Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

celiprolol

bètablokkers, systemisch C07AB08

Sluiten

propranolol (bij hemangioom)

bètablokkers, systemisch C07AA05

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Celiprolol (hydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
200 mg, 400 mg

Dilanorm (hydrochloride) Sanofi SA

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
200 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Hemangiol (als hydrochloride) Pierre Fabre Benelux

Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
3,75 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 120 ml

Bevat tevens: propyleenglycol 2,6 mg/ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.

Hypertensie: Diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), ‘angiotensine converting enzyme’(ACE)-remmers en angiotensine receptor-blokkers (ARB’s) verlagen de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; tevens beperkt dit de dosisafhankelijke bijwerkingen. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.

Binnen de groep van de β-blokkers bestaan grote prijsverschillen.

Advies

Propranolol kan toegepast worden wanneer systemische behandeling nodig is voor infantiel hemangioom in de prolifererende fase. Dit betreft levens- of functiebedreigend hemangioom, geülcereerd hemangioom met pijn en/of gebrek aan respons op eenvoudige maatregelen voor wondverzorging en hemangioom met een risico op blijvende littekens of ontsiering. Behandeling moet gestart worden tussen de leeftijd van 5 weken en 5 maanden met inachtneming van voorzorgsmaatregelen en monitoring. De behandelduur is maximaal 6 maanden. Extra voorzorg is nodig bij kinderen met PHACE syndroom. Veel contra-indicaties van propranolol zijn onderzocht bij volwassenen.

  • Farmacotherapeutisch rapport 2015 propranolol Hemangiol® infantiele hemangiomen

Indicaties

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris;
  • Hypertensie.

Gerelateerde informatie

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • hypertensie, essentiële of primaire

Indicaties

De behandeling van prolifererend infantiel hemangioom waarvoor systemische therapie vereist is, bij:

  • levens- of functiebedreigend hemangioom;
  • geülcereerd hemangioom met pijn en/of gebrek aan respons op eenvoudige maatregelen voor wondverzorging;
  • hemangioom met kans op blijvende littekens of ontsiering.

De behandeling starten in de leeftijd van 5 weken tot 5 maanden.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris en hypertensie:

Volwassenen:

200 mg 1×/dag, zo nodig na 2–4 weken verhogen tot 400 mg 1×/dag. Bij ouderen met een zo'n laag mogelijke dosering beginnen.

De tabletten bij voorkeur 's morgens ten minste 30 minuten vóór de maaltijd of 2 uur na de maaltijd innemen. Tabletten innemen met een glas water (niet met citrusvruchtendranken).

Bij staken van de behandeling de dosis geleidelijk in 1–2 weken afbouwen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Infantiel hemangioom:

Kinderen vanaf 5 weken:

Begindosering: volgens de fabrikant: 0,5 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag gedurende 1 week; 1 dosis ’s morgens en 1 dosis in de late namiddag, met een tijdsinterval van minstens 9 uur tussen twee innamen. Volgens het Kinderformularium van het NKFK wordt klinisch de hiervoor genoemde dosering gebruikt, poliklinisch wordt begonnen met de helft van deze dosering (0,5 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses), gedurende 1 week. Zie voor meer informatie Kinderformularium.nl/propranolol.

Vervolgens de dosering verhogen naar 1 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag gedurende 1 week, vervolgens verhogen naar een onderhoudsdosering van 1,5 mg/kg 2×/dag. Minstens 1×/maand de dosering aanpassen op basis van gewicht. Totale behandelduur: 6 maanden. Als na staken van de behandeling opnieuw symptomen optreden, mag de behandeling opnieuw gestart worden.

Aanbevolen wordt om de dosis over te slaan als het kind niet eet of als hij/zij braakt. Bij uitbraken of niet geheel innemen van de dosis geen andere dosis geven en wachten tot de volgende geplande dosis.

Het staken van de behandeling met propranolol hoeft bij infantiel hemangioom niet geleidelijk te gebeuren.

Toedieningsinformatie:

  • De fles niet schudden voor gebruik.
  • De drank tijdens of onmiddellijk na een voeding toedienen, dit om hypoglykemie te vermijden. Toedienen rechtstreeks in de mond van het kind met behulp van de meegeleverde gegradueerde doseerspuit. Indien nodig, mag het verdund worden met een kleine hoeveelheid (baby)melk of appel- of sinaasappelsap. Het geneesmiddel mag niet in de volle fles gedaan worden. Voor kinderen ≤ 5 kg mag het worden gemengd met één theelepel (ca. 5 ml) melk. Voor kinderen > 5 kg mag het gemengd worden met een eetlepel (ca. 15 ml) melk of vruchtensap; dit mengsel wordt dan in de zuigfles aan het kind gegeven. Het mengsel binnen 2 uur gebruiken.

Bijwerkingen

Vaak (1–10%): depressie. Tremor, hoofdpijn asthenie, slaperigheid, duizeligheid, paresthesieën. Opvliegers, verergering van perifere vasculaire aandoeningen zoals claudicatio intermittens of fenomeen van Raynaud. Braken, misselijkheid, pijn in de bovenbuik, droge mond. Hyperhidrose, erytheem, huiduitslag, jeuk. Erectiele disfunctie. Verhoging van antinucleaire antilichamen.

Soms (0,1–1%): slapeloosheid. Droge ogen, visusstoornissen. Palpitaties. Hypotensie, koude cyanotische extremiteiten. Dyspneu. Spierspasmen, artralgie.

Verder zijn gemeld: hypoglykemie, hyperglykemie. Afgenomen libido, hallucinaties, nachtmerries. Syncope. Bradycardie, hartfalen, aritmieën. Interstitiële pneumonitis, bronchospasme. Diarree. Verergering van psoriasis, psoriasisvormige dermatitis. Systemische lupus erythematosus. Verhoogde serumtransaminasen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): bronchitis, slaapstoornissen (ca. 17%: insomnia, slaap van slechte kwaliteit en hypersomnie). Diarree (ca. 17%), braken (ca. 12%).

Vaak (1-10%): nachtmerries, agitatie, prikkelbaarheid, sufheid. Verlaagde bloeddruk. Koude handen en voeten. Bronchospasme, bronchiolitis. Obstipatie, buikpijn. Erytheem, luierdermatitis. Verminderde eetlust.

Soms (0,1-1%): AV-blok, verlaagde hartfrequentie. Urticaria, alopecia. Hypoglykemie. Neutropenie.

Verder zijn gemeld: hypoglykemisch insult. Bradycardie, hypotensie, vasoconstrictie, fenomeen van Raynaud. Psoriaforme dermatitis. Agranulocytose, hyperkaliëmie.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

β-Blokkers en andere negatief-chronotrope en -dromotrope stoffen (bv. anti-aritmica zoals disopyramide, kinidine en amiodaron) kunnen elkaars effect versterken; dit kan leiden tot onder andere ernstige bradycardie, met mogelijk sinusarrest tot gevolg bij combinatie met andere middelen waarvan bekend is dat ze sinusarrest kunnen veroorzaken; klinische en ECG-monitoring wordt aanbevolen.

Combinatie met calciumantagonisten die voornamelijk een negatief-inotroop, -chronotroop en -dromotroop effect uitoefenen (zoals verapamil en in mindere mate diltiazem) wegens meer kans op hypotensie, AV-geleidingsstoornissen en insufficiëntie van de linkerventrikel – vooral bij gestoorde hartfunctie – vermijden. Bij combinatie met dihydropyridinen (bv. nifedipine) bloeddruk extra controleren vanwege meer kans op hypotensie of hartfalen (bij latent of ongecontroleerd hartfalen).

Combinatie met MAO–remmers, met uitzondering van MAO–B–remmers, vermijden.

Inhalatie-anesthetica kunnen het negatief-inotroop effect van β-blokkers versterken.

Digoxine en β-blokkers vertragen de AV-geleiding, zodat bij gelijktijdig gebruik AV-dissociatie kan optreden.

Prostaglandinesynthetaseremmers kunnen het bloeddrukverlagend effect verminderen.

Gelijktijdig gebruik met tricyclische antidepressiva, barbituraten en fenothiazinen alsook andere antihypertensiva kan het bloeddrukverlagend effect van celiprolol versterken.

Vanwege meer kans op rebound-hypertensie bij staken van clonidinetoediening eerst de β-blokker enige dagen stoppen voordat gestopt kan worden met clonidine.

Gelijktijdig gebruik met chloortalidon, hydrochloorthiazide, digoxine of theofylline vermindert de biologische beschikbaarheid; dosisaanpassing van celiprolol kan noodzakelijk zijn.

Celiprolol is een substraat voor organisch anion-transporterende polypeptiden (OATP), met name OATP1A2 en OATP2B1; citrusvruchtendranken vermijden vanwege OATP2B1-remming. Celiprolol is een substraat voor P-glycoproteïne (Pgp); bij combinatie met Pgp-remmers (bv. verapamil, erytromycine, claritromycine, ciclosporine, kinidine, itraconazol) een dosisverlaging van celiprolol overwegen. Een dosisverhoging van celiprolol overwegen bij combinatie met Pgp-inductors (bv. rifampicine, sint-janskruid).

β-Blokkers kunnen het bloedsuikerverlagende effect van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen versterken.

Bij combinatie met mefloquine is er meer kans op bradycardie.

Interacties

Er zijn geen interactiegegevens bij kinderen. Genoemde interacties zijn gezien bij volwassenen.

Wees voorzichtig bij kinderen met infantiel hemangioom bij gelijktijdige behandeling met corticosteroïden of gebruik van corticosteroïden in de voorgeschiedenis, omdat bijniersuppressie kan leiden tot verlies van de tegenregelende cortisolrespons en het risico op hypoglykemie kan verhogen. Dit is ook van toepassing op kinderen die borstvoeding krijgen van moeders die behandeld worden met corticosteroïden in een hoge dosering of langer durende behandeling.

Inhalatie-anesthetica kunnen het negatief-inotroop effect van β-blokkers versterken, daarom ten minste 48 uur voor toediening van inhalatie-anesthetica de behandeling met propranolol stoppen.

Door de combinatie met niet-selectieve α-blokkers is er meer kans op (orthostatische) hypotensie, tachycardie en palpitaties.

Gelijktijdige toediening vermijden met bradycardie-inducerende calciumantagonisten (diltiazem, verapamil), vanwege versterking van de remmende werking op de AV-geleiding en de antihypertensieve werking wat kan leiden tot ernstige bradycardie, AV-blok en ventriculaire aritmie. Indien de combinatie niet te vermijden is, deze klinisch onder strikte monitoring instellen.

Combinatie met amiodaron kan ernstige sinusbradycardie veroorzaken; dit kan vanwege de extreem lange halfwaardetijd van amiodaron ook nog lang na staken van amiodarongebruik optreden.

Digoxine en β-blokkers vertragen de AV-geleiding, zodat bij gelijktijdig gebruik AV-dissociatie kan optreden. Combinatie met digoxine kan leiden tot een verlengde AV-geleidingstijd en bradycardie.

Antihypertensiva, fenobarbital, fenothiazinen, niet-selectieve MAO-remmers, MAO-B-remmers, primidon en tricyclische antidepressiva kunnen het risico op hypotensie verhogen.

Combinatie met clonidine vermeerdert de kans op een 'rebound'-hypertensie.

Combinatie met propafenon kan de plasmaspiegel van propranolol met 100% verhogen; combinatie wordt afgeraden, ook omdat propafenon eveneens negatief inotrope effecten heeft.

Kinidine kan door CYP2D6 remming de plasmaspiegel van propranolol verhogen.

Propranolol kan het metabolisme van lidocaïne remmen.

Niet-selectieve β-blokkers en β-sympathicomimetica kunnen elkaars werking verminderen; wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van β-sympathicomimetica die bij astma of COPD worden toegepast, zie β2-sympathicomimetica.

Propranolol kan het bloedglucoseverlagende effect van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen versterken.

De bloedspiegel van propranolol kan afnemen bij gelijktijdige toediening van enzyminducerende geneesmiddelen zoals rifampicine of fenobarbital.

Gelijktijdige toediening van colestyramine met propranolol resulteerde in een daling tot 50% van de concentraties van propranolol.

Lopinavir en ritonavir remmen het metabolisme van propranolol.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: mogelijk: contractie van de uterus, verminderde uterus- en placentadoorbloeding, intra-uteriene groeivertraging, remming van foetale autonome reflexen, intra-uteriene dood. Bij gebruik tijdens zwangerschap en partus kunnen bij foetus en neonaat o.a. nog optreden: hypoglykemie en bradycardie; deze kunnen tot enkele dagen na de bevalling optreden. Door vermindering van compensatoire cardiovasculaire reacties kan hartfalen optreden.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: De pasgeborene na de bevalling gedurende 3-5 dagen zeer zorgvuldig controleren vanwege een toegenomen kans op cardiale en pulmonale complicaties.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.

Advies: Voor een advies over het gebruik van propranolol voor andere indicaties, zie propranolol (cardiovasculair of neurologisch)#zwangerschap.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Sommige β-blokkers gaan over in de moedermelk.

Farmacologisch effect: hypoglykemie, bradycardie.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.

Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.

Advies: Gezien de geregistreerde indicatie is gebruik tijdens de lactatie niet aan de orde. Voor een advies over het gebruik van propranolol voor andere indicaties, zie propranolol (cardiovasculair of neurologisch)#lactatie.

Overig: Gebruik is gecontra-indiceerd bij kinderen jonger dan 1 jaar die borstvoeding krijgen, als de moeder behandeld wordt met geneesmiddelen die overgaan in de moedermelk en gecontra-indiceerd zijn met propranolol.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • ernstige bradycardie (< 50 slagen per minuut);
  • sick-sinus-syndroom;
  • tweede- en derdegraads AV-blok;
  • metabole acidose;
  • cardiogene shock;
  • onbehandeld hartfalen;
  • rechter ventriculaire insufficiëntie door pulmonale hypertensie;
  • hypotensie (systolische bloeddruk < 100 mmHg);
  • onbehandeld feochromocytoom;
  • acute astma-aanvallen;
  • late stadia van perifeer arterieel occlusief letsel en ziekte van Raynaud.

Contra-indicaties

  • sick-sinussyndroom inclusief sinoatriaal blok;
  • tweede- en derdegraads AV-blok;
  • cardiogene shock;
  • Prinzmetal-angina-pectoris;
  • hypotensie (kind 0–3 maanden < 65/45 mmHg, kind 3–6 maanden < 70/50 mmHg, kind 6–12 maanden < 80/55 mmHg);
  • bradycardie (kind 0–3 maanden < 100 bpm, kind 3–6 maanden < 90 bpm, kind 6–12 maanden < 80 bpm);
  • onbehandeld hartfalen;
  • onbehandeld feochromocytoom;
  • ernstige verstoringen van de perifere arteriële bloedsomloop (fenomeen van Raynaud);
  • astma, bronchospasmen in de voorgeschiedenis;
  • prematuren < 1 jaar bij wie de gecorrigeerde leeftijd van 5 weken niet bereikt is (de gecorrigeerde leeftijd wordt berekend door het aantal weken prematuriteit af te trekken van de reële leeftijd);
  • kinderen die gevoelig zijn voor hypoglykemie.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Lactatie.

Waarschuwingen en voorzorgen

De β1–selectiviteit neemt af met het hoger worden van de dosering.

Voorzichtig toepassen bij eerstegraads AV-blok, langdurig vasten, chronische nierinsufficiëntie, myasthenia gravis, diabetes mellitus, leverinsufficiëntie, feochromocytoom.

Behandeling bij hartfalen onder strikte controle; bij optreden van symptomen van hartfalen de behandeling staken, eventueel hervatten als het hartfalen weer voldoende onder controle is.

Bij matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring: 15–40 ml/min): de hartslag monitoren; bij bradycardie (hartslag < 50-55 slagen/min in rust) de behandeling heroverwegen. Gebruik bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 15 ml/min) wordt ontraden.

Beëindiging – ook tijdelijk – van een behandeling met β-blokkers dient, zo mogelijk, geleidelijk plaats te vinden gedurende 1–2 weken. Plotseling staken kan leiden tot ernstige aritmieën of verergering van angina pectoris.

β-Blokkers kunnen de symptomen van thyrotoxicose en van hypoglykemie maskeren. Herstel van de glucosespiegel na hypoglykemie kan worden vertraagd; selectieve β-blokkers hebben dit effect in mindere mate.

Bij algehele anesthesie de anesthesist informeren over het gebruik van celiprolol; als het noodzakelijk is celiprolol te staken voor de operatie, de dosering stapsgewijs afbouwen, dit moet minimaal 48 uur voor de operatie afgerond zijn.

Voorzichtig bij ernstige overgevoeligheidsreacties in de anamnese en tijdens desensibilisatietherapie, omdat met name niet-selectieve β-blokkers de gevoeligheid voor allergenen en de ernst van anafylactoïde reacties kunnen doen toenemen.

Bij een voorgeschiedenis van psoriasis is terughoudendheid met β-blokkers geboden.

Celiprolol mag bij gecontroleerde astma en COPD met voorzichtigheid worden gebruikt; bij acute astma is gebruik gecontra-indiceerd.

Bij perifere circulatiestoornissen en Prinzmetal-angina pectoris (variant angina pectoris) regelmatig controleren.

Bij droge ogen en huiduitslag toediening geleidelijk staken.

Niet gebruiken bij kinderen vanwege onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voor begin van de behandeling de medische voorgeschiedenis analyseren en een algemeen lichamelijk onderzoek uitvoeren. Bij vermoeden van een hartafwijking een onderliggende contra-indicatie uitsluiten.

Hartfalen kan mogelijk verergeren door behandeling met propranolol; verwijs naar een cardioloog. Onbehandeld hartfalen is een contra-indicatie voor de behandeling met dit middel.

Kinderen met een groot faciaal hemangioom vooraf door een gespecialiseerde arts laten onderzoeken op het PHACE-syndroom; bij deze kinderen komen ernstige cerebrovasculaire anomalieën vaker voor en daardoor is er meer kans op een CVA.

Wees voorzichtig bij ernstige overgevoeligheidsreacties in de anamnese, omdat propranolol de ernst van anafylactoïde reacties kan doen toenemen.

Bij een acute bronchopulmonale anomalie de behandeling uitstellen.

Na de eerste inname én na elke dosisverhoging het kind elk uur gedurende minstens 2 uur klinisch monitoren, met inbegrip van de bloeddruk en de hartslag. Bij ernstige en/of symptomatische bradycardie of hypotensie de behandeling staken en advies van een gespecialiseerde arts vragen.

Propranolol kan de adrenerge symptomen van hypoglykemie (in het bijzonder tachycardie, beven, angst en honger) maskeren, terwijl herstel van de glucosespiegel na hypoglykemie kan worden vertraagd. Het kan hypoglykemie bij kinderen verergeren, in het bijzonder bij vasten, braken of (relatieve) overdosering. Bij klinische verschijnselen van hypoglykemie het kind een suikerhoudende vloeistof laten drinken en tijdelijk de behandeling staken. Bij diabetes de bloedglucosespiegel vaker controleren en zo nodig verwijzen naar de endocrinoloog.

Hyperkaliëmie is gemeld bij patiënten met een groot geülcereerd hemangioom.

Bij een infectie van de onderste luchtwegen in combinatie met dyspneu en piepende ademhaling de behandeling onderbreken; bij volledig herstel kan de behandeling worden hervat. Bij een recidief of bij een geïsoleerd bronchospasme de behandeling permanent staken.

Bij algehele anesthesie de anesthesist informeren over het gebruik van propranolol; als het noodzakelijk is propranolol te staken voor de operatie, minimaal 48 uur voor de operatie stoppen met propranolol.

Bij opnieuw optreden van de hemangioom-klachten na het staken van de behandeling, kan de behandeling opnieuw begonnen worden.

Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij zuigelingen < 5 weken en voor het starten van de behandeling bij zuigelingen en kinderen > 5 maanden. Er zijn tevens geen gegevens bij een verminderde lever- of nierfunctie; gebruik hierbij wordt afgeraden.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Symptomen

Bradycardie, hypotensie, bronchospasmen, acute hartinsufficiëntie.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met celiprolol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

bradycardie, hypotensie, acuut hartfalen, geleidingsstoornissen, aritmieën, syncope. Bronchospasmen, ademhalingsdepressie, longoedeem, cyanose. Braken. Slaperigheid, verwardheid, hallucinaties, verwijde pupillen. Gegeneraliseerde convulsies en coma. Zelden: hypoglykemie, hypocalciëmie.

Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling vergiftigingen.info en/of toxicologie.org/bèta-blokkers.

Eigenschappen

Hydrofiele selectieve β-blokker met intrinsieke sympathicomimetische activiteit. Celiprolol heeft een vaatverwijdend effect, dat in rust is aangetoond. Het vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart. In rust neemt het hartminuutvolume nauwelijks af. Het cardiale zuurstofverbruik wordt verminderd. Tevens wordt de AV-geleiding vertraagd en treedt een antihypertensief effect op. Verder wordt de plasmarenine-activiteit onderdrukt. Werkingsduur: ca. 24 uur.

Kinetische gegevens

F dosisafhankelijk, na inname van 100 mg 30%, na 400 mg 74%; voedsel vermindert de biologische beschikbaarheid.
T max 2–3 uur.
V d ca. 4,5 l/kg.
Overig celiprolol is hydrofiel en passeert de bloed-hersenbarrière niet.
Metabolisering slechts 1–3%.
Eliminatie ca. 15% met de urine, ca. 85% met de feces.
T 1/2el 5–6 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Er zijn verschillende mogelijke werkingsmechanismen beschreven van propranolol bij prolifererend infantiel hemangioom, die allemaal nauw met elkaar verband houden. Hier volgen er drie:

  • een lokaal hemodynamisch effect (vasoconstrictie als gevolg van de β–adrenerge blokkerende werking en een daling van de perfusie van het infantiel hemangioom);
  • een anti-angiogeen effect (daling van de proliferatie van de vasculaire endotheelcellen, afname van de neovascularisatie en vorming van vasculaire tubuli, afname van de secretie van matrixmetalloprotease 9);
  • een apoptose-uitlokkend effect op capillaire endotheelcellen (een afname van zowel de VEGF als bFGF-signalerende routes en daaropvolgend angiogenese/proliferatie).

Propranolol verkort bij infantiele hemangiomen het natuurlijke beloop en vermindert de duur en het aantal van de complicaties. Propranolol maakt ook operatieve behandeling of langdurig gebruik van glucocorticoïden overbodig. Behandeling starten in de leeftijd van 5 weken tot 5 maanden. Verbetering treedt gewoonlijk op binnen 7–14 dagen; in onderzoek was na 3 maanden bij ca. 36% van de patiënten het te behandelen hemangioom verdwenen. Bij vroegtijdige behandeling in de groeifase van het infantiele hemangioom heeft propranolol het meeste effect en treedt regressie eerder in. Ook in een latere fase heeft het enig effect; de kleur en de zwelling nemen af en de tumor wordt verzacht.

Kinetische gegevens

Resorptie vrijwel volledig.
Overig ondergaat een uitgebreid 'first pass'-effect.
F 25 %. Eiwitrijk voedsel verhoogt de biologische beschikbaarheid met 50%.
T max 1–4 uur.
V d 4 l/kg, wordt vooral gedistribueerd naar het hart, de hersenen, de longen, de nieren en de lever.
Eiwitbinding ca. 90%.
Metabolisering in de lever via hydroxylering (CYP2D6), dealkylering en glucuronidering.
Eliminatie > 90 % via de nieren (metabolieten), < 1% onveranderd.
T 1/2el 3–6 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

celiprolol hoort bij de groep bètablokkers, systemisch.

  • acebutolol (C07AB04) Vergelijk
  • atenolol (C07AB03) Vergelijk
  • bisoprolol (C07AB07) Vergelijk
  • carvedilol (C07AG02) Vergelijk
  • esmolol (C07AB09) Vergelijk
  • labetalol (C07AG01) Vergelijk
  • landiolol (C07AB14) Vergelijk
  • metoprolol (C07AB02) Vergelijk
  • nebivolol (C07AB12) Vergelijk
  • pindolol (C07AA03) Vergelijk
  • propranolol (bij hemangioom) (C07AA05) Vergelijk
  • propranolol (cardiovasculair of neurologisch) (C07AA05) Vergelijk
  • sotalol (C07AA07) Vergelijk

Groepsinformatie

propranolol (bij hemangioom) hoort bij de groep bètablokkers, systemisch.

  • acebutolol (C07AB04) Vergelijk
  • atenolol (C07AB03) Vergelijk
  • bisoprolol (C07AB07) Vergelijk
  • carvedilol (C07AG02) Vergelijk
  • celiprolol (C07AB08) Vergelijk
  • esmolol (C07AB09) Vergelijk
  • labetalol (C07AG01) Vergelijk
  • landiolol (C07AB14) Vergelijk
  • metoprolol (C07AB02) Vergelijk
  • nebivolol (C07AB12) Vergelijk
  • pindolol (C07AA03) Vergelijk
  • propranolol (cardiovasculair of neurologisch) (C07AA05) Vergelijk
  • sotalol (C07AA07) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bètablokkers, systemisch

Indicaties

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • hypertensie, essentiële of primaire

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bètablokkers, systemisch

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".