Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

filgotinib

immunosuppressiva, selectieve L04AF04

Sluiten

ritlecitinib

immunosuppressiva, selectieve L04AF08

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Jyseleca (als maleaat) XGVS Aanvullende monitoring Alfasigma Nederland

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
100 mg, 200 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Litfulo Bijlage 2 Aanvullende monitoring Pfizer bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
50 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.

Bij de behandeling van colitis ulcerosa is de keuze van het geneesmiddel afhankelijk van de locatie, uitgebreidheid en ernst van de ontsteking, van de respons op eerdere medicatie, bijwerkingenprofiel, voorgeschiedenis en fenotype van de ziekte, comorbiditeit en levensfase. Als regel zijn aminosalicylaten (bij voorkeur mesalazine) eerste keus. Overweeg bij ernstige ziekte of bij onvoldoende effect, om in de eerste weken hiernaast met een corticosteroïdenkuur te starten als remissie-inductie (lokaalwerkende budesonide of predniso(lo)n). Als mesalazine onvoldoende effectief is of gecontra-indiceerd, kan gekozen worden voor een thiopurine-derivaat als onderhoudsmedicatie. Bij contra-indicatie of intolerantie voor, of ineffectiviteit van geoptimaliseerde thiopurine-derivaten, kunnen biologicals, S1P-modulatoren of JAK-remmers overwogen worden. In de praktijk wordt de keuzevolgorde binnen deze middelen bepaald via vergoedingsregelingen van ziekenhuizen en zorgverzekeraars op grond van kostenaspecten. S1P-modulatoren als etrasimod en ozanimod worden als regel daarom eerst ingezet na falen van TNF-α-blokkers (tweedelijns therapie).

Advies

Overweeg, naast een conservatief beleid, lokale medicamenteuze therapie bij milde of ernstige alopecia areata (AA) zoals klasse 3-corticosteroïden. Overweeg intralaesionale triamcinolonacetonide bij volwassenen met milde AA. Conventionele systemische therapie (ciclosporine, methotrexaat, corticosteroïden) komt in aanmerking bij volwassenen met milde of ernstige AA, vooral bij een hoge ziektelast, eventueel aangevuld met lokale therapie bij ernstige AA. Geef bij onvoldoende respons eventueel de JAK-remmer ritlecitinib of baricitinib. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Alopecia Areata.

Geef ritlecitinib bij patiënten van 12 jaar en ouder met ernstige AA (SALT ≥50) met een huidige episode en ziekte-ernst van AA korter dan 8 jaar waarbij de hergroei van haar onvoldoende is ondanks de inzet van lokale middelen en ten minste één systemisch immunosuppressivum (methotrexaat, ciclosporine, prednison oraal of i.m.), tenzij er contra-indicaties zijn voor of bijwerkingen zijn van deze middelen. Evalueer na 6 maanden of de behandeling moet worden voortgezet.

Aan de vergoeding van ritlecitinib zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

  • ZIN-rapport 2024 ritlecitinib Litfulo® bij ernstige alopecia areata

Indicaties

  • Matige tot ernstige reumatoïde artritis bij volwassenen, die onvoldoende reageren op één of meer DMARD's of deze niet verdragen. Als monotherapie of in combinatie met methotrexaat;
  • Matige tot ernstige actieve colitis ulcerosa bij volwassenen, die onvoldoende reageren, niet reageren of intolerant zijn voor conventionele therapie of een biological.

Gerelateerde informatie

  • colitis ulcerosa
  • reumatoïde artritis

Indicaties

  • Ernstige alopecia areata bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar.

Doseringen

Controleer vóór start en tijdens de behandeling het absolute neutrofielenaantal (ANC), het absolute lymfocyten aantal (ALC) en het hemoglobinegehalte. Behandeling niet beginnen of voortzetten bij een ANC < 1 × 109 cellen/liter, een ALC < 0,5 × 109 cellen/liter of een hemoglobinegehalte < 5 mmol/liter.

Klap alles open Klap alles dicht

Reumatoïde artritis

Volwassenen < 65 jaar

200 mg 1×/dag.

Volwassenen ≥ 65 jaar

100 mg 1×/dag. Overweeg 200 mg 1×/dag indien RA onvoldoende onder controle is.

Bij verhoogd risico op VTE, MACE en maligniteiten

100 mg 1×/dag. Overweeg 200 mg 1×/dag indien RA onvoldoende onder controle is.

Colitis ulcerosa

Volwassenen < 65 jaar

Inductiedosis: 200 mg 1×/dag gedurende 10 weken. Bij onvoldoende respons eventueel behandeling 12 weken voortzetten. Bij geen effect na 22 weken de behandeling staken.

Onderhoudsdosis: 200 mg 1× per dag,

Ouderen 65-75 jaar

Inductiedosis: 200 mg 1×/dag gedurende 10 weken. Bij onvoldoende respons eventueel behandeling 12 weken voortzetten. Bij geen effect na 22 weken de behandeling staken.

Onderhoudsdosis: 100 mg 1×/dag. Overweeg 200 mg 1×/dag in geval van opvlamming CU.

Bij verhoogd risico op VTE, MACE en maligniteiten

Onderhoudsdosering: 100 mg 1×/dag. Overweeg bij onvoldoende verbetering 200 mg 1×/dag.

Verminderde nierfunctie: bij creatinineklaring 15–60 ml/min: 100 mg 1×/dag; het gebruik bij een creatinineklaring < 15 ml/min wordt niet aanbevolen, wegens gebrek aan gegevens.

Verminderde leverfunctie: bij een milde of matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9) is geen dosisaanpassing nodig; toepassing bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) wordt niet aanbevolen, wegens gebrek aan gegevens.

Toediening: tablet heel doorslikken, met of zonder voedsel.

Doseringen

Behandeling niet starten bij absoluut aantal lymfocyten (ALC) < 0,5×109/l of een aantal trombocyten < 100×109/l.

Klap alles open Klap alles dicht

Alopecia areata

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar

1×/dag 50 mg. Overweeg de behandeling te staken als er na 36 weken onvoldoende respons is.

Gemiste dosis: de dosis zo snel mogelijk alsnog innemen, tenzij de tijd tot de volgende dosis < 8 uur is. Dan de gemiste dosis niet innemen. Daarna het reguliere schema hervatten.

Verminderde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig bij Child-Pughscore 5-10. Bij Child-Pughscore 10-15 is het gecontra-indiceerd.

Toediening: capsule heel doorslikken, innemen met of zonder voedsel.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): urineweginfectie, bovenste luchtweginfectie. Lymfopenie. Duizeligheid. Misselijkheid.

Soms (0,1-1%): herpes zoster, pneumonie, sepsis. Neutropenie. Hypercholesterolemie. Vertigo. Verhoogd creatinekinase.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): herpes zoster, folliculitis, bovensteluchtweginfectie. Duizeligheid. Diarree. Acne, urticaria, huiduitslag. Creatinekinase verhoogd.

Soms (0,1-1%): aantal trombocyten verlaagd, lymfocytentelling verlaagd, verhoging transaminase (ALAT/ASAT > 3×ULN).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Combinatie met immunosuppressiva, 'biological' DMARD's of andere JAK-remmers wordt ontraden omdat een risico op additieve immunosuppressie niet kan worden uitgesloten.

Filgotinib is hoofdzakelijk substraat voor carboxylesterase 2 (CES2). In vitro remmen filgotinib en de metaboliet GS-829845, OATP1B1 en OATP1B3. CES2 kan mogelijk geremd worden door bv. diltiazem of simvastatine.

Interacties

Ritlecitinib is een matige remmer van CYP3A; wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van CYP3A-substraten (bv. kinidine, ciclosporine, ergotamine, pimozide) waarbij matige veranderingen in de concentratie kunnen leiden tot ernstige bijwerkingen. Voor het CYP3A-substraat (bv. colchicine, everolimus, tacrolimus, sirolimus) dient rekening te worden gehouden met de aanbevelingen voor dosisaanpassing.

Ritlecitinib is een matige remmer van CYP1A2; voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik van andere CYP1A2-substraten (bv. tizanidine) waarbij kleine veranderingen in de concentratie kunnen leiden tot ernstige bijwerkingen. Voor het CYP1A2-substraat (bv. theofylline, pirfenidon) dient rekening te worden gehouden met de aanbevelingen voor dosisaanpassing.

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met OCT1-substraten waarbij kleine veranderingen in de concentratie kunnen leiden tot ernstige bijwerkingen.

Niet combineren met levende vaccins tijdens of vlak voor de behandeling.

Ritlecitinib veroorzaakte geen klinisch significante verandering in de blootstelling aan orale anticonceptiva (bv. ethinylestradiol of levonorgestrel), CYP2B6-substraten (bv. efavirenz), CYP2C-substraten (bv. tolbutamide), of substraten van organische aniontransporter (OAT)P1B1, breast cancer resistant protein (BCRP) en OAT3 (bv. rosuvastatine).

Bij gelijktijdige toediening van CYP3A4-remmers of inductoren van CYP-enzymen is geen dosisaanpassing nodig van ritlecitinib.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren teratogeen gebleken.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Vruchtbaarheid: Bij dieronderzoek werden verminderde vruchtbaarheid, verstoorde spermatogenese en histopathologische effecten op de mannelijke voortplantingsorganen waargenomen. Klinische gegevens duiden echter niet op aan filgotinib gerelateerde effecten op de testiculaire functie.

Overig: Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptiemiddelen gebruiken tijdens en tot ten minste 1 week na staken van de behandeling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren (bij hoge doses) schadelijk gebleken.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Overig: Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling en gedurende 1 maand na de laatste dosis .

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.

Farmacologisch effect: Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

  • actieve ernstige infectie;
  • actieve tuberculose (TBC).

Zie ook de rubriek Zwangerschap.

Contra-indicaties

  • actieve, ernstige infectie, waaronder tuberculose (tbc);
  • ernstig verminderde leverfunctie.

Zie ook de rubriek Zwangerschap en Lactatie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Alleen starten wanneer er geen geschikte alternatieven beschikbaar zijn voor behandeling van:

  • patiënten ≥ 65 jaar; het risico op MACE, maligniteiten, ernstige infecties en overlijden ongeacht de oorzaak, is verhoogd, ook bij gebruik van andere JAK-remmers;
  • patiënten met een (voorgeschiedenis van) atherosclerotische cardiovasculaire aandoening of andere cardiovasculaire risicofactoren (zoals patiënten die roken of eerder langdurig hebben gerookt);
  • patiënten met risicofactoren voor maligniteiten (bv. bij een aanwezige maligniteit of een maligniteit in de voorgeschiedenis).

Laboratoriumwaarden: Behandeling niet beginnen of voortzetten bij een ANC < 1 × 109 cellen/liter, een ALC < 0,5 × 109 cellen/liter of een hemoglobinegehalte < 5 mmol/liter.

Bij actieve infecties niet starten. Weeg de risico's en voordelen af bij patiënten met meer kans op infecties, bv. op basis van voorgeschiedenis, blootstelling aan TBC, reisverleden (gebieden met endemische tbc of endemische mycosen), verhoogde vatbaarheid. Monitor op tekenen van infectie; onderbreek de behandeling als een infectie optreedt die niet reageert op standaard antimicrobiële therapie.

Test op TBC (actief of latent) vooraf en tijdens de behandeling.

Virale reactivering is gemeld, inclusief gevallen van het herpesvirus (zoals herpes zoster). Controleer vóór start en gedurende behandeling op virale hepatitis. De kans op herpes zoster is hoger bij vrouwelijke patiënten, Aziatische patiënten, leeftijd ≥ 50 jaar, een medische voorgeschiedenis van herpes zoster of chronische longziekte, en bij een dosering 200 mg 1×/dag. Onderbreek de behandeling bij optreden van herpes zoster tot de episode verdwijnt.

Voorvallen van MACE zijn gemeld. Bij patiënten met RA en ≥ 50 jaar en ouder met ten minste één extra cardiovasculaire risicofactor werd een hoger percentage van ernstige nadelige cardiovasculaire voorvallen (MACE), gedefinieerd als cardiovasculair overlijden, niet-fataal myocardinfarct (MI) en niet-fatale beroerte, waargenomen bij tofacitinib (een andere JAK-remmer) vergeleken met TNF-remmers. Filgotinib alleen gebruiken als er geen geschikte behandelingsalternatieven beschikbaar zijn bij patiënten ≥ 65 jaar, bij patiënten die roken of langdurig gerookt hebben en patiënten met een geschiedenis van een atherosclerotische cardiovasculaire ziekte of andere cardiovasculaire risicofactoren,

Voorvallen van diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (LE) zijn gemeld. Bij patiënten met RA en ≥ 50 jaar met ten minste één extra cardiovasculaire risicofactor, is een hoger percentage van VTE, waaronder DVT en LE, waargenomen met tofacitinib vergeleken met TNF-remmers. Gebruik filgotinib alleen als er geen alternatief beschikbaar is. Andere risicofactoren voor VTE dan cardiovasculair of maligniteiten zijn o.a. patiënten die een zware operatie ondergaan, immobilisatie, gebruik van gecombineerde hormonale anticonceptiva of hormoonsubstitutietherapie, erfelijke coagulatieaandoening. Monitor op risicofactoren. Staak de behandeling bij symptomen van DVT/LE, evalueer en geef passende behandeling.

Het risico op maligniteiten waaronder lymfoom is verhoogd bij gebruik van immunomodulerende middelen, waaronder JAK-remmers. Het aantal maligniteiten, met name longkanker, lymfoom en niet-melanoom huidkanker (NMSC) nam toe in onderzoek met tofacitinib. Onderzoek periodiek de huid, vooral bij risicofactoren voor huidkanker.

Gebruik geen levende vaccins tijdens of onmiddellijk voorafgaand aan behandeling met filgotinib. Zorg vóór start behandeling voor voldoende vaccinaties, waaronder profylaxe tegen herpes zoster.

Controleer lipidenparameters 12 weken na aanvang en daarna volgens protocol. Behandeling met filgotinib is in verband gebracht met een toename in lipidenparameters.

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er is weinig klinische ervaring bij ouderen ≥ 75 jaar met RA. Er zijn geen gegevens bij ouderen ≥ 75 jaar met colitis ulcerosa.

Waarschuwingen en voorzorgen

Controleer vóór aanvang, 4 weken na start van de behandeling en daarna volgens het behandelbeleid het aantal trombocyten en het absoluut aantal lymfocyten (ALC). De behandeling staken bij het aantal trombocyten < 50×109/l. Onderbreek de behandeling als ALC < 0,5×109/l en herstart als deze weer boven deze waarde terugkeert.

Niet starten bij een actieve ernstige infectie. Weeg de risico's en voordelen af bij patiënten met meer kans op infecties, bv. op basis van voorgeschiedenis, blootstelling aan TBC, reisverleden (gebieden met endemische TBC of mycosen). Monitor op tekenen van infectie tijdens en na de behandeling; onderbreek de behandeling als een opportunistische of een ernstige infectie optreedt. Wees voorzichtig bij de behandeling van ouderen en patiënten met diabetes omdat bij hen een hogere incidentie van infecties is.

Virale reactivatie kan optreden; gevallen van reactivatie van het herpesvirus (bv. herpes zostervirus) zijn gemeld. Bij optreden van herpes zoster de behandeling tijdelijk onderbreken totdat de episode voorbij is. Screen op virale hepatitis voor start van de behandeling. Patiënten met een aangetoonde hepatitis B- of C-infectie werden uitgesloten van onderzoeken met ritlecitinib. Controleer tijdens de behandeling op reactivatie van virale hepatitis. Bij aanwijzingen voor reactivatie, een leverspecialist raadplegen.

Test op TBC (actief of latent) voor start van de behandeling. Behandel bij een positieve uitslag vóór het starten met ritlecitinib. Overweeg behandeling bij personen met een negatieve uitslag voor een latente TBC en een hoog risico op tbc; overweeg deze ook te screenen tijdens de behandeling.

Het risico op maligniteiten waaronder niet-melanome huidkanker (non-melanoma skin cancer, NMSC) is verhoogd bij gebruik van immunomodulerende middelen, waaronder JAK-remmers. Het aantal maligniteiten, met name longkanker, lymfoom en NMSC nam toe in onderzoek met tofacitinib. Houd rekening met de risico's en de voordelen van de behandeling bij patiënten met een andere bekende maligniteit anders dan met succes behandelde NMSC of baarmoederhalskanker. Onderzoek periodiek de huid, vooral bij risicofactoren voor huidkanker.

Voorvallen van MACE (major adverse cardiac event) en diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (LE) zijn gemeld. Bij patiënten ≥ 50 jaar met RA met ten minste één extra cardiovasculaire risicofactor werd een hoger percentage van MACE, gedefinieerd als cardiovasculair overlijden, niet-fataal myocardinfarct (MI) en niet-fatale beroerte, en een dosisafhankelijk hoger percentage veneuze trombo-embolie, waaronder DVT en PE, waargenomen bij tofacitinib vergeleken met TNF-remmers. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met bekende risicofactoren voor trombo-embolie. Staak de behandeling bij vermoeden van trombo-embolisch proces.

Gebruik geen levende, verzwakte vaccins tijdens of onmiddellijk vóór de behandeling, wegens het ontbreken van gegevens over de respons op vaccinatie met levende of geïnactiveerde vaccins bij patiënten die ritlecitinib krijgen. Zorg vóór start behandeling voor voldoende vaccinaties inclusief een profylactische vaccinatie tegen herpes zoster.

Als de behandeling moet worden onderbroken, is het risico op aanzienlijke haaruitval van nieuw aangegroeid haar op de hoofdhuid na de onderbreking laag, als de onderbreking korter dan 6 weken duurt.

Behandeling staken bij onverklaarde neurologische symptomen. Aan ritlecitinib gerelateerde axonale dystrofie is waargenomen in onderzoeken naar chronische toxiciteit bij Beagle-honden.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen <12 jaar zijn nog niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar. Het is niet onderzocht bij patiënten met eindstadium nierfalen (end-stage renal disease, ESRD) of bij patiënten met een niertransplantatie en wordt daarom niet aanbevolen voor gebruik bij deze patiënten.

Overdosering

Voor informatie over een vergiftiging met filgotinib neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met ritlecitinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Immunosuppressivum. Remt reversibel en selectief Januskinase (JAK)1 en JAK3 en in mindere mate JAK2. JAK’s zijn intracellulaire enzymen die signalen overbrengen afkomstig van interacties van cytokine- of groeifactorreceptor op het celmembraan. Ze spelen een rol bij hematopoëse, ontsteking en de afweerfunctie. Filgotinib moduleert de signaaltransductieroutes door preventie van de fosforylering en activering van signaaltransducers en activatoren van transcriptie (STAT's).

Kinetische gegevens

T max filgotinib: 2–3 uur en GS-829845: 5 uur.
Metabolisering met name door carboxylesterase 2 (CES2) en in mindere mate door CES1 tot actieve metaboliet GS-829845 (10× minder krachtig).
Eliminatie ca. 85% via urine en ca. 15% via feces als filgotinib en zijn metabolieten.
T 1/2el filgotinib ca. 7 uur, GS-829845 19 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Ritlecitinib remt irreversibel en selectief Januskinase 3 (JAK3) en tyrosinekinase (TEC). In een cellulaire omgeving remt ritlecitinib cytokinen (IL-2, IL-4, IL-7, IL-15 en IL-21) via JAK3-afhankelijke receptoren. Remming van TEC, betrokken bij de regulatie van T- en B-cellen, leidt tot een verminderde cytolytische activiteit van NK- en CD8+ T-cellen. Door JAK3 en de TEC-familie gemedieerde signaaltransductieroutes zijn beide betrokken bij de pathogenese van alopecia areata.

Kinetische gegevens

F ca. 64%.
T max binnen 1 uur.
V d ca. 1.1 l/kg na i.v.-toediening.
Metabolisering vooral metabool door isovormen van glutathion-S-transferase en CYP-enzymen. Bijdrage per klaringsroute ≤ 25%.
Eliminatie ca. 66% via urine, 20% via feces.
T 1/2el 1,3-2,3 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

filgotinib hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • anifrolumab (L04AG11) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AJ05) Vergelijk
  • baricitinib (L04AF02) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AG04) Vergelijk
  • danicopan (L04AJ09) Vergelijk
  • deucravacitinib (L04AF07) Vergelijk
  • eculizumab (L04AJ01) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AH02) Vergelijk
  • imlifidase (L04AA41) Vergelijk
  • inebilizumab (L04AG10) Vergelijk
  • leflunomide (L04AK01) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • pegcetacoplan (L04AJ03) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AJ02) Vergelijk
  • ritlecitinib (L04AF08) Vergelijk
  • rozanolixizumab (L04AG16) Vergelijk
  • sirolimus (L04AH01) Vergelijk
  • sutimlimab (L04AJ04) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AF01) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AF03) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AG05) Vergelijk
  • zilucoplan (L04AJ06) Vergelijk

Groepsinformatie

ritlecitinib hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • anifrolumab (L04AG11) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AJ05) Vergelijk
  • baricitinib (L04AF02) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AG04) Vergelijk
  • danicopan (L04AJ09) Vergelijk
  • deucravacitinib (L04AF07) Vergelijk
  • eculizumab (L04AJ01) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AH02) Vergelijk
  • filgotinib (L04AF04) Vergelijk
  • imlifidase (L04AA41) Vergelijk
  • inebilizumab (L04AG10) Vergelijk
  • leflunomide (L04AK01) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • pegcetacoplan (L04AJ03) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AJ02) Vergelijk
  • rozanolixizumab (L04AG16) Vergelijk
  • sirolimus (L04AH01) Vergelijk
  • sutimlimab (L04AJ04) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AF01) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AF03) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AG05) Vergelijk
  • zilucoplan (L04AJ06) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Indicaties

  • colitis ulcerosa
  • reumatoïde artritis

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".