Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

panitumumab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FE02

Sluiten

isatuximab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FC02

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Vectibix XGVS Amgen bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
5 ml, 20 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Sarclisa XGVS Sanofi SA

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml, 25 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van colorectaal carcinoom de geldende richtlijn via de richtlijnendatabase.nl.

  • ZIN-rapport 2015 panitumumab Vectibix® gemetastaseerd colorectaal carcinoom 1e lijn

Advies

Voor multipel myeloom staat op hematologienederland.nl de geldende behandelrichtlijn.

Indicaties

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom met wild-type RAS-status (exon 2, 3 en 4 van KRAS en NRAS) bij patiënten met EGFR-expressie:

  • als eerstelijnsbehandeling in combinatie met 5-fluoro-uracil, folinezuur (calciumzout, systemisch) en oxaliplatine (FOLFOX) of 5-fluoro-uracil, folinezuur (calciumzout, systemisch) en irinotecan (FOLFIRI);
  • als tweedelijnsbehandeling in combinatie met 5-fluoro-uracil, folinezuur (calciumzout, systemisch) en irinotecan (FOLFIRI) na falen van fluoropyrimidinebevattende chemotherapie (zonder irinotecan);
  • als monotherapie na falen van chemotherapieregimes met 5-fluoro-uracil, oxaliplatine en irinotecan.

Indicaties

Multipel myeloom

  • Refractair multipel myeloom (MM), in combinatie met pomalidomide en dexamethason, bij volwassenen die minstens twee eerdere behandelingen kregen (met o.a. lenalidomide en een proteasoomremmer) én aangetoonde ziekteprogressie hadden tijdens de laatste behandeling;
  • Multipel myeloom, in combinatie met carfilzomib en dexamethason, bij volwassenen met minstens één eerdere behandeling.
  • Nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom, in combinatie met bortezomib, lenalidomide en dexamethason, bij volwassenen die niet in aanmerking komen voor autologe stamceltransplantatie.

Doseringen

Vóór aanvang van de behandeling de wild-type RAS-status (exon 2, 3 en 4 van KRAS en NRAS) aantonen op basis van een gevalideerde analysemethode in een ervaren laboratorium.

Klap alles open Klap alles dicht

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom met wild-type RAS-status

Volwassenen (incl. ouderen)

I.v.: 6 mg/kg lichaamsgewicht, eenmaal per twee weken.

(Ernstige) bijwerkingen: zie de productinformatie (SmPC) van de fabrikant (rubriek 4.2 en 4.4), zie hiervoor de link onder 'Zie ook', voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (dermatologische en infusiegerelateerde bijwerkingen).

Toediening: het concentraat voor infusie verdunnen tot een eindconcentratie van max. 10 mg/ml. De eerste infusie in 60 min toedienen; indien goed verdragen kunnen daaropvolgende infusies in 30–60 min worden toegediend. Bij doses > 1000 mg is de infusietijd 90 min.

Doseringen

Vanwege de kans op infusiegerelateerde bijwerkingen premedicatie geven 15-60 minuten voorafgaand aan de start van elke infusie met isatuximab. Zie voor middelen en doseringen de officiële productinformatie EMA/CBG rubriek 4.2.

In verband met het mogelijk optreden van het tumorlysissyndroom bij hoge tumorlast vóór en tijdens de behandeling maatregelen nemen ter preventie van uraatnefropathie zoals een adequate hydratie, alkaliseren van de urine en zo nodig toedienen van allopurinol of rasburicase.

Overweeg het gebruik van koloniestimulerende factoren (zoals. G-CSF) om de kans op (ernstige) neutropenie te verkleinen. Bij graad 3 of 4 (febriele) neutropenie en/of neutropene infectie isatuximab onderbreken tot herstel.

Overweeg antibacteriële en antivirale profylaxe (zoals herpes zoster profylaxe) tijdens de behandeling.

Klap alles open Klap alles dicht

Multipel myeloom

Volwassenen (incl. ouderen)

In combinatie met pomalidomide en dexamethason (Isa-Pd) óf carfilzomib en dexamethason (Isa-Kd): 10 mg/kg lichaamsgewicht via i.v.-infusie. In de eerste cyclus toedienen op dag 1, 8, 15 en 22 (wekelijks) en in de daaropvolgende cycli toedienen op dag 1 en 15 (tweewekelijks) tot aan ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. Elke cyclus bestaat uit 28 dagen. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.

In combinatie met bortezomib, lenalidomide en dexamethason (Isa-VRd)10 mg/kg lichaamsgewicht via i.v.-infusie. Cyclus 1 (42 dagen): toedienen op dag 1, 8, 15, 22 en 29. Cyclus 2-4 (42 dagen): dag 1, 15 en 29. Cyclus 5-17 (28 dagen): dag 1 en 15. Vanaf cyclus 18 (28 dagen): dag 1. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.

Verminderde nierfunctie: de dosering hoeft niet te worden aangepast.

Verminderde leverfunctie: de dosering hoeft niet te worden aangepast.

Gemiste dosis: de dosis zo snel mogelijk inhalen en het behandelschema aanpassen, met behoud van het behandelinterval.

(Ernstige) bijwerkingen: dosisverlaging wordt niet aanbevolen; bij optreden van infusiegerelateerde reacties dient niet de dosis maar de toediening te worden aangepast, zie ook Toediening.

Toediening: de infusiesnelheid en/of het verdunningsvolume zijn verschillend voor de eerste, tweede en daaropvolgende infusies en verder afhankelijk van het wel of niet optreden van infusiegerelateerde reacties; zie hiervoor de officiële productinformatie CBG/EMA (tabel 3, rubriek 4.2).

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): anemie. Conjunctivitis. Stomatitis, misselijkheid (39%), braken, buikpijn, diarree (46%), obstipatie. Verminderde eetlust, gewichtsverlies. Vermoeidheid, koorts, asthenie, perifeer oedeem. Jeuk, erytheem, huiduitslag (94% gegeneraliseerd, pustuleus, maculeus, papuleus, maculopapuleus, erythemateus, exfoliatief), acneïforme dermatitis, droge huid, huidkloven, paronychia, alopecia. Dyspneu, hoesten. Slapeloosheid. Rugpijn. Hypokaliëmie, hypomagnesiëmie.

Vaak (1-10%): tachycardie, hypo- of hypertensie, diepveneuze trombose, blozen. Longembolie, bloedneus. Pijn op de borst, koude rillingen. Hoofdpijn, duizeligheid. Leukopenie. Urineweginfectie. Blefaritis, oogirritatie, toegenomen traanafscheiding, oculaire hyperemie, droge ogen, jeuk in het oog, groei van de oogwimpers. Cheilitis, aften, droge mond, dyspepsie, gastro-oesofageale refluxziekte, rectale bloeding. Overgevoeligheidsreactie. Cellulitis, folliculitis, huidschilfering, huidlaesie, huidtoxiciteit, huidzweer, dermatitis, wondkorsten, hand-voetsyndroom, hypertrichose, nagelaandoening, onychoclase, hyperhidrose. Pijn in extremiteiten. Angstgevoelens. Dehydratie. Hypocalciëmie, hypofosfatemie, hyperglykemie.

Soms (0,1-1%): anafylactische reactie. Cyanose. Infusiegerelateerde reactie, angio-oedeem (zelden fataal). Keratitis (ulcerosa), andere oog(lid)infectie. Gebarsten of droge lippen. Droge neus, bronchospasme. Interstitiële longziekte. Huidnecrose, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, onycholyse, hirsutisme.

Verder zijn gemeld: acuut nierfalen (bij ernstige diarree en dehydratie) en infectieuze complicaties van ernstige huid– en onderhuidsreacties zoals cellulitis of abcessen en levensbedreigende infectieuze complicaties zoals necrotiserende fasciitis en sepsis.

Bij combinatietherapie komen huidreacties het meest frequent voor; verder komen vaker voor diarree, stomatitis en hypomagnesiëmie.

Bij ouderen (≥ 65 j.) zijn in combinatie met FOLFIRI en FOLFOX sommige bijwerkingen vaker gemeld en verliepen deze ernstiger; bij FOLFIRI betreft het met name diarree, dehydratie en longembolie en bij FOLFOX met name diarree.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

In combinatie met pomalidomide en dexamethason

Zeer vaak (> 10%): pneumonie (waaronder atypische pneumonie, bronchopulmonaire aspergillose, Haemophilus-pneumonie, influenza-pneumonie, pneumokokkenpneumonie, streptokokkenpneumonie, virale pneumonie, Candida-pneumonie, bacteriële pneumonie en Pneumocystis jiroveci-pneumonie), bovensteluchtweginfectie, bronchitis. Neutropenie, trombocytopenie. Dyspneu. Misselijkheid, braken, diarree. Verminderde eetlust. Infusiegerelateerde reacties

Vaak (1-10%): herpes zoster virusinfectie. Plaveiselcelcarcinoom van de huid en andere solide tumoren. Atriumfibrilleren. Gewichtsverlies. Febriele neutropenie, anemie.

Soms (0,1-1%): anafylactische reactie, hematologische maligniteit.

Verder is gemeld: tumorlysissyndroom. Lymfopenie.

In combinatie met carfilzomib en dexamethason

Zeer vaak (> 10%): pneumonie (waaronder atypische pneumonie, bronchopulmonaire aspergillose, Haemophilus-pneumonie, influenza-pneumonie, pneumokokkenpneumonie, streptokokkenpneumonie, virale pneumonie, Candida-pneumonie, bacteriële pneumonie en Pneumocystis Jiroveci-pneumonie), bovensteluchtweginfectie, bronchitis. Hypertensie. Dyspneu. Hoesten. Diarree, braken. Vermoeidheid. Infusiegerelateerde reactie.

Vaak (1-10%): herpes zoster virusinfectie. Plaveiselcelcarcinoom van de huid en andere solide tumoren. Hartfalen. Neutropenie, anemie, trombocytopenie.

Soms (0,1-1%): anafylactische reactie.

Verder is gemeld: tumorlysissyndroom. Lymfopenie.

In combinatie met bortezomib, lenalidomide en dexamethason

Zeer vaak (> 10%): pneumonie, bronchitis, infectie met covid-19. Neutropenie, trombocytopenie. Vermoeidheid, infusiegerelateerde reactie.

Vaak (1-10%): huidkanker, solide tumoren. Anemie. Braken.

Soms (0,1-1%): hematologische maligniteit. Anafylactische reactie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Panitumumab niet combineren met IFL-chemotherapie (irinotecan, 5-fluoro-uracil bolusinjectie en folinezuur(derivaat)) vanwege de hoge incidentie van ernstige diarree.

Panitumumab niet combineren met chemotherapie die bevacizumab bevat vanwege eerder bereikte toxiciteit en sterfte.

Interacties

Van isatuximab zijn geen geneesmiddelinteracties bekend. Doorgaans hebben monoklonale antilichamen geen groot potentieel voor geneesmiddelinteracties, omdat zij geen direct effect hebben op CYP-enzymen en geen substraten zijn van renale of hepatische transporters.

Zwangerschap

Humaan IgG passeert, geleidelijk in toenemende mate, tijdens het 2e en 3e trimester de placenta, door actief transport.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren in therapeutische doseringen schadelijk gebleken (abortus, foetaal overlijden).

Farmacologisch effect: De epidermale groeifactor-receptor (EGFR) speelt een rol bij de sturing van de prenatale ontwikkeling en is mogelijkerwijs essentieel voor normale organogenese, proliferatie en differentiatie bij de ontwikkeling van het embryo. Het is daarom voorstelbaar dat remming van EGFR schade toebrengt aan het kind.

Advies: Gebruik ontraden.

Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens én tot ten minste 2 maanden na de therapie. Uit dieronderzoek is een reversibele verminderde vrouwelijke vruchtbaarheid gebleken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Humaan IgG1 passeert in geleidelijk toenemende mate tijdens het 2e en 3e trimester de placenta.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onbekend. Monoklonale antilichamen hebben een relatief lange eliminatiehalfwaardetijd en kunnen nog enkele maanden aanwezig zijn in het bloed van het kind. Nadelige effecten zijn niet uitgesloten.

Advies: Gebruik tijdens de zwangerschap ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 5 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Vanwege de molecuulgrootte wordt geen passieve overgang van panitumumab in de moedermelk verwacht. Het is onbekend of een actieve overgang plaatsvindt. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel ontraden óf het geven van borstvoeding ontraden tijdens de behandeling én gedurende 2 maanden na de laatste dosis.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Eventueel via de moedermelk ingenomen antilichamen worden waarschijnlijk in het maag-darmkanaal van de pasgeborene geïnactiveerd; antilichamen worden oraal niet geabsorbeerd.

Advies: Desondanks ontraadt de fabrikant het geven van borstvoeding de eerste paar dagen na de geboorte.

Contra-indicaties

  • interstitiële pneumonitis of pulmonale fibrose;
  • bij combinatie met chemotherapieregimes die oxaliplatine bevatten: tumoren met een RAS-mutatie of een onbekende RAS-status.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Dermatologisch gerelateerde reacties als farmacologisch effect bij epidermale groeifactorreceptor (EGFR)-remmers treden bij 94% van de patiënten op, waarvan bij 23% sprake is van een ernstige reactie of complicatie zoals necrotiserende fasciitis en sepsis. Zonlicht kan mogelijke huidreacties verergeren; een preventieve huidbehandeling wordt aanbevolen met onder meer een vochtinbrengende crème, een zonnebrandmiddel (SPF > factor 15), een steroïdcrème (niet sterker dan 1% hydrocortison) en/of eventueel een oraal antibioticum (bv. doxycycline). Hierbij 's ochtends de vochtinbrengende crème en het zonnebrandmiddel aanbrengen en 's avonds de steroïdcrème; het gaat vooral om de huid van gezicht, handen, voeten, nek, rug en borst. Controleer bij dermatologische reacties of weke delen-toxiciteit op inflammatoire of infectieuze complicaties en behandel deze direct; de mediane tijd tot optreden van de eerste symptomen is 10 dagen.

Als pulmonale symptomen acuut ontstaan of verergeren, de toediening onderbreken en controleren op interstitiële longziekte (ILD). Na bevestiging van de diagnose ILD de behandeling definitief staken.

Infusiegerelateerde reacties kunnen ook ná 24 uur na toediening optreden; aangezien deze fataal kunnen verlopen de patiënt instrueren direct contact op te nemen bij het optreden van deze late reactie.

Ernstige gevallen van keratitis en keratitis ulcerosa, die kunnen leiden tot corneaperforatie, zijn gemeld. Bij het optreden van symptomen van keratitis (pijnlijk/rood oog, wazig zien, lichtgevoelig, verhoogde traanproductie) de patiënt direct doorverwijzen naar een oogarts; indien keratitis ulcerosa is vastgesteld, de therapie met panitumumab onderbreken of definitief staken. Indien keratitis wordt vastgesteld de voordelen en risico's van continueren van de behandeling zorgvuldig afwegen. Het dragen van contactlenzen en zeer droge ogen in de voorgeschiedenis zijn een risicofactor voor keratitis en ulceratie.

Water en elektrolyten: magnesium-, calcium- en kaliumspiegels vóór en regelmatig tijdens de therapie controleren (Mg en Ca tot 8 weken na beëindigen van de behandeling). In verband met het risico van nierfalen de patiënt instrueren direct contact op te nemen bij het optreden van ernstige diarree met dehydratie.

De veiligheid en werkzaamheid zijn niet onderzocht bij kinderen < 18 jaar en bij patiënten met een gestoorde lever– of nierfunctie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Infusiegerelateerde reacties (IRR's) komen bij ca. 38–46% van de patiënten voor. Vrijwel alle IRR's begonnen tijdens de eerste infusie en verdwenen grotendeels op dezelfde dag. De meest voorkomende symptomen zijn dyspneu, hoesten, koude rillingen en misselijkheid. De meest voorkomende ernstige symptomen zijn o.a. hypertensie en dyspneu. Maar ook anafylactische reactie is gemeld. Geef voorafgaand aan het begin van elke toediening isatuximab-premedicatie. Controleer regelmatig de vitale functies tijdens de gehele infusie. Onderbreek, indien nodig, de infusie. Staak de behandeling definitief bij blijvende, recidiverende of ernstige (waarvoor ziekenhuisopname nodig is) klachten.

Controleer het volledige bloedbeeld regelmatig tijdens de behandeling en controleer bij neutropenie op tekenen van infectie. Overweeg toediening van isatuximab uit te stellen of koloniestimulerende factoren (zoals G-CSF) toe te dienen. Dosisverlaging van isatuximab wordt niet aanbevolen. Neutropenie (graad 3–4) is bij de combinatie met pomalidomide bij ca. 85% van de patiënten gemeld als laboratoriumafwijking en bij ca. 45% van de patiënten als neutropenische complicatie. Bij de combinatie met carfilzomib waren deze percentages lager, namelijk respectievelijk ca. 19% en 4%.

Controleer zorgvuldig op tekenen van infectie. Overweeg antibacteriële en antivirale profylaxe tijdens de behandeling.

Beoordeel vóór en tijdens de behandeling zorgvuldig op tweede primaire maligniteiten (SPM's). Bij ca. 4% van de patiënten die behandeld worden met isatuximab zijn SPM's gemeld. Plaveiselcelcarcinoom komt het vaakst voor.

Isatuximab is een humaan IgGκ-antilichaam en kan interfereren met de klinische monitoring van endogeen M-proteïne (middels serumproteïne-elektroforese (SPE) of immunofixatie (IFE)). Het kan daardoor bij patiënten met IgGκ-myeloomproteïne invloed hebben op de bepaling van de complete respons en van de ziekteprogressie. Overweeg het gebruik van een gevalideerde isatuximab-specifieke IFE-test bij patiënten met een aanhoudende zeer goede partiële respons waarbij interferentie met isatuximab wordt vermoed. Verder komt CD38 in geringe mate tot expressie op rode bloedcellen; isatuximab kan daardoor aanleiding geven tot fout-positieve serologische testen, zoals de indirecte Coombs-test, tot ca. 6 maanden na de laatste infusie. Typeer en screen patiënten voorafgaand aan de behandeling. Informeer het bloedtransfusiecentrum over deze interferentie met serologische testen als een bloedtransfusie is gepland.

Onderzoeksgegevens: er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar. De gegevens zijn beperkt in de populatie ouderen ≥ 85 jaar.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met isatuximab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Monoklonaal antilichaam. Panitumumab is een recombinant, volledig humaan IgG2 monoklonaal antilichaam dat met grote affiniteit en specificiteit bindt aan de humane EGFR (epidermale groeifactor-receptor). EGFR behoort tot de subfamilie van type 1–receptor–tyrosinekinasen en stimuleert via activatie van het KRAS–gen de groei van cellen in normaal epitheelweefsel, inclusief de huid en haarfollikels. EGFR komt ook op verschillende soorten tumorcellen tot expressie. De binding van panitumumab aan EGFR leidt tot internalisatie van de receptor, remming van de celgroei, inductie van apoptose en afname van de productie van interleukine-8 en de vasculaire endotheliale groeifactor.

Kinetische gegevens

T 1/2el ca. 7,5 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Humaan immunoglobuline G1 (IgG1κ) monoklonaal antilichaam, geproduceerd in ovariumcellen van de Chinese hamster met behulp van recombinant-DNA-techniek. Isatuximab bindt zich aan een specifiek extracellulair epitoop van het CD38-eiwit, een glycoproteïne dat in hoge mate tot expressie komt op het oppervlak van multipel myeloom-tumorcellen. Daarnaast komt het CD38-eiwit in variërende mate voor op het oppervlak van andere celtypen (bv. rode bloedcellen) en weefsels. In in vitro-studies met isatuximab is immunologisch gemedieerde tumorceldoding gezien, waarschijnlijk door complementafhankelijke cytotoxiciteit (CDC), antilichaamafhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC) en antilichaamafhankelijke cellulaire fagocytose (ADCP). In vitro activeerde isatuximab tevens tumorceldood door inductie van apoptose via een Fc-onafhankelijk mechanisme.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,125 l/kg.
Metabolisering (waarschijnlijk) op dezelfde wijze als endogeen IgG via katabolische routes tot kleine peptiden en aminozuren.
T 1/2el ca. 28 dagen.
Overig de klaring van isatuximab neemt toe met toenemend lichaamsgewicht.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

panitumumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Groepsinformatie

isatuximab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".