wegens mogelijk ernstig verloop.
(Reactivering van) infecties: ernstige/fatale infecties (bv. sepsis, pneumonie) en opportunistische infecties (PCP, CMV-infectie, Varicella zoster) zijn mogelijk. Risicofactoren zijn lymfocytopenie en CD4-positieve T-celdepletie. Bendamustine kan een langdurige lymfocytopenie (< 600/microl) en lage aantallen CD4-positieve T-cellen (< 200/microl) geven voor ten minste 7–9 maanden na afloop van de behandeling. De kans hierop is groter indien bendamustine wordt gecombineerd met rituximab. Bij lage aantallen CD4-positieve T-cellen (< 200/microl) PCP-profylaxe overwegen. Controleer alle patiënten nauwgezet op respiratoire klachten en symptomen. Laat de patiënt zich direct melden bij nieuwe tekenen van infectie zoals koorts en respiratoire symptomen. Vóór aanvang van de behandeling en regelmatig tijdens de behandeling testen op HBV-infectie; toediening van bendamustine bij HBV-infectie kan leiden tot fataal verlopende leverziekte of acuut leverfalen. Bij een positief resultaat van een HBV-test een gespecialiseerde arts op het gebied van leverziekten raadplegen; HBV-dragers nauwgezet controleren op eerste tekenen van actieve ziekte tijdens de behandeling en gedurende enkele maanden na de behandeling.
Cardiotoxiciteit: bij een voorgeschiedenis van of bij bestaande hartaandoeningen gedurende de gehele behandeling de kaliumspiegel nauwgezet controleren. Geef kaliumsupplementen bij een spiegel van < 3,5 mmol/l; controleer tevens het ECG. Fataal verlopend hartfalen en myocardinfarct zijn gemeld.
Ernstige huidreacties: Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse of het DRESS-syndroom komen voor. Laat de patiënt zich onmiddellijk melden bij eerste tekenen van dergelijke reacties. Bij ontwikkeling van symptomen van ernstige huidreacties (huiduitslag met koorts, malaise, vermoeidheid, spier- en/of gewrichtspijn, blaren, laesies in de mond, conjunctivitis, hepatitis en/of eosinofilie) de behandeling onmiddellijk staken.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Eigenschappen
Alkylerend oncolyticum, behorend tot de nitrosureumderivaten. Lomustine (Chlorethyl-Cyclohexyl-Nitroso-Urea, CCNU) is in vet oplosbaar en zwak geïoniseerd bij een fysiologische pH. De werking komt voornamelijk tot stand via de actieve metabolieten. Waarschijnlijk treedt remming op van zowel de DNA- als de RNA-synthese. Er is geen kruisresistentie waargenomen met andere alkylerende oncolytica, met uitzondering van andere nitrosureumderivaten.
Kinetische gegevens
F | ca. 70%. |
T max | 1–4 uur (metabolieten). |
Overig | Sterk lipofiel. Passeert de bloed-hersenbarrière. Penetreert goed in hersenweefsel (ca. 30 min na resorptie). |
Overig | Sommige metabolieten doorlopen een enterohepatische kringloop. |
Metabolisering | uitgebreid, snel tot o.a. actieve metabolieten. |
Eliminatie | met de urine, ca. 60% na 48 uur (metabolieten). |
T 1/2el | 24–48 uur (metabolieten). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bendamustine is een alkylerend oncolyticum. Het werkingsmechanisme is voornamelijk gebaseerd op ‘cross-linking’ van enkel– en dubbelstrengs DNA door alkylering, waardoor DNA-matrixfuncties en DNA-synthese en -herstel verstoord worden. Er lijkt geen volledige kruisresistentie tussen bendamustine en andere alkylerende middelen, antracyclinen of rituximab te bestaan.
Kinetische gegevens
V d | 0,2–0,3 l/kg. |
Eiwitbinding | > 95%. |
Metabolisering | in de lever o.a. door CYP1A2 en door conjugatie met glutathion. |
Eliminatie | als metabolieten en onveranderd, met de urine ca. 20% en met de gal. |
T 1/2el | ca. 30 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lomustine hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk
Groepsinformatie
bendamustine hoort bij de groep alkylerende middelen.
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- lomustine (L01AD02) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk