Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

avelumab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FF04

Sluiten

serplulimab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FF12

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Bavencio XGVS Merck bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 10 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Hetronifly Aanvullende monitoring Accord Healthcare bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor Infusievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 10 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor de behandeling van Merkel-celcarcinoom bestaan lokale protocollen.

Zie voor de behandeling van niercelcarcinoom de geldende richtlijn op richtlijnendatabase.nl.

  • ZIN-rapport 2020 avelumab Bavencio® icm Inlyta® eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met gevorderd niercelcarcinoom
  • ZIN-rapport 2021 avelumab Bavencio® eerstelijns onderhoudsbehandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom die progressievrij zijn na platina-gebaseerde chemotherapie

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Indicaties

  • Gemetastaseerd Merkelcel-carcinoom (MCC) als monotherapie bij volwassenen;
  • Lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom (UC) als monotherapie voor de eerstelijns-onderhoudsbehandeling van volwassenen die progressievrij zijn na chemotherapie die platina bevat;
  • Gevorderd niercelcarcinoom (RCC) in combinatie met axitinib als eerstelijnsbehandeling bij volwassenen.

Indicaties

Uitgebreide ziekte van kleincellig longcarcinoom (ED-SCLC) bij volwassenen, als eerstelijnsbehandeling in combinatie met carboplatine en etoposide.

Doseringen

Voorafgaand aan de eerste 4 infusies premedicatie geven: een antihistaminicum en paracetamol. Daarna premedicatie geven indien nog noodzakelijk.

Klap alles open Klap alles dicht

Gemetastaseerd Merkel-celcarcinoom, lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom en gevorderd niercelcarcinoom

Volwassenen (incl. ouderen)

800 mg elke 2 weken, i.v. gedurende 60 min. Zie voor de dosering van (oraal) axitinib axitinib#doseringen. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. De behandeling kan ook voortgezet worden bij radiologisch aangetoonde ziekteprogressie die niet gepaard gaat met een significante klinische achteruitgang, zonder verandering in performance status gedurende meer dan twee weken en geen noodzaak van salvage-therapie.

Verminderde nierfunctie: bij lichte of matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) hoeft de dosering niet te worden aangepast; er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een eventuele dosisaanpassing bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min).

Verminderde leverfunctie: bij lichte leverfunctiestoornis (bilirubine ≤ ULN en ASAT > ULN óf bilirubine 1–1½ × ULN) hoeft de dosering niet te worden aangepast; er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een eventuele dosisaanpassing bij een matig-ernstige of ernstige leverfunctiestoornis.

Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (pneumonitis, colitis, hepatitis (bij monotherapie of in combinatie met axitinib), pancreatitis, myocarditis, nefritis en nierdisfunctie, endocrinopathieën, overige immuungerelateerde bijwerkingen, infusiegerelateerde bijwerkingen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, o.a. tabel 1, en tevens rubriek 4.4). Dosisverlaging of -verhoging wordt ontraden. Zie voor eventuele noodzakelijke dosisaanpassingen (of onderbrekingen/staken) van axitinib#doseringen bij speciale patiëntgroepen, bij combinatie met sterke CYP3A4-remmers of -inductoren en bij toxiciteit de geneesmiddeltekst.

Toediening: het concentraat volgens de instructies van de fabrikant verdunnen en via een intraveneuze lijn met een in-line- of 'add-on'-filter (0,2 microm met lage eiwitbinding) gedurende 60 min toedienen. Niet toedienen als een i.v.-push- of bolusinjectie.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Kleincellig longcarcinoom

Volwassenen (incl. ouderen)

I.v. 4,5 mg/kg lichaamsgewicht elke 3 weken. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.

Dosisverhoging- of verlaging van serplulimuab wordt ontraden. Op basis van de individuele verdraagbaarheid en veiligheid kan het nodig zijn de behandeling te onderbreken of staken. Het onderbreken van de behandeling gedurende maximaal 12 weken is acceptabel. Zie voor richtlijnen voor onderbreken of staken van de behandeling bij immuungemedieerde bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.2 tabel 1.

Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30-89 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Over gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring <30 ml/min) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een dosisaanbeveling.

Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie ((bilirubine ≤ ULN en ASAT > ULN of bilirubine > 1 tot 1,5 × ULN en elke ASAT) is geen dosisaanpassing nodig. Over gebruik bij een matig tot ernstige verminderde leverfunctie (bilirubine > 1,5 × ULN en elke ASAT) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een dosisaanbeveling.

Toediening

  • Voor i.v. infusie. Niet toedienen als i.v. push- of bolusinjectie.
  • Vóór gebruik de totale benodigde dosis verdunnen met 0,9% NaCl.
  • De initiële infusiesnelheid is 100 ml per uur. Als de eerste infusie goed wordt verdragen, kunnen alle volgende infusies worden ingekort tot 30 minuten (± 10 minuten).
  • Dien serplulimab altijd als eerste toe, gevolgd door chemotherapie op dezelfde dag. Gebruik voor elke infusie aparte infuuszakken.

Bijwerkingen

Een aantal bijwerkingen hebben een immuungemedieerde achtergrond. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Monotherapie

Zeer vaak (> 10%): infusiereacties. Hoesten, dyspneu. Misselijkheid (bij ca. 25%), braken, diarree, obstipatie, buikpijn. Verminderde eetlust. Gewichtsverlies. Vermoeidheid (bij ca. 32%), perifeer oedeem, koorts. Gewrichtspijn, rugpijn. Anemie.

Vaak (1-10%): hypertensie. (Immuungemedieerde) pneumonitis. Asthenie, koude rillingen, influenza-achtige ziekte. Hoofdpijn, duizeligheid, perifere neuropathie. Droge mond. Huiduitslag (waaronder maculopapuleus), jeuk, droge huid. Spierpijn. (Autoimmuun) hypothyroïdie, hyperthyroïdie, hyponatriëmie. Lymfopenie, trombocytopenie. Stijging van de spiegel van γGT, alkalische fosfatase, amylase, lipase en creatinine.

Soms (0,1-1%): (autoimmuun) colitis, enterocolitis, ileus. (Autoimmuun) hepatitis. Nierfalen. Myasthia gravis, myastheen syndroom. Uveïtis. Myositis, reumatoïde artritis. Hypotensie, overmatig blozen. Guillain-Barrésyndroom, Miller-Fisher-syndroom. Erytheem, eczeem, gegeneraliseerde huiduitslag, dermatitis, exfoliatieve dermatitis psoriasis. Thyroïditis, (acute) bijnierschorsinsufficiëntie, hypopituïtarisme. Hyperglykemie, diabetische ketoacidose. Sarcoïdose (in combinatie met platinabevattende chemotherapie). Eosinofilie. Stijging van de waarden: ALAT, ASAT, creatinekinase.

Zelden (0,01-0,1%): (autoimmuun) myocarditis, pancreatitis, enterocolitis, enterititis, proctitis. Interstitiële longziekte. (Acuut) leverfalen. Tubulo-interstitiële nefritis, niet-infectieuze cystitis. Erythema multiforme, purpura, vitiligo, pemfigoïd, 'systemic Inflammatory Response Syndrome' (SIRS). Overgevoeligheid, waaronder anafylactische reactie. Hyperglykemie, diabetische ketoacidose. Artritis, polyartritis, oligoartritis, syndroom van Sjögren.

Verder is gemeld: polymyalgia rheumatica, neutropenie.

In combinatie met axitinib

Zeer vaak (> 10%): hypertensie (bij ca. 49%). Infusiereacties. Hoesten, dyspneu, dysfonie (bij ca. 33%). Vermoeidheid (bij ca. 43%), koude rillingen, asthenie, koorts. Jeuk. Gewrichtspijn, rugpijn, spierpijn. Misselijkheid (bij ca. 34%), braken, diarree (bij ca. 63%), obstipatie, buikpijn. Hoofdpijn, duizeligheid. Verminderde eetlust. Gewichtsverlies. Hypothyroïdie. Stijging van de waarden ALAT, ASAT.

Vaak (1-10%): hypotensie, blozen. Pneumonitis. Acute nierschade. Perifere neuropathie. Droge mond, colitis. Perifeer oedeem, influenza-achtige ziekte. Overgevoeligheid. Huiduitslag (bv. maculopapuleus, papuleus, erythemateus), acneïforme dermatitis, erytheem, dermatitis, eczeem. Hyperthyroïdie, thyroïditis, bijnierschorsinsufficiëntie. Anemie, trombocytopenie. Afwijkende leverfunctie. Hyperglykemie. Stijging van de spiegel creatinine, amylase, lipase, γGT, alkalische fosfatase, creatinekinase. Daling spiegel TSH.

Soms (0,1-1%): myocarditis. (Autoimmuun) thyroïditis, hypofysitis. (Autoimmuun) hepatitis, hepatotoxiciteit. (Autoimmuun) colitis, enterocolitis, ileus, (autoimmuun) pancreatitis, necrotiserende pancreatitis. Erythema multiforme, psoriasis. Pustuleuze huiduitslag. Diabetes mellitus (type I en II). Myasthia gravis, myastheen syndroom. Lymfopenie, eosinofilie.

Verder is gemeld: scleroserende cholangitis, neutropenie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): longontsteking. Neutropenie, leukopenie, anemie, trombocytopenie, lymfopenie. Hypothyreoïdie, hyperthyreoïdie, hyperglykemie, diabetes mellitus type 1. Hyperlipidemie, verminderde eetlust, hypoproteïnemie, hyperurikemie, verstoring van de elektrolytenbalans. Slapeloosheid. Aritmie. Hoesten. Misselijkheid, obstipatie, buikpijn, diarree, braken. Stijging ALAT, ASAT, AF en γ-GT in het bloed. Huiduitslag, alopecia. Spierpijn. Koorts, asthenie.

Vaak (1-10%): urineweginfectie, luchtweginfectie. Abnormale stollingsfunctietest, granulocytopenie. Infusiegerelateerde reactie. Abnormale schildklerfunctietest, thyroïditis. Gewichtsverlies, hypoglykemie. Paresthesie, hoofdpijn, duizeligheid, perifere neuropathie. Sinustachycardie, geleidingsdefecten, sinusbradycardie, hartfalen, verhoogd N-terminaal proBNP (breinnatriuretisch peptide). Hypertensie, vasculitis. Pneumonitis, dyspneu, borstpijn. Dysfagie, winderigheid, gastro-intestinale stoornis, stomatitis, dyspepsie. Hyperbilirubinemie, leverbeschadiging. Jeuk, dermatitis, hyperhidrose. Artralgie, pijn in ledematen, Verhoogd ureumgehalte in het bloed, eiwit of witte bloedcellen aanwezig in de urine, hematurie, nierbeschadiging, verhoogd creatinine in het bloed, glucosurie. Vermoeidheid, malaise, oedeem. Stijging myoglobine, creatinekinase en troponine in het bloed.

Soms (0,1-1%): septische shock, huidinfectie, infectieuze enteritis, lipinfectie, meningo-encefalitis, herpes. Lymfadenitis. Anafylactische reactie. Bijnierinsufficiëntie, overige schildkieraandoening, hyperadrenocorticisme, hypofysitis. Abnormale waarden van lipoproteïne. Immuungemedieerde encefalitis, duizeligheid, neurotoxiciteit, motorische disfunctie. Wazig zicht. Cardiomyopathie, myocardiale ischemie, pericardiale effusie, verhoogde myocardiale necrosemarker, myocarditis. Droge mond, enteritis, gastritis, immuungemedieerde pancreatitis, tandvleesbloeding. Pigmentatiestoornis, psoriasis, droge huid. Immuungemedieerde myositis, artritis. Rillingen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn van dit middel geen geneesmiddelinteracties bekend.

Door het (relatief) veelvuldig vóórkomen van endocrinopathieën kan een aanpassing van diabetes- of schildkliermedicatie nodig zijn.

Interacties

Er is geen onderzoek gedaan naar interacties. Omdat monoklonale antilichamen niet worden gemetaboliseerd door cytochroom P450 (CYP)-enzymen of andere geneesmiddelmetaboliserende enzymen, zal naar verwachting remming of inductie van deze enzymen door gelijktijdig toegediende geneesmiddelen de farmacokinetiek van serplulimab niet beïnvloeden.

Vermijd voorafgaand aan de behandeling met serplulimab gebruik van systemische corticosteroïdenof andere immunosuppresiva vanwege hun mogelijke interferentie met de farmacodynamische activiteit en werkzaamheid. Voor de behandeling van immuungemedieerde bijwerkingen na het starten met toediening van serplulimab mogen deze middelen wel worden gebruikt .

Zwangerschap

Humaan IgG1 passeert, geleidelijk in toenemende mate, tijdens het 2e en 3e trimester de placenta.

Teratogenese: Onbekend. Bij dieren is bij blokkade van PD-L1-signalering verlies van de foetus gezien. Meer kans op abortus of doodgeboorte wordt niet uitgesloten.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste één maand na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.

Farmacologisch effect: Uit dieronderzoek is gebleken dat remming van de PD1-route embryofoetale toxiciteit veroorzaakt. Van menselijk IgG is bekend dat het de placentabarrière passeert.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 6 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Vanwege de molecuulgrootte wordt geen passieve overgang van avelumab in de moedermelk verwacht. Het is onbekend of een actieve overgang plaatsvindt. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste één maand na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling in de eerste dagen na de geboorte kan niet worden uitgesloten.

Farmacologisch effect: Van menselijke IgG is bekend dat het de eerste paar dagen na de geboorte in de moedermelk wordt uitgescheiden. Daarna neemt dit snel af tot lage concentraties.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden tijdens de eerste dagen na de geboorte. Daarna kan wel borstvoeding worden gegeven.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen relevante contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Observeer de patiënt op klachten en verschijnselen van een infusiereactie zoals koorts, koude rillingen, blozen, hypotensie, dyspneu, piepende ademhaling, rugpijn, buikpijn en urticaria. In klinisch onderzoek trad de eerste infusiereactie in ca. 99% van de gevallen op tijdens de eerste vier infusies, waarvan ca. 3% van CTCAE-graad ≥ 3 was. Bij graad 3- en 4-reacties de behandeling definitief staken.

De meeste immuungemedieerde bijwerkingen bij avelumab monotherapie of in combinatie met axitinib zijn omkeerbaar en kunnen onder controle worden gehouden met tijdelijk of definitief staken van de behandeling, toediening van corticosteroïden en/of ondersteunende zorg. Mogelijk is er een verhoogde kans op immuungemedieerde bijwerkingen bij patiënten met een reeds bestaande auto-immuunziekte. Controleer voortdurend op het optreden van immuungemedieerde bijwerkingen (met name pneumonitis, colitis, nefritis, hypopituïtarisme, endocrinopathieën (hypo-/hyperthyroïdie, bijnierinsufficiëntie, hyperglykemie), hepatitis, pancreatitis, myocarditis, myositis, uveïtis, myasthenia gravis, myastheen syndroom, niet-infectieuze cystitis, Guillain-Barrésyndroom). Op basis van de ernst van een immuungemedieerde bijwerking de behandeling (tijdelijk of definitief) staken en corticosteroïden toedienen. Na verbetering de behandeling met corticosteroïden langzaam afbouwen gedurende ten minste een maand. Overweeg toediening van andere immunosuppressiva indien met de toediening van corticosteroïden geen verbetering optreedt. Avelumab niet hervatten zolang immunosuppressieve doses corticosteroïden of andere immunosuppressiva worden gegeven. Zie voor meer informatie de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en rubriek 4.4), zie de link onder 'Zie ook'.

In combinatie met axitinib zijn enkele fatale gevallen van immuungemedieerde pancreatitis en myocarditis gemeld. Bij de combinatiebehandeling bestaat er méér kans op aan hepatitis-gerelateerde stijgingen van ASAT en ALAT graad 3 en 4 in vergelijking met alléén avelumab. Controleer bij de combinatie daarom vaker op het optreden van deze ziektebeelden.

Onderzoeksgegevens: In de klinische onderzoeken waren patiënten met de volgende aandoeningen uitgesloten: actieve metastase in het CZS, actieve auto-immuunziekte of een voorgeschiedenis ervan, een voorgeschiedenis van andere maligniteiten in de laatste 5 jaar, orgaantransplantatie, aandoeningen waarvoor therapeutische immunosuppressie noodzakelijk is, actieve infectie met HIV, hepatitis B of C. Bij deze patiëntgroepen avelumab met voorzichtigheid gebruiken na afwegen van de voordelen en risico's. Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) en bij een matige tot ernstige leverinsufficiëntie (bilirubine > 1,5 × ULN); hierdoor is niet duidelijk of een dosisaanpassing bij dergelijke patiënten noodzakelijk is. De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Immuungemedieerde bijwerkingen zijn gemeld, waaronder ernstige en fatale gevallen en uitgestelde gevallen die optraden 3-6 maanden na de laatste dosis. Deze bijwerkingen zijn doorgaans reversibel en kunnen meer dan één lichaamssysteem tegelijkertijd aantasten. Gemeld zijn o.a. immuungemedieerde pneumonitis, colitis, hepatitis, nefritis, endocrinopathieën (schildklier- of hypofyseaandoeningen, bijnierinsufficiëntie, hyperglykemie), huidreacties, pancreatitis, myocarditis ën uveïtis. Controleer gedurende de behandeling nauwgezet op tekenen en symptomen van immuungemedieerde bijwerkingen en verricht zo nodig aanvullende diagnostiek. Controleer elke maand de nier- en leverfunctie, en controleer daarnaast de schildklierfunctie, de lipiden- en glucosespiegel. Onderbreek de behandeling bij graad 2 of 3 immuungemedieerde bijwerkingen die voor de eerste keer optreden. Bij de meeste immuungemedieerde bijwerkingen van graad 2 en sommige specifieke van graad 3 of 4 is het advies om de behandeling te onderbreken totdat de bijwerking is hersteld of verbeterd tot graad 1. Staak serplulimab definitief bij elke terugkerende bijwerking van graad 3 en bij elke bijwerking van graad 4, met uitzondering van endocrinopathieën die onder controle worden gehouden met vervangende hormonen. Geef bij immuungemedieerde bijwerkingen van graad 3, 4 en enkele specifieke van graad 2 (bijv. immuungemedieerde pneumonitis, immuungemedieerde myocarditis) een corticosteroïde (1-2 mg/kg/dag prednison of equivalent) of een andere symptomatische behandeling op basis van de klinische symptomen totdat de bijwerking herstelt of verbetert tot graad 1. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.2 tabel 1 en rubriek 4.4.

Controleer nauwgezet op infusiegerelateerde reacties. Bij milde reacties van graad 1 kan de behandeling onder nauwgezette controle worden voortgezet. Bij graad 2 reacties de infusiensnelheid verlagen of de behandeling onderbreken en pre-medicatie overwegen. Bij infusiegererelateerde reacties ≥ graad 3 de behandeling onmiddelijk en definitief staken.

Onderzoeksgegevens

  • Patienten met de volgende kenmerken of aandoeningen werden uitgesloten van klinische onderzoek: een voorgeschiedenis van actieve of eerder gedocumenteerde auto-immuunziekte, actieve tuberculose of hepatitis B of C of hiv-infectie toediening van levend verzwakt vaccin binnen 28 dagen voorafgaand aan serplulimab, een actieve infectie waarvoor systemische anti-infectieuze therapie nodig was binnen 14 dagen voorafgaand aan de eerste dosis, voorgeschiedenis van pneumonitis of interstitiële longziekte, actieve hersenmetastasen, een voorgeschiedenis van significante hart- en vaatziekten (bijv. myocardinfarct binnen een half jaar), een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor een ander monoklonaal antilichaam, systemische immunosuppressiva binnen 14 dagen voorafgaand aan serplulimab.
  • Er zijn geen gegevens over toepassing bij een ernstig verminderde nier- of leverfunctie. Er is geen toepassing bij kinderen < 18 jaar.

Overdosering

In klinisch onderzoek leidde bij enkele gevallen een overdosis avelumab van 5–10% boven de aanbevolen dosis, níet tot significante toxiciteit.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met avelumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergifitiging met serplulimab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum .

Eigenschappen

Monoklonaal antilichaam. Humaan immunoglobuline G1 (IgG1), dat bindt aan 'programmed death'-ligand-1 (PD-L1). Avelumab blokkeert hierdoor de interactie tussen PD-L1 en de 'programmed death'-1-receptoren en B7.1-receptoren (CD80). Dit heft de onderdrukkende effecten van PD-L1 op cytotoxische CD8+-T-cellen op, met als gevolg een herstel van de antitumor-T-celrespons. Ook induceert avelumab 'natural killer'-cel-gemedieerde directe tumorcellysis via antillichaamafhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC).

Kinetische gegevens

V d ca. 0,07 l/kg.
Overig Zeer beperkte extravasculaire distributie.
Metabolisering zoals andere IgG-antilichamen door lokaal aanwezige proteolytische enzymen tot kleine peptiden en aminozuren.
T 1/2el ca. 6 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Serplulimab is een gehumaniseerd monoklonaal IgG4-antilichaam, dat zich bindt aan de geprogrammeerde celdood-1 (PD-1)-receptor, waardoor de interactie tussen PD-1 met de liganden PD-L1 en PD-L2 (checkpointremmers) blokkeert. PD-1 is een negatieve regulator van T-cel-activiteit, die betrokken is bij de controle van T-cel-immuunresponsen. PD-L1 en PD-L2 worden tot expressie gebracht in antigeenpresenterende cellen en door tumoren of andere cellen in de micro-omgeving van de tumor. De interactie tussen PD-1 en PD-L1 en PD-L2 resulteert normaal gesproken in remming van T-celproliferatie en cytokinesecretie. Doordat serplulimab deze interactie blokkeert, wordt de blokkade van T-celremming opgeheven. Dit leidt tot verhoging van de T-celactiviteit, waaronder de antitumorimmuunrespons.

Kinetische gegevens

V d ca. 5,73 l.
Metabolisering naar verwachting wordt het zoals andere antilichamen door algemene eiwitabraakprocessen gekataboliseerd tot kleine peptiden en aminozuren.
T 1/2el ca. 24,3 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

avelumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • serplulimab (L01FF12) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Groepsinformatie

serplulimab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".