Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

mirikizumab

interleukine-remmers L04AC24

Sluiten

satralizumab

interleukine-remmers L04AC19

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Omvoh XGVS Aanvullende monitoring Eli Lilly Nederland

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 15 ml
Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
pen 1 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Enspryng XGVS Aanvullende monitoring Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
120 mg/ml
Verpakkingsvorm
wwsp 1ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij de behandeling van colitis ulcerosa is de keuze van het geneesmiddel afhankelijk van de locatie, uitgebreidheid en ernst van de ontsteking, van de respons op eerdere medicatie, bijwerkingenprofiel, voorgeschiedenis en fenotype van de ziekte, comorbiditeit en levensfase. Als regel zijn aminosalicylaten (bij voorkeur mesalazine) eerste keus. Overweeg bij ernstige ziekte of bij onvoldoende effect, om in de eerste weken hiernaast met een corticosteroïdenkuur te starten als remissie-inductie (lokaalwerkende budesonide of predniso(lo)n). Als mesalazine onvoldoende effectief is of gecontra-indiceerd, kan gekozen worden voor een thiopurine-derivaat als onderhoudsmedicatie. Bij contra-indicatie of intolerantie voor, of ineffectiviteit van geoptimaliseerde thiopurine-derivaten, kunnen biologicals, S1P-modulatoren of JAK-remmers overwogen worden. In de praktijk wordt de keuzevolgorde binnen deze middelen bepaald via vergoedingsregelingen van ziekenhuizen en zorgverzekeraars op grond van kostenaspecten. IL-antagonisten zoals ustekinumab, mirikizumab en risankizumab worden als regel daarom ingezet na onvoldoende respons op, of een contra-indicatie voor een TNF-α-blokker (tweedelijns therapie).

  • ZIN-rapport 2024 mirikizumab Omvoh® beoordeling colitis ulcerosa
  • ZIN-rapport 2025 mirikizumab Omvoh® bij matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn

Advies

Voor satralizumab is geen advies vastgesteld.

Indicaties

  • Matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa bij volwassenen die niet of onvoldoende reageren op of intolerant zijn voor andere behandelingen (conventioneel of 'biological').
  • Matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn bij volwassenen die niet of onvoldoende reageren op of intolerant zijn voor andere behandelingen (conventioneel of 'biological').

Gerelateerde informatie

  • colitis ulcerosa

Indicaties

  • Neuromyelitis optica-spectrumstoornissen (NMOSD) bij volwassen en kinderen ≥ 12 jaar, die seropositief zijn voor anti-aquaporine-4-IgG (AQP4-IgG), als monotherapie of in combinatie met immunosuppressiva (orale corticosteroïden, azathioprine of mycofenolaatmofetil).

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Colitis ulcerosa

Volwassenen (incl. ouderen)

Inductiedosering: 300 mg via i.v.-infusie gedurende ten minste 30 minuten in week 0, 4, en 8. Beoordeel respons na 12 weken. Bij onvoldoende respons kan inductiebehandeling worden verlengd: 300 mg via i.v. infusie in week 12, 16 en 20. Bij voldoende respons overgaan op de onderhoudsdosering (evt. na verlengde inductiebehandeling). Staak de behandeling bij onvoldoende respons na 24 weken.

Onderhoudsdosering: s.c. 200 mg (2 pennen) 1×/4 weken via s.c. injectie, te beginnen 4 weken na de laatste dosis van de intraveneuze inductiebehandeling. Bij verlies van respons eventueel een i.v. herinductie geven: 300 mg 1×/4 weken via i.v. infusie voor een totaal van 3 doses. Bij goede respons, s.c. onderhoudsdosering 1×/4 weken hervatten.

Ziekte van Crohn

Volwassenen

Inductiedosering: 900 mg via i.v.-infusie gedurende ten minste 90 minuten in week 0, 4, en 8.

Onderhoudsdosering: 300 mg via s.c.-injectie 1×/4 weken, te beginnen 4 weken na de laatste dosis van de intraveneuze inductiebehandeling. Staak de behandeling bij onvoldoende respons na 24 weken. Verpakkingen met 2 pennen (100 en 200 mg), specifiek voor de behandeling van de ziekte van Crohn, zijn in Nederland niet in de handel.

Gemiste subcutane dosering: deze zo snel mogelijk injecteren. Daarna dosering 1×/4 weken hervatten.

Verminderde nierfunctie: de verwachting is dat een dosisaanpassing niet nodig is.

Verminderde leverfunctie: de verwachting is dat een dosisaanpassing niet nodig is.

Toediening

  • Concentraat voor infusie verdunnen vóór toediening tot ca. 1,1-4,6 mg/ml voor colitis ulcerosa en ca. 3,6 mg-9 mg/ml voor de ziekte van Crohn.
  • Infuuslijn primen en aan het einde van de infusie doorspoelen, met dezelfde snelheid als bij de toediening. Bij colitis ulcerosa de infusie gedurende ten minste 30 minuten toedienen en bij de ziekte van Crohn gedurende tenminste 90 minuten.
  • Subcutane injectie toedienen in de buik, de dij of de achterkant van de bovenarm. Wissel per injectie injectieplaatsen af.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Neuromyelitis optica-spectrumstoornis

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar en ≥ 40 kg lichaamsgewicht.

s.c. oplaaddosis 120 mg 1× elke 2 weken in week 0, 2 en 4, gevolgd door onderhoudsdosering 120 mg 1× elke 4 weken.

Uitgestelde of gemiste dosis: Wanneer een injectie wordt gemist, door een andere reden dan verhoogde leverenzymwaarden, moet die zo snel mogelijk worden toegediend:

Tijd sinds de laatst toegediende dosis

  • gemiste oplaaddosis of minder dan 8 weken gedurende de onderhoudsperiode:
    • gemiste of uitgestelde tweede oplaaddosis: zo snel mogelijk toedienen; dien de derde (laatste) oplaaddosis 2 weken later toe.
    • gemiste of uitgestelde derde oplaaddosis: zo snel mogelijk toedienen; dien de eerste onderhoudsdosis 4 weken later toe.
    • gemiste of uitgestelde onderhoudsdosis: dosis zo snel mogelijk toedienen; daarna doseringsschema opnieuw instellen op elke 4 weken.
  • 8 weken tot minder dan 12 weken: de aanbevolen dosering toedienen in week 0 (het tijdstip van de eerste toediening na de gemiste dosis), vervolgens 2 weken later en daarna 1× elke 4 weken.
  • 12 weken of langer: de aanbevolen dosering toedienen 1× elke 2 weken in week 0 (het tijdstip van de eerste toediening na de gemiste dosis), 2 en 4, en daarna 1× elke 4 weken.

Dosisaanpassing bij leverenzymafwijkingen: bij stijging ASAT of ALAT > 5× de bovengrens van normaal (ULN) met verhoging van bilirubine, de behandeling staken en niet opnieuw opstarten. Onderbreek de behandeling bij stijging ALAT of ASAT > 5× ULN zonder verhoging van bilirubine. Hervat de behandeling bij herstel van ASAT of ALAT met s.c. 120 mg 1×/ 4 wk; bij 12 weken of langer sinds de laatste dosis, herstarten met s.c. 120 mg 1×/2wk in week 0, 2 en 4 en daarna 1×/4 wk. Controleer bij hervatten nauwlettend de leverparameters; staak de behandeling bij welke verhoging dan ook van ALAT/ASAT en/of bilirubine, opnieuw opstarten wordt niet aanbevolen.

Bij neutrofielenaantal < 1×109/l behandeling onderbreken tot het > 1×109/l is.

Bij trombocytenaantal <75×109/l behandeling onderbreken tot het trombocytenaantal ≥ 75×109/l is.

Bij verminderde nierfunctie: op basis van de farmacokinetische populatieanalyse is geen dosisaanpassing nodig bij een verminderde nierfunctie.

Toediening

  • Injecteren in de buik of het dijbeen;
  • Totale inhoud (1 ml) toedienen;
  • Wissel injectieplaatsen af en injecteer niet in moedervlekken, littekens of gebieden waar de huid gevoelig, rood, hard of beschadigd is.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): injectieplaatsreacties.

Vaak (1-10%): bovensteluchtweginfectie (acute sinusitis, nasofaryngitis, faryngitis, rinitis, sinusitis, tonsillitis). Artralgie. Hoofdpijn. Maculaire huiduitslag, (maculo-) papuleuze of jeukende huiduitslag.

Soms (0,1-1%): infusiegerelateerde overgevoeligheidsreactie. Infusieplaatsreactie. Herpes zoster. Verhoogd ALAT of ASAT.

Verder zijn gemeld: leverschade en verhoging totaalbilirubine.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hyperlipidemie. Hoofdpijn. Artralgie. Injectiegerelateerde reacties (vooral roodheid, erytheem, jeuk, huiduitslag en pijn). Aantal leukocyten verlaagd.

Vaak (1-10%): hypofibrinogenemie. Slapeloosheid. Migraine. Bradycardie. Hypertensie. Allergische rinitis. Gastritis. Huiduitslag, jeuk. Musculoskeletale stijfheid. Perifeer oedeem. Aantal neutrofielen verlaagd, aantal trombocyten verlaagd, transaminasen verhoogd, bilirubine in bloed verhoogd, gewichtstoename (>15%).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.

Verricht vaccinaties voorafgaand aan de behandeling. Geen levende vaccins toedienen tijdens de behandeling. Er zijn geen gegevens over de respons op geïnactiveerde of levende vaccins.

Interacties

Wees voorzichtig bij starten of stoppen van de behandeling bij gelijktijdig gebruik van substraten van CYP3A4, 1A2, 2C9 of 2C19, met name die met een nauwe therapeutische index (waaronder carbamazepine, fenytoïne en theofylline); de dosis eventueel aanpassen. Het effect kan na stoppen van satralizumab nog enkele weken aanhouden; de eliminatiehalfwaardetijd is verlengd.

Tijdens therapie met satralizumab geen levende vaccins toedienen. De klinische veiligheid is niet vastgesteld.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor directe of indirecte schadelijke effecten.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 10 weken na de behandeling.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren tot dusver geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Gebruik ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, in zeer geringe hoeveelheden bij dieren. Het is bekend dat immunoglobulinen in de moedermelk worden uitgescheiden. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.

Contra-indicaties

  • actieve infecties (zoals actieve tuberculose).

Contra-indicaties

Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij klinisch belangrijke actieve infectie behandeling niet beginnen totdat de infectie verdwenen is of voldoende behandeld. Mirikizumab kan het risico op ernstige infectie verhogen. Weeg risico’s en voordelen van de behandeling af bij een chronische infectie of een voorgeschiedenis van terugkerende infectie. Instrueer patiënten om contact op te nemen bij symptomen van een infectie. Overweeg stopzetten bij ontwikkeling van een ernstige infectie, totdat de infectie is verdwenen.

Onderzoek op tbc vóór start behandeling. Controleer tijdens en na de behandeling op tekenen en symptomen van actieve tbc. Bij een voorgeschiedenis van latente of actieve tbc en een afdoende behandeling niet kan worden bevestigd, overweeg een behandeling tegen tbc vóór start met de behandeling.

Controleer stijging van leverenzymen en bilirubine bij start en maandelijks tijdens de inductiebehandeling. Daarna elke 1-4 maanden tijdens de onderhoudsbehandeling en zoals klinisch geïndiceerd. Bij verhoging van ALAT of ASAT en vermoeden van geneesmiddelgeïnduceerde leverschade, behandeling stoppen totdat deze diagnose is uitgesloten.

Antilichamen tegen mirikizumab kunnen ontstaan. In onderzoeken ontwikkelde tot 23% van de patiënten antilichamen na 12 maanden behandeling, meestal een lage titer en met neutraliserende activiteit. Bij ca. 2% van de colitis ulcerosa-patiënten hadden hogere antilichaamtiters een verband met een lagere serumconcentratie en een verminderde klinische respons. Er is geen verband gevonden tussen antilichamen en overgevoeligheid of reacties op de injectieplaats.

Bij kinderen in de leeftijd < 18 jaar is de veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld. Er is weinig ervaring bij ouderen vanaf 75 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

Infecties: Stel de behandeling uit bij een actieve infectie tot deze onder controle is. Behandeling onderbreken bij ontwikkelen van een ernstige of opportunistische infectie en passende behandeling starten. Instrueer de patiënt om bij symptomen van een infectie direct contact op te nemen met de arts.

Leverenzymen: Lichte en matige verhogingen van levertransaminasen zijn waargenomen, meestal lager dan 5× ULN. Controleer ALAT- en ASAT-waarden elke vier weken tijdens de eerste drie maanden van de behandeling, vervolgens een jaar lang elke drie maanden en daarna wanneer dit klinisch geïndiceerd is. Staak de behandeling bij patiënten met een ALAT of ASAT > 5× ULN. Voor dosisaanpassingen zie rubriek Dosering.

Neutrofielenaantal: Dalingen van neutrofielenaantallen zijn waargenomen na de behandeling. Controleer het neutrofielenaantal 4 tot 8 weken na aanvang van de behandeling en daarna wanneer dit klinisch geïndiceerd is. Voor advies over dosisonderbreking, zie rubriek Dosering.

Onderzoek: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 40 kg lichaamsgewicht zijn niet vastgesteld wegens het ontbreken van gegevens. De veiligheid en werkzaamheid van satralizumab zijn niet onderzocht bij patiënten met een verminderde leverfunctie.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met mirikizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met satralizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Mirikizumab is een gehumaniseerd IgG4 monoklonaal, anti-interleukine-23 (anti-IL-23)-antilichaam dat selectief bindt aan de p19-subeenheid van humaan IL-23-cytokine en de interactie met de IL-23- receptor remt. IL-23 beïnvloedt de differentiatie, expansie en overleving van bepaalde T-cellen. Selectieve blokkade van IL-23 normaliseert de productie van pro-inflammatoire cytokinen waaronder IL-17A, IL-17F en IL-22.

Kinetische gegevens

F 36,3- 44% (na s.c.-toediening).
T max ca. 5 dagen (na s.c.-toediening).
V d 0,07 l/kg.
Metabolisering op dezelfde manier als endogeen immunoglobuline via intracellulair katabolisme tot kleine peptiden en aminozuren.
T 1/2el ca. 9,3 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Satralizumab is een interleukine-antagonist. Het is een gehumaniseerd recombinant monoklonaal antilichaam (mAb) tegen immunoglobuline G2 (IgG2), dat bindt aan de IL-6-receptor (IL-6R) en hierdoor verdere IL-6-signalering voorkomt. IL-6-concentraties zijn verhoogd in het cerebrospinale vocht en serum van patiënten met NMO of NMOSD tijdens perioden van ziekteactiviteit. IL-6-functies zijn betrokken bij de pathogenese van NMOSD, waaronder B-celactivatie, B-celdifferentiatie naar plasmablasten en de productie van pathologische auto-antilichamen, bijvoorbeeld tegen AQP4, een waterkanaaleiwit dat voornamelijk tot expressie komt in het centraal zenuwstelsel, Th17-celactivatie en differentiatie, regulatoire T-celremming en verandering van de permeabiliteit van de bloed-hersenbarrière.

Kinetische gegevens

F s.c. 85,4%
V d centraal 0.049 l/kg en perifeer 0.03 l/kg
Metabolisering via intracellulair katabolisme
T 1/2el ca. 30 dagen
Overig Steady state voor de Cmin, Cmax en AUC wordt na de oplaadperiode (8 weken) bereikt.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

mirikizumab hoort bij de groep interleukine-remmers.

  • anakinra (L04AC03) Vergelijk
  • basiliximab (L04AC02) Vergelijk
  • bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
  • brodalumab (L04AC12) Vergelijk
  • canakinumab (L04AC08) Vergelijk
  • dupilumab (D11AH05) Vergelijk
  • guselkumab (L04AC16) Vergelijk
  • ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
  • risankizumab (L04AC18) Vergelijk
  • sarilumab (L04AC14) Vergelijk
  • satralizumab (L04AC19) Vergelijk
  • secukinumab (L04AC10) Vergelijk
  • siltuximab (L04AC11) Vergelijk
  • spesolimab (L04AC22) Vergelijk
  • tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
  • tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
  • tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
  • ustekinumab (L04AC05) Vergelijk

Groepsinformatie

satralizumab hoort bij de groep interleukine-remmers.

  • anakinra (L04AC03) Vergelijk
  • basiliximab (L04AC02) Vergelijk
  • bimekizumab (L04AC21) Vergelijk
  • brodalumab (L04AC12) Vergelijk
  • canakinumab (L04AC08) Vergelijk
  • dupilumab (D11AH05) Vergelijk
  • guselkumab (L04AC16) Vergelijk
  • ixekizumab (L04AC13) Vergelijk
  • mirikizumab (L04AC24) Vergelijk
  • risankizumab (L04AC18) Vergelijk
  • sarilumab (L04AC14) Vergelijk
  • secukinumab (L04AC10) Vergelijk
  • siltuximab (L04AC11) Vergelijk
  • spesolimab (L04AC22) Vergelijk
  • tildrakizumab (L04AC17) Vergelijk
  • tocilizumab (L04AC07) Vergelijk
  • tralokinumab (D11AH07) Vergelijk
  • ustekinumab (L04AC05) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • interleukine-remmers

Indicaties

  • colitis ulcerosa

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • interleukine-remmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".