Samenstelling
Barnidipine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Cyress (hydrochloride) BModesto
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Libradin (hydrochloride) ADOH
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Vasexten (hydrochloride) ADOH
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cardene (hydrochloride) XGVS Laboratoire X.O
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Lercanidipine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Lerdip (hydrochloride) Recordati
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Amlodipine drank FNA (als besilaat) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
Amlodipine tablet (als besilaat, maleaat, mesilaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg
Norvasc (als besilaat) Viatris Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Advies
Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op, of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Offlabel: Pulmonale hypertensie (PH) is een zeldzame, complexe aandoening die vraagt om een specialistische, multidisciplinaire behandeling. Verschillende oorzaken kunnen ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van PH. Het doel van de behandeling is verbetering van de kwaliteit van leven, remming van de ziekteprogressie en het voorkómen van een longtransplantatie. Endotheline-antagonisten, fosfodi-esterase-5-remmers, prostacycline-analogen, en de guanylaatcyclasestimulator riociguat worden vooral ingezet bij pulmonale arteriële hypertensie (PAH; klinische classificatie PH groep 1), en (offlabel) bij chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH, groep 4). Bij de keuze van het geneesmiddel spelen naast de ernst van de ziekte ook individuele patiëntgerichte factoren een rol. Combineren van middelen is meestal zinvol.
Bij een selecte patiëntengroep met idiopathische PAH, geneesmiddel geïnduceerde PAH of erfelijke PAH met bewezen vasoreactiviteit van het pulmonale vaatbed, waarbij geen aanwijzingen zijn voor ernstig rechter- of linkerventrikelfalen, kan een hooggedoseerde calciumantagonist (offlabel) effectief zijn.
Binnen de groep van de calciumantagonisten (dihydropyridinen) bestaan grote prijsverschillen.
Indicaties
- Lichte tot matige essentiële hypertensie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Acute levensbedreigende hypertensie, met name bij:
- maligne arteriële hypertensie of hypertensieve encefalopathie;
- aortadissectie (als een kortwerkende β-blokker ongeschikt of onvoldoende werkzaam is);
- ernstige pre-eclampsie (als andere i.v.-antihypertensiva niet aanbevolen of gecontra-indiceerd zijn).
- Postoperatieve hypertensie.
Indicaties
- Milde tot matige essentiële hypertensie bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Chronische stabiele angina pectoris;
- Vasospastische (Prinzmetal) angina pectoris;
- Hypertensie;
- Offlabel: pulmonale arteriële hypertensie (PAH).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Essentiële hypertensie
Volwassenen
Begindosering 10 mg 1×/dag, bij voorkeur 's morgens; indien nodig na 3–6 weken verhogen tot 20 mg 1×/dag. Bij milde tot matige nierfunctiestoornissen is met een verhoging tot 20 mg per dag voorzichtigheid geboden. Bij gelijktijdig gebruik van CYP3A4–remmers de dosering niet verhogen tot 20 mg per dag.
Doseringen
Acute levensbedreigende hypertensie of postoperatieve hypertensie
Volwassenen
I.v.-infusie : begindosering 3–5 mg/uur gedurende 15 min, indien nodig elke 15 min verhogen met 0,5–1 mg tot max. 15 mg/uur.
Onderhoudsdosering: als de gewenste bloeddruk bereikt is de dosering geleidelijk verlagen meestal tot 2–4 mg/uur om het gewenste effect te behouden.
Kinderen
I.v.-infusie: startdosis 0,5–5 microg/kg/min.
I.v.-infusie: onderhoudsdosering 1–4 microg/kg/min. Bij kinderen met nierfunctiestoornissen alleen de laagste dosering toedienen.
Ouderen, een verminderde nier-/leverfunctie
I.v.-infusie: startdosis 1–5 mg/uur, afhankelijk van de bloeddruk en klinische situatie. Na 30 minuten snelheid verhogen of verlagen met stappen van 0,5 mg/uur, tot max. 15 mg/uur.
Ernstige pre-eclampsie
Volwassenen
I.v.-infusie: startdosis van 1–5 mg/uur, afhankelijk van de bloeddruk en de klinische situatie. Na 30 minuten snelheid verhogen of verlagen met stappen van 0,5 mg/uur, tot max. 15 mg/uur, in het algemeen is de dosering niet hoger dan 4 mg/uur.
Bij het optreden van systemische hypotensie en reflextachycardie overwegen de dosering te halveren of de toediening te staken.
Bij overgaan naar een oraal antihypertensivum de i.v.-toediening staken of afbouwen terwijl de orale therapie wordt ingesteld.
I.v.-infusie alleen in het ziekenhuis op intensive care-units via een volumetrische pomp of elektronisch injectie-apparaat toedienen als continue intraveneuze infusie.
Vóór gebruik het concentraat voor infusievloeistof verdunnen (niet in Ringer-oplossing of natriumwaterstofcarbonaat; daarnaast vanwege neerslagvorming niet in oplossingen met een pH ≥ 6) tot een concentratie van 0,1–0,2 mg/ml, tenzij het toegediend wordt via een centrale veneuze lijn. Nicardipine niet mengen met andere geneesmiddelen.
Doseringen
Essentiële hypertensie
Volwassenen
Begindosering: 10 mg 1×/dag; indien nodig na enkele weken verhogen tot 20 mg 1×/dag.
Bij een milde tot matige lever- of nierfunctiestoornis is met een verhoging tot 20 mg per dag voorzichtigheid geboden.
Toediening: Tabletten bij voorkeur 's ochtends, minstens 15 minuten voor het ontbijt, met water innemen (niet met grapefruit-/pompelmoessap).
Doseringen
Angina pectoris
Volwassenen
Begindosering: 5 mg 1×/dag; indien nodig verhogen, max. 10 mg 1×/dag.
Hypertensie
Volwassenen
Begindosering: 5 mg 1×/dag; indien nodig verhogen, max. 10 mg 1×/dag.
Kinderen 6–17 jaar
Volgens de fabrikant: begindosering: 2,5 mg 1×/dag; bij onvoldoende bloeddrukverlaging na 4 weken, ophogen tot maximaal 5 mg 1×/dag.
Kinderen 1 maand-18 jaar
Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: 0,1-0,3 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 1-2 doses, max. 0,6 mg/kg/dag, max. 20 mg/dag. Bij leeftijd < 6 jaar 2×/dag doseren. Niet vaker dan 1× per 5-7 dagen de dosis aanpassen.
Offlabel: Pulmonale arteriële hypertensie (PAH)
Volwassenen
Volgens de ESC-richtlijn Guidelines for the diagnosis and treatment of pulmonary hypertension (2022) bij idiopatische PAH, geneesmiddel-geïnduceerde PAH of erfelijke PAH met bewezen vasoreactiviteit van het pulmonale vaatbed en waarbij geen aanwijzingen zijn voor ernstig rechter- of linkerventrikelfalen: begindosering: 5 mg 1×/dag; onderhoudsdosering 15-30 mg/dag in 1-2 doses.
Bij een verminderde leverfunctie met een zo laag mogelijke dosering beginnen en voorzichtig ophogen.
Toediening: Niet innemen met grapefruit-/pompelmoessap vanwege een mogelijke verhoging van de amlodipinespiegel.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Hoesten | - |
Longoedeem | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Borstkaspijn | - |
Enkeloedeem | - |
Malaise | - |
Oedeem | - |
Oedeem onderste extremiteiten | - |
Perifeer oedeem | Zeer vaak |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | - |
Verwardheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Leukocytopenie | - |
---|---|
Trombocytopenie | - |
Bloedvaten
Flebitis | - |
---|---|
Hypotensie | - |
Orthostatische hypotensie | - |
Overmatig blozen | Zeer vaak |
Vasculitis | - |
Hart
Angina pectoris | - |
---|---|
Angina pectoris verergerd | - |
Aritmie | - |
Atriumfibrillatie | - |
AV-blok | - |
Bradycardie | - |
Hartkloppingen | Vaak |
Myocardinfarct | - |
Sinustachycardie | ? |
Tachycardie | ? |
Ventriculaire tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Alopecia | - |
---|---|
Angio-oedeem | - |
Erytheem | - |
Erythema multiforme | - |
Exantheem | - |
Exfoliatieve dermatitis | - |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Huiduitslag | ? |
Huidverkleuring | - |
Jeuk | - |
Overmatig zweten | - |
Purpura | - |
Quincke-oedeem | - |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Toxische epidermale necrolyse | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Allergische reactie | - |
---|---|
Anafylactische reactie | ? |
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Rhinitis | - |
---|
Lever en galwegen
Hepatitis | - |
---|---|
Icterus | - |
Lever cholestasis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | - |
Buikpijn | - |
Diarree | - |
Droge mond | - |
Dyspepsie | - |
Gastritis | - |
Maagongemak | - |
Nausea | - |
Obstipatie | - |
Pancreatitis | - |
Paralytische ileus | - |
Peritoneale troebele uitloopvloeistof | - |
Tandvleeshyperplasie | - |
Veranderde stoelgang | - |
Nieren en urinewegen
Nycturie | - |
---|---|
Pollakisurie | - |
Polyurie | - |
Onderzoeken
Gestegen leverenzymen | - |
---|---|
Hartfrequentie verhoogd | ? |
Leverfunctietests abnormaal | ? |
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Diplopie | - |
---|---|
Visuele stoornis | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | - |
---|---|
Vertigo | Vaak |
Psyche
Depressie | - |
---|---|
Slapeloosheid | - |
Stemmingsveranderingen | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Gewrichtspijn | - |
---|---|
Rugpijn | - |
Spierkramp | - |
Spierpijn | - |
Stofwisseling en voeding
Gewichtsverandering | - |
---|---|
Hyperglykemie | - |
Voortplantingsstelsel en borst
Gynaecomastie | - |
---|---|
Impotentie | - |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | Vaak |
---|---|
Dysgeusie | - |
Extrapiramidaal syndroom | - |
Hoofdpijn | Zeer vaak |
Hypertonie | - |
Hypo-esthesie | - |
Paresthesie | - |
Perifere neuropathie | - |
Slaperigheid | - |
Somnolentie | - |
Syncope | - |
Tremor | - |
Toelichting
- Hoofdpijn, overmatig blozen en hartkloppingen nemen meestal binnen 2 weken af en het oedeem binnen een maand.
- Dihydropyridinen kunnen tandvleeshyperplasie en in zeldzame gevallen precordiale pijn of (toename van) angina pectoris veroorzaken.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Hoesten | - |
Longoedeem | ? |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Borstkaspijn | - |
Enkeloedeem | - |
Malaise | - |
Oedeem | - |
Oedeem onderste extremiteiten | Vaak |
Perifeer oedeem | - |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | - |
Verwardheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Leukocytopenie | - |
---|---|
Trombocytopenie | ? |
Bloedvaten
Flebitis | ? |
---|---|
Hypotensie | Vaak |
Orthostatische hypotensie | Vaak |
Overmatig blozen | Vaak |
Vasculitis | - |
Hart
Angina pectoris | ? |
---|---|
Angina pectoris verergerd | - |
Aritmie | - |
Atriumfibrillatie | - |
AV-blok | ? |
Bradycardie | - |
Hartkloppingen | Vaak |
Myocardinfarct | - |
Sinustachycardie | - |
Tachycardie | Vaak |
Ventriculaire tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Alopecia | - |
---|---|
Angio-oedeem | - |
Erytheem | ? |
Erythema multiforme | - |
Exantheem | - |
Exfoliatieve dermatitis | - |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Huiduitslag | - |
Huidverkleuring | - |
Jeuk | - |
Overmatig zweten | - |
Purpura | - |
Quincke-oedeem | - |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Toxische epidermale necrolyse | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Allergische reactie | - |
---|---|
Anafylactische reactie | ? |
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Rhinitis | - |
---|
Lever en galwegen
Hepatitis | - |
---|---|
Icterus | - |
Lever cholestasis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | Vaak |
Buikpijn | - |
Diarree | - |
Droge mond | - |
Dyspepsie | - |
Gastritis | - |
Maagongemak | Vaak |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | - |
Pancreatitis | - |
Paralytische ileus | ? |
Peritoneale troebele uitloopvloeistof | - |
Tandvleeshyperplasie | - |
Veranderde stoelgang | - |
Nieren en urinewegen
Nycturie | - |
---|---|
Pollakisurie | - |
Polyurie | - |
Onderzoeken
Gestegen leverenzymen | ? |
---|---|
Hartfrequentie verhoogd | - |
Leverfunctietests abnormaal | - |
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Diplopie | - |
---|---|
Visuele stoornis | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | - |
---|---|
Vertigo | - |
Psyche
Depressie | - |
---|---|
Slapeloosheid | - |
Stemmingsveranderingen | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Gewrichtspijn | - |
---|---|
Rugpijn | - |
Spierkramp | - |
Spierpijn | - |
Stofwisseling en voeding
Gewichtsverandering | - |
---|---|
Hyperglykemie | - |
Voortplantingsstelsel en borst
Gynaecomastie | - |
---|---|
Impotentie | - |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | Vaak |
---|---|
Dysgeusie | - |
Extrapiramidaal syndroom | - |
Hoofdpijn | Zeer vaak |
Hypertonie | - |
Hypo-esthesie | - |
Paresthesie | - |
Perifere neuropathie | - |
Slaperigheid | - |
Somnolentie | - |
Syncope | - |
Tremor | - |
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Hoesten | - |
Longoedeem | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Soms |
---|---|
Borstkaspijn | Zelden |
Enkeloedeem | - |
Malaise | - |
Oedeem | - |
Oedeem onderste extremiteiten | - |
Perifeer oedeem | Vaak |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | Soms |
Verwardheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Leukocytopenie | - |
---|---|
Trombocytopenie | - |
Bloedvaten
Flebitis | - |
---|---|
Hypotensie | Soms |
Orthostatische hypotensie | - |
Overmatig blozen | Vaak |
Vasculitis | - |
Hart
Angina pectoris | Zelden |
---|---|
Angina pectoris verergerd | Zelden |
Aritmie | - |
Atriumfibrillatie | - |
AV-blok | - |
Bradycardie | - |
Hartkloppingen | Vaak |
Myocardinfarct | - |
Sinustachycardie | - |
Tachycardie | Vaak |
Ventriculaire tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Alopecia | - |
---|---|
Angio-oedeem | ? |
Erytheem | - |
Erythema multiforme | - |
Exantheem | - |
Exfoliatieve dermatitis | - |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Huiduitslag | Soms |
Huidverkleuring | - |
Jeuk | Soms |
Overmatig zweten | - |
Purpura | - |
Quincke-oedeem | - |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Toxische epidermale necrolyse | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Allergische reactie | - |
---|---|
Anafylactische reactie | - |
Overgevoeligheid | Zelden |
Infecties
Rhinitis | - |
---|
Lever en galwegen
Hepatitis | - |
---|---|
Icterus | - |
Lever cholestasis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | Soms |
---|---|
Braken | Zelden |
Buikpijn | - |
Diarree | Zelden |
Droge mond | - |
Dyspepsie | Soms |
Gastritis | - |
Maagongemak | - |
Nausea | Soms |
Obstipatie | - |
Pancreatitis | - |
Paralytische ileus | - |
Peritoneale troebele uitloopvloeistof | ? |
Tandvleeshyperplasie | ? |
Veranderde stoelgang | - |
Nieren en urinewegen
Nycturie | - |
---|---|
Pollakisurie | Zelden |
Polyurie | Soms |
Onderzoeken
Gestegen leverenzymen | - |
---|---|
Hartfrequentie verhoogd | - |
Leverfunctietests abnormaal | - |
Transaminasen verhoogd | ? |
Oog
Diplopie | - |
---|---|
Visuele stoornis | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | - |
---|---|
Vertigo | - |
Psyche
Depressie | - |
---|---|
Slapeloosheid | - |
Stemmingsveranderingen | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Gewrichtspijn | - |
---|---|
Rugpijn | - |
Spierkramp | - |
Spierpijn | Soms |
Stofwisseling en voeding
Gewichtsverandering | - |
---|---|
Hyperglykemie | - |
Voortplantingsstelsel en borst
Gynaecomastie | - |
---|---|
Impotentie | - |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | Soms |
---|---|
Dysgeusie | - |
Extrapiramidaal syndroom | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Hypertonie | - |
Hypo-esthesie | - |
Paresthesie | - |
Perifere neuropathie | - |
Slaperigheid | Zelden |
Somnolentie | - |
Syncope | Zelden |
Tremor | - |
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | Vaak |
---|---|
Hoesten | Soms |
Longoedeem | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Vaak |
---|---|
Borstkaspijn | - |
Enkeloedeem | Vaak |
Malaise | Soms |
Oedeem | Zeer vaak |
Oedeem onderste extremiteiten | - |
Perifeer oedeem | - |
Pijn op de borst | Soms |
Vermoeidheid | Vaak |
Verwardheid | Zelden |
Bloed en lymfestelsel
Leukocytopenie | Zeer zelden |
---|---|
Trombocytopenie | Zeer zelden |
Bloedvaten
Flebitis | - |
---|---|
Hypotensie | Soms |
Orthostatische hypotensie | - |
Overmatig blozen | Vaak |
Vasculitis | Zeer zelden |
Hart
Angina pectoris | - |
---|---|
Angina pectoris verergerd | - |
Aritmie | Soms |
Atriumfibrillatie | Soms |
AV-blok | - |
Bradycardie | Soms |
Hartkloppingen | Vaak |
Myocardinfarct | Zeer zelden |
Sinustachycardie | - |
Tachycardie | - |
Ventriculaire tachycardie | Soms |
Huid en onderhuid
Alopecia | Soms |
---|---|
Angio-oedeem | Zeer zelden |
Erytheem | - |
Erythema multiforme | Zeer zelden |
Exantheem | Soms |
Exfoliatieve dermatitis | Zeer zelden |
Fotosensitiviteitsreactie | Zeer zelden |
Huiduitslag | Soms |
Huidverkleuring | Soms |
Jeuk | Soms |
Overmatig zweten | Soms |
Purpura | Soms |
Quincke-oedeem | Zeer zelden |
Stevens-Johnson-syndroom | Zeer zelden |
Toxische epidermale necrolyse | ? |
Urticaria | Soms |
Immuunsysteem
Allergische reactie | Zeer zelden |
---|---|
Anafylactische reactie | - |
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Rhinitis | Soms |
---|
Lever en galwegen
Hepatitis | Zeer zelden |
---|---|
Icterus | Zeer zelden |
Lever cholestasis | Zeer zelden |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | Soms |
Buikpijn | Vaak |
Diarree | Vaak |
Droge mond | Soms |
Dyspepsie | Vaak |
Gastritis | Zeer zelden |
Maagongemak | - |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | Vaak |
Pancreatitis | Zeer zelden |
Paralytische ileus | - |
Peritoneale troebele uitloopvloeistof | - |
Tandvleeshyperplasie | Zeer zelden |
Veranderde stoelgang | Vaak |
Nieren en urinewegen
Nycturie | Soms |
---|---|
Pollakisurie | - |
Polyurie | Soms |
Onderzoeken
Gestegen leverenzymen | Zeer zelden |
---|---|
Hartfrequentie verhoogd | - |
Leverfunctietests abnormaal | - |
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Diplopie | Vaak |
---|---|
Visuele stoornis | Vaak |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | Soms |
---|---|
Vertigo | - |
Psyche
Depressie | Soms |
---|---|
Slapeloosheid | Soms |
Stemmingsveranderingen | Soms |
Skeletspieren en bindweefsel
Gewrichtspijn | Soms |
---|---|
Rugpijn | Soms |
Spierkramp | Vaak |
Spierpijn | Soms |
Stofwisseling en voeding
Gewichtsverandering | Soms |
---|---|
Hyperglykemie | Zeer zelden |
Voortplantingsstelsel en borst
Gynaecomastie | Soms |
---|---|
Impotentie | Soms |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | Vaak |
---|---|
Dysgeusie | Soms |
Extrapiramidaal syndroom | ? |
Hoofdpijn | Vaak |
Hypertonie | Zeer zelden |
Hypo-esthesie | Soms |
Paresthesie | Soms |
Perifere neuropathie | Zeer zelden |
Slaperigheid | - |
Somnolentie | Vaak |
Syncope | Soms |
Tremor | Soms |
Toelichting
- Somnolentie, hoofdpijn, duizeligheid: vooral in het begin van de behandeling.
Interacties
Omdat de omzetting van barnidipine waarschijnlijk via CYP3A4 verloopt is gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers (HIV-proteaseremmers, ketoconazol, itraconazol, erytromycine, claritromycine) gecontra–indiceerd. Bij gelijktijdig gebruik van milde CYP3A4-remmers (fluoxetine) is voorzichtigheid geboden; de dosering niet verhogen naar 20 mg per dag. Bij gelijktijdig gebruik van enzyminductoren (fenytoïne, carbamazepine, rifampicine) kan een hogere dosering nodig zijn. Grapefruit-/pompelmoessap heeft geen significante invloed op de omzetting. Cimetidine kan de plasmaspiegel met een factor 2 verhogen. Barnidipine kan de werking van andere antihypertensiva versterken of aanvullen.
Interacties
Het antihypertensieve effect kan worden versterkt door gelijktijdig gebruik met andere antihypertensiva, bij combinatie met baclofen, α-blokkers, tricyclische antidepressiva, antipsychotica, opiaten en tijdens anesthesie met gehalogeneerde inhalatie-anesthetica.
Bij combinatie met een β-blokker vanwege meer kans op ernstige hypotensie nauwkeurig controleren op hypotensie; in een enkel geval kan een verergering van hartfalen optreden.
Voorzichtig bij combinatie met magnesiumsulfaat vanwege meer kans op pulmonaal oedeem of excessieve bloeddrukdaling.
Nicardipine is een CYP3A4-substraat; combinatie met CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, primidon, rifampicine) kan de nicardipinespiegel verlagen. Combinatie met CYP3A4-remmers (zoals cimetidine, itraconazol, grapefruit-/pompelmoessap) kan de nicardipinespiegel verhogen.
Combinatie met ciclosporine, tacrolimus of sirolimus kan de bloedspiegel van het immunosuppressivum verhogen; bloedspiegels controleren en eventueel de dosering van het immunosuppressivum en/of nicardipine verlagen.
De digoxinespiegel kan stijgen.
Systemische corticosteroïden (m.u.v. hydrocortison als substitutietherapie bij de ziekte van Addison) en tetracosactide veroorzaken een verminderd antihypertensief effect.
De combinatie met dantroleen (infuus) is potentieel gevaarlijk vanwege de kans op fataal ventrikelfibrilleren.
Interacties
Lercanidipine wordt gemetaboliseerd door CYP3A4.
Gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers (bv. ketoconazol, itraconazol, claritromycine, erytromycine, ritonavir, grapefruit-/pompelmoessap is gecontra-indiceerd vanwege een aanzienlijke toename van de plasmaspiegel van lercanidipine. Cimetidine gaf in een dosis van 800 mg geen interactie; bij hogere doses kunnen de biologische beschikbaarheid en het bloeddrukverlagend effect van lercanidipine toenemen.
Combinatie met ciclosporine is gecontra-indiceerd, de combinatie geeft verhoogde plasmaspiegels voor beide middelen.
CYP3A4-inductoren (fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine, rifampicine) verminderen het antihypertensief effect door de versnelde metabolisering van lercanidipine; tevens kunnen interacties optreden met andere CYP3A4-substraten (bv. klasse III anti-aritmica zoals amiodaron, kinidine, sotalol).
Gelijktijdig gebruik met tricyclische antidepressiva, barbituraten, fenothiazinen en andere antihypertensiva kan het bloeddrukverlagend effect van acebutolol versterken.
Gelijktijdig gebruik van systemische corticosteroïden kan het bloeddrukverlagend effect verminderen.
Metoprolol en mogelijk ook andere β-blokkers verminderen de biologische beschikbaarheid van lercanidipine met 50%, waarschijnlijk doordat zij de hepatische bloedstroom verminderen; dosisaanpassing kan nodig zijn.
Alcohol kan de werking van lercanidipine versterken.
Bij gelijktijdige behandeling met digoxine kan de Cmax van digoxine met een derde toenemen; houd rekening met digoxinetoxiciteit.
Interacties
Mogelijk verhogen sterke of matige CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol, itraconazol, ritonavir, grapefruit-/pompelmoessap, erytromycine, claritromycine, HIV-proteaseremmers) de plasmaconcentratie van amlodipine; dosisaanpassing kan noodzakelijk zijn.
Sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifampicine, sint-janskruid) kunnen invloed hebben op de plasmaspiegel van amlodipine. De bloeddruk extra controleren en een dosisaanpassing van amlodipine overwegen.
Amlodipine kan de werking van andere antihypertensiva versterken.
Amlodipine kan bij combinatie met simvastatine de simvastatine–blootstelling verhogen.
Bij combinatie met tacrolimus is er meer kans op verhoogde bloedspiegels van tacrolimus; bloedspiegel controleren en zo nodig de tacrolimus-dosering aanpassen.
Amlodipine is een zwakke CYP3A4-remmer; het kan de blootstelling aan CYP3A4-substraten, zoals mTOR-remmers (everolimus, (tem)sirolimus), verhogen.
Combinatie met dantroleen i.v. vermijden bij patiënten die vatbaar zijn voor maligne hyperthermie en bij de behandeling van maligne hyperthermie.
Bij combinatie met ciclosporine werden bij patiënten met een niertransplantaat variabele verhogingen van de ciclosporine dalconcentratie waargenomen (tot 40%).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor direct schadelijke effecten.
Farmacologisch effect: Dihydropyridinen kunnen de bevalling verlengen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij gebruik van hoge doses.
Farmacologisch effect: Bij dieren zijn complicaties bij de partus, verlaagd geboortegewicht en verlaagde neonatale overleving gezien bij hoge doses. Bij gebruik aan het eind van de zwangerschap moet rekening worden gehouden met mogelijke weeënremming.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Niet gebruiken als weeënremmer bij meerlingenzwangerschap of bij zwangeren met een gecompromitteerde cardiovasculaire conditie vanwege meer kans op acuut pulmonaal oedeem bij de moeder, tenzij er geen aanvaardbaar alternatief is.
Vruchtbaarheid: Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn geen teratogene effecten aangetoond, maar andere dihydropyridinen zijn wel teratogeen gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid, na zeer hoge doses (uitstel van de partus, verlenging van weeën en hogere jongensterfte bij ratten).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken als er geen veiliger alternatief voorhanden is.
Vruchtbaarheid: Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: De relatieve kinddosis is laag, daarom is een nadelig effect bij de zuigeling onwaarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies:Het gebruik van dit middel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- onbehandeld hartfalen;
- instabiele angina pectoris of binnen één maand na een acuut myocardinfarct;
- leverfunctiestoornis;
- ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 10 ml/min);
- overgevoeligheid voor dihydropyridine–derivaten.
Contra-indicaties
- ernstige aortastenose;
- compensatoire hypertensie, zoals bij arterioveneuze shunt of coarctatio aortae;
- instabiele angina pectoris;
- binnen 8 dagen na een myocardinfarct.
Contra-indicaties
- Obstructie in het uitstroomkanaal van de linkerventrikel;
- Onbehandeld hartfalen;
- Instabiele angina pectoris of binnen 1 maand na een acuut myocardinfarct;
- Ernstige leverfunctiestoornis;
- Ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min), inclusief dialyse.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor dihydropyridinederivaten;
- ernstige hypotensie;
- shock (inclusief cardiogene shock);
- obstructie van het uitstroomkanaal van het linker ventrikel (bv. ernstige aortastenose);
- hemodynamisch instabiel hartfalen na een acuut myocardinfarct.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid is geboden bij lichte tot matige nierfunctiestoornissen, stoornissen aan de linkerventrikel, obstructie in het uitstroomkanaal van de linkerventrikel, sick-sinussyndroom (zonder pacemaker) en bij rechts hartfalen, zoals een cor pulmonale. Barnidipine is niet onderzocht in NYHA-klasse III- of IV-patiënten. Toepassing bij kinderen onder 18 jaar wordt niet aanbevolen, omdat er geen gegevens over zijn.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bloeddruk en hartslag tijdens infusie minimaal om de 5 minuten controleren, totdat de vitale functies stabiel zijn, maar tot minstens 12 uur na beëindiging van de toediening. De intracraniële druk bewaken om de cerebrale perfusiedruk te kunnen berekenen.
Kortwerkende dihydropyridinen zijn in verband gebracht met een verhoogd cardiovasculair risico bij ischemische hartziekten; voorzichtig toepassen bij coronaire ischemie (injectie is gecontra-indiceerd bij instabiele angina pectoris of binnen 8 dagen na een acuut myocardinfarct).
Wees voorzichtig bij leverfunctiestoornissen, matige tot ernstige nierfunctiestoornissen, bij portale hypertensie, bij hartfalen, pulmonaal oedeem en na een acuut CVA. Ernstige lever–/nierfunctiestoornissen kunnen de plasmaconcentratie verhogen en de halfwaardetijd verlengen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig toepassen bij het sick-sinussyndroom (zonder pacemaker), stoornissen aan de linkerventrikel en bij ischemische hartafwijkingen.
Bij ouderen en bij milde tot matige lever- of nierfunctiestoornis is extra aandacht in het begin van de behandeling en bij dosisverhoging gewenst.
Lercanidipine kan de spoelvloeistof bij peritoneale dialyse troebel maken als gevolg van een toegenomen triglyceridenconcentratie. Deze troebelheid neemt snel af na het staken van lercanidipine.
Lercanidipine niet toepassen bij kinderen < 18 jaar vanwege onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij hartfalen extra voorzichtig toepassen, vanwege mogelijk meer kans op longoedeem, hyperkaliëmie, het ontstaan van oligurie en (zelden) van acuut nierfalen, toekomstige cardiovasculaire aandoeningen en (eveneens zelden) sterfte.
Bij een verminderde leverfunctie is extra oplettendheid vereist in verband met een verlengde halfwaardetijd en hogere AUC–waarden.
Overdosering
Zie voor informatie over een vergiftiging met barnidipine de monografie op toxicologie.org/barnidipine en/of vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
hypotensie, bradycardie (mogelijk na een initiële tachycardie), palpitaties, blozen, slaperigheid, hyperglykemie, verwardheid en een onduidelijke spraak, collaps.
Zie voor meer symptomen en behandeling toxicologie.org/nicardipine en/of vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Excessieve perifere vaatverwijding met uitgesproken hypotensie en reflextachycardie. Ook bradycardie is mogelijk. Verder: duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. Bij ernstige intoxicatie cardiogene shock, myocard ischemie en verminderde nierfunctie.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op toxicologie.org/lercanidipine en/of vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Excessieve perifere vasodilatatie met waarschijnlijk langdurige sterke systemische hypotensie en reflextachycardie. Zelden is niet-cardiogeen longoedeem gemeld (24–48 uur na inname).
Zie voor meer symptomen en behandeling het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Lipofiele calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van met name glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand. Werkingsduur: 24 uur door sterke en langdurige binding aan receptor.
Kinetische gegevens
F | 1,1%. |
T max | 5–6 uur. |
Eiwitbinding | 89–95%. |
Metabolisering | tot inactieve metabolieten, vnl. via CYP3A-iso-enzymen. |
Eliminatie | 60% met de feces, 40% met de urine. |
T 1/2el | 20 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van met name glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand en de bloeddruk. De hartslag is tijdelijk verhoogd; door een afname in de nabelasting is het hartminuutvolume duidelijk en langdurig verhoogd.
Kinetische gegevens
Overig | Een dosisverhoging geeft een onevenredige stijging van de plasmaspiegels. De plasmaspiegel is verhoogd bij ernstige leverfunctiestoornissen. |
Eiwitbinding | > 95%. |
Metabolisering | in de lever door CYP3A4 vrijwel volledig tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | met de urine 49%, 43% met de feces. |
T 1/2el | 7,9 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lipofiele calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van met name glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand.
Werkingsduur: 24 uur door sterke binding aan lipidenmembranen.
Kinetische gegevens
Resorptie | volledig. |
F | laag (ca. 3% indien nuchter of 10% indien niet nuchter) door groot verzadigbaar 'first pass'-effect, verhoogd met factor 4 door zeer vetrijke maaltijd binnen 2 uur en waarschijnlijk verhoogd bij matige tot ernstige leverfunctiestoornissen. |
T max | 1½–3 uur. |
Eiwitbinding | > 98%. |
Metabolisering | omvangrijk tot inactieve metabolieten via CYP3A4. |
Eliminatie | vnl. als inactieve metabolieten, 50% met de urine. |
T 1/2el | 8–10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van vooral glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand. De zuurstofbehoefte en het energieverbruik van het myocard verminderen en de zuurstoftoevoer verbetert.
Werkingsduur als antihypertensivum: ca. 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
F | 64–80%. |
T max | = 6–12 uur. |
V d | 21 l/kg. |
Eiwitbinding | ca 97,5%. |
Metabolisering | uitgebreid in de lever tot inactieve metabolieten, waarschijnlijk door CYP3A4. |
Eliminatie | vnl. via de urine (10% onveranderd, 60% van de metabolieten). Amlodipine is niet dialyseerbaar. |
T 1/2el | 35–50 uur; bij ouderen en bij leverinsufficiëntie verlengd. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
barnidipine hoort bij de groep dihydropyridinen.
Groepsinformatie
nicardipine hoort bij de groep dihydropyridinen.
Groepsinformatie
lercanidipine hoort bij de groep dihydropyridinen.
Groepsinformatie
amlodipine hoort bij de groep dihydropyridinen.
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
- hypertensie, essentiële of primaire
- pulmonale hypertensie