Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

eribuline

oncolytica, overige L01XX41

Sluiten

axicabtagen ciloleucel

antineoplastische cel- en gentherapie L01XL03

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Eribuline (als mesilaat) XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
0,44 mg/ml
Verpakkingsvorm
2 ml

Halaven (als mesilaat) XGVS Eisai

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
0,44 mg/ml
Verpakkingsvorm
2 ml, 3 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Yescarta Kite Pharma EU bv

Toedieningsvorm
Dispersie voor infusie

Bevat: 0,4 – 2 × 10 8 cellen. De dispersie kan resthoeveelheden van gentamicine bevatten.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor de behandeling van borstkanker en liposarcoom staan op richtlijnendatabase de geldende behandelrichtlijnen.

Advies

Om de behandeling met axicabtagen ciloleucel voor alle in aanmerking komende patiënten mogelijk te maken is er een centrale registratieprocedure en wordt de indicatie in landelijk overleg besproken. Meer informatie over de aanvraagprocedure en in-/exclusiecriteria voor DLBCL-behandeling met Yescarta is te vinden via hovon.nl.

Zie voor de behandeling van diffuus grootcellig B-cel non-Hodgkinlymfoom of folliculair lymfoom de geldende behandelrichtlijnen op hovon.nl.

  • ZIN-rapport 2018 axicabtagene ciloleuce Yescarta® bij volwassenen met recidiverend of refractair DLBCL en PMBCL na twee of meer lijnen systemische therapie
  • ZIN-rapport 2024 axicabtagene ciloleuce Yescarta® bij volwassenen met DLBCL en HGBL, dat recidiveert binnen 12 maanden na of refractair is voor eerstelijns chemo-immunotherapie

Indicaties

  • Lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom bij volwassenen, van wie de ziekte progressief is na ten minste één chemotherapeutische behandeling voor de ziekte in een gevorderd stadium. Eerdere behandeling dient een antracyclinederivaat én een taxaan te hebben omvat (in de adjuvante óf in de gemetastaseerde setting), tenzij de patiënt niet in aanmerking kwam voor deze behandelingen.
  • Niet-reseceerbaar liposarcoom bij volwassenen, die een eerdere behandeling met antracycline hebben ontvangen voor gevorderde of gemetastaseerde ziekte (tenzij ze daarvoor niet geschikt waren).

Indicaties

  • Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) en hooggradig B-cellymfoom (HGBL) bij volwassenen, dat recidiveert binnen 12 maanden na of refractair is voor eerstelijns chemo-immunotherapie;
  • Recidiverend of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) en primair mediastinaal grootcellig B-cellymfoom (PMBCL) bij volwassenen, na twee of meer lijnen systemische therapie;
  • Recidiverend of refractair folliculair lymfoom (FL) bij volwassenen, als vierdelijnsbehandeling.

Doseringen

Overweeg anti-emetische profylaxe inclusief corticosteroïden.

Let op: de dosering is gebaseerd op de werkzame stof (eribuline) en niet op de zoutvorm (eribuline-mesilaat) zoals in sommige andere publicaties.

Overweeg anti-emetische profylaxe.

Klap alles open Klap alles dicht

Lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom, niet-reseceerbaar liposarcoom

Volwassenen (incl. ouderen)

1,23 mg/m² lichaamsoppervlak via een i.v. injectie in 2–5 min, op dag 1 en 8 van elke cyclus van 3 weken.

Verminderde leverfunctie als gevolg van levermetastasen: bij lichte leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–6): 0,97 mg/m² lichaamsoppervlak; bij matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9): 0,62 mg/m² lichaamsoppervlak; op dag 1 en 8 bij een cyclusduur van 3 weken. Gebruik bij een ernstige leverfunctiestoornis is niet onderzocht; een sterkere dosisverlaging zal nodig zijn. Ook het gebruik bij leverfunctiestoornissen als gevolg van levercirrose is niet onderzocht; de fabrikant geeft echter wel aan dat de genoemde doseringen (onder zorgvuldige controle) gebruikt kunnen worden, maar dat mogelijk de dosis verder aangepast moet worden.

Verminderde nierfunctie: bij matige of ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 50 ml/min) kan de blootstelling aan eribuline ca. 1,5 × verhoogd zijn. Er is echter een hoge variabiliteit tussen patiënten. Een dosisverlaging kan nodig zijn. Wees voorzichtig en controleer de patiënt nauwlettend.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (hematologische bijwerkingen (aantal neutrofielen, trombocyten), en niet-hematologische bijwerkingen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel). De dosis niet opnieuw verhogen als de dosis eribuline in verband met toxiciteit is verlaagd.

Toediening: eribuline toedienen via een i.v.-injectie gedurende 2–5 min. Eventueel de oplossing verdunnen met max. 100 ml fysiologische zoutoplossing (géén glucose-oplossing gebruiken), en via een goede perifere veneuze toegang of een open centrale lijn infunderen.

Doseringen

Geef chemotherapie voor lymfocytendepletie voorafgaand aan de infusie, zie het gebruiksvoorschrift.

Voorafgaand aan infusie met axicabtagen ciloleucel moet tocilizumab en noodapparatuur aanwezig zijn, vanwege het mogelijk optreden van het cytokineafgiftesyndroom. Zorg bij een eventueel tekort aan tocilizumab voor een geschikt alternatief.

Geef premedicatie bestaande uit paracetamol en een H1-antihistaminicum ca. 60 minuten voorafgaand aan de infusie, om potentiële acute infusiereacties te beperken. Gebruik geen corticosteroïden, zie ook de rubriek Interacties.

Klap alles open Klap alles dicht

DLBCL, HGBL, PMBCL en FL

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar)

Enkelvoudige streefdosis: 2 × 10 6 cellen per kg lichaamsgewicht (bereik 1 × 10 6 – 2 × 10 6 cellen/kg). Bij een lichaamsgewicht ≥ 100 kg is de maximale dosis 2 × 10 8 cellen.

Chemotherapie voor lymfocytendepletie: geef op dag 5, 4 en 3 voorafgaand aan de infusie axicabtagen ciloleucel chemotherapie: cyclofosfamide i.v. 500 mg/m² lichaamsoppervlak en fludarabine i.v. 30 mg/m².

Toediening: uitsluitend voor autoloog gebruik. Na ontdooien binnen 30 minuten via infusie toedienen. Geen leukodepletiefilter gebruiken.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): dyspneu, hoesten. Perifere neuropathie (ca. 36%; CTCAE graad 3–4 ca. 7%), hoofdpijn. Misselijkheid (ca. 36%), braken, obstipatie, diarree. Verminderde eetlust. Alopecia. Artralgie, myalgie, rugpijn, pijn in extremiteit. Vermoeidheid/asthenie (ca. 53%; graad 3–4 ca. 8%), koorts. Gewichtsverlies. Neutropenie (ca. 54%; graad 3–4 ca. 46%), leukopenie (ca. 28%; graad 3–4 ca. 17%), anemie (ca. 22%; graad 3–4 ca. 3%).

Vaak (1-10%): tachycardie. Pneumonie, longembolie, bovensteluchtweginfectie , keelpijn, neusbloeding, loopneus. Herpes zosterinfecties. Slapeloosheid, depressie. Neurotoxiciteit, duizeligheid, hypo-esthesie, lethargie. Vertigo, oorsuizen. Verhoogde traanproductie, conjunctivitis. Opvliegers. Stomatitis, orale candidiase, orale herpes, droge mond, smaakstoornis, dyspepsie, gastro-oesofageale refluxziekte, buikpijn. Huiduitslag, jeuk, erytheem, hand-voetsyndroom, droge huid, nachtzweten, nagelaandoening. Spierspasmen, spierzwakte, myalgie, botpijn. Mucositis, perifeer oedeem, koude rillingen, griepachtige verschijnselen, pijn op de borst. Urineweginfectie, dysurie. Trombocytopenie, febriele neutropenie, lymfopenie. Verhoogd ASAT, ALAT, γ-GT, hyperbilirubinemie. Dehydratie. Hyperglykemie. Hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hypofosfatemie.

Soms (0,1-1%): angio-oedeem. (Neutropene) sepsis, septische shock. Diepveneuze trombose. Interstitiële longziekte. Levertoxiciteit. Nierfalen, hematurie, proteïnurie. Pancreatitis, ulceratie van de mond.

Zelden (0,01–0,1%): verspreide intravasculaire coagulatie.

Verder is gemeld: verlenging QT-interval. Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): infecties (virus-, bacteriële). Leukopenie, febriele neutropenie, neutropenie, anemie, trombocytopenie. Cytokineafgiftesyndroom, hypogammaglobulinemie. Verminderde eetlust, hypofosfatemie, hyponatriëmie, hypo-urikemie, gewichtsverlies. Delier, slapeloosheid. Encefalopathie, hoofdpijn, tremor, duizeligheid. Tachycardie, aritmie. Hypotensie, hypertensie. Hoesten, dyspneu. Diarree, misselijkheid, braken, obstipatie, buikpijn. Huiduitslag. Motorische stoornis, pijn in extremiteit, rugpijn, gewrichtspijn, spierpijn. Vermoeidheid, koorts, oedeem, rillingen. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.

Vaak (1-10%): schimmelinfectie. Overgevoeligheid. Hypocalciëmie, hypoalbuminemie, hypokaliëmie, uitdroging. Affectieve stoornis, angst. Ataxie, perifere neuropathie, hemiparese, gelaatsparalyse, insult, myoclonus. Hartstilstand, hartfalen. Trombose, capillairleksyndroom. Hypoxie, pleurale effusie, neusontsteking, respiratoir falen, pulmonaal oedeem. Dysfagie, droge mond. Nierinsufficiëntie. Pijn, infusiegerelateerde reactie. Verminderd gezichtsvermogen. Coagulopathie. Hyperbilirubinemie.

Soms (0,1-1%): ruggenmergoedeem, myelitis, quadriplegie, dyscalculie, myoclonus. Hematofagocytaire histiocytose. Rabdomyolyse. Multi-orgaandisfunctiesyndroom.

Verder is gemeld: secundaire maligniteit met oorsprong in de T-cellen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Eribuline wordt uitgescheiden in de gal via een nog onbekend transporteiwit in de lever. De sterke Pgp-remmer ketoconazol heeft géén invloed op de blootstelling aan en de maximale plasmaspiegel van eribuline. Eribuline is géén substraat voor de transporters BCRP, OAT1, OAT3, OATP1B1, OATP1B3, MRP2, MRP4 en galzoutexportpomp (BSEP)-transporteiwitten.

Eribuline is een lichte remmer van CYP3A4; wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die voornamelijk via dit enzym worden omgezet en een smalle therapeutische breedte hebben zoals domperidon, kinidine, ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, sommige statinen, alfentanil, fentanyl, methadon, carbamazepine, alprazolam, oraal midazolam, pimozide, quetiapine, ergotamine, vinca-alkaloïden, PDE5-remmers, sommige calciumantagonisten en sommige HIV–proteaseremmers. Eribuline remt voor zover bekend geen andere CYP-enzymen of transporteiwitten.

In een kleine open studie is op dag 8 van de behandeling een verlenging van het QT-interval gezien. Wees daarom voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, domperidon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, methadon, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele antimycotica en selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).

Interacties

Er is geen onderzoek naar farmacokinetische of farmacodynamische interacties met axicabtagen ciloleucel uitgevoerd.

Profylactisch gebruik van systemische corticosteroïden ontraden, omdat deze de activiteit van axicabtagen ciloleucel kunnen verstoren.

Vaccinatie met levende vaccins ontraden gedurende ten minste 6 weken voor het starten van chemotherapie voor lymfocytendepletie, gedurende de behandeling en tot immuunherstel na de behandeling met axicabtagen ciloleucel.

Reactivatie van het hepatitis B-virus (HBV) kan optreden bij patiënten die worden behandeld met geneesmiddelen die zijn gericht tegen B-cellen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij hoge doses schadelijk gebleken (ontbreken van onderkaak, tong, maag en milt).

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Vruchtbaarheid: Raad een man aan voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat eribuline tot verminderde fertiliteit kan leiden.

Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én ten minste vier maanden (man) of zeven maanden (vrouw) na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend, zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens.

Farmacologisch effect: Op basis van het werkingsmechanisme kunnen de getransduceerde cellen, als ze de placenta passeren, leiden tot foetale toxiciteit, inclusief B-cellymfopenie.

Advies: Gebruik tijdens de zwangerschap ontraden.

Overig: Bij pasgeborenen van met axicabtagen ciloleucel behandelde moeders, beoordeling van de immunoglobulineconcentraties en B-cellen overwegen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend, een risico voor de zuigeling niet kan worden uitgesloten.

Advies: De behandeling of het geven van borstvoeding staken.

Contra-indicaties

Zie de rubriek Lactatie.

Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor dimethylsulfoxide (DSMO) of gentamicine.

Waarschuwingen en voorzorgen

Myelotoxiciteit: myelosuppressie manifesteert zich primair als neutropenie. Controleer bij alle patiënten vóór iedere toediening het volledig bloedbeeld (volledige tellingen). Bij een ASAT- of ALAT-waarde > 3× ULN of bilirubine > 1,5× ULN is er meer kans op optreden van graad 4 van neutropenie én van graad 4 febriele neutropenie. De behandeling alleen starten als ANC-waarde ≥ 1,5 × 109/l en het aantal bloedplaatjes > 100 × 109/l is.

QT-verlenging: in een kleine open studie is op dag 8 van de behandeling een verlenging van het QT-interval gezien. Controleer daarom de hartfunctie (ECG) bij een voorgeschiedenis van congestief hartfalen, brady–aritmie, gebruik van QT-intervalverlengende medicatie (zie de rubriek Interacties) of afwijkingen in de elektrolyten; herstel hypokaliëmie, hypocalciëmie of hypomagnesiëmie vóór aanvang van de behandeling én controleer deze waarden regelmatig tijdens de behandeling. Vermijd eribuline bij patiënten met een congenitaal verlengd QT-syndroom.

Neuropathie: controleer de patiënt nauwgezet op tekenen van perifere motorische en sensorische neuropathie. Dosisuitstel of dosisverlaging kan nodig zijn. Patiënten met een reeds bestaande neuropathie > graad 2 waren niet opgenomen in de klinische onderzoeken.

Bij kinderen < 18 jaar is geen relevante toepassing voor de indicatie mammacarcinoom of liposarcoom. .

Voor de behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.

Waarschuwingen en voorzorgen

Reden voor uitstel van de infusie met axicabtagen ciloleucel zijn: onopgeloste ernstige bijwerkingen (met name van de longen, van het hart of hypotensie en met inbegrip van bijwerkingen van eerdere chemotherapieën), actieve, niet onder controle gebrachte infectie of actieve graft-versus-host-ziekte (GVHD). Als de infusie langer dan 2 weken wordt uitgesteld nadat al lymfodepletie-chemotherapie is gegeven, dan de lymfodepletie-chemotherapie opnieuw toedienen.

Het doneren van bloed, organen, weefsels of cellen voor transplantatie is uitgesloten voor patiënten die met axicabtagen ciloleucel worden behandeld.

Screen op het HBV, HCV of hiv-virus voordat er cellen worden afgenomen voor de vervaardiging van axicabtagen ciloleucel.

Monitor de patiënt de eerste 7 dagen na infusie dagelijks op tekenen en symptomen van mogelijk CRS, neurologische voorvallen en andere toxiciteiten. Gedurende de eerste 7 dagen na de infusie ziekenhuisopname overwegen. Adviseer de patiënt om gedurende minstens 4 weken na de infusie in de buurt van een gekwalificeerd behandelcentrum te blijven en onmiddellijk medische hulp in te schakelen als er tekenen of symptomen van CRS of neurologische bijwerkingen optreden.

Vrijwel alle patiënten ervaren een zekere mate van het cytokineafgiftesyndroom ('cytokine release syndrome' (CRS)). Ernstige CRS, waaronder levensbedreigende en fatale reacties, werd zeer vaak gemeld, met een tijd tot eerste symptomen van 1 tot 12 dagen. CRS kan gepaard gaan met disfunctie van eindorganen (bv. lever, nieren, hart en longen). Daarnaast kan verslechtering van onderliggende orgaanpathologieën optreden. Voorafgaand aan de infusie moet er per patiënt ten minste 1 dosis tocilizumab op de locatie aanwezig zijn. Het behandelcentrum moet binnen 8 uur na elke voorgaande dosis toegang hebben tot een extra dosis tocilizumab. Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van CRS. Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie CRS de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 1. Tumornecrosefactor-antagonisten worden niet aanbevolen voor de behandeling van CRS door axicabtagen ciloleucel. Controleer patiënten met CRS ≥ 2 (bv. hypotensie, niet responsief op vloeistoffen of hypoxie waarvoor extra zuurstoftoevoer nodig is) met permanente telemetrie van het hart en pulsoximetrie. Overweeg bij ernstige CRS een echocardiogram om de hartfunctie te beoordelen. Overweeg bij ernstige of levensbedreigende CRS een ondersteunende behandeling op de intensive care. Overweeg controle op hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofaagactivatiesyndroom (HLH/MAS) bij ernstige of therapieresistente CRS.

Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van neurologische bijwerkingen (ook wel immuun-effectorcel-geassocieerd neurotoxiciteitssyndroom (ICANS) genoemd). Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie neurologische bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 2. Controleer patiënten met neurologische toxiciteiten ≥ graad 2 met permanente telemetrie van het hart en pulsoximetrie. Ondersteunende therapie op de intensive care wordt aanbevolen voor ernstige of levensbedreigende neurologische toxiciteiten. ICANS, waaronder levensbedreigende of fatale gevallen, is zeer vaak gemeld. Daarnaast zijn fatale en ernstige gevallen van cerebraal oedeem gemeld. Risicofactoren zijn een voorgeschiedenis van stoornissen van het centraal zenuwstelsel, zoals insulten of cerebrovasculaire ischemie.

Infecties en febriele neutropenie, waaronder levensbedreigende en fatale gevallen bij immuungecompromitteerde patiënten, zijn zeer vaak gemeld. Controleer de patiënt op tekenen en symptomen van infectie voorafgaand aan, tijdens en na de infusie. Dien profylactische antimicrobiële middelen toe conform standaardrichtlijnen. Febriele neutropenie kan gelijktijdig met CRS optreden. Stel indien febriele neutropenie zich voordoet vast of er sprake is van infectie en behandel indien nodig.

Vanwege de kans op langdurige cytopenieën na infusie de bloedtellingen controleren.

Hypogammaglobulinemie als gevolg van B-celaplasie, kan optreden. Hypogammaglobulinemie maakt iemand gevoeliger voor infecties. Controleer na behandeling de immunoglobulineconcentraties en behandel indien nodig.

Tumorlysissyndroom (TLS), dat ernstig kan zijn, is gemeld. Ter preventie van TLS voorafgaand aan de behandeling maatregelen treffen, zie ook de rubriek Dosering. Controleer op tekenen en symptomen van TLS, en behandel indien nodig volgens standaard richtlijnen.

Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, kunnen het gevolg zijn dimethylsulfoxide (DSMO) of resten gentamicine in het product.

Houd rekening met de mogelijkheid van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) bij immuungecompromitteerde patiënten met nieuw optredende of verergerende neurologische symptomen. Bij patiënten die met axicabtagen ciloleucel werden behandeld en die eerder ook met andere immunosuppressieve geneesmiddelen waren behandeld, is melding gemaakt van reactivering van het John Cunninghamvirus (JC-virus) met PML, waaronder fatale gevallen, als gevolg.

Vanwege kans op secundaire maligniteiten, waaronder T-celmaligniteiten, de patiënt hier levenslang op controleren.

Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar, bij een verminderde nier- of leverfunctie en bij patiënten met een primair lymfoom van het centraal zenuwstelsel. Er is relatief weinig ervaring bij patiënten die eerder werden behandeld met tegen CD19-gerichte therapie; axicanbtagen ciloleucel ontraden bij patiënten met gerediciveerde CD19-negatieve ziekte na eerdere anti-CD19-therapie. Er zijn relatief weinig gegevens over toepassing bij CD19-negatieve patiënten; mogelijk hebben zij minder baat bij de behandeling dan CD19-positieve patiënten. Er is ook weinig ervaring bij gebruik bij ouderen ≥ 75 jaar. Er is relatief weinig klinische ervaring bij patiënten met actieve HIV-, HBV- of HCV-infectie.

Rijvaardigheid: vanwege de kans op neurologische voorvallen, waaronder veranderde psychische toestand of insulten, mogen patiënten niet rijden en geen zware of mogelijk gevaarlijke machines bedienen tot minstens 8 weken na de infusie of totdat neurologische bijwerkingen zijn verdwenen.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met eribuline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Synthetisch derivaat van halichondrine B dat geïsoleerd is uit de zeespons Halichondria okadai. Niet-taxaan remmer van de groeifase van de microtubuli zonder de verkortingsfase te beïnvloeden, waarbij niet-productieve tubuline-aggregaten worden gevormd. Eribuline grijpt aan op een op tubuline gericht antimitotisch mechanisme dat leidt tot G2/M-celcylusblokkering, verstoring van de mitotische spoelfiguur en na langdurige mitotische blokkering tot apoptose.

Kinetische gegevens

V d 43–114 l/m². Snelle distributie.
Metabolisering in de lever, in geringe mate.
Eliminatie voornamelijk onveranderd, met de feces (ca. 82%) en met de urine (ca. 9%).
T 1/2el ca. 40 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Axicabtagen ciloleucel is een genetisch gemodificeerde autologe T-celimmunotherapie, gericht op CD19. Voor de bereiding van axicabtagen ciloleucel worden de eigen T-cellen van de patiënt geoogst en ex vivo genetisch gemodificeerd via retrovirale transductie, om een chimere antigeenreceptor (CAR) tot expressie te brengen. De CAR bestaat uit een murien antilichaamfragment met één keten, die CD19 herkent en gekoppeld is aan het costimulerend domein van CD28 en het signalerend domein van CD3-zèta. De anti-CD19 CAR-positieve levensvatbare T-cellen worden geëxpandeerd en weer bij de patiënt toegediend middels infusie, waar ze doelcellen die CD19 tot expressie brengen, kunnen herkennen en elimineren. Binding van axicabtagen ciloleucel aan cellen die CD19 tot uitdrukking brengen leidt tot activatie en proliferatie van T-cellen, met antitumoreffecten tot gevolg.

Kinetische gegevens

T max 8–15 dagen.
Metabolisering de klaring verloopt via normale celklaringsmechanismen.
Overig axicabtagen ciloleucel werd tot 3 maanden na toediening teruggevonden in het bloed.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

eribuline hoort bij de groep oncolytica, overige.

  • aflibercept (intraveneus) (L01XX44) Vergelijk
  • alpelisib (L01EM03) Vergelijk
  • amsacrine (L01XX01) Vergelijk
  • anagrelide (L01XX35) Vergelijk
  • arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
  • asparaginase (L01XX02) Vergelijk
  • bortezomib (L01XG01) Vergelijk
  • carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
  • ivosidenib (L01XM02) Vergelijk
  • ixazomib (L01XG03) Vergelijk
  • methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
  • mitotaan (L01XX23) Vergelijk
  • niraparib (L01XK02) Vergelijk
  • olaparib (L01XK01) Vergelijk
  • panobinostat (L01XH03) Vergelijk
  • pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
  • pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
  • rucaparib (L01XK03) Vergelijk
  • sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
  • sotorasib (L01XX73) Vergelijk
  • talazoparib (L01XK04) Vergelijk
  • tebentafusp (L01XX75) Vergelijk
  • temoporfine (L01XD05) Vergelijk
  • trabectedine (L01CX01) Vergelijk
  • venetoclax (L01XX52) Vergelijk
  • vismodegib (L01XJ01) Vergelijk

Groepsinformatie

axicabtagen ciloleucel hoort bij de groep antineoplastische cel- en gentherapie.

  • lisocabtagen maraleucel (L01XL08) Vergelijk
  • talimogeen laherparepvec (L01XL02) Vergelijk
  • tisagenlecleucel (L01XL04) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oncolytica, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antineoplastische cel- en gentherapie

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".