Samenstelling
Triamcinolon-Salicylzuur Crème/Oplossing/Smeersel FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Crème (0,1%/5%)
Bevat per g: triamcinolonacetonide 1 mg, salicylzuur 50 mg. Basis: Lanettecrème I FNA. Conserveermiddel: sorbinezuur.
- Toedieningsvorm
- Oplossing (0,1%/2%)
Bevat per g: triamcinolonacetonide 1 mg, salicylzuur 20 mg. Basis: alcohol 70 % v/v.
- Toedieningsvorm
- Smeersel (0,1%/5%)
Bevat per g: triamcinolonacetonide 1 mg, salicylzuur 50 mg. Basis: Lanettesmeersel FNA. Conserveermiddel: sorbinezuur.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Hydrocortison-Ureum Zalf FNA (acetaat) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Bevat per g: hydrocortisonacetaat 10 mg, ureum 100 mg. Basis: cetomacrogolzalf FNA.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Volgens de NVDV-Richtlijn Constitutioneel eczeem (p.77, 2019) is het niet zinvol om combinaties met penetratiebevorderende middelen voor te schrijven, aangezien de huid bij constitutioneel eczeem vaak al een verminderde penetratiebarrière heeft.
Bij seborroisch eczeem kunnen niet-medicamenteuze maatregelen klachten verminderen. Overweeg bij milde vormen van hoofdroos, een behandeling met shampoo met zinkpyrithion of piroctone. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol of seleensulfide tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd, of bij onvoldoende effect een klasse 2–corticosteroïd toe. Voeg eventueel ureum of salicylzuur toe om dikke korsten sneller te laten verdwijnen. In geval van ‘berg’ bij kinderen kan meestal volstaan worden met het afweken van de schilferlaag met olie. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol, tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd toe.
Behandel psoriasis in eerste instantie lokaal met indifferente middelen, zo nodig gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd. Voeg bij onvoldoende effect een lokaal vitamine D-analoog toe. Stap bij onvoldoende effect hiervan over op een klasse 4-corticosteroïd. Bouw na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analoga af tot een intermitterende behandeling. Continueer de indifferente middelen dagelijks. Om een schilferlaag te verwijderen kan een ontschilferingsmiddel worden toegepast. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien heeft een klasse 2-corticosteroïd de voorkeur. De keuze voor een applicatievorm is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (o.a. wel of niet behaarde hoofdhuid) en in belangrijke mate ook van de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.
Advies
Volgens de NVDV-Richtlijn Constitutioneel eczeem (2019) is het niet zinvol om combinaties met penetratiebevorderende middelen voor te schrijven aangezien de huid bij constitutioneel eczeem vaak al een verminderde penetratiebarrière heeft. Zie voor de behandeling constitutioneel eczeem.
Bij seborroisch eczeem kunnen niet-medicamenteuze maatregelen klachten verminderen. Overweeg bij milde vormen van hoofdroos, een behandeling met shampoo met zinkpyrithion of piroctone. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol of seleensulfide tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd, of bij onvoldoende effect een klasse 2–corticosteroïd toe. Voeg eventueel ureum of salicylzuur toe om dikke korsten sneller te laten verdwijnen. In geval van ‘berg’ bij kinderen kan meestal volstaan worden met het afweken van de schilferlaag met olie. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol, tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd toe.
Indicaties
- Crème: eczeem en psoriasis.
- Oplossing: seborroïsch eczeem van de behaarde hoofdhuid.
- Smeersel: eczeem en psoriasis van de behaarde hoofdhuid.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van ontstekingsverschijnselen en jeuk van oppervlakkige, steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen zoals droog eczeem.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Let op: De oplossing bevat alcohol en is licht ontvlambaar; contact met open vuur of ontstekingshaarden vermijden.
Eczeem en psoriasis:
Volwassenen en kinderen > 2 jaar
Crème en smeersel: Aanvankelijk 1–2×/dag dun aanbrengen op de aangedane huid (crème) of behaarde hoofdhuid (smeersel), bij verbetering overgaan op 1×/dag en verder afbouwen tot gebruik 2–3 dagen/week. Hierbij de algemene richtlijnen voor het aanbrengen van corticosteroïdpreparaten in acht nemen en doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE). Alleen kortdurend en op kleine huidoppervlakken gebruiken vanwege het risico van salicylaatintoxicatie.
Seborroïsch eczeem van de behaarde hoofdhuid:
Volwassenen en kinderen > 2 jaar
Oplossing: 1×/dag aanbrengen op de aangedane plek op de behaarde hoofdhuid, na verbetering elke 2–3 dagen aanbrengen. Oplossing dun aanbrengen; deze mag niet van het hoofd afdruipen. Maximaal ca. 5 milliliter per dag gebruiken. Alleen kortdurend en op kleine huidoppervlakken gebruiken vanwege het risico van salicylaatintoxicatie.
Toedieningsinformatie: vermijd contact met en rond de ogen, slijmvliezen en nabij wondjes en was de handen na gebruik of gebruik een vingercondoom. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Toedieningsinformatie. Breng een indifferent middel minstens één uur na het corticosteroïd-salicylzuurpreparaat aan.
Doseringen
Oppervlakkige, steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen zoals droog eczeem:
Volwassenen en kinderen > 1 jaar
1–2× per dag dun op de huid aanbrengen, na verbetering frequentie verminderen en verder afbouwen tot gebruik enkele dagen achtereen/week; kinderen 1–2 jaar max. 30 g/week, kinderen ≥ 2 jaar max. 60 g/week en volwassenen max. 100 g/week gebruiken.
Bij een vergeten dosis alsnog aanbrengen, echter niet vaker dan 1×/12 uur. Bij per ongeluk afwassen binnen een half uur na aanbrengen, kan de zalf wel opnieuw worden aangebracht.
Toediening
- Doseer aan de hand van vingertopeenheden (VTE) om zowel over- als onderdosering te voorkomen; zie tabel 9 op p. 23 van de NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019).
- Was na aanbrengen de handen of gebruik een vingercondoom.
- Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.
Bijwerkingen
Voorbijgaande prikkeling, jeuk en branderigheid (verdwijnt meestal na enkele minuten), m.n. bij aanbrengen op het gezicht, in huidplooien of op een beschadigde en ontstoken huid. Soms lokale overgevoeligheidsreacties, huidinfecties.
Verder zijn gemeld na langdurig gebruik (> 3 weken): dunner worden van de (epi)dermis, periorale dermatitis, teleangiëctasieën, striae atrophicae, hypo- of hyperpigmentatie, hypertrichose. Cataract en verhoogde oogdruk. Vertraging van de lengtegroei bij kinderen.
Systemische bijwerkingen (salicylaatintoxicatie) na toepassing op grote huidoppervlakken, op beschadigde huid en/of onder occlusie is mogelijk, zoals hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, zweten, snellere ademhaling, oorsuizen, doofheid, verwardheid. Kinderen zijn hier extra gevoelig voor.
Meer informatie:
Bijwerkingen
Voorbijgaande prikkeling, branderigheid en andere irritatie van de huid (verdwijnt meestal na enkele minuten), m.n. bij aanbrengen op het gezicht, in huidplooien of op een beschadigde en ontstoken huid. Soms lokale overgevoeligheidsreacties, huidinfecties. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verder zijn gemeld na langdurig gebruik (> 3 weken): huidatrofie. Soms periorale dermatitis, teleangiëctasieën, striae atrophicae, hypo- of hyperpigmentatie, hypertrichose. Cataract en verhoogde oogdruk bij gebruik rond de ogen. (Zeer geringe) vertraging van de lengtegroei bij kinderen.
Bij langdurig (weken tot maanden) en overmatig gebruik kunnen systemische bijwerkingen optreden.
Verder kunnen nog bijwerkingen optreden zoals aangegeven in de geneesmiddelteksten van de afzonderlijke stoffen hydrocortison (in de dermatologie) en ureum.
Interacties
Niet gebruiken vlak voor een UVB-behandeling.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Triamcinolonacetonide en salicylaten passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens is bij lokaal gebruik van corticosteroïden op de huid geen vergroot risico op congenitale afwijkingen aangetoond. Er is ruime ervaring met klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden. Salicylzuur: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken. Bij lokale toediening van salicylzuur treedt 9–25% absorptie op; deze neemt toe bij gebruik onder occlusie.
Farmacologisch effect: Bij uitgebreid gebruik (langdurig, grote hoeveelheden op grote of beschadigde huidoppervlakken, onder occlusie) van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, mits kortdurend, op kleine huidoppervlakken en zonder occlusie toegepast.
Zwangerschap
Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Bij dieren zijn corticosteroïden in hoge systemische doses schadelijk gebleken (schisis). Bij de mens bij systemisch gebruik geen duidelijke aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij cutane toediening van corticosteroïden is de te verwachten systemische blootstelling minimaal. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de systemische blootstelling toe. Bij gebruik van klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden zullen naar verwachting geen relevante bloedspiegels optreden die leiden tot systemische effecten bij de moeder of bij de foetus.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (triamcinolonacetonide). Ja (salicylzuur).
Farmacologisch effect: Bij uitgebreid gebruik (langdurig, op een groot of beschadigd huidoppervlak, onder occlusie) kan het optreden van relevante bloedspiegels bij de moeder en het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling niet worden uitgesloten (triamcinolonacetonide, salicylzuur).
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, mits kortdurend, op kleine huidoppervlakken en zonder occlusie toegepast.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (hydrocortisonacetaat). Ureum is van nature aanwezig in moedermelk. Bij toepassing van klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden bij de moeder zijn ongewenste effecten bij de zuigeling via de moedermelk onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Bij toepassing op de borst, het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon maken.
Contra-indicaties
- onbehandelde huidinfecties, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, of parasiet;
- ongenezen wonden, ulcereuze huidaandoeningen;
- bijwerkingen door triamcinolonacetonide (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
- gebruik op grote huidoppervlakken;
- kinderen < 2 jaar (zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen);
- overgevoeligheid voor corticosteroïden;
- overgevoeligheid voor salicylaten.
Contra-indicaties
- onbehandelde huidinfecties, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, of parasiet;
- ongenezen wonden, ulcereuze huidaandoeningen;
- bijwerkingen door eerder toegepaste dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden;
- kinderen < 1 j. in verband met irritatie en risico op uremie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toedieningsinformatie: vermijd contact met en rond de ogen, slijmvliezen, genitaliën en nabij wondjes; in geval van contact overvloedig spoelen met water. Wees voorzichtig bij gebruik onder occlusie (niet onder luiers) zoals in huidplooien, op het gezicht en op beschadigde huidoppervlakken, vanwege de toegenomen kans op irritatie (salicylzuur), andere lokale bijwerkingen en systemische bijwerkingen. Niet toepassen gedurende lange periode of op grote gedeelten van het lichaam in verband met het risico van salicylaatintoxicatie. Wees voorzichtig bij gebruik op de extremiteiten bij een verminderde perifere doorbloeding vanwege een risico op huidulceratie.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op de symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. Laat patiënt contact opnemen indien de jeuk na twee weken niet is verminderd, bij aanhoudende of hevige irritatie, huidatrofie en periorale dermatitis; zie de rubriek Bijwerkingen.
Het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren.
Bij kinderen vanwege het risico op salicylaatintoxicatie alleen toepassen op kleine huidoppervlakken. Niet gebruiken bij kinderen < 2 jaar; wees voorzichtig bij kinderen 2–4 jaar. Wees voorzichtig bij kinderen met waterpokken, influenza of andere virale infecties vanwege een kans op het syndroom van Reye.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: wees voorzichtig bij gebruik in de buurt van de ogen. Contact met de ogen vermijden; in geval van contact overvloedig spoelen met water. Wees voorzichtig bij gebruik op dunne huidgedeelten zoals in het gezicht, huidplooien en genitaliën, vanwege de toegenomen kans op irritatie (ureum) en andere lokale bijwerkingen. Wees voorzichtig bij het gebruik onder occlusie (niet onder luiers) en gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en huidplooien (occlusie), vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op de symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert of verergert op een op zich juiste behandeling. Laat patiënt contact opnemen indien jeuk na twee weken niet is verminderd, bij aanhoudende of hevige irritatie, huidatrofie en periorale dermatitis; zie de rubriek Bijwerkingen.
Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.
Het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren.
Wees voorzichtig bij het gebruik bij kinderen (relatief groot huidoppervlak en dunne huid) en ouderen (dunne huid) vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen. Niet onder luiers gebruiken vanwege het occlusieve effect.
Overdosering
Bij toepassing gedurende lange perioden, op grote gedeelten van het lichaam, onder occlusie, op ontstoken of beschadigde huid of bij (jonge) kinderen kan een salicylaatintoxicatie optreden (zie ook onder Bijwerkingen). Voor verdere informatie over een salicylaatintoxicatie zie toxicologie.org/salicylaten en vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Triamcinolonacetonide is een matig sterkwerkend corticosteroïd, klasse 2. Het heeft in combinatie met salicylzuur een werking op de huid die vergelijkbaar is met de werking van sterk werkende corticosteroïden (klasse 3). Dermatocorticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Salicylzuur werkt keratolytisch en heeft daardoor een ontschilferende werking op de huid. Tevens zorgt de keratolytische werking ervoor dat de onderliggende huidlagen toegankelijker worden voor triamcinolonacetonide (penetratiebevordering).
Kinetische gegevens
Resorptie | Triamcinolonacetonide kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Salicylzuur, occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie van triamcinolonacetonide. Salicylzuur: absorptie 9–25% door de huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie van salicylzuur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Hydrocortisonacetaat is een zwak werkend corticosteroïd, klasse 1. Het heeft in combinatie met ureum een werking op de huid die vergelijkbaar is met de werking van matig-sterk werkende corticosteroïden (klasse 2). Het heeft een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Hydrocortisonacetaat onderdrukt de ontstekingsreactie en symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – aandoeningen. Ureum heeft hygroscopische en keratolytische eigenschappen, waardoor de dichte structuur van de hoornlaag wat losser wordt zodat de penetratie van het corticosteroïd in de huid wordt verhoogd. Bovendien wordt door ureum meer water vastgehouden, zodat de droogheid vermindert en de hydratatie van de huid toeneemt. Werking: erytheem, schilfering en jeuk verminderen binnen enkele dagen.
Kinetische gegevens
Resorptie | Hydrocortison kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Ureum, occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
triamcinolon/salicylzuur hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie) (D07BB01) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/cinchocaïne/framycetine (C05AA01) Vergelijk
- hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
- miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
hydrocortison/ureum hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie) (D07BB01) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/cinchocaïne/framycetine (C05AA01) Vergelijk
- miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk