Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

efgartigimod alfa

immunosuppressiva, selectieve L04AA58

Sluiten

vedolizumab

immunosuppressiva, selectieve L04AG05

Sluiten

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Vyvgart XGVS Aanvullende monitoring Argenx BV

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 20 ml
Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
180 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5.6 ml
Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
200 mg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Entyvio XGVS Takeda Nederland bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
300 mg

Bevat na reconstitutie 60 mg/ml vedolizumab.

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
158,8 mg/ml
Verpakkingsvorm
pen 0,68 ml (108 mg), wegwerpspuit 0,68 ml (108 mg)

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij gegeneraliseerde myasthenia gravis heeft efgartigimod alfa een therapeutisch gelijke waarde ten opzichte van eculizumab bij refractaire patiënten die positief zijn voor het anti-acetylcholinereceptor- antilichaam.

  • ZIN-rapport 2025 efgartigimod alfa Vyvgart® als aanvulling op standaardbehandeling van volwassen patienten met refractaire gegeneraliseerde myasthenia gravis met antilichamen tegen de acetylcholinereceptor

Advies

Bij de behandeling van de ziekte van Crohn is de keuze van het geneesmiddel afhankelijk van de locatie, uitgebreidheid en ernst van de ontsteking, het verwachte beloop en de respons op eerdere medicatie. Corticosteroïden worden toegepast voor remissie-inductie en immunosuppressiva als onderhoudsbehandeling. TNF-α-blokkers kunnen in beide fasen van de behandeling worden gebruikt.

Bij de behandeling van colitis ulcerosa is de keuze van het geneesmiddel afhankelijk van de locatie, uitgebreidheid en ernst van de ontsteking, van de respons op eerdere medicatie, bijwerkingenprofiel, voorgeschiedenis en fenotype van de ziekte, comorbiditeit en levensfase. Als regel zijn aminosalicylaten (bij voorkeur mesalazine) eerste keus. Overweeg bij ernstige ziekte of bij onvoldoende effect, om in de eerste weken hiernaast met een corticosteroïdenkuur te starten als remissie-inductie (lokaalwerkende budesonide of predniso(lo)n). Als mesalazine onvoldoende effectief is of gecontra-indiceerd, kan gekozen worden voor een thiopurine-derivaat als onderhoudsmedicatie. Bij contra-indicatie of intolerantie voor, of ineffectiviteit van geoptimaliseerde thiopurine-derivaten, kunnen biologicals, S1P-modulatoren of JAK-remmers overwogen worden. In de praktijk wordt de keuzevolgorde binnen deze middelen bepaald via vergoedingsregelingen van ziekenhuizen en zorgverzekeraars op grond van kostenaspecten. S1P-modulatoren als etrasimod en ozanimod worden als regel daarom eerst ingezet na falen van TNF-α-blokkers (tweedelijns therapie).

Vedolizumab (α4b7-remmer), wordt vanwege de langdurige klinische ervaring met TNF-α-remmers als regel ingezet als tweedelijnsmiddel, hoewel het mogelijk effectiever is dan TNF-α-remmers bij colitis ulcerosa.

Indicaties

  • Gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG) bij volwassenen die positief testen op antilichamen tegen acetylcholinereceptoren (AChR) als aanvulling op de standaardtherapie.

Indicaties

  • Matige tot ernstige actieve colitis ulcerosa bij volwassenen met onvoldoende respons op of intolerantie voor conventionele therapie of een TNF-α- blokker;
  • Matige tot ernstige actieve ziekte van Crohn bij volwassenen met onvoldoende respons op of intolerantie voor conventionele therapie of een TNF-α-blokker.
  • Matige tot ernstige actieve chronische pouchitis bij volwassenen die een proctocolectomie met aanleg van een ileoanale anastomose met pouch hebben ondergaan voor colitis ulcerosa, en die onvoldoende of niet meer reageren op behandeling met antibiotica.

Gerelateerde informatie

  • colitis ulcerosa
  • ziekte van Crohn

Doseringen

Monitor bij subcutane toediening gedurende 30 minuten na toediening op klinische klachten en injectiereacties. Deze monitoring vindt plaats tijdens de eerste behandelcyclus, en de eerste toediening van de tweede behandelcyclus. Bij een reactie, eventueel passende ondersteunende maatregelen nemen. Volgende injecties voorzichtig toedienen, op basis van klinische evaluatie.

Monitor tijdens intraveneuze infusie en gedurende 1 uur daarna op infusiereacties; bij reactie, infusie onderbreken, staken of de infusiesnelheid verlagen. Voorzichtig hervatten zodra reactie voorbij is, op basis van klinische evaluatie.

Klap alles open Klap alles dicht

Gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG)

Volwassenen (incl. ouderen)

Subcutaan: 1000 mg 1×/ week gedurende cyclus van 4 weken. Volgende cycli starten op basis van klinische evaluatie.

Intraveneus als infusie: 10 mg/kg lichaamsgewicht 1×/week gedurende cyclus van 4 weken. Bij ≥ 120 kg lichaamsgewicht: 1200 mg 1×/week gedurende cyclus van 4 weken. Volgende cycli starten op basis van klinische evaluatie.

In onderzoek werd een nieuwe cyclus 7 weken vanaf de eerste toediening van de vorige cyclus gestart; de veiligheid van een eerdere start is niet vastgesteld.

Wisselen tussen de i..v. en s.c. formuleringen kan aan het begin van een nieuwe behandelcyclus.

Verminderde nierfunctie: bij een liche nierfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Voor een matige en een ernstige verminderde nierfunctie zijn geen gegevens beschikbaar.

Verminderde leverfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.

Gemiste dosis: Als een geplande injectie niet mogelijk is, mag de dosis binnen 3 dagen vóór of na het geplande tijdstip worden toegediend. Daarna het oorspronkelijke doseringsschema hervatten tot de behandelcyclus is voltooid. Als een dosis meer dan 3 dagen moet worden uitgesteld, de dosis niet toedienen om ervoor te zorgen dat twee opeenvolgende doses met een tussenpoos van minimaal 3 dagen worden gegeven.

Toediening

  • Het concentraat voor infusievloeistof verdunnen met 0,9% NaCl oplossing en toedienen in 1 uur. Niet als intraveneuze push- of bolusinjectie geven.
  • Bij subcutane toediening de aanbevolen injectieplaats (abdomen) rouleren en injecties nooit toedienen in moedervlekken, littekens of op plaatsen waar de huid gevoelig, gekneusd, rood of hard is. De injectie gedurende ongeveer 20 tot 30 seconden toedienen. De injectiesnelheid kan worden vertraagd als de patiënt ongemak ervaart.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Colitis ulcerosa

Volwassenen

Intraveneus: 300 mg via i.v.-infusie, op week 0, 2 en 6, en daarna elke 8 weken. Bij verminderde respons kan in sommige gevallen een verhoging van de toedieningsfrequentie naar 300 mg elke 4 weken van nut zijn. Bij responders corticosteroïden verlagen en/of stopzetten in overeenstemming met de standaardzorg. Bij onvoldoende respons in week 10 de behandeling heroverwegen. Bij herbehandeling na het onderbreken van de onderhoudsbehandeling 300 mg elke 4 weken overwegen.

Subcutaan: 108 mg als onderhoudsbehandeling elke 2 weken, volgend op minimaal 2 intraveneuze infusies. De eerste dosis toedienen in plaats van de volgende geplande intraveneuze dosis en daarna om de 2 weken. Bij responders corticosteroïden verlagen en/of stopzetten in overeenstemming met de standaardzorg. Bij herbehandeling na het onderbreken van de onderhoudsbehandeling of bij een gemiste dosis zo snel mogelijk 108 mg toedienen en vervolgens elke 2 weken. In klinisch onderzoek was de onderbreking max. 46 weken zonder evidente toename aan bijwerkingen.

Ziekte van Crohn

Volwassenen

Intraveneus: 300 mg via i.v.-infusie in week 0, 2 en 6, en daarna elke 8 weken. Bij onvoldoende respons een extra dosis in week 10 geven en daarna vanaf week 14 elke 8 weken. Bij verminderde respons kan in sommige gevallen een verhoging van de toedieningsfrequentie naar 300 mg elke 4 weken van nut zijn. Bij onvoldoende respons in week 14 de behandeling heroverwegen. Bij responders corticosteroïden verlagen en/of stopzetten in overeenstemming met de standaardzorg. Bij herbehandeling na het onderbreken van de onderhoudsbehandeling 300 mg elke 4 weken overwegen. In klinisch onderzoek was de onderbreking max. 1 jaar.

Subcutaan: 108 mg als onderhoudsbehandeling elke 2 weken, volgend op minimaal 2 intraveneuze infusies. De eerste dosis toedienen in plaats van de volgende geplande intraveneuze dosis en daarna om de 2 weken. Bij responders corticosteroïden verlagen en/of stopzetten in overeenstemming met de standaardzorg. Bij herbehandeling na het onderbreken van de onderhoudsbehandeling of bij een gemiste dosis zo snel mogelijk 108 mg toedienen en vervolgens elke 2 weken. In klinisch onderzoek was de onderbreking max. 46 weken zonder evidente toename aan bijwerkingen.

Pouchitis

Volwassenen

Intraveneus: 300 mg via i.v.-infusie in week 0, 2 en 6, en daarna elke 8 weken. Start behandeling in combinatie met antibioticum (bv. ciprofloxacine 500 mg 2×/dag gedurende 4 weken). Bij onvoldoende respons na 14 weken de behandeling heroverwegen. Herbehandeling is niet onderzocht.

Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde nierfunctie: is niet onderzocht; er kan geen doseringsadvies worden gegeven.

Verminderde leverfunctie: is niet onderzocht; er kan geen doseringsadvies worden gegeven.

Toediening: bij intraveneuze toediening tijdens de eerste 2 infusies de patiënt gedurende ongeveer twee uur na voltooiing van de infusie volgen voor acute overgevoeligheidsreacties; voor alle volgende infusies patiënten gedurende ongeveer één uur na voltooiing van de infusie.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfecties. Reacties op de injectieplaats (zoals uitslag, erytheem, jeuk, pijn).

Vaak (1-10%): urineweginfectie. Bronchitis. Misselijkheid. Spierpijn. Hoofdpijn ten gevolge van verrichting.

Gemeld: anafylaxie

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): nasofaryngitis, hoofdpijn en gewrichtspijn.

Vaak (1–10%): bovensteluchtweginfecties (incl. sinusitis, faryngitis), Clostridioides difficile-infectie, bronchitis, gastro-enteritis, griep, herpes zoster. Paresthesie, hypertensie. Misselijkheid, dyspepsie, flatulentie, obstipatie, anale fissuur, anaal abces, abdominale distensie, aambeien, rectale hemorragie. Keelpijn, verstopte neus en hoesten. Huiduitslag, jeuk, eczeem, erytheem, acne, nachtzweten. Spierspasmen, spierzwakte, pijn in de ledematen, vermoeidheid, rugpijn, koorts. Infusiegerelateerde asthenie en borstongemak. Reacties op de infusieplaats (waaronder pijn en irritatie), infusiegerelateerde reacties, injectieplaatsreactie (subcutane toediening). Leverenzymwaarden verhoogd.

Soms (0,1–1%): koude rillingen, koudegevoel. Overige luchtweginfecties, vulvovaginale of orale candidiase. Folliculitis. Wazig zien.

Zeer zelden (< 0,01%): pneumonie. Anafylactische reactie, shock. Hepatitis.

Verder is gemeld: interstitiële longziekte.

De meeste infusiegerelateerde reacties waren niet ernstig en zijn gemeld tijdens de infusie of in het eerste uur na voltooiing van de infusie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Efgartigimod alfa kan de concentraties verlagen van immunoglobulineproducten, monoklonale antilichamen of antilichaamderivaten die het humane Fc‑domein van de IgG‑subklasse bevatten. Stel behandeling met deze producten indien mogelijk uit tot 2 weken na de laatste toediening van een behandelcyclus met efgartigimod alfa. Controleer bij gelijktijdige behandeling nauwgezet op de werkzaamheidsrespons op deze producten.

Vaccinatie met levende (verzwakte) vaccins in het algemeen wordt afgeraden. Als vaccinatie met levende (verzwakte) vaccins nodig is, deze uiterlijk 4 weken voor de behandeling toedienen en minimaal 2 weken na de laatste dosis efgartigimod alfa. Andere vaccins kunnen zo nodig worden toegediend op elk tijdstip tijdens de behandeling met efgartigimod alfa.

Interacties

Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.

Na behandeling met natalizumab bij voorkeur ten minste 12 weken wachten voor het starten met vedolizumab.

Vanwege het ontbreken van gegevens wordt combinatie met andere immunosuppressiva, zoals TNF-α-antagonisten ontraden.

Geef tijdens behandeling geen levende en levend verzwakte vaccins.

Zwangerschap

Humane IgG1-antilichamen kunnen de placentabarrière passeren.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Omdat efgartigimod alfa het gehalte aan antilichamen bij de moeder verlaagt en daarmee de overdracht van antilichamen op de foetus vermindert, wordt een afname van de passieve bescherming van de pasgeborene verwacht.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Het gebruik kan gevolgen hebben voor vaccinaties voor de zuigeling, zie ook de rubriek Interacties.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Gebruik door de moeder kan invloed hebben op de normale immuunresponsen bij de pasgeborene.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overige: Adviseer een vruchtbare vrouw om adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 18 weken na de laatste behandeling met vedolizumab.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: In het algemeen gaan monoklonale antilichamen (IgG) over in de moedermelk. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: ja, de concentratie in de melk is 0,4–2,2% van de serumconcentratie. De geschatte gemiddelde dagelijkse dosis die de zuigeling opneemt is 0,02 mg/kg/dag. Waarschijnlijk worden deze grote moleculen in het maag-darmkanaal van de neonaat geïnactiveerd.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

  • actieve ernstige infecties, zoals tuberculose, sepsis, cytomegalovirus, listeriosis en opportunistische infecties, zoals progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML).

Waarschuwingen en voorzorgen

Controleer op symptomen van infectie tijdens de behandeling. Efgartigimod alfa kan door een tijdelijke daling van IgG-concentraties het risico op infecties verhogen. Overweeg de behandeling uit te stellen als een klinisch belangrijke actieve infectie optreedt, totdat deze is verdwenen.

De invloed van antilichamen tegen efgartigimod alfa op de klinische werkzaamheid of veiligheid, farmacokinetiek en farmacodynamiek is niet vastgesteld vanwege de lage incidentie van neutraliserende antilichamen.

Controleer op tekenen van exacerbatie als therapieën met niet‑steroïde immunosuppressiva, corticosteroïden en anticholinesterasen worden verminderd of stopgezet.

Efgartigimod alfa werd niet onderzocht bij gMG-patiënten met Myasthenia Gravis Foundation of America (MGFA-) klasse V.

Bij kinderen < 18 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Houd rekening met meer kans op opportunistische infecties of infecties waarvoor de darm een defensieve barrière is.

De behandeling niet starten bij actieve, ernstige infecties totdat deze onder controle zijn. Behandeling bij patiënten die een ernstige infectie ontwikkelen tijdens chronische behandeling wordt ontraden. Wees voorzichtig bij gecontroleerde chronische, ernstige infecties of bij een voorgeschiedenis van recidiverende, ernstige infecties; patiënten voor, tijdens en na de behandeling nauwlettend volgen. Voor de behandeling screenen op tuberculose, bij latente tuberculose anti-tuberculose therapie instellen. De behandeling staken bij optreden van tuberculose.

Bij lichte tot matige infusiegerelateerde reacties de infusiesnelheid verlagen of eventueel de behandeling onderbreken. Preventieve behandeling met bijvoorbeeld een antihistaminicum, hydrocortison en/of paracetamol overwegen bij de volgende infusie. Bij ernstige infusiegerelateerde reacties en ernstige overgevoeligheidsreacties de behandeling staken. In verband met eventuele acute ernstige bijwerkingen moet vedolizumab worden toegediend onder toezicht/monitoring van gekwalificeerd medisch personeel, getraind in het herkennen van infusiegerelateerde effecten (zoals anafylaxe).

Tijdens de behandeling kunnen zich antilichamen tegen vedolizumab ontwikkelen. Het wordt in verband gebracht met een verhoogde klaring en minder klinische remissie.

Sommige integrine-antagonisten en sommige systemische immunosuppressiva zijn geassocieerd met progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML). Aanbevolen wordt om met vedolizumab behandelde patiënten op te volgen voor nieuwe of verergerende neurologische klachten en symptomen. Bij vermoeden van PML de behandeling onderbreken en bij bevestiging van de diagnose permanent staken.

Risico op maligniteit kan vergroot zijn bij gebruik van immunomodulerende middelen.

Mogelijk is vedolizumab bij patiënten zonder gelijktijdige behandeling met corticosteroïden minder effectief voor inductie van remissie bij de ziekte van Crohn dan bij gelijktijdig gebruik van corticosteroïden (ongeacht gelijktijdig gebruik van immunomodulatoren).

Voer nodige immunisaties uit in overeenstemming met de huidige immunisatierichtlijnen voor aanvang van de behandeling met vedolizumab. Patiënten die met vedolizumab worden behandeld, mogen niet-levende vaccins blijven krijgen.

Er zijn geen gegevens over de omschakeling van subcutane naar intraveneuze toediening tijdens de onderhoudsbehandeling. De veiligheid en werkzaamheid van vedolizumab bij kinderen tot 17 jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met efgartigimod alfa contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met vedolizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Efgartigimod alfa is een humaan IgG1‑antilichaamfragment met een verhoogde affiniteit voor de neonatale Fc‑receptor (FcRn). Het bindt aan FcRn, wat leidt tot een daling van de circulerende IgG‑spiegels met inbegrip van de pathogene IgG‑autoantilichamen. IgG‑autoantilichamen zijn de onderliggende oorzaak van de pathogenese van MG. Ze verstoren de neuromusculaire transmissie door te binden aan acetylcholinereceptoren (AChR), spierspecifiek tyrosinekinase (muscle specific tyrosine kinase – MuSK) of low density-lipoproteïnereceptor-gerelateerd proteïne 4 (LRP4).

Kinetische gegevens

F ca. 77%
V d 18 l.
Metabolisering door proteolytische enzymen tot kleine peptiden en aminozuren.
T 1/2el 3-5 dagen

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Recombinant gehumaniseerd monoklonaal antilichaam geproduceerd in de ovariumcellen van de Chinese hamster (CHO-cellen). Het bindt specifiek aan α4β7-integrine dat bij voorkeur tot expressie komt op 'gut-homing' T-helperlymfocyten. Hierdoor wordt de adhesie van deze cellen aan mucosale-adressin-cel-adhesiemolecule-1 (MAdCAM-1) geremd, maar niet aan vasculaire-cel-adhesiemolecule-1 (VCAM-1). MAdCAM-1 wordt voornamelijk tot expressie gebracht op endotheelcellen van de darm en speelt een essentiële rol bij migratie van T-lymfocyten naar de weefsels van het maag-darmkanaal. Vedolizumab vermindert de gastro-intestinale ontsteking bij patiënten met colitis ulcerosa, de ziekte van Crohn en pouchitis. Het heeft een immunosuppressieve werking selectief op de darmen; een systemische immunosuppressieve werking is niet vastgesteld.

Kinetische gegevens

V d ca. 5 l.
Eliminatie de exacte eliminatieroute is niet bekend.
T 1/2el 25 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

efgartigimod alfa hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • anifrolumab (L04AG11) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AJ05) Vergelijk
  • baricitinib (L04AF02) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AG04) Vergelijk
  • danicopan (L04AJ09) Vergelijk
  • deucravacitinib (L04AF07) Vergelijk
  • eculizumab (L04AJ01) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AH02) Vergelijk
  • filgotinib (L04AF04) Vergelijk
  • imlifidase (L04AA41) Vergelijk
  • inebilizumab (L04AG10) Vergelijk
  • leflunomide (L04AK01) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • pegcetacoplan (L04AJ03) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AJ02) Vergelijk
  • ritlecitinib (L04AF08) Vergelijk
  • rozanolixizumab (L04AG16) Vergelijk
  • sirolimus (L04AH01) Vergelijk
  • sutimlimab (L04AJ04) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AF01) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AF03) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AG05) Vergelijk
  • zilucoplan (L04AJ06) Vergelijk

Groepsinformatie

vedolizumab hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • anifrolumab (L04AG11) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AJ05) Vergelijk
  • baricitinib (L04AF02) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AG04) Vergelijk
  • danicopan (L04AJ09) Vergelijk
  • deucravacitinib (L04AF07) Vergelijk
  • eculizumab (L04AJ01) Vergelijk
  • efgartigimod alfa (L04AA58) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AH02) Vergelijk
  • filgotinib (L04AF04) Vergelijk
  • imlifidase (L04AA41) Vergelijk
  • inebilizumab (L04AG10) Vergelijk
  • leflunomide (L04AK01) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • pegcetacoplan (L04AJ03) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AJ02) Vergelijk
  • ritlecitinib (L04AF08) Vergelijk
  • rozanolixizumab (L04AG16) Vergelijk
  • sirolimus (L04AH01) Vergelijk
  • sutimlimab (L04AJ04) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AF01) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AF03) Vergelijk
  • zilucoplan (L04AJ06) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Externe links

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Indicaties

  • colitis ulcerosa
  • ziekte van Crohn

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".