magnesiumhydroxide
Samenstelling
Magnesiumhydroxide XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 724 mg
Komt overeen met 500 mg magnesiumoxide.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Maagklachten: Start bij een (eerste) episode van maagklachten empirisch met medicatie, waarbij de mate van maagzuurremming stapsgewijs wordt opgehoogd. Achtereenvolgens is dit: een antacidum (bij voorkeur algeldraat/magnesiumhydroxide) of mucosaprotectivum (sucralfaat), een H2-antagonist (bij voorkeur famotidine), een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten). Bouw de protonpompremmer of H2-antagonist na 4 weken gebruik af.
Endoscopische bevindingen: Geef bij een endoscopisch aangetoonde oesofagitis graad A en B een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten) gedurende 8 weken en bouw deze vervolgens af. Bij H. pylori-negatieve ulcera en H. pylori-negatieve erosieve gastritis of bulbitis is de behandelduur 4 weken. Bij oesofagitis graad C en D is het gebruik van een protonpompremmer levenslang.
Afbouwen: Halveer de dosis van de protonpompremmer of H2-antagonist wekelijks tot de halve standaarddosis, staak vervolgens na één week helemaal. Dus bij gebruik van de standaarddosis 1 week de dosering halveren en daarna stoppen. Adviseer bij klachten tijdens of na afbouwen zo nodig gedurende max. drie weken een antacidum of mucosaprotectivum. Geef bij hinderlijke of recidiverende klachten een H2-antagonist en staak deze na één maand; probeer bij klachten uit te komen met een antacidum.
Offlabel: Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie gaat de voorkeur uit naar macrogol (met of zonder elektrolyten) of lactulose, vanwege de osmotische werking, de klinische ervaring en het gebruiksgemak. Bij onvoldoende effect komt een contactlaxans (bisacodyl of sennosiden A+B) in aanmerking. Kies bij ernstige klachten voor rectale medicatie ter lediging van het rectum. Magnesiumoxide is een alternatief voor macrogol of lactulose als om praktische redenen de voorkeur uitgaat naar een vaste toedieningsvorm.
Offlabel: Om obstipatie door opioïdgebruik te voorkomen, zijn laxantia volgens standaardbehandeling aangewezen vanaf de start van de behandeling met het opioïd.
Indicaties
Klachten veroorzaakt door hyperaciditeit, zoals bij
- indigestie,
- zuurbranden,
- ulcus pepticum,
- gastritis,
- lichte reflux-oesofagitis.
Offlabel
- obstipatie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hyperaciditeit
Volwassenen
1-2 tabletten 1 uur na elke maaltijd en voor het slapen gaan, zo nodig aangevuld met tussentijdse doses van 1 tablet iedere 2 uur.
Offlabel: Obstipatie
Volwassenen
1-2 tabletten 3×/dag.
Toediening: De tabletten eerst goed kauwen en dan met een ruime hoeveelheid water doorslikken.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): diarree.
Zelden (0,01-0,1%): nierstenen.
Verder zijn gemeld: osteomalacie. Buikpijn. Hypermagnesiëmie (vooral bij langdurig gebruik van hoge doses en bij ernstige nierfunctiestoornissen; met als mogelijke symptomen hypotensie, misselijkheid en braken, ademhalingsdepressie, bradycardie en coma).
Interacties
Gelijktijdige inname van o.a. tetracyclinen, digoxine, ijzer of ciprofloxacine kan de absorptie van deze middelen aanzienlijk verminderen. Bisfosfonaten, bisacodyl, cimetidine, atropine oraal: ten minste 1 uur voor de magnesiumoxide innemen. Cefuroxim, itraconazol, ketoconazol, tetracyclinen, thyreomimetica, digoxine, ijzerzouten, fluoride (met uitzondering van lage dosis bij cariësprofylaxe), chloorpromazine, isoniazide: ten minste 2 uur voor de magnesiumoxide innemen. Chinolonen ten minste 4 uur voor de magnesiumoxide innemen of magnesiumoxide tijdelijk staken of vervangen.
Door verhoging van de pH van de urine kan daling van salicylaatspiegel en stijging van kinidinespiegel optreden.
De absorptie van mycofenolzuur wordt geremd, de combinatie vermijden.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ruime ervaring).
Advies: Kan overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Magnesium komt van nature voor in de moedermelk; de toename die magnesiumhydroxide veroorzaakt, is waarschijnlijk niet klinisch relevant.
Advies: Kan overeenkomstig voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
ernstige nierfunctiestoornis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Chronisch gebruik vermijden omdat hypermagnesiëmie kan ontstaan (symptomen: hypotensie, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, bradycardie, coma). Wees voorzichtig bij een nierfunctiestoornis vanwege meer kans op hypermagnesiëmie.
Bij gebruik als antacidum: Bij alarmsymptomen zoals fors onbedoeld gewichtsverlies, veelvuldig braken, dysfagie, hematemese of melaena, een maligne aandoening uitsluiten. Magnesiumhydroxide kan de symptomen van maagcarcinoom maskeren.
Overdosering
Symptomen
Coma, apneu of tachypneu, spierverlammingen en aritmie, als gevolg van hypermagnesiëmie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met magnesiumhydroxide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
De werking als antacidum berust op de neutralisering van maagzuur. Door stijging van de pH neemt de proteolytische werking van maagsap af. De werking als laxans komt tot stand door het osmotische effect van slecht absorbeerbare stoffen die water in de darm aantrekken en vasthouden; hierdoor wordt de peristaltiek bevorderd. Magnesiumzouten zouden bovendien het vrijkomen van cholecystokinine uit de darmwand bevorderen. Cholecystokinine leidt tot accumulatie van water en elektrolyten in de darm en tot een toename van de peristaltiek. Laxerende werking binnen 2-8 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | 15–30% (magnesium). |
Eliminatie | via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
magnesiumhydroxide hoort bij de groep antacida.