Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

pertuzumab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FD02

Sluiten

serplulimab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FF12

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Perjeta XGVS Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
30 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 14 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Hetronifly Aanvullende monitoring Accord Healthcare bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor Infusievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 10 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van borstkanker de geldende behandelrichtlijn op de richtlijnendatabase.nl met de plaats van pertuzumab daarbij.

  • ZIN-rapport 2016 pertuzumab Perjeta® HER2-positieve gemetastaseerde borstkanker 1e lijn

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Indicaties

Gemetastaseerd mammacarcinoom

  • In combinatietherapie met trastuzumab en docetaxel bij volwassenen met HER2–positief gemetastaseerd of lokaal teruggekeerd, niet–reseceerbaar mammacarcinoom, die niet eerder een anti–HER2–therapie of chemotherapie voor hun gemetastaseerde ziekte hebben gehad.

Neoadjuvante behandeling van mammacarcinoom

  • In combinatietherapie met trastuzumab en chemotherapie voor de neoadjuvante behandeling van volwassenen met HER2–positief, lokaal gevorderd inflammatoir, of vroeg-stadium mammacarcinoom met veel kans op een recidief.

Adjuvante behandeling van mammacarcinoom

  • In combinatietherapie met trastuzumab en chemotherapie voor de adjuvante behandeling van volwassenen met HER2–positief vroeg-stadium mammacarcinoom met veel kans op een recidief.

Indicaties

Uitgebreide ziekte van kleincellig longcarcinoom (ED-SCLC) bij volwassenen, als eerstelijnsbehandeling in combinatie met carboplatine en etoposide.

Doseringen

Bij oncologische indicaties zijn dosering en toedieningsfrequentie sterk individueel bepaald, aan wijzigingen onderhevig en afhankelijk van onder andere algemene toestand en bloedbeeld.

Klap alles open Klap alles dicht

HER2–positief gemetastaseerd mammacarcinoom, (neo-)adjuvante behandeling HER2–positief mammacarcinoom

Volwassenen (incl. ouderen ≤ 75 jaar)

In combinatietherapie: i.v.: de aanbevolen eerste oplaaddosis is 840 mg, na 3 weken gevolgd door een onderhoudsdosis van 420 mg elke 3 weken. De aanbevolen eerste oplaaddosis van trastuzumab is óf 8 mg/kg lichaamsgewicht, na 3 weken gevolgd door een onderhoudsdosis van 6 mg/kg lichaamsgewicht elke 3 weken óf 600 mg s.c. (ongeacht lichaamsgewicht) elke 3 weken. De dosering van docetaxel is 75 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken, bij goed verdragen eventueel verhogen naar 100 mg/m², tenzij de combinatie carboplatine+trastuzumab+pertuzumab wordt gebruikt. De dosering van paclitaxel is 80 mg/m² 1×/week gedurende 12 weken. De oncolytica ná elkaar toedienen (het taxaan als laatste) en niet in dezelfde infuuszak mengen. Bij gemetastaseerd mammacarcinoom behandelen tot aan ziekteprogressie of oncontroleerbare toxiciteit, ook als de behandeling met docetaxel wordt beëindigd. Bij neo-adjuvante behandeling van mammacarcinoom pertuzumab gedurende 3–6 cycli toedienen als onderdeel van een behandelregime voor vroege borstkanker. In adjuvante setting: met pertuzumab in combinatie met trastuzumab gedurende 1 jaar (max. 18 cycli) behandelen óf tot aan recidief of oncontroleerbare toxiciteit. Start (neo)adjuvante therapie op dag 1 van de chemotherapie en continueer de behandeling ook na beëindiging van de chemotherapie.

Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen doseringsadvies worden gegeven bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min).

Verminderde leverfunctie: Er kan geen doseringsadvies worden gegeven bij een ernstig verminderde leverfunctie, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen, achter Onderzoeksgegevens.

Ernstige bijwerkingen: zie voor richtlijnen bij (ernstige) bijwerkingen (linkerventrikeldisfunctie, overgevoeligheid/anafylaxie, infusiegerelateerde bijwerkingen, beenmergsuppressie) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2). Een dosisverlaging van pertuzumab of van trastuzumab wordt niet aanbevolen. Van docetaxel en andere chemotherapie kan wel de dosis verlaagd worden, zie daarvoor de afzonderlijke geneesmiddelteksten. De behandeling met pertuzumab beëindigen als de behandeling met trastuzumab wordt beëindigd. Wanneer in de gemetastaseerde setting docetaxel wordt beëindigd, dan kan de behandeling met pertuzumab en trastuzumab worden voortgezet tot aan ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Uitgestelde of overgeslagen doses:

< 6 weken tussen twee opeenvolgende toedieningen

  • pertuzumab: de dosis van 420 mg zo spoedig mogelijk alsnog toedienen, daarna het oorspronkelijke schema vervolgen.
  • trastuzumab: de dosis van 6 mg/kg i.v. óf 600 mg s.c. zo spoedig mogelijk alsnog toedienen, daarna het oorspronkelijke schema vervolgen.

≥ 6 weken tussen twee opeenvolgende toedieningen

  • pertuzumab: een initiële dosis van 840 mg geven (via een 60 min. durend infuus), gevolgd door onderhoudsdoses van 420 mg (via een 30–60 min durend infuus) elke 3 weken.
  • trastuzumab: óf een initiële dosis van 8 mg/kg geven (via een 90 min durend infuus), gevolgd door onderhoudsdoses van 6 mg/kg (via een 90 min durend infuus, 30 min als het eerder goed verdragen werd) elke 3 weken, óf de dosis van 600 mg s.c. zo spoedig mogelijk alsnog toedienen, daarna het oorspronkelijke schema vervolgen.

Toediening: het concentraat verdunnen tot een sterkte van 3,02 mg/ml voor de initiële dosis en 1,59 mg/ml voor de onderhoudsdosis. De intraveneuze infusie bij initiële oplaaddosis in 60 min. toedienen. Vervolginfusies in 30–60 min. toedienen, indien de eerste infusie van 60 min. goed werd verdragen. Na afloop van elke infusie wordt een observatieperiode van 30–60 minuten (na een eerste infusie 60 minuten)aanbevolen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Kleincellig longcarcinoom

Volwassenen (incl. ouderen)

I.v. 4,5 mg/kg lichaamsgewicht elke 3 weken. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.

Dosisverhoging- of verlaging van serplulimuab wordt ontraden. Op basis van de individuele verdraagbaarheid en veiligheid kan het nodig zijn de behandeling te onderbreken of staken. Het onderbreken van de behandeling gedurende maximaal 12 weken is acceptabel. Zie voor richtlijnen voor onderbreken of staken van de behandeling bij immuungemedieerde bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.2 tabel 1.

Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30-89 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Over gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring <30 ml/min) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een dosisaanbeveling.

Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie ((bilirubine ≤ ULN en ASAT > ULN of bilirubine > 1 tot 1,5 × ULN en elke ASAT) is geen dosisaanpassing nodig. Over gebruik bij een matig tot ernstige verminderde leverfunctie (bilirubine > 1,5 × ULN en elke ASAT) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een dosisaanbeveling.

Toediening

  • Voor i.v. infusie. Niet toedienen als i.v. push- of bolusinjectie.
  • Vóór gebruik de totale benodigde dosis verdunnen met 0,9% NaCl.
  • De initiële infusiesnelheid is 100 ml per uur. Als de eerste infusie goed wordt verdragen, kunnen alle volgende infusies worden ingekort tot 30 minuten (± 10 minuten).
  • Dien serplulimab altijd als eerste toe, gevolgd door chemotherapie op dezelfde dag. Gebruik voor elke infusie aparte infuuszakken.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): infusiereactie (met koorts, rillingen, myalgie, vermoeidheid, hoofdpijn, asthenie, braken, smaakstoornis, overgevoeligheid), ook met fatale afloop. Verminderde eetlust, stomatitis, misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, obstipatie, diarree (afhankelijk van indicatie en oncolytische combinatie: 46–71%). Slapeloosheid. Perifere (sensorische) neuropathie, paresthesie, hoofdpijn, duizeligheid, smaakstoornis. Nasofaryngitis. Hoest, dyspneu, bloedneus. Huiduitslag (26–52%), droge huid, jeuk, alopecia, nagelaandoening. Toegenomen traanproductie. Myalgie, artralgie, pijn in extremiteiten. Opvliegers. Mucositis, perifeer oedeem, koorts, vermoeidheid, asthenie. (Febriele) neutropenie, leukopenie (bij ca. 63%), anemie.

Vaak (1-10%): bovensteluchtweginfectie. Linkerventrikeldisfunctie. Rillingen. Oedeem. Overgevoeligheid. Paronychie.

Soms (0,1-1%): anafylactische reactie, ook met fatale afloop. Congestief hartfalen. Interstitiële longziekte, pleura-effusie.

Zelden (0,01-0,1%): cytokineafgiftesyndroom, tumorlysissyndroom.

Bij ouderen ≥ 65 jaar kwamen de volgende bijwerkingen vaker voor (> 5% hogere incidentie): diarree, verminderde eetlust, anemie, gewichtsverlies, asthenie, smaakstoornis, perifere neuropathie, hypomagnesiëmie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): longontsteking. Neutropenie, leukopenie, anemie, trombocytopenie, lymfopenie. Hypothyreoïdie, hyperthyreoïdie, hyperglykemie, diabetes mellitus type 1. Hyperlipidemie, verminderde eetlust, hypoproteïnemie, hyperurikemie, verstoring van de elektrolytenbalans. Slapeloosheid. Aritmie. Hoesten. Misselijkheid, obstipatie, buikpijn, diarree, braken. Stijging ALAT, ASAT, AF en γ-GT in het bloed. Huiduitslag, alopecia. Spierpijn. Koorts, asthenie.

Vaak (1-10%): urineweginfectie, luchtweginfectie. Abnormale stollingsfunctietest, granulocytopenie. Infusiegerelateerde reactie. Abnormale schildklerfunctietest, thyroïditis. Gewichtsverlies, hypoglykemie. Paresthesie, hoofdpijn, duizeligheid, perifere neuropathie. Sinustachycardie, geleidingsdefecten, sinusbradycardie, hartfalen, verhoogd N-terminaal proBNP (breinnatriuretisch peptide). Hypertensie, vasculitis. Pneumonitis, dyspneu, borstpijn. Dysfagie, winderigheid, gastro-intestinale stoornis, stomatitis, dyspepsie. Hyperbilirubinemie, leverbeschadiging. Jeuk, dermatitis, hyperhidrose. Artralgie, pijn in ledematen, Verhoogd ureumgehalte in het bloed, eiwit of witte bloedcellen aanwezig in de urine, hematurie, nierbeschadiging, verhoogd creatinine in het bloed, glucosurie. Vermoeidheid, malaise, oedeem. Stijging myoglobine, creatinekinase en troponine in het bloed.

Soms (0,1-1%): septische shock, huidinfectie, infectieuze enteritis, lipinfectie, meningo-encefalitis, herpes. Lymfadenitis. Anafylactische reactie. Bijnierinsufficiëntie, overige schildkieraandoening, hyperadrenocorticisme, hypofysitis. Abnormale waarden van lipoproteïne. Immuungemedieerde encefalitis, duizeligheid, neurotoxiciteit, motorische disfunctie. Wazig zicht. Cardiomyopathie, myocardiale ischemie, pericardiale effusie, verhoogde myocardiale necrosemarker, myocarditis. Droge mond, enteritis, gastritis, immuungemedieerde pancreatitis, tandvleesbloeding. Pigmentatiestoornis, psoriasis, droge huid. Immuungemedieerde myositis, artritis. Rillingen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn geen interacties bekend met pertuzumab.

Interacties

Er is geen onderzoek gedaan naar interacties. Omdat monoklonale antilichamen niet worden gemetaboliseerd door cytochroom P450 (CYP)-enzymen of andere geneesmiddelmetaboliserende enzymen, zal naar verwachting remming of inductie van deze enzymen door gelijktijdig toegediende geneesmiddelen de farmacokinetiek van serplulimab niet beïnvloeden.

Vermijd voorafgaand aan de behandeling met serplulimab gebruik van systemische corticosteroïdenof andere immunosuppresiva vanwege hun mogelijke interferentie met de farmacodynamische activiteit en werkzaamheid. Voor de behandeling van immuungemedieerde bijwerkingen na het starten met toediening van serplulimab mogen deze middelen wel worden gebruikt .

Zwangerschap

Pertuzumab passeert de placenta (bij dieren geconstateerd). Het is bekend dat humaan IgG de placenta passeert.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren in hogere doseringen schadelijk gebleken (toename embryonale/foetale sterfte, renale hypoplasie, longhypoplasie, ventriculaire septumdefecten, kleine skeletafwijkingen).

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en gedurende 6 maanden na de behandeling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.

Farmacologisch effect: Uit dieronderzoek is gebleken dat remming van de PD1-route embryofoetale toxiciteit veroorzaakt. Van menselijk IgG is bekend dat het de placentabarrière passeert.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 6 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja (humaan IgG). Het is onbekend in hoeverre pertuzumab kan worden opgenomen door en schadelijk kan zijn voor de zuigeling.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling in de eerste dagen na de geboorte kan niet worden uitgesloten.

Farmacologisch effect: Van menselijke IgG is bekend dat het de eerste paar dagen na de geboorte in de moedermelk wordt uitgescheiden. Daarna neemt dit snel af tot lage concentraties.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden tijdens de eerste dagen na de geboorte. Daarna kan wel borstvoeding worden gegeven.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Pertuzumab uitsluitend gebruiken bij patiënten met een HER2–positieve tumor. De noodzakelijke testen laten uitvoeren in een gespecialiseerd laboratorium.

Linkerventrikeldisfunctie (LVEF) is gemeld bij geneesmiddelen die de werking van HER2 blokkeren, waaronder pertuzumab. De incidentie van symptomatische systolische linkerventrikeldisfunctie (congestief hartfalen) is hoger bij behandeling met pertuzumab+trastuzumab+chemotherapie dan bij trastuzumab+chemotherapie alleen. De kans hierop is mogelijk groter bij een eerdere behandeling met antracyclinen of radiotherapie van het mediastinum. Pertuzumab is niet onderzocht bij patiënten met: een LVEF ≤ 50% voorafgaand aan de behandeling, een voorgeschiedenis van congestief hartfalen, een LVEF–daling tot < 50% tijdens eerdere adjuvante behandeling met trastuzumab, aandoeningen die de linkerventrikelfunctie kunnen aantasten (bv. slecht controleerbare hypertensie, recent doorgemaakt myocardinfarct, ernstige hartritmestoornis die moet worden behandeld), en een eerdere cumulatieve antracyclineblootstelling van > 360 mg/m² doxorubicine of een equivalent daarvan. Bepaal de LVEF voorafgaand aan de behandeling en vervolgens éénmalig bij een neoadjuvante behandeling of elke 12 weken bij gemetastaseerd mammacarcinoom en bij een adjuvante behandeling. Zie voor de voorwaarden voor (tijdelijk) staken van de behandeling de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).

Infusiereacties:gevallen met een fatale afloop zijn gemeld. De patiënt gedurende ten minste 60 min na het begin van de eerste infusie en gedurende ten minste 30–60 min na het begin van de vervolginfusies controleren op infusiegerelateerde symptomen. Bij het optreden van een infusiereactie de infusiesnelheid vertragen of de infusie onderbreken en zonodig de symptomen behandelen. De infusie hervatten als de symptomen afnemen.

Overgevoeligheidsreacties (incl. anafylaxie): controleer de patiënt nauwlettend op overgevoeligheidsreacties; ernstige overgevoeligheid, waaronder anafylaxie en gevallen met een fatale afloop zijn gemeld. Bij de NCI–CTCAE graad 4 overgevoeligheidsreactie, bronchospasmen of acute-respiratory-distresssyndroom (ARDS) de behandeling onmiddellijk en definitief staken.

Diarree: kan ernstig zijn en komt het vaakst voor bij gelijktijdige behandeling van pertuzumab met een taxaan. Ouderen hebben meer kans op diarree. Overweeg een vroege interventie met loperamide, vocht en elektrolyten, vooral bij ouderen en bij ernstige of langdurige diarree. Overweeg de behandeling tijdelijk te staken indien dit onvoldoende helpt.

Bij de combinatiebehandeling pertuzumab, trastuzumab én docetaxel is er meer kans op febriele neutropenie, vooral tijdens de eerste drie behandelcycli; deze kan samenhangen met mucositis en diarree. Een pro–actieve behandeling met anti-diarreemiddelen is aan te raden.

Huiduitslag komt vooral voor tijdens de eerste twee cycli (meestal graad 1 of 2); deze reageren in het algemeen goed op topicale of orale acnebehandeling.

Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid bij verminderde leverfunctie en bij ernstig verminderde nierfunctie zijn niet vastgesteld. Er zijn relatief weinig gegevens bij ouderen > 75 jaar. Er is geen relevante toepassing bij kinderen (< 18 j.).

Waarschuwingen en voorzorgen

Immuungemedieerde bijwerkingen zijn gemeld, waaronder ernstige en fatale gevallen en uitgestelde gevallen die optraden 3-6 maanden na de laatste dosis. Deze bijwerkingen zijn doorgaans reversibel en kunnen meer dan één lichaamssysteem tegelijkertijd aantasten. Gemeld zijn o.a. immuungemedieerde pneumonitis, colitis, hepatitis, nefritis, endocrinopathieën (schildklier- of hypofyseaandoeningen, bijnierinsufficiëntie, hyperglykemie), huidreacties, pancreatitis, myocarditis ën uveïtis. Controleer gedurende de behandeling nauwgezet op tekenen en symptomen van immuungemedieerde bijwerkingen en verricht zo nodig aanvullende diagnostiek. Controleer elke maand de nier- en leverfunctie, en controleer daarnaast de schildklierfunctie, de lipiden- en glucosespiegel. Onderbreek de behandeling bij graad 2 of 3 immuungemedieerde bijwerkingen die voor de eerste keer optreden. Bij de meeste immuungemedieerde bijwerkingen van graad 2 en sommige specifieke van graad 3 of 4 is het advies om de behandeling te onderbreken totdat de bijwerking is hersteld of verbeterd tot graad 1. Staak serplulimab definitief bij elke terugkerende bijwerking van graad 3 en bij elke bijwerking van graad 4, met uitzondering van endocrinopathieën die onder controle worden gehouden met vervangende hormonen. Geef bij immuungemedieerde bijwerkingen van graad 3, 4 en enkele specifieke van graad 2 (bijv. immuungemedieerde pneumonitis, immuungemedieerde myocarditis) een corticosteroïde (1-2 mg/kg/dag prednison of equivalent) of een andere symptomatische behandeling op basis van de klinische symptomen totdat de bijwerking herstelt of verbetert tot graad 1. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.2 tabel 1 en rubriek 4.4.

Controleer nauwgezet op infusiegerelateerde reacties. Bij milde reacties van graad 1 kan de behandeling onder nauwgezette controle worden voortgezet. Bij graad 2 reacties de infusiensnelheid verlagen of de behandeling onderbreken en pre-medicatie overwegen. Bij infusiegererelateerde reacties ≥ graad 3 de behandeling onmiddelijk en definitief staken.

Onderzoeksgegevens

  • Patienten met de volgende kenmerken of aandoeningen werden uitgesloten van klinische onderzoek: een voorgeschiedenis van actieve of eerder gedocumenteerde auto-immuunziekte, actieve tuberculose of hepatitis B of C of hiv-infectie toediening van levend verzwakt vaccin binnen 28 dagen voorafgaand aan serplulimab, een actieve infectie waarvoor systemische anti-infectieuze therapie nodig was binnen 14 dagen voorafgaand aan de eerste dosis, voorgeschiedenis van pneumonitis of interstitiële longziekte, actieve hersenmetastasen, een voorgeschiedenis van significante hart- en vaatziekten (bijv. myocardinfarct binnen een half jaar), een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor een ander monoklonaal antilichaam, systemische immunosuppressiva binnen 14 dagen voorafgaand aan serplulimab.
  • Er zijn geen gegevens over toepassing bij een ernstig verminderde nier- of leverfunctie. Er is geen toepassing bij kinderen < 18 jaar.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergifitiging met serplulimab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum .

Eigenschappen

Recombinant gehumaniseerd monoklonaal IgG1–antilichaam, geproduceerd in Chinese hamsterovariumcellen. Pertuzumab richt zich specifiek op het extracellulaire dimerisatiedomein van het humane epidermale groeifactorreceptor 2 (HER2)-eiwit. Hiermee remt pertuzumab de ligandafhankelijke intracellulaire signaaltransductie via twee belangrijke signaalcascades, namelijk die via mitogeen geactiveerd–proteïnekinase (MAP–kinase) en via fosfoïnositide 3–kinase (PI3–kinase), wat uiteindelijk leidt tot remming van de celgroei en tot apoptose.

Kinetische gegevens

Metabolisering zoals de meeste antilichamen via biodegradatie tot kleine peptiden of aminozuren.
T 1/2el ca. 18 dagen (mediaan).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Serplulimab is een gehumaniseerd monoklonaal IgG4-antilichaam, dat zich bindt aan de geprogrammeerde celdood-1 (PD-1)-receptor, waardoor de interactie tussen PD-1 met de liganden PD-L1 en PD-L2 (checkpointremmers) blokkeert. PD-1 is een negatieve regulator van T-cel-activiteit, die betrokken is bij de controle van T-cel-immuunresponsen. PD-L1 en PD-L2 worden tot expressie gebracht in antigeenpresenterende cellen en door tumoren of andere cellen in de micro-omgeving van de tumor. De interactie tussen PD-1 en PD-L1 en PD-L2 resulteert normaal gesproken in remming van T-celproliferatie en cytokinesecretie. Doordat serplulimab deze interactie blokkeert, wordt de blokkade van T-celremming opgeheven. Dit leidt tot verhoging van de T-celactiviteit, waaronder de antitumorimmuunrespons.

Kinetische gegevens

V d ca. 5,73 l.
Metabolisering naar verwachting wordt het zoals andere antilichamen door algemene eiwitabraakprocessen gekataboliseerd tot kleine peptiden en aminozuren.
T 1/2el ca. 24,3 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

pertuzumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • serplulimab (L01FF12) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Groepsinformatie

serplulimab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".