Samenstelling
Amlodipine drank FNA (als besilaat) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
Amlodipine tablet (als besilaat, maleaat, mesilaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg
Norvasc (als besilaat) Viatris Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Nimotop Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Infusievloeistof
- Sterkte
- 0,2 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 50 ml, infusieslang.
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 30 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Lercanidipine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Lerdip (hydrochloride) Recordati
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op, of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Offlabel: Pulmonale hypertensie (PH) is een zeldzame, complexe aandoening die vraagt om een specialistische, multidisciplinaire behandeling. Verschillende oorzaken kunnen ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van PH. Het doel van de behandeling is verbetering van de kwaliteit van leven, remming van de ziekteprogressie en het voorkómen van een longtransplantatie. Endotheline-antagonisten, fosfodi-esterase-5-remmers, prostacycline-analogen, en de guanylaatcyclasestimulator riociguat worden vooral ingezet bij pulmonale arteriële hypertensie (PAH; klinische classificatie PH groep 1), en (offlabel) bij chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH, groep 4). Bij de keuze van het geneesmiddel spelen naast de ernst van de ziekte ook individuele patiëntgerichte factoren een rol. Combineren van middelen is meestal zinvol.
Bij een selecte patiëntengroep met idiopathische PAH, geneesmiddel geïnduceerde PAH of erfelijke PAH met bewezen vasoreactiviteit van het pulmonale vaatbed, waarbij geen aanwijzingen zijn voor ernstig rechter- of linkerventrikelfalen, kan een hooggedoseerde calciumantagonist (offlabel) effectief zijn.
Binnen de groep van de calciumantagonisten (dihydropyridinen) bestaan grote prijsverschillen.
Advies
Zie voor de behandeling van een subarachnoïdale bloeding de NVN-richtlijn Subarachnoïdale bloeding.
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Indicaties
- Chronische stabiele angina pectoris;
- Vasospastische (Prinzmetal) angina pectoris;
- Hypertensie;
- Offlabel: pulmonale arteriële hypertensie (PAH).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Profylaxe van ischemische uitvalsverschijnselen door arteriële spasmen ten gevolge van aneurysmatische subarachnoïdale bloedingen.
Indicaties
- Milde tot matige essentiële hypertensie bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Angina pectoris
Volwassenen
Begindosering: 5 mg 1×/dag; indien nodig verhogen, max. 10 mg 1×/dag.
Hypertensie
Volwassenen
Begindosering: 5 mg 1×/dag; indien nodig verhogen, max. 10 mg 1×/dag.
Kinderen 6–17 jaar
Volgens de fabrikant: begindosering: 2,5 mg 1×/dag; bij onvoldoende bloeddrukverlaging na 4 weken, ophogen tot maximaal 5 mg 1×/dag.
Kinderen 1 maand-18 jaar
Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: 0,1-0,3 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 1-2 doses, max. 0,6 mg/kg/dag, max. 20 mg/dag. Bij leeftijd < 6 jaar 2×/dag doseren. Niet vaker dan 1× per 5-7 dagen de dosis aanpassen.
Offlabel: Pulmonale arteriële hypertensie (PAH)
Volwassenen
Volgens de ESC-richtlijn Guidelines for the diagnosis and treatment of pulmonary hypertension (2022) bij idiopatische PAH, geneesmiddel-geïnduceerde PAH of erfelijke PAH met bewezen vasoreactiviteit van het pulmonale vaatbed en waarbij geen aanwijzingen zijn voor ernstig rechter- of linkerventrikelfalen: begindosering: 5 mg 1×/dag; onderhoudsdosering 15-30 mg/dag in 1-2 doses.
Bij een verminderde leverfunctie met een zo laag mogelijke dosering beginnen en voorzichtig ophogen.
Toediening: Niet innemen met grapefruit-/pompelmoessap vanwege een mogelijke verhoging van de amlodipinespiegel.
Doseringen
Aneurysmatische subarachnoïdale bloeding
Volwassenen
Volgens de NVN–richtlijn Subarachnoïdale bloeding, module 'Cerebrale ischemie na een SAB'' (2013): Oraal 60 mg 6×/dag gedurende 3 weken.
Volgens de fabrikant: Intraveneus als continu infuus: beginnen binnen 4 dagen na de bloeding met 1 mg (= 5 ml; ca. 15 microg/kg) per uur gedurende de eerste 2 uur. Vervolgens (bij goed verdragen en geen ernstige bloeddrukdaling) verhogen tot 2 mg (= 10 ml; ca. 30 microg/kg) per uur. Bij intolerantieverschijnselen de dosering verlagen of eventueel de toediening staken. Bij lichaamsgewicht < 70 kg of bij instabiele bloeddruk beginnen met 0,5 mg (= 2,5 ml; ca. 7,5 microg/kg) per uur. De i.v.-infusie gedurende 7–14 dagen voortzetten. Oraal, aansluitend op de i.v.-behandeling: gedurende nog eens 7–14 dagen: 60 mg elke 4 uur (= 360 mg per dag). De totale behandelduur bedraagt 21 dagen. De toediening van nimodipine voortzetten tijdens anesthesie, operatie en angiografie.
Bij ernstig verminderde lever- en nierfunctie, m.n. levercirrose, de dosering verlagen op geleide van werking en bijwerkingen (o.a. bloeddrukverlaging); overweeg om de behandeling te staken.
Bij gelijktijdig gebruik van CYP3A4–remmers of induceerders kan het nodig zijn de dosering aan te passen, zie ook de rubriek Interacties.
Toediening
- De tabletten in hun geheel innemen met een glas water (géén grapefruit-/pompelmoessap). Volgens de NVN-richtlijn Subarachnoïdale bloeding, module 'Cerebrale ischemie na een SAB' (2013) kan de tablet eventueel, fijngemalen, toegediend worden via een maagsonde.
- I.v.-infusie via een centrale katheter en eventueel via een driewegkraantje met behulp van een infuuspomp.
- De infusievloeistof is lichtgevoelig; gedurende toepassing beschermen tegen direct zonlicht. Vanwege het risico van kristallisatie niet met andere infusievloeistof mengen.
Doseringen
Essentiële hypertensie
Volwassenen
Begindosering: 10 mg 1×/dag; indien nodig na enkele weken verhogen tot 20 mg 1×/dag.
Bij een milde tot matige lever- of nierfunctiestoornis is met een verhoging tot 20 mg per dag voorzichtigheid geboden.
Toediening: Tabletten bij voorkeur 's ochtends, minstens 15 minuten voor het ontbijt, met water innemen (niet met grapefruit-/pompelmoessap).
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | Vaak |
---|---|
Hoesten | Soms |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Vaak |
---|---|
Borstkaspijn | - |
Enkeloedeem | Vaak |
Malaise | Soms |
Oedeem | Zeer vaak |
Perifeer oedeem | - |
Pijn op de borst | Soms |
Toedieningsplaatsreactie | - |
Vermoeidheid | Vaak |
Verwardheid | Zelden |
Bloed en lymfestelsel
Leukocytopenie | Zeer zelden |
---|---|
Trombocytopenie | Zeer zelden |
Bloedvaten
Hypotensie | Soms |
---|---|
Overmatig blozen | Vaak |
Tromboflebitis | - |
Vasculitis | Zeer zelden |
Vasodilatatie | - |
Hart
Angina pectoris | - |
---|---|
Angina pectoris verergerd | - |
Aritmie | Soms |
Atriumfibrillatie | Soms |
Bradycardie | Soms |
Hartkloppingen | Vaak |
Myocardinfarct | Zeer zelden |
Tachycardie | - |
Ventriculaire tachycardie | Soms |
Huid en onderhuid
Alopecia | Soms |
---|---|
Angio-oedeem | Zeer zelden |
Erythema multiforme | Zeer zelden |
Exantheem | Soms |
Exfoliatieve dermatitis | Zeer zelden |
Fotosensitiviteitsreactie | Zeer zelden |
Huiduitslag | Soms |
Huidverkleuring | Soms |
Jeuk | Soms |
Overmatig zweten | Soms |
Purpura | Soms |
Quincke-oedeem | Zeer zelden |
Stevens-Johnson-syndroom | Zeer zelden |
Toxische epidermale necrolyse | ? |
Urticaria | Soms |
Immuunsysteem
Allergische reactie | Zeer zelden |
---|---|
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Rhinitis | Soms |
---|
Lever en galwegen
Hepatitis | Zeer zelden |
---|---|
Icterus | Zeer zelden |
Lever cholestasis | Zeer zelden |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | Soms |
Buikpijn | Vaak |
Diarree | Vaak |
Droge mond | Soms |
Dyspepsie | Vaak |
Gastritis | Zeer zelden |
Ileus | - |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | Vaak |
Pancreatitis | Zeer zelden |
Peritoneale troebele uitloopvloeistof | - |
Tandvleeshyperplasie | Zeer zelden |
Veranderde stoelgang | Vaak |
Nieren en urinewegen
Nycturie | Soms |
---|---|
Pollakisurie | - |
Polyurie | Soms |
Onderzoeken
Gestegen leverenzymen | Zeer zelden |
---|---|
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Diplopie | Vaak |
---|---|
Visuele stoornis | Vaak |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | Soms |
---|
Psyche
Depressie | Soms |
---|---|
Slapeloosheid | Soms |
Stemmingsveranderingen | Soms |
Skeletspieren en bindweefsel
Gewrichtspijn | Soms |
---|---|
Rugpijn | Soms |
Spierkramp | Vaak |
Spierpijn | Soms |
Stofwisseling en voeding
Gewichtsverandering | Soms |
---|---|
Hyperglykemie | Zeer zelden |
Voortplantingsstelsel en borst
Gynaecomastie | Soms |
---|---|
Impotentie | Soms |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | Vaak |
---|---|
Dysgeusie | Soms |
Extrapiramidaal syndroom | ? |
Hoofdpijn | Vaak |
Hypertonie | Zeer zelden |
Hypo-esthesie | Soms |
Paresthesie | Soms |
Perifere neuropathie | Zeer zelden |
Slaperigheid | - |
Somnolentie | Vaak |
Syncope | Soms |
Tremor | Soms |
Toelichting
- Somnolentie, hoofdpijn, duizeligheid: vooral in het begin van de behandeling.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Hoesten | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Borstkaspijn | - |
Enkeloedeem | - |
Malaise | - |
Oedeem | - |
Perifeer oedeem | - |
Pijn op de borst | - |
Toedieningsplaatsreactie | Zelden |
Vermoeidheid | - |
Verwardheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Leukocytopenie | - |
---|---|
Trombocytopenie | Soms |
Bloedvaten
Hypotensie | Soms |
---|---|
Overmatig blozen | - |
Tromboflebitis | Zelden |
Vasculitis | - |
Vasodilatatie | Soms |
Hart
Angina pectoris | - |
---|---|
Angina pectoris verergerd | - |
Aritmie | - |
Atriumfibrillatie | - |
Bradycardie | Zelden |
Hartkloppingen | - |
Myocardinfarct | - |
Tachycardie | Soms |
Ventriculaire tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Alopecia | - |
---|---|
Angio-oedeem | - |
Erythema multiforme | - |
Exantheem | - |
Exfoliatieve dermatitis | - |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Huiduitslag | Soms |
Huidverkleuring | - |
Jeuk | - |
Overmatig zweten | - |
Purpura | - |
Quincke-oedeem | - |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Toxische epidermale necrolyse | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Allergische reactie | Soms |
---|---|
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Rhinitis | - |
---|
Lever en galwegen
Hepatitis | - |
---|---|
Icterus | - |
Lever cholestasis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | - |
Buikpijn | - |
Diarree | - |
Droge mond | - |
Dyspepsie | - |
Gastritis | - |
Ileus | Zelden |
Nausea | Soms |
Obstipatie | - |
Pancreatitis | - |
Peritoneale troebele uitloopvloeistof | - |
Tandvleeshyperplasie | - |
Veranderde stoelgang | - |
Nieren en urinewegen
Nycturie | - |
---|---|
Pollakisurie | - |
Polyurie | - |
Onderzoeken
Gestegen leverenzymen | Zelden |
---|---|
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Diplopie | - |
---|---|
Visuele stoornis | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | - |
---|
Psyche
Depressie | - |
---|---|
Slapeloosheid | - |
Stemmingsveranderingen | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Gewrichtspijn | - |
---|---|
Rugpijn | - |
Spierkramp | - |
Spierpijn | - |
Stofwisseling en voeding
Gewichtsverandering | - |
---|---|
Hyperglykemie | - |
Voortplantingsstelsel en borst
Gynaecomastie | - |
---|---|
Impotentie | - |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | - |
---|---|
Dysgeusie | - |
Extrapiramidaal syndroom | - |
Hoofdpijn | Soms |
Hypertonie | - |
Hypo-esthesie | - |
Paresthesie | - |
Perifere neuropathie | - |
Slaperigheid | - |
Somnolentie | - |
Syncope | - |
Tremor | - |
Toelichting
- Reactie op de toedieningsplaats, tromboflebitis: na i.v.-toediening.
- Gestegen leverenzymwaarden: voorbijgaand.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Hoesten | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Soms |
---|---|
Borstkaspijn | Zelden |
Enkeloedeem | - |
Malaise | - |
Oedeem | - |
Perifeer oedeem | Vaak |
Pijn op de borst | - |
Toedieningsplaatsreactie | - |
Vermoeidheid | Soms |
Verwardheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Leukocytopenie | - |
---|---|
Trombocytopenie | - |
Bloedvaten
Hypotensie | Soms |
---|---|
Overmatig blozen | Vaak |
Tromboflebitis | - |
Vasculitis | - |
Vasodilatatie | - |
Hart
Angina pectoris | Zelden |
---|---|
Angina pectoris verergerd | Zelden |
Aritmie | - |
Atriumfibrillatie | - |
Bradycardie | - |
Hartkloppingen | Vaak |
Myocardinfarct | - |
Tachycardie | Vaak |
Ventriculaire tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Alopecia | - |
---|---|
Angio-oedeem | ? |
Erythema multiforme | - |
Exantheem | - |
Exfoliatieve dermatitis | - |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Huiduitslag | Soms |
Huidverkleuring | - |
Jeuk | Soms |
Overmatig zweten | - |
Purpura | - |
Quincke-oedeem | - |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Toxische epidermale necrolyse | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Allergische reactie | - |
---|---|
Overgevoeligheid | Zelden |
Infecties
Rhinitis | - |
---|
Lever en galwegen
Hepatitis | - |
---|---|
Icterus | - |
Lever cholestasis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | Soms |
---|---|
Braken | Zelden |
Buikpijn | - |
Diarree | Zelden |
Droge mond | - |
Dyspepsie | Soms |
Gastritis | - |
Ileus | - |
Nausea | Soms |
Obstipatie | - |
Pancreatitis | - |
Peritoneale troebele uitloopvloeistof | ? |
Tandvleeshyperplasie | ? |
Veranderde stoelgang | - |
Nieren en urinewegen
Nycturie | - |
---|---|
Pollakisurie | Zelden |
Polyurie | Soms |
Onderzoeken
Gestegen leverenzymen | - |
---|---|
Transaminasen verhoogd | ? |
Oog
Diplopie | - |
---|---|
Visuele stoornis | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | - |
---|
Psyche
Depressie | - |
---|---|
Slapeloosheid | - |
Stemmingsveranderingen | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Gewrichtspijn | - |
---|---|
Rugpijn | - |
Spierkramp | - |
Spierpijn | Soms |
Stofwisseling en voeding
Gewichtsverandering | - |
---|---|
Hyperglykemie | - |
Voortplantingsstelsel en borst
Gynaecomastie | - |
---|---|
Impotentie | - |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | Soms |
---|---|
Dysgeusie | - |
Extrapiramidaal syndroom | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Hypertonie | - |
Hypo-esthesie | - |
Paresthesie | - |
Perifere neuropathie | - |
Slaperigheid | Zelden |
Somnolentie | - |
Syncope | Zelden |
Tremor | - |
Interacties
Mogelijk verhogen sterke of matige CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol, itraconazol, ritonavir, grapefruit-/pompelmoessap, erytromycine, claritromycine, HIV-proteaseremmers) de plasmaconcentratie van amlodipine; dosisaanpassing kan noodzakelijk zijn.
Sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifampicine, sint-janskruid) kunnen invloed hebben op de plasmaspiegel van amlodipine. De bloeddruk extra controleren en een dosisaanpassing van amlodipine overwegen.
Amlodipine kan de werking van andere antihypertensiva versterken.
Amlodipine kan bij combinatie met simvastatine de simvastatine–blootstelling verhogen.
Bij combinatie met tacrolimus is er meer kans op verhoogde bloedspiegels van tacrolimus; bloedspiegel controleren en zo nodig de tacrolimus-dosering aanpassen.
Amlodipine is een zwakke CYP3A4-remmer; het kan de blootstelling aan CYP3A4-substraten, zoals mTOR-remmers (everolimus, (tem)sirolimus), verhogen.
Combinatie met dantroleen i.v. vermijden bij patiënten die vatbaar zijn voor maligne hyperthermie en bij de behandeling van maligne hyperthermie.
Bij combinatie met ciclosporine werden bij patiënten met een niertransplantaat variabele verhogingen van de ciclosporine dalconcentratie waargenomen (tot 40%).
Interacties
De bloeddrukverlagende werking van antihypertensiva kan worden versterkt; zeer zorgvuldige bewaking is noodzakelijk indien combinatie onvermijdelijk is.
Bij gelijktijdig gebruik van nefrotoxische stoffen (aminoglycosiden en/of cefalosporinen met furosemide) de nierfunctie controleren.
Gelijktijdig gebruik van CYP3A4-remmers zoals claritromycine, erytromycine, imidazoolderivaten, HIV-proteaseremmers, cimetidine, valproïnezuur en grapefruit-/pompelmoessap kan het oxidatieve metabolisme van nimodipine remmen met als gevolg verhoogde bloedspiegels. Na inname van grapefruit-/pompelmoessap kan de nimodipinespiegel tot ten minste 4 dagen na consumptie verhoogd zijn; tijdens de behandeling geen grapefruit-/pompelmoessap nemen. Combinatie met sterke CYP3A4-inductoren (rifampicine, fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) vermijden vanwege een sterke verlaging van de plasmaspiegel van nimodipine.
De hoeveelheid alcohol in de infusievloeistof kan de werking van andere geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
Lercanidipine wordt gemetaboliseerd door CYP3A4.
Gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers (bv. ketoconazol, itraconazol, claritromycine, erytromycine, ritonavir, grapefruit-/pompelmoessap is gecontra-indiceerd vanwege een aanzienlijke toename van de plasmaspiegel van lercanidipine. Cimetidine gaf in een dosis van 800 mg geen interactie; bij hogere doses kunnen de biologische beschikbaarheid en het bloeddrukverlagend effect van lercanidipine toenemen.
Combinatie met ciclosporine is gecontra-indiceerd, de combinatie geeft verhoogde plasmaspiegels voor beide middelen.
CYP3A4-inductoren (fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine, rifampicine) verminderen het antihypertensief effect door de versnelde metabolisering van lercanidipine; tevens kunnen interacties optreden met andere CYP3A4-substraten (bv. klasse III anti-aritmica zoals amiodaron, kinidine, sotalol).
Gelijktijdig gebruik met tricyclische antidepressiva, barbituraten, fenothiazinen en andere antihypertensiva kan het bloeddrukverlagend effect van acebutolol versterken.
Gelijktijdig gebruik van systemische corticosteroïden kan het bloeddrukverlagend effect verminderen.
Metoprolol en mogelijk ook andere β-blokkers verminderen de biologische beschikbaarheid van lercanidipine met 50%, waarschijnlijk doordat zij de hepatische bloedstroom verminderen; dosisaanpassing kan nodig zijn.
Alcohol kan de werking van lercanidipine versterken.
Bij gelijktijdige behandeling met digoxine kan de Cmax van digoxine met een derde toenemen; houd rekening met digoxinetoxiciteit.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid, na zeer hoge doses (uitstel van de partus, verlenging van weeën en hogere jongensterfte bij ratten).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken als er geen veiliger alternatief voorhanden is.
Vruchtbaarheid: Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, schadelijk gebleken (bij hoge doses).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel); het belang hiervan bij kortdurende behandeling is onbekend.
Overig: Wees voorzichtig met ethanol (in de infusievloeistof).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn geen teratogene effecten aangetoond, maar andere dihydropyridinen zijn wel teratogeen gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: Wees voorzichtig met ethanol (in de infusievloeistof).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies:Het gebruik van dit middel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor dihydropyridinederivaten;
- ernstige hypotensie;
- shock (inclusief cardiogene shock);
- obstructie van het uitstroomkanaal van het linker ventrikel (bv. ernstige aortastenose);
- hemodynamisch instabiel hartfalen na een acuut myocardinfarct.
Contra-indicaties
Hypotensie. Shock.
Contra-indicaties
- Obstructie in het uitstroomkanaal van de linkerventrikel;
- Onbehandeld hartfalen;
- Instabiele angina pectoris of binnen 1 maand na een acuut myocardinfarct;
- Ernstige leverfunctiestoornis;
- Ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min), inclusief dialyse.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij hartfalen extra voorzichtig toepassen, vanwege mogelijk meer kans op longoedeem, hyperkaliëmie, het ontstaan van oligurie en (zelden) van acuut nierfalen, toekomstige cardiovasculaire aandoeningen en (eveneens zelden) sterfte.
Bij een verminderde leverfunctie is extra oplettendheid vereist in verband met een verlengde halfwaardetijd en hogere AUC–waarden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij hartfalen kan het klinisch beeld verergeren. Ter preventie van een abrupte bloeddrukdaling in de acute fase kan met een lagere begindosering worden gestart.
Wees voorzichtig bij cerebraal oedeem of verhoogde intracraniële druk. Weeg bij instabiele angina of recent myocardinfarct (< 4 w. geleden) de voordelen nauwkeurig af tegen de risico's van een verminderde doorbloeding van de kransslagader en myocardischemie.
Bij verminderde nierfunctie deze extra controleren; staak eventueel de behandeling bij verslechtering van de nierfunctie.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Hulpstof: Wees voorzichtig met ethanol, in de infusievloeistof, bij alcoholisme, leverziekte, epilepsie, zwangerschap, lactatie en kinderen. Ethanol kan een effect op andere medicatie hebben. Wees bij risicogroepen voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals ethanol of propyleenglycol, bevatten. Ethanol kan de rijvaardigheid en de werking van andere middelen beïnvloeden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig toepassen bij het sick-sinussyndroom (zonder pacemaker), stoornissen aan de linkerventrikel en bij ischemische hartafwijkingen.
Bij ouderen en bij milde tot matige lever- of nierfunctiestoornis is extra aandacht in het begin van de behandeling en bij dosisverhoging gewenst.
Lercanidipine kan de spoelvloeistof bij peritoneale dialyse troebel maken als gevolg van een toegenomen triglyceridenconcentratie. Deze troebelheid neemt snel af na het staken van lercanidipine.
Lercanidipine niet toepassen bij kinderen < 18 jaar vanwege onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid.
Overdosering
Symptomen
Excessieve perifere vasodilatatie met waarschijnlijk langdurige sterke systemische hypotensie en reflextachycardie. Zelden is niet-cardiogeen longoedeem gemeld (24–48 uur na inname).
Zie voor meer symptomen en behandeling het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Excessieve perifere vaatverwijding met uitgesproken hypotensie en reflextachycardie. Ook bradycardie is mogelijk. Verder: duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. Bij ernstige intoxicatie cardiogene shock, myocard ischemie en verminderde nierfunctie.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op toxicologie.org/lercanidipine en/of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van vooral glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand. De zuurstofbehoefte en het energieverbruik van het myocard verminderen en de zuurstoftoevoer verbetert.
Werkingsduur als antihypertensivum: ca. 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
F | 64–80%. |
T max | = 6–12 uur. |
V d | 21 l/kg. |
Eiwitbinding | ca 97,5%. |
Metabolisering | uitgebreid in de lever tot inactieve metabolieten, waarschijnlijk door CYP3A4. |
Eliminatie | vnl. via de urine (10% onveranderd, 60% van de metabolieten). Amlodipine is niet dialyseerbaar. |
T 1/2el | 35–50 uur; bij ouderen en bij leverinsufficiëntie verlengd. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Calciumantagonist met dihydropyridinestructuur met een op de cerebrale vaten gerichte werking. Nimodipine is lipofiel en passeert de bloed-hersenbarrière. De gunstige werking na subarachnoïdale bloedingen berust mogelijk op cerebrale vaatverwijding; ook andere fenomenen (preventie van weefselschade) kunnen een rol spelen.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal vrijwel volledig. |
F | 16% door groot 'first pass'-effect. |
T max | oraal 40 min. |
Eiwitbinding | 99%. |
V d | 0,9–1,7 l/kg. |
Overig | Bij ouderen: kans op cumulatie door verminderde klaring bij dosering zesmaal per dag. |
Metabolisering | uitgebreid in de lever door CYP3A4 tot inactieve metabolieten. |
T 1/2el | 5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lipofiele calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van met name glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand.
Werkingsduur: 24 uur door sterke binding aan lipidenmembranen.
Kinetische gegevens
Resorptie | volledig. |
F | laag (ca. 3% indien nuchter of 10% indien niet nuchter) door groot verzadigbaar 'first pass'-effect, verhoogd met factor 4 door zeer vetrijke maaltijd binnen 2 uur en waarschijnlijk verhoogd bij matige tot ernstige leverfunctiestoornissen. |
T max | 1½–3 uur. |
Eiwitbinding | > 98%. |
Metabolisering | omvangrijk tot inactieve metabolieten via CYP3A4. |
Eliminatie | vnl. als inactieve metabolieten, 50% met de urine. |
T 1/2el | 8–10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
amlodipine hoort bij de groep dihydropyridinen.
Groepsinformatie
nimodipine hoort bij de groep dihydropyridinen.
Groepsinformatie
lercanidipine hoort bij de groep dihydropyridinen.
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
- hypertensie, essentiële of primaire
- pulmonale hypertensie