Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

pindolol

bètablokkers, systemisch C07AA03

Sluiten

bisoprolol

bètablokkers, systemisch C07AB07

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd.

Pindolol Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
5 mg, 10 mg, 15 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Bisoprolol (fumaraat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld (deco)
Sterkte
1,25 mg, 2,5 mg, 5 mg, 10 mg

Emcor (fumaraat) Merck bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld 'Deco'
Sterkte
2,5 mg, 7,5 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.

Hypertensie: Diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), ‘angiotensine converting enzyme’(ACE)-remmers en angiotensine receptor-blokkers (ARB’s) verlagen de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; tevens beperkt dit de dosisafhankelijke bijwerkingen. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.

Bij een indicatie voor verlaging van de ventrikelfrequentie bij atriumfibrilleren vormt metoprolol met vertraagde afgifte de eerste keus, tenzij sprake is van niet-gecorrigeerde overvulling, al dan niet gepaard gaande met hartfalen. Bij een contra-indicatie voor een β-blokker is diltiazem geïndiceerd, tenzij er sprake is van hartfalen. Bij (vermoeden van) hartfalen is digoxine geïndiceerd. Indien met een β-blokker of diltiazem in maximale dosering geen voldoende verlaging van de ventrikelfrequentie optreedt, is toevoeging van digoxine aangewezen.

Binnen de groep van de β-blokkers bestaan grote prijsverschillen.

Advies

Bij > 2 aanvallen van stabiele angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve, lipofiele β-blokker of dihydropyridine-calciumantagonist aangewezen. Kies afhankelijk van patiëntkenmerken en -voorkeur. Stap bij bijwerkingen of contra-indicaties over op het andere middel of geef een langwerkend nitraat. Hoog bij onvoldoende effect de dosering op of voeg het alternatief toe. Overweeg onder voorwaarden een derde middel (β-blokker, dihydropyridine of langwerkend nitraat) toe te voegen.

Hypertensie: Diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), ‘angiotensine converting enzyme’(ACE)-remmers en angiotensine receptor-blokkers (ARB’s) verlagen de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; tevens beperkt dit de dosisafhankelijke bijwerkingen. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.

Bij systolisch hartfalen starten met een ACE-remmer en bij vochtretentie met een diureticum, daarna, als de patiënt klinisch stabiel is, een selectieve β-blokker toevoegen. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname voor hartfalen verminderen. De patiënt op de medicatie instellen op basis van een zorgvuldige titratie van de doses en regelmatige controle van serumelektrolyten en de nierfunctie. De voorkeur gaat uit naar selectieve β-blokkers.

Binnen de groep van de β-blokkers bestaan grote prijsverschillen.

Indicaties

  • Angina pectoris;
  • Hypertensie;
  • Hartritmestoornissen;
  • Functionele cardiovasculaire stoornissen van hyperadrenerge oorsprong.

Gerelateerde informatie

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • atriumfibrilleren, frequentiecontrole
  • hypertensie, essentiële of primaire

Indicaties

  • Angina pectoris;
  • Hypertensie;
  • Stabiel chronisch hartfalen met verminderde systolische ventrikelfunctie (ejectiefractie ≤ 35%, gebaseerd op echocardiografie) als aanvulling op ACE-remmers, diuretica en eventueel digoxine.

Gerelateerde informatie

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • hartfalen, chronisch
  • hypertensie, essentiële of primaire

Dosering

Verlaag de dosering indien de hartfrequentie afneemt tot 50–55 slagen/min, bij minder dan 45–50 slagen/min de toediening staken.

Klap alles open Klap alles dicht

Angina pectoris:

Volwassenen:

5 mg 3×/dag.

Hypertensie:

Volwassenen:

Begindosering: 10 mg/dag, zo nodig geleidelijk verhogen tot 20 mg/dag; maximaal 30 mg/dag.

Gebruikelijke onderhoudsdosering: bij lichte en matige hypertensie: 5–15 mg/dag; bij ernstige hypertensie vaak in combinatie met andere antihypertensiva. Dosering tot 20 mg in 1 gift 's ochtends; dosering ≥ 20 mg/dag verdelen over 2 doses.

Hartritmestoornissen:

Volwassenen:

5–10 mg 3×/dag.

Functionele cardiovasculaire stoornissen door verhoogde sympathicusactiviteit:

Volwassenen:

2,5–5 mg 3×/dag.

Bij ouderen bij voorkeur met een lagere dosis starten.

Nier- of leverinsufficiëntie: een dosisaanpassing is meestal niet nodig; alleen bij ernstige nier- of leverinsufficiëntie kan een verlaging van de dagelijkse dosis noodzakelijk zijn,

Beëindiging – ook tijdelijk – van een behandeling met β-blokkers dient, zo mogelijk, geleidelijk plaats te vinden gedurende 1–2 weken, in ieder geval bij patiënten met ischemische hartziekten.

Toedieningsinformatie: Bij voorkeur kort voor de maaltijd innemen.

Dosering

De dosering dient individueel te worden ingesteld; het verdient aanbeveling met een zo laag mogelijke dosering te beginnen om eventuele decompensatieverschijnselen of bronchiale moeilijkheden vroegtijdig te kunnen opmerken; dit geldt met name voor ouderen. Hogere doses dan hier aangegeven vergroten het therapeutisch effect in het algemeen niet.

Klap alles open Klap alles dicht

Angina pectoris en hypertensie:

Volwassenen:

Begindosering 5 mg 1×/dag; bij onvoldoende effect dosering verhogen tot onderhoudsdosering van 10 mg 1×/dag; max. dosering 20 mg per dag;

Bij ernstig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring < 20 ml/min) óf bij ernstig gestoorde leverfunctie: max. 10 mg per dag.

Hartfalen (starten na stabiele instelling op standaardbehandeling):

Volwassenen:

Begindosering: 1,25 mg 1×/dag gedurende 1 week, vervolgens indien goed verdragen de dosering wekelijks verhogen met 1,25 mg tot 5 mg 1×/dag.

Onderhoudsbehandeling: indien goed verdragen de dosering telkens na 4 weken verhogen met 2,5 mg tot 10 mg 1×/dag. De maximaal aanbevolen dosering is 10 mg 1×/dag. Als de maximale dosis niet goed wordt verdragen, een geleidelijke dosisverlaging overwegen.

Beëindiging – ook tijdelijk – van een behandeling met β-blokkers dient, zo mogelijk, geleidelijk plaats te vinden door de dosering stapsgewijs te halveren gedurende ten minste 2 weken. De laagste dosering ten minste 4 dagen innemen alvorens de behandeling te staken.

Toedieningsinformatie: De tabletten 's morgens zonder kauwen met wat vloeistof innemen.

Bijwerkingen

Slaapstoornissen, depressie, visuele hallucinaties. Duizeligheid. Hartblok, bradycardie, hartfalen, hypotensie, koude extremiteiten. Bronchospasme (bij astmatische klachten in de voorgeschiedenis). Misselijkheid, diarree. Vermoeidheid.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): bradycardie (toegepast bij de indicatie hartfalen).

Vaak (1-10%): toename van hartfalen (toegepast bij de indicatie hartfalen). Duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid, asthenie. Hypotensie, koude of gevoelloze extremiteiten. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie.

Soms (0,1-1%): bradycardie, toename van hartfalen (toegepast bij de indicaties hypertensie of angina pectoris), AV-geleidingsstoornissen. Orthostatische hypotensie (toegepast bij de indicatie hartfalen). Bronchospasmen bij risicopatiënten. Spierzwakte, krampen. Slaapstoornis. Depressie.

Zelden (0,01-0,1%): verminderd traanvocht, gehoorstoornis, allergische rinitis. Bewustzijnsverlies. Overgevoeligheidsreacties (jeuk, huiduitslag). Opvliegers. Erectiestoornis. Nachtmerries, hallucinaties. Stijging van leverenzymwaarden (ALAT, ASAT), hepatitis, verhoogde triglyceridenconcentraties.

Zeer zelden (< 0,01%): inductie of toename van psoriasis, op psoriasis gelijkende huiduitslag, alopecia. Conjunctivitis.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Vermijd de combinatie met calciumantagonisten die de contractiliteit en de AV-geleiding negatief beïnvloeden (zoals verapamil en in mindere mate diltiazem) vanwege de kans op hypotensie, AV-geleidingsstoornissen en insufficiëntie van de linkerventrikel; bij gestoorde hartfunctie is de combinatie gecontra-indiceerd.

β-Blokkers en andere negatief-chronotrope en -dromotrope stoffen (bv. anti-aritmica zoals amiodaron) kunnen elkaars effect versterken.

Anesthetica die myocarddepressie geven, zoals inhalatie-anesthetica, bij voorkeur vermijden; zij kunnen het negatief-ionotroop effect van β-blokkers versterken.

Cimetidine, hydralazine en alcohol verhogen de bloedspiegel van β-blokkers die in de lever worden gemetaboliseerd.

Digoxine en β-blokkers vertragen de AV-geleiding; bij combinatie kan AV-dissociatie optreden.

NSAID's kunnen het bloeddrukverlagend effect verminderen.

De kans op rebound-hypertensie bij staken van clonidinetoediening neemt toe; daarom eerst de β-blokker stoppen, clonidine nog enige dagen gebruiken.

β-Blokkers kunnen doorbloedingsstoornissen in de extremiteiten versterken die zijn veroorzaakt door ergotaminegebruik.

Niet-selectieve β-blokkers versterken de α-pressorreactie van adrenaline, met hypertensie en reflexbradycardie als gevolg, omdat het β-effect van adrenaline wordt geremd.

Het bloedglucoseverlagende effect van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen kan worden versterkt.

Interacties

β-Blokkers en andere negatief-chronotrope en -dromotrope stoffen (bv. klasse I anti-aritmica, calciumantagonisten) kunnen elkaars effect versterken. Vermijd combinatie met calciumantagonisten, vooral die voornamelijk een negatief-inotroop, -chronotroop én -dromotroop effect uitoefenen (zoals verapamil en in mindere mate diltiazem),wegens het risico van hypotensie, AV-geleidingsstoornissen en insufficiëntie van de linkerventrikel – vooral bij een al gestoorde hartfunctie. Bij combinatie met een dihydropyridine calciumantagonist (felodipine, amlodipine) staat hypotensie, en bij hartfalen een verdere verslechtering van de pompfunctie, op de voorgrond. Bij gelijktijdig gebruik met digoxine kan door versterking van het dromotrope effect AV-dissociatie optreden. Combinatie met amiodaron kan ritme- én geleidingsstoornissen veroorzaken. Inhalatie-anesthetica kunnen het negatief-inotroop effect van β-blokkers versterken.

Bij combinatie met parasympathicomimetica kan de AV-geleidingstijd verhogen én er is meer kans op bradycardie. Bij combinatie met mefloquine is er ook meer kans op bradycardie.

Cimetidine, hydralazine en alcohol verhogen de bloedspiegel van β-blokkers, die in de lever worden gemetaboliseerd.

β-Blokkers kunnen het bloedsuikerverlagende effect van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen versterken evenals door ergotaminegebruik veroorzaakte doorbloedingsstoornissen in de extremiteiten.

Bij combinatie van een niet-selectieve β-blokker met clonidine kan paradoxale hypertensie optreden. Bovendien kan 'rebound'-hypertensie optreden bij staken van clonidine in aanwezigheid van een β-blokker. Bij staken van clonidine dient daarom eerst de β-blokker (tijdelijk) te worden gestaakt voordat het gebruik van clonidine geleidelijk wordt gestaakt.

Combinatie met MAO–remmers (m.u.v. MAO B-remmers) vermijden vanwege meer kans op hypotensie en/of bradycardie door depletie van catecholaminen.

NSAID's kunnen het bloeddrukverlagend effect verminderen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Contractie van de uterus, verminderde uterus- en placentadoorbloeding, intra-uteriene groeivertraging, remming van foetale autonome reflexen, intra-uteriene dood. Bij gebruik tijdens zwangerschap en partus kunnen bij foetus en neonaat o.a. nog optreden: hypoglykemie, bradycardie, hypotensie, sedatie en ademhalingsproblemen. De kans op cardiale en pulmonale complicaties bij de neonaat is toegenomen.

Advies: Gebruik ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Contractie van de uterus, verminderde uterus- en placentadoorbloeding, intra-uteriene groeivertraging, remming van foetale autonome reflexen, intra-uteriene dood. Bij gebruik tijdens zwangerschap en partus kunnen bij foetus en neonaat o.a. nog optreden: hypoglykemie en bradycardie, hypotensie, sedatie en ademhalingsproblemen; het pasgeboren kind nauwkeurig controleren.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in moedermelk: Onbekend.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • sick-sinussyndroom;
  • tweede- en derdegraads AV-blok;
  • cardiogene shock;
  • klinisch relevante sinusbradycardie (< 45–50 slagen/min voor het begin van de behandeling);
  • astma en andere obstructieve longaandoeningen;
  • onbehandeld hartfalen;
  • onbehandeld feochromocytoom;
  • metabole acidose.

Voor meer contra-indicaties, zie de rubriek Interacties.

Contra-indicaties

  • acuut hartfalen of indien i.v. inotrope therapie nodig is;
  • cardiogene shock;
  • tweede- en derdegraads AV-blok (zonder pacemaker);
  • sick-sinussyndroom;
  • sino–atriaal blok;
  • klinisch relevante sinusbradycardie;
  • symptomatische hypotensie;
  • ernstige bronchiale astma of ernstige bronchospasmen in de anamnese;
  • ernstige vormen van perifere arteriële occlusieve aandoeningen en het fenomeen van Raynaud;
  • onbehandeld feochromocytoom;
  • metabole acidose.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorzichtig toepassen bij een eerstegraads AV-blok vanwege de negatief dromotrope werking.

Bij een voorgeschiedenis van psoriasis, Prinzmetal-angina-pectoris, perifere circulatiestoornissen of perifere vaataandoeningen terughoudend zijn met β-blokkers, vanwege een mogelijke verergering van de klachten.

Tevens voorzichtig toepassen bij ernstige overgevoeligheidsreacties in de voorgeschiedenis en tijdens desensibilisatietherapie, omdat met name niet-selectieve β-blokkers (zoals pindolol) de gevoeligheid voor allergenen en de ernst van anafylactoïde reacties kunnen vergroten.

Controle: Instelling dient onder controle van de polsslag en de bloeddruk te geschieden, bijvoorbeeld 1×/w. gedurende 3–4 w. Indien de hartfrequentie afneemt tot 50–55 slagen/min, de dosering verlagen. Bij 'ernstiger' bradycardie (< 50 slagen/min) de toediening staken.

Behandeling staken: Beëindig – ook tijdelijk – een behandeling met β-blokkers zo mogelijk, geleidelijk, gedurende 1–2 weken. Plotseling staken kan leiden tot ernstige aritmieën of verergering van angina pectoris.

β-Blokkers kunnen de adrenerge symptomen van hyperthyroïdie en van hypoglykemie maskeren. Herstel van de glucosespiegel na hypoglykemie kan worden vertraagd; de selectieve β-blokkers hebben dit effect in veel mindere mate dan de niet–selectieve β-blokkers. Controleer regelmatig de glucosespiegel bij diabetici, vooral in het begin van de behandeling en bij een dosisverandering maar ook tijdens een lange periode van vasten.

Informeer bij algehele anesthesie de anesthesist over het gebruik van pindolol; als het noodzakelijk is pindolol te staken voor de operatie, de dosering stapsgewijs afbouwen, dit moet minimaal 24 uur voor de operatie afgerond zijn.

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en effectiviteit bij kinderen zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorzichtig toepassen bij astma en andere obstructieve longaandoeningen, eerstegraads AV-blok, langdurig vasten, chronische ernstige nierinsufficiëntie, diabetes mellitus, de combinatie van hypertensie of angina pectoris en bijbehorend hartfalen, Prinzmetal-angina pectoris en perifere circulatiestoornissen (M. Raynaud). Wees verder voorzichtig bij ernstige overgevoeligheidsreacties in de anamnese en tijdens desensibilisatietherapie, omdat met name niet-selectieve β-blokkers de gevoeligheid voor allergenen en de ernst van anafylactoïde reacties kunnen doen toenemen. Ook bij een voorgeschiedenis van psoriasis is terughoudendheid met β-blokkers geboden.

β-Blokkers kunnen de adrenerge symptomen van hyperthyreoïdie en van hypoglykemie maskeren. Herstel van de glucosespiegel na hypoglykemie kan worden vertraagd; de selectieve β-blokkers hebben dit effect in veel mindere mate.

Bij algehele anesthesie de anesthesist informeren over het gebruik van bisoprolol; als het noodzakelijk is bisoprolol te staken voor de operatie, de dosering stapsgewijs afbouwen, dit moet minimaal 48 uur voor de operatie afgerond zijn. Bij continuering van toediening van een β-blokker tijdens algemene anesthesie rekening houden met een veranderde hemodynamische respons op stress.

Gebruik bij hartfalen: bij toename van hartfalen, hypotensie of bradycardie of intolerantie tijdens de titratiefase de dosis verlagen of de behandeling geleidelijk stoppen (onder regelmatige controle). Bij hartfalen is er geen ervaring bij type I diabetes mellitus, ernstig verminderde nier- of leverfunctie als comorbiditeit óf als het hartfalen het gevolg is van een restrictieve cardiomyopathie, aangeboren hartaandoening, hemodynamisch significante organische hartklepaandoening, of bij toepassing binnen drie maanden na een myocardinfarct.

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en effectiviteit bij kinderen zijn niet vastgesteld; gebruik wordt niet aanbevolen.

Overdosering

Symptomen

bradycardie, hypotensie, hartfalen, cardiogene shock, hartritmestoornissen, hartstilstand, dyspneu, bronchospasmen, braken, hypoglykemie, hyperkaliëmie, verlaagd bewustzijnsniveau, gegeneraliseerde convulsies, coma en overlijden. Zelden tachycardie en hypertensie.

Zie voor meer symptomen toxicologie.org/β-blokkers.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling toxicologie.org of vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Pindolol is een niet-selectieve lipofiele β-blokker met duidelijke intrinsieke sympathicomimetische activiteit en zonder membraanstabiliserende werking. Pindolol vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart. Vaatverwijdend. Werking: ten minste 24 uur.

Kinetische gegevens

Resorptie snel en nagenoeg volledig (ca. 95%).
F ca. 87%.
Overig gering 'first pass'-effect.
T max 1 uur.
V d 2–3 l/kg.
Overig passeert de bloed-hersenbarrière makkelijk.
Eliminatie 30–40% onveranderd via de nieren, de inactieve metabolieten met urine en gal.
T 1/2el 3–4 uur, bij ouderen 7–15 uur. Bij gestoorde nierfunctie tot 12 uur, bij gestoorde leverfunctie tot 30 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Lipofiele selectieve β-blokker zonder intrinsieke sympathicomimetische activiteit (ISA). Het vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart. Het hartminuutvolume en het cardiale zuurstofverbruik nemen af. Tevens wordt de AV-geleiding vertraagd en treedt een antihypertensief effect op. Verder wordt de plasmarenine-activiteit onderdrukt.

Kinetische gegevens

Resorptie vrijwel volledig in het maag-darmkanaal.
F ca. 90%.
V d 3,5 l/kg.
Overig Passeert de bloed-hersenbarrière.
Metabolisering 50% in de lever.
Eliminatie via de nieren, 50% onveranderd, 50% als inactieve metabolieten.
T 1/2el 10–12 uur, bij chronisch hartfalen (NYHA-klasse III) verlengd tot 12–22 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

pindolol hoort bij de groep bètablokkers, systemisch.

  • acebutolol (C07AB04) Vergelijk
  • atenolol (C07AB03) Vergelijk
  • bisoprolol (C07AB07) Vergelijk
  • carvedilol (C07AG02) Vergelijk
  • celiprolol (C07AB08) Vergelijk
  • esmolol (C07AB09) Vergelijk
  • labetalol (C07AG01) Vergelijk
  • landiolol (C07AB14) Vergelijk
  • metoprolol (C07AB02) Vergelijk
  • nebivolol (C07AB12) Vergelijk
  • propranolol (bij hemangioom) (C07AA05) Vergelijk
  • propranolol (cardiovasculair of neurologisch) (C07AA05) Vergelijk
  • sotalol (C07AA07) Vergelijk

Groepsinformatie

bisoprolol hoort bij de groep bètablokkers, systemisch.

  • acebutolol (C07AB04) Vergelijk
  • atenolol (C07AB03) Vergelijk
  • carvedilol (C07AG02) Vergelijk
  • celiprolol (C07AB08) Vergelijk
  • esmolol (C07AB09) Vergelijk
  • labetalol (C07AG01) Vergelijk
  • landiolol (C07AB14) Vergelijk
  • metoprolol (C07AB02) Vergelijk
  • nebivolol (C07AB12) Vergelijk
  • pindolol (C07AA03) Vergelijk
  • propranolol (bij hemangioom) (C07AA05) Vergelijk
  • propranolol (cardiovasculair of neurologisch) (C07AA05) Vergelijk
  • sotalol (C07AA07) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bètablokkers, systemisch

Indicaties

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • atriumfibrilleren, frequentiecontrole
  • hypertensie, essentiële of primaire

Externe links

  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bètablokkers, systemisch

Indicaties

  • Onderhoudsbehandeling van stabiele angina pectoris
  • hartfalen, chronisch
  • hypertensie, essentiële of primaire

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".