Samenstelling
Alimta (als dinatriumzout) XGVS Eli Lilly Nederland
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 100 mg, 500 mg
Bevat na reconstitutie 25 mg/ml.
Armisarte (als dinatriumzout) XGVS Actavis bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 4 ml, 20 ml, 40 ml
Conserveermiddel: propyleenglycol 35 mg/ml.
Pemetrexed (als dinatrium 2,5-water) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Infusievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml, 50 ml, 100 ml
Pemetrexed (als diarginine) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 4 ml, 20 ml, 40 ml
Conserveermiddel: propyleenglycol 35 mg/ml.
Pemetrexed (als dinatriumzout) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 100 mg, 500 mg
Bevat na reconstitutie 25 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Yescarta Kite Pharma EU bv
- Toedieningsvorm
- Dispersie voor infusie
Bevat: 0,4 – 2 × 10 8 cellen. De dispersie kan resthoeveelheden van gentamicine bevatten.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De geldende behandelrichtlijn Diagnostiek en behandeling van het mesothelioom (sept 2011) staat op NVALT.
De geldende behandelrichtlijn voor niet-kleincellig longcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl.
Zie voor het adviezen van de Commissie BOM nvmo.org (onder emetrexed).
Advies
Om de behandeling met axicabtagen ciloleucel voor alle in aanmerking komende patiënten mogelijk te maken is er een centrale registratieprocedure en wordt de indicatie in landelijk overleg besproken. Meer informatie over de aanvraagprocedure en in-/exclusiecriteria voor DLBCL-behandeling met Yescarta is te vinden via hovon.nl.
Zie voor de behandeling van diffuus grootcellig B-cel non-Hodgkinlymfoom of folliculair lymfoom de geldende behandelrichtlijnen op hovon.nl.
- ZIN-rapport 2018 axicabtagene ciloleuce Yescarta® bij volwassenen met recidiverend of refractair DLBCL en PMBCL na twee of meer lijnen systemische therapie
- ZIN-rapport 2024 axicabtagene ciloleuce Yescarta® bij volwassenen met DLBCL en HGBL, dat recidiveert binnen 12 maanden na of refractair is voor eerstelijns chemo-immunotherapie
Indicaties
- Inoperabel maligne mesothelioom van de pleura bij chemotherapie-naïeve patiënten in combinatie met cisplatine.
- Lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC), anders dan overwegend plaveiselcelhistologie:
- als eerstelijnsbehandeling in combinatie met cisplatine;
- als onderhoudsbehandeling als monotherapie indien er géén progressie is onmiddellijk na op platina gebaseerde chemotherapie.
- als tweedelijnsbehandeling als monotherapie;
Indicaties
- Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) en hooggradig B-cellymfoom (HGBL) bij volwassenen, dat recidiveert binnen 12 maanden na of refractair is voor eerstelijns chemo-immunotherapie;
- Recidiverend of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) en primair mediastinaal grootcellig B-cellymfoom (PMBCL) bij volwassenen, na twee of meer lijnen systemische therapie;
- Recidiverend of refractair folliculair lymfoom (FL) bij volwassenen, als vierdelijnsbehandeling.
Doseringen
Ter vermindering van gastro-intestinale toxiciteit bij de combinatie met cisplatine: anti-emetica en een toereikende hydratie vóór en/of na de behandeling.
Ter vermindering van huidreacties: geef iedere cyclus gedurende 3 dagen corticosteroïden, equivalent aan oraal 4 mg dexamethason 2×/dag, te beginnen 1 dag vóór toediening van pemetrexed.
Ter vermindering van hematologische en niet-hematologische toxiciteiten: laat de patiënt 0,35–1 mg foliumzuur 1×/dag innemen, te beginnen 5 dagen voor de eerste dosis pemetrexed en voort te zetten tot 21 dagen na de laatste dosis pemetrexed. Geef 1 mg vitamine B12 i.m. in de week vóór de eerste dosis pemetrexed en vervolgens op dag 1 van iedere derde cyclus.
Maligne mesothelioom van de pleura
Volwassenen (incl. ouderen)
Combinatietherapie: op dag 1 van elke 21-daagse cyclus: i.v. pemetrexed 500 mg/m² lichaamsoppervlak via infusie gedurende 10 min, na 30 minuten gevolgd door i.v. cisplatine 75 mg/m² via infusie gedurende 2 uur.
Niet-kleincellig longcarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
Combinatietherapie: op dag 1 van elke 21-daagse cyclus: i.v. pemetrexed 500 mg/m² lichaamsoppervlak via infusie gedurende 10 min, na 30 minuten gevolgd door i.v. cisplatine 75 mg/m² via infusie gedurende 2 uur.
Monotherapie: op dag 1 van elke 21-daagse cyclus: i.v. pemetrexed 500 mg/m² lichaamsoppervlak via infusie in 10 min.
Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring ≥ 45 ml/min is er geen dosisaanpassing nodig. Bij een creatinineklaring < 45 ml/min wordt gebruik niet aanbevolen vanwege onvoldoende gegevens.
Verminderde leverfunctie: er zijn geen gegevens over het gebruik.
Bij toxiciteiten: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreken of staken van de behandeling van pemetrexed en/of cisplatine bij (ernstige) bijwerkingen (neutropenie, trombocytopenie, mucositis, diarree, neurotoxiciteit, elke andere niet-hematologische toxiciteit) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2,), zie daarvoor de link onder 'zie ook'.
Toediening: de infusievloeistof na reconstitutie en/of verdunning toedienen als i.v.-infuus gedurende 10 minuten.
Doseringen
Geef chemotherapie voor lymfocytendepletie voorafgaand aan de infusie, zie het gebruiksvoorschrift.
Voorafgaand aan infusie met axicabtagen ciloleucel moet tocilizumab en noodapparatuur aanwezig zijn, vanwege het mogelijk optreden van het cytokineafgiftesyndroom. Zorg bij een eventueel tekort aan tocilizumab voor een geschikt alternatief.
Geef premedicatie bestaande uit paracetamol en een H1-antihistaminicum ca. 60 minuten voorafgaand aan de infusie, om potentiële acute infusiereacties te beperken. Gebruik geen corticosteroïden, zie ook de rubriek Interacties.
DLBCL, HGBL, PMBCL en FL
Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar)
Enkelvoudige streefdosis: 2 × 10 6 cellen per kg lichaamsgewicht (bereik 1 × 10 6 – 2 × 10 6 cellen/kg). Bij een lichaamsgewicht ≥ 100 kg is de maximale dosis 2 × 10 8 cellen.
Chemotherapie voor lymfocytendepletie: geef op dag 5, 4 en 3 voorafgaand aan de infusie axicabtagen ciloleucel chemotherapie: cyclofosfamide i.v. 500 mg/m² lichaamsoppervlak en fludarabine i.v. 30 mg/m².
Toediening: uitsluitend voor autoloog gebruik. Na ontdooien binnen 30 minuten via infusie toedienen. Geen leukodepletiefilter gebruiken.
Bijwerkingen
Monotherapie of in combinatie met cisplatine:
Zeer vaak (> 10%): infectie (met en zonder neutropenie). Stomatitis, faryngitis, misselijkheid, braken, diarree, anorexie. Vermoeidheid. Huiduitslag, afschilfering. Verminderde creatinineklaring. Daling neutrofielen/granulocyten, leukocyten en daling hemoglobine.
Vaak (1-10%): hartfalen. Sepsis. Koorts, niet-cardiale pijn op de borst, mucositis, oedeem. Allergische reacties/overgevoeligheid, hyperpigmentatie, jeuk, urticaria, alopecia, erythema multiforme. Sensorische en/of motorische neuropathie, smaakstoornis, duizeligheid. Obstipatie, buikpijn, dyspepsie. Meer traanafscheiding, conjunctivitis, droge ogen. (Acuut) nierfalen. Dehydratie. Daling trombocyten, febriele neutropenie. Stijging van serum ALAT, ASAT en γ-GT.
Soms (0,1-1%): angina pectoris, myocardinfarct, (supraventriculaire) aritmieën, CVA (incl. herseninfarct en hersenbloeding). Perifere ischemie, soms leidend tot necrose van een extremiteit. Longembolie, interstitiële pneumonitis (incl. ademhalingsinsufficiëntie), bestralingspneumonitis. Rectale hemorragie, maag-darmbloeding, darmperforatie, (bestralings)oesofagitis. Pancytopenie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische shock. Immuungemedieerde hemolytische anemie. Hepatitis. Radiatie-recallfenomeen. Erytheem.
Zeer zelden (< 0,01%): hypodermitis. Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, pemfigus, bulleuze dermatitis, eczeem, erythemateus oedeem (voornamelijk in de onderste ledematen), prurigo, pseudo-cellulitis.
Verder zijn gemeld: tubulusnecrose, nefrogene diabetes insipidus.
Tevens kunnen in combinatie met cisplatine optreden:
Zeer vaak (> 10%): verhoogd creatinine.
Soms (0,1-1%): colitis.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): infecties (virus-, bacteriële). Leukopenie, febriele neutropenie, neutropenie, anemie, trombocytopenie. Cytokineafgiftesyndroom, hypogammaglobulinemie. Verminderde eetlust, hypofosfatemie, hyponatriëmie, hypo-urikemie, gewichtsverlies. Delier, slapeloosheid. Encefalopathie, hoofdpijn, tremor, duizeligheid. Tachycardie, aritmie. Hypotensie, hypertensie. Hoesten, dyspneu. Diarree, misselijkheid, braken, obstipatie, buikpijn. Huiduitslag. Motorische stoornis, pijn in extremiteit, rugpijn, gewrichtspijn, spierpijn. Vermoeidheid, koorts, oedeem, rillingen. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.
Vaak (1-10%): schimmelinfectie. Overgevoeligheid. Hypocalciëmie, hypoalbuminemie, hypokaliëmie, uitdroging. Affectieve stoornis, angst. Ataxie, perifere neuropathie, hemiparese, gelaatsparalyse, insult, myoclonus. Hartstilstand, hartfalen. Trombose, capillairleksyndroom. Hypoxie, pleurale effusie, neusontsteking, respiratoir falen, pulmonaal oedeem. Dysfagie, droge mond. Nierinsufficiëntie. Pijn, infusiegerelateerde reactie. Verminderd gezichtsvermogen. Coagulopathie. Hyperbilirubinemie.
Soms (0,1-1%): ruggenmergoedeem, myelitis, quadriplegie, dyscalculie, myoclonus. Hematofagocytaire histiocytose. Rabdomyolyse. Multi-orgaandisfunctiesyndroom.
Verder is gemeld: secundaire maligniteit met oorsprong in de T-cellen.
Interacties
Vanwege het risico van systemische, mogelijk dodelijke, gegeneraliseerde vaccinatieziekte is gelijktijdig gebruik van gelekoortsvaccin gecontra-indiceerd en wordt gelijktijdig gebruik met andere levende verzwakte vaccins ontraden.
Gelijke toediening van nefrotoxische middelen (bv. aminoglycosiden, vancomycine, aciclovir, trimethoprim (met sulfamethoxazol), amfotericine B, ciclosporine, tacrolimus, ciprofloxacine, H2-receptorantagonisten (zoals cimetidine, famotidine), lisdiuretica en methotrexaat) of stoffen die tubulair worden uitgescheiden (OAT3-remmers, zoals probenecide, penicilline, protonpompremmers), kan resulteren in een vertraagde klaring van pemetrexed; zonodig de creatinineklaring nauwlettend controleren.
Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik met organische aniontransporter 3 (OAT3)-remmers, zoals probenicide, penicilline en protonpompremmers, vanwege een vertraagde klaring van pemetrexed.
Hoge doses NSAID's (prostaglandinesynthetaseremmers) zoals ibuprofen (> 1600 mg per dag) of acetylsalicylzuur (> 1,3 g per dag) kunnen de eliminatie van pemetrexed verminderen; bij lichte tot matige nierinsufficiëntie 2 dagen vóór tot en met 2 dagen na pemetrexed hoge doses NSAID's vermijden. Gebruik van NSAID's met een lange halfwaardetijd vermijden, van ten minste 5 dagen vóór tot en met 2 dagen na toediening van pemetrexed. Indien de combinatie toch noodzakelijk is, dan monitoren op toxiciteit van pemetrexed, vooral op myelosuppressie en gastro-intestinale toxiciteit. Bij een creatinineklaring van 45–79 ml/min géén NSAID's gebruiken van twee dagen vóór tot en met twee dagen na toediening van pemetrexed.
Bestralingspneumonitis is gemeld bij patiënten die behandeld werden met bestraling voorafgaand, tijdens of na behandeling met pemetrexed. Daarnaast zijn 'radiation recall'-reacties gemeld bij patiënten die weken of jaren eerder radiotherapie hebben gekregen.
Interacties
Er is geen onderzoek naar farmacokinetische of farmacodynamische interacties met axicabtagen ciloleucel uitgevoerd.
Profylactisch gebruik van systemische corticosteroïden ontraden, omdat deze de activiteit van axicabtagen ciloleucel kunnen verstoren.
Vaccinatie met levende vaccins ontraden gedurende ten minste 6 weken voor het starten van chemotherapie voor lymfocytendepletie, gedurende de behandeling en tot immuunherstel na de behandeling met axicabtagen ciloleucel.
Reactivatie van het hepatitis B-virus (HBV) kan optreden bij patiënten die worden behandeld met geneesmiddelen die zijn gericht tegen B-cellen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (meer foetale sterfte, onvolledige ossificatie, gespleten gehemelte). Van antimetabolieten wordt verwacht dat zij ernstige aangeboren afwijkingen veroorzaken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Raad een man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat pemetrexed tot infertiliteit kan leiden.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste zes maanden (vrouw) of drie maanden (man) na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend, zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens.
Farmacologisch effect: Op basis van het werkingsmechanisme kunnen de getransduceerde cellen, als ze de placenta passeren, leiden tot foetale toxiciteit, inclusief B-cellymfopenie.
Advies: Gebruik tijdens de zwangerschap ontraden.
Overig: Bij pasgeborenen van met axicabtagen ciloleucel behandelde moeders, beoordeling van de immunoglobulineconcentraties en B-cellen overwegen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Bijwerkingen op de zuigeling kunnen niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, een risico voor de zuigeling niet kan worden uitgesloten.
Advies: De behandeling of het geven van borstvoeding staken.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubrieken Lactatie en Interacties.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor dimethylsulfoxide (DSMO) of gentamicine.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vóór elke dosis het bloedbeeld (incl. gedifferentieerde bepaling van aantal leukocyten en trombocyten) bepalen. Niet toedienen indien het aantal neutrofielen < 1,5 × 10⁹/l, het aantal trombocyten < 100 × 10⁹/l is. De kans op hematologische toxiciteit is kleiner wanneer premedicatie met foliumzuur en vitamine B12 wordt gegeven, zie hiervoor de rubriek Doseringen.
De kans op ernstige cardiovasculaire bijwerkingen (zoals myocardinfarct en CVA) neemt toe bij reeds bestaande cardiovasculaire risicofactoren.
Vóór elke dosis het serumcreatinine bepalen. De creatinineklaring dient ≥ 45 ml/min te zijn. Acuut nierfalen is gemeld; de kans op dit risico neemt toe bij aanwezige risicofactoren zoals hypertensie of diabetes mellitus in de voorgeschiedenis of bij bestaande dehydratie. Ook tubulusnecrose en nefrogene diabetes insipidus zijn gemeld; de meeste van deze gevallen verdwenen na staken van de behandeling. Controleer regelmatig op tekenen en symptomen van tubulusnecrose en nefrogene diabetes insipidus (bv. hypernatriëmie). De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij nierinsufficiëntie met een creatinineklaring < 45 ml/min; toepassing van pemetrexed wordt dan afgeraden.
Vóór elke dosis levertransaminasen en serumbilirubine bepalen. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij: totaal bilirubine > 1,5× ULN en/of AF/ASAT/ALAT > 3× ULN is (levermetastasen afwezig) óf AF/ASAT/ALAT > 5× ULN (levermetastasen aanwezig); toepassing van pemetrexed wordt dan afgeraden.
Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.
Bij kinderen < 18 jaar is de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Reden voor uitstel van de infusie met axicabtagen ciloleucel zijn: onopgeloste ernstige bijwerkingen (met name van de longen, van het hart of hypotensie en met inbegrip van bijwerkingen van eerdere chemotherapieën), actieve, niet onder controle gebrachte infectie of actieve graft-versus-host-ziekte (GVHD). Als de infusie langer dan 2 weken wordt uitgesteld nadat al lymfodepletie-chemotherapie is gegeven, dan de lymfodepletie-chemotherapie opnieuw toedienen.
Het doneren van bloed, organen, weefsels of cellen voor transplantatie is uitgesloten voor patiënten die met axicabtagen ciloleucel worden behandeld.
Screen op het HBV, HCV of hiv-virus voordat er cellen worden afgenomen voor de vervaardiging van axicabtagen ciloleucel.
Monitor de patiënt de eerste 7 dagen na infusie dagelijks op tekenen en symptomen van mogelijk CRS, neurologische voorvallen en andere toxiciteiten. Gedurende de eerste 7 dagen na de infusie ziekenhuisopname overwegen. Adviseer de patiënt om gedurende minstens 4 weken na de infusie in de buurt van een gekwalificeerd behandelcentrum te blijven en onmiddellijk medische hulp in te schakelen als er tekenen of symptomen van CRS of neurologische bijwerkingen optreden.
Vrijwel alle patiënten ervaren een zekere mate van het cytokineafgiftesyndroom ('cytokine release syndrome' (CRS)). Ernstige CRS, waaronder levensbedreigende en fatale reacties, werd zeer vaak gemeld, met een tijd tot eerste symptomen van 1 tot 12 dagen. CRS kan gepaard gaan met disfunctie van eindorganen (bv. lever, nieren, hart en longen). Daarnaast kan verslechtering van onderliggende orgaanpathologieën optreden. Voorafgaand aan de infusie moet er per patiënt ten minste 1 dosis tocilizumab op de locatie aanwezig zijn. Het behandelcentrum moet binnen 8 uur na elke voorgaande dosis toegang hebben tot een extra dosis tocilizumab. Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van CRS. Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie CRS de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 1. Tumornecrosefactor-antagonisten worden niet aanbevolen voor de behandeling van CRS door axicabtagen ciloleucel. Controleer patiënten met CRS ≥ 2 (bv. hypotensie, niet responsief op vloeistoffen of hypoxie waarvoor extra zuurstoftoevoer nodig is) met permanente telemetrie van het hart en pulsoximetrie. Overweeg bij ernstige CRS een echocardiogram om de hartfunctie te beoordelen. Overweeg bij ernstige of levensbedreigende CRS een ondersteunende behandeling op de intensive care. Overweeg controle op hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofaagactivatiesyndroom (HLH/MAS) bij ernstige of therapieresistente CRS.
Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van neurologische bijwerkingen (ook wel immuun-effectorcel-geassocieerd neurotoxiciteitssyndroom (ICANS) genoemd). Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie neurologische bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 2. Controleer patiënten met neurologische toxiciteiten ≥ graad 2 met permanente telemetrie van het hart en pulsoximetrie. Ondersteunende therapie op de intensive care wordt aanbevolen voor ernstige of levensbedreigende neurologische toxiciteiten. ICANS, waaronder levensbedreigende of fatale gevallen, is zeer vaak gemeld. Daarnaast zijn fatale en ernstige gevallen van cerebraal oedeem gemeld. Risicofactoren zijn een voorgeschiedenis van stoornissen van het centraal zenuwstelsel, zoals insulten of cerebrovasculaire ischemie.
Infecties en febriele neutropenie, waaronder levensbedreigende en fatale gevallen bij immuungecompromitteerde patiënten, zijn zeer vaak gemeld. Controleer de patiënt op tekenen en symptomen van infectie voorafgaand aan, tijdens en na de infusie. Dien profylactische antimicrobiële middelen toe conform standaardrichtlijnen. Febriele neutropenie kan gelijktijdig met CRS optreden. Stel indien febriele neutropenie zich voordoet vast of er sprake is van infectie en behandel indien nodig.
Vanwege de kans op langdurige cytopenieën na infusie de bloedtellingen controleren.
Hypogammaglobulinemie als gevolg van B-celaplasie, kan optreden. Hypogammaglobulinemie maakt iemand gevoeliger voor infecties. Controleer na behandeling de immunoglobulineconcentraties en behandel indien nodig.
Tumorlysissyndroom (TLS), dat ernstig kan zijn, is gemeld. Ter preventie van TLS voorafgaand aan de behandeling maatregelen treffen, zie ook de rubriek Dosering. Controleer op tekenen en symptomen van TLS, en behandel indien nodig volgens standaard richtlijnen.
Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, kunnen het gevolg zijn dimethylsulfoxide (DSMO) of resten gentamicine in het product.
Houd rekening met de mogelijkheid van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) bij immuungecompromitteerde patiënten met nieuw optredende of verergerende neurologische symptomen. Bij patiënten die met axicabtagen ciloleucel werden behandeld en die eerder ook met andere immunosuppressieve geneesmiddelen waren behandeld, is melding gemaakt van reactivering van het John Cunninghamvirus (JC-virus) met PML, waaronder fatale gevallen, als gevolg.
Vanwege kans op secundaire maligniteiten, waaronder T-celmaligniteiten, de patiënt hier levenslang op controleren.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar, bij een verminderde nier- of leverfunctie en bij patiënten met een primair lymfoom van het centraal zenuwstelsel. Er is relatief weinig ervaring bij patiënten die eerder werden behandeld met tegen CD19-gerichte therapie; axicanbtagen ciloleucel ontraden bij patiënten met gerediciveerde CD19-negatieve ziekte na eerdere anti-CD19-therapie. Er zijn relatief weinig gegevens over toepassing bij CD19-negatieve patiënten; mogelijk hebben zij minder baat bij de behandeling dan CD19-positieve patiënten. Er is ook weinig ervaring bij gebruik bij ouderen ≥ 75 jaar. Er is relatief weinig klinische ervaring bij patiënten met actieve HIV-, HBV- of HCV-infectie.
Rijvaardigheid: vanwege de kans op neurologische voorvallen, waaronder veranderde psychische toestand of insulten, mogen patiënten niet rijden en geen zware of mogelijk gevaarlijke machines bedienen tot minstens 8 weken na de infusie of totdat neurologische bijwerkingen zijn verdwenen.
Overdosering
Symptomen
Neutropenie, anemie, trombocytopenie, mucositis, sensorische polyneuropathie en huiduitslag. Infectie met of zonder koorts, diarree.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met pemetrexed contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Foliumzuuranaloog. Pemetrexed remt de enzymen thymidylaatsynthetase (TS), dihydrofolaatreductase (DHFR) en glycinamide-ribonucleotide-formyltransferase (GARFT). Deze enzymen zijn essentieel voor de de novo synthese van thymidine en purinenucleotiden. Pemetrexed wordt opgenomen in de cel en snel omgezet tot polyglutamaatvormen, die nog sterkere remmers van TS en GARFT zijn. Polyglutamering is een tijds- en concentratie afhankelijk proces, dat plaatsvindt in tumorcellen en in mindere mate in normale weefsels. De polyglutamaatvormen hebben een langere intracellulaire halfwaardetijd, wat resulteert in een verlengde werking in maligne cellen.
Kinetische gegevens
V d | 9 l/m². |
Metabolisering | beperkt, in de lever. |
Eliminatie | 70–90% onveranderd via de urine vooral via tubulaire secretie (via OAT3 (organische aniontransporter 3)). |
T 1/2el | ca. 3,5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Axicabtagen ciloleucel is een genetisch gemodificeerde autologe T-celimmunotherapie, gericht op CD19. Voor de bereiding van axicabtagen ciloleucel worden de eigen T-cellen van de patiënt geoogst en ex vivo genetisch gemodificeerd via retrovirale transductie, om een chimere antigeenreceptor (CAR) tot expressie te brengen. De CAR bestaat uit een murien antilichaamfragment met één keten, die CD19 herkent en gekoppeld is aan het costimulerend domein van CD28 en het signalerend domein van CD3-zèta. De anti-CD19 CAR-positieve levensvatbare T-cellen worden geëxpandeerd en weer bij de patiënt toegediend middels infusie, waar ze doelcellen die CD19 tot expressie brengen, kunnen herkennen en elimineren. Binding van axicabtagen ciloleucel aan cellen die CD19 tot uitdrukking brengen leidt tot activatie en proliferatie van T-cellen, met antitumoreffecten tot gevolg.
Kinetische gegevens
T max | 8–15 dagen. |
Metabolisering | de klaring verloopt via normale celklaringsmechanismen. |
Overig | axicabtagen ciloleucel werd tot 3 maanden na toediening teruggevonden in het bloed. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
pemetrexed hoort bij de groep oncolytica, overige.
- aflibercept (intraveneus) (L01XX44) Vergelijk
- alpelisib (L01EM03) Vergelijk
- amsacrine (L01XX01) Vergelijk
- anagrelide (L01XX35) Vergelijk
- arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
- asparaginase (L01XX02) Vergelijk
- bortezomib (L01XG01) Vergelijk
- carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
- eribuline (L01XX41) Vergelijk
- hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
- hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
- ivosidenib (L01XM02) Vergelijk
- ixazomib (L01XG03) Vergelijk
- methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
- mitotaan (L01XX23) Vergelijk
- niraparib (L01XK02) Vergelijk
- olaparib (L01XK01) Vergelijk
- panobinostat (L01XH03) Vergelijk
- pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
- rucaparib (L01XK03) Vergelijk
- sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
- sotorasib (L01XX73) Vergelijk
- talazoparib (L01XK04) Vergelijk
- tebentafusp (L01XX75) Vergelijk
- temoporfine (L01XD05) Vergelijk
- trabectedine (L01CX01) Vergelijk
- venetoclax (L01XX52) Vergelijk
- vismodegib (L01XJ01) Vergelijk
Groepsinformatie
axicabtagen ciloleucel hoort bij de groep antineoplastische cel- en gentherapie.