Geneesmiddelenoverzicht antitrombotica, enzymen

Deze hoofdrubriek bevat 3 rubrieken:

antitrombotica, enzymen

Werking

Werkingsmechanisme

Trombolytica (alteplase, tenecteplase, urokinase):

  • activeren het natuurlijke mechanisme van het lichaam om stolsels op te lossen door de omzetting van plasminogeen in plasmine te bevorderen. Plasmine breekt het fibrinenetwerk in de trombus af.

Proteïne C:

  • Proteïne C wordt in de lever omgezet in geactiveerd proteïne C (APC) op het endotheeloppervlak. APC inactiveert de geactiveerde vormen van factor V en VIII. Hierdoor neemt de trombinevorming af. APC beschikt tevens over profibrinolytische effecten.

ADAMTS13:

  • ADAMTS13 reguleert, als enzymvervangingstherapie, de activiteit van von Willebrand-factor (vWF) door grote en extra grote vWF-multimeren te splitsen tot kleinere eenheden en zo de bloedplaatjes-bindende eigenschappen van vWF en de neiging tot het vormen van microtrombi te verlagen.

Effect

Trombolytica (alteplase, tenecteplase, urokinase):

  • oplossen van de gevormde trombus of embolie.

Proteïne C:

  • sterk anticoagulerend effect; hierdoor worden trombotische complicaties bij proteïne C-deficiëntie behandeld of vermeden.

ADAMTS13:

  • afname van de spontane vorming van vWF-bloedplaatjes-microtrombi; hierdoor daalt de incidentie van acute TTP-episodes bij congenitale trombotische trombocytopenische purpura (cTTP).

Typerende bijwerkingen

Zie voor de bijwerkingen van proteïne C en ADAMTS13 de betreffende geneesmiddelteksten.

Trombolytica (alteplase, tenecteplase, urokinase):

Relatief frequent

  • bloedingen;
  • hypotensie, voorbijgaand.

Minder frequent

  • trombo-embolische complicaties;
  • reperfusie aritmieën.

Meer informatie

Trombolytica (alteplase, tenecteplase, urokinase):

De belangrijkste bijwerkingen van trombolytica zijn bloedingen. Deze bloedingen worden veroorzaakt doordat trombolytica niet alleen de gevormde trombi oplossen, maar ook fibrine op de plaats van een wond. Bloedingen bij trombolytica blijven meestal beperkt tot de punctieplaats, maar ook bloedingen in het maag-darmstelsel, het nasofaryngeale gebied en het urogenitale stelsel komen soms voor. Intracraniële bloedingen zijn zeldzaam, maar vormen een belangrijk risico; ze hebben vaak een fataal of ernstig, invaliderend beloop. Risicofactoren zijn een leeftijd > 65 jaar, vrouwelijk geslacht, etnische factoren, hypertensie bij opname en een eerder doorgemaakt CVA.

Voorbijgaande hypotensie is bij alle trombolytica beschreven. Een door plasmine veroorzaakte stijging van bradykinine speelt hierbij waarschijnlijk een rol. De hypotensie ontstaat kort na aanvang van de therapie en kan gepaard gaan met bradycardie, overmatig blozen en angst. Hypotensie kan bij toepassing bij een myocardinfarct een gevolg zijn van het infarct zelf, of een reactie zijn op de door trombolyse geïnduceerde reperfusie. Dit geldt ook voor reperfusie aritmieën, die eveneens bij toepassing van trombolytica worden gezien. Voorbijgaande ventriculaire tachycardie komt hierbij het vaakst voor.

Trombo-embolische complicaties, zoals een longembolie, kunnen het gevolg zijn van de afbraak van een trombus tijdens trombolyse.

Kosten

Kosten laden…

Vergelijken

antitrombotica, enzymen vergelijken met een andere geneesmiddelgroep.

Zie ook

Indicaties

Bronnen