Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

trastuzumab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FD01

Sluiten

sacituzumab govitecan

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FX17

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Herceptin XGVS Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor i.v. infusievloeistof
Verpakkingsvorm
flacon 150 mg

Bevat na reconstitutie 21 mg/ml.

Toedieningsvorm
Injectievloeistof voor s.c. gebruik
Sterkte
120 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml

Herzuma XGVS Aanvullende monitoring Celltrion Healthcare

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor i.v. infusievloeistof
Verpakkingsvorm
flacon 150 mg, 420 mg

Bevat na reconstitutie 21 mg/ml.

Ogivri XGVS Mylan bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor i.v. infusievloeistof
Verpakkingsvorm
flacon 150 mg, 420 mg

Bevat na reconstitutie 21 mg/ml.

Ontruzant XGVS Samsung Bioepis NL

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor i.v. infusievloeistof
Verpakkingsvorm
flacon 150 mg, 420 mg

Bevat na reconstitutie 21 mg/ml.

Trazimera XGVS Pfizer bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor i.v. infusievloeistof
Verpakkingsvorm
flacon 150 mg, 420 mg

Bevat na reconstitutie 21 mg/ml.

Zercepac XGVS Aanvullende monitoring Accord Healthcare bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Verpakkingsvorm
flacon 60 mg, 150 mg, 420 mg

Bevat na reconstitutie 21 mg/ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Trodelvy Aanvullende monitoring Gilead Sciences bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
200 mg
Verpakkingsvorm
flacon

Na reconstitutie bevat 1 ml oplossing, 10 mg sacituzumab govitecan.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Algemeen: Trastuzumab moet niet worden gecombineerd met een therapie die een antracycline bevat, in verband met de ontwikkeling van ernstige cardiotoxiciteit. Behandeling met trastuzumab kan gepaard gaan met infusiereacties en infecties. Trastuzumab mag alleen toegepast worden als vooraf de tumor positief is bevonden op HER2, gedefinieerd als IHC2+ en SISH+ of FISH+, of als IHC3+, aangetoond met een accurate en gevalideerde assay.

Zie voor de behandeling van borstkanker en maagcarcinoom de geldende behandelrichtlijnen op richtlijnendatabase.nl.

Advies

Zie voor de adviezen van de commissie BOM nvmo.org (onder sacituzumab govitecan).

  • ZIN-rapport 2024 sacituzumab govitecan Trodelvy® bij volwassen patiënten met inoperabele of gemetastaseerde triple-negatieve borstkanker

Indicaties

Gemetastaseerd HER2-positief mammacarcinoom

  • Als monotherapie indien eerder ten minste twee andere chemotherapieschema's zijn toegepast. Voorwaarden hierbij zijn dat ten minste een antracyclinederivaat en een taxaan zijn gegeven en dat bij hormoonreceptorpositieve tumoren geen reactie (meer) op hormoontherapie bestaat, tenzij de eerder genoemde behandelingen niet geschikt waren;
  • In combinatie met paclitaxel indien geen behandeling met chemotherapie heeft plaatsgevonden én een antracyclinederivaat niet geschikt is;
  • In combinatie met docetaxel indien geen behandeling met chemotherapie heeft plaatsgevonden;
  • In combinatie met een aromataseremmer bij een post-menopauzale patiënt met hormoonreceptorpositieve gemetastaseerde borstkanker, die niet eerder behandeld is met trastuzumab.

Vroeg HER2-positief mammacarcinoom

  • Aansluitend op operatie, chemotherapie (neoadjuvant of adjuvant) en radiotherapie (mits van toepassing);
  • Volgend op adjuvante chemotherapie met doxorubicine en cyclofosfamide, in combinatie met paclitaxel of docetaxel;
  • In combinatie met adjuvante chemotherapie bestaand uit docetaxel en carboplatine;
  • In combinatie met neoadjuvante chemotherapie gevolgd door additionele cycli van adjuvant trastuzumab, voor lokaal gevorderde (incl. inflammatoire) ziekte of tumoren > 2 cm diameter.

Gemetastaseerd HER2-positief adenocarcinoom van de maag of de gastro-oesofageale overgang (níét de Herceptin s.c. injectie)

  • Die nog niet eerder oncologisch is behandeld, in combinatie met capecitabine óf 5-fluoro-uracil en cisplatine.

Voor 'biosimilar' producten Ogivri, Trazimera en Zercepac kunnen de geregistreerde indicaties afwijken, raadpleeg de officiële productinformatie.

Indicaties

Als monotherapie voor:

  • Inoperabel of gemetastaseerd triple-negatief mammacarcinoom (mTNBC) bij volwassenen die twee of meer eerdere systemische therapieën hebben gekregen, waaronder ten minste één voor gevorderde ziekte.
  • Inoperabel of gemetastaseerd hormoonreceptor (HR)-positief, HER2-negatief mammacarcinoom bij volwassenen die endocriene therapie hebben gekregen, en ten minste twee aanvullende systemische therapieën voor gevorderde ziekte.

Doseringen

Bij gemetastaseerd HER2-positief mammacarcinoom en vroeg HER2-positief mammacarcinoom wordt trastuzumab i.v. gegeven in een 3-weeksschema óf een wekelijks schema en s.c. in een 3-weeksschema. Bij gemetastaseerde maagkanker wordt trastuzumab alleen i.v. gegeven en in een 3-weeksschema.

Klap alles open Klap alles dicht

Gemetastaseerd mammacarcinoom

Volwassenen

Driewekelijks schema: i.v. oplaaddosis 8 mg/kg lichaamsgewicht; onderhoudsdosis 6 mg/kg eenmaal per 3 weken, te beginnen 3 weken na de oplaaddosis. Subcutaan is er geen oplaaddosis nodig; 600 mg eenmaal per 3 weken. Wekelijks schema: i.v. oplaaddosis 4 mg/kg lichaamsgewicht; onderhoudsdosis 2 mg/kg eenmaal per week, te beginnen 1 week na de oplaaddosis. Bij combinatietherapie: paclitaxel of docetaxel geven op de dag volgend op de oplaaddosis trastuzumab; bij goed verdragen bij de vervolgdoses deze middelen direct na trastuzumab toedienen . Een aromataseremmer gewoon geven vanaf dag 1; er zijn geen beperkingen voor het relatieve tijdstip van toediening van trastuzumab en de aromataseremmer. Trastuzumab geven tot progressie van de ziekte of onaanvaardbare toxiciteit.

Vroeg mammacarcinoom

Volwassenen

Driewekelijks schema: i.v. oplaaddosis 8 mg/kg lichaamsgewicht; onderhoudsdosis 6 mg/kg eenmaal per 3 weken, te beginnen 3 weken na de oplaaddosis. Subcutaan is er geen oplaaddosis nodig; 600 mg eenmaal per 3 weken. Wekelijks schema: i.v. oplaaddosis 4 mg/kg lichaamsgewicht; onderhoudsdosis 2 mg/kg eenmaal per week, te beginnen 1 week na de oplaaddosis. Bij combinatietherapie: kan gelijktijdig met paclitaxel toegediend worden. Trastuzumab gedurende 1 jaar geven óf tot terugkeer van de ziekte, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet.

Gemetastaseerd maagcarcinoom

Volwassenen

Driewekelijks schema: i.v. oplaaddosis 8 mg/kg lichaamsgewicht; onderhoudsdosis 6 mg/kg eenmaal per 3 weken, te beginnen 3 weken na de oplaaddosis. Trastuzumab geven tot progressie van de ziekte of onaanvaardbare toxiciteit.

Ouderen en patiënten met een verminderde nier- of leverfunctie: zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoeksgegevens.

Zie voor details over de dosering en de diverse combinatietherapieën de officiële productinformatie van CGB/EMA (rubrieken 4.2 en 5.1). NB. In de klinische onderzoeken is geen dosisverlaging van trastuzumab toegepast.

Gemiste dosis: als een dosis met ≤ 1 week is gemist, zo spoedig mogelijk de gebruikelijke onderhoudsdosis toedienen; de volgende onderhoudsdosis dan 7 of 21 dagen later toedienen volgens resp. het wekelijkse of driewekelijkse schema. Als een dosis met > 1 week is gemist, zo spoedig mogelijk een oplaaddosis geven en daarna na 7 of 21 dagen starten met de onderhoudsdoses (afhankelijk van het wekelijkse of driewekelijkse schema).

Toediening

  • De formuleringen voor i.v. gebruik nooit s.c. toepassen.
  • Na reconstitutie verder verdunnen met steriele NaCl-oplossing 0,9% volgens de handleiding van de fabrikant.
  • De i.v. oplaaddosis geven over een periode van 90 min. Bij goed verdragen kunnen de volgende doses worden gegeven over een periode van 30 min. Nooit toedienen als i.v. snelle injectie of bolusinjectie.
  • De s.c. dosis (alleen injectievloeistof Herceptin) geven in 2–5 min; de toedieningsplaats afwisselen tussen linker- en rechterdij. Nieuwe s.c. injecties geven met ten minste 2,5 cm afstand van een eerdere toedieningsplaats en niet injecteren op plaatsen waar de huid rood, beurs, gevoelig of hard is. Wanneer tevens andere geneesmiddelen s.c. worden gegeven, deze op een andere plek toedienen.

Doseringen

Voorafgaand aan de behandeling premedicatie en anti-emetica geven ter preventie van resp. infusiegerelateerde reacties en misselijkheid en braken, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Klap alles open Klap alles dicht

Mammacarcinoom

Volwassenen (incl. ouderen)

i.v. 10 mg/kg lichaamsgewicht als i.v.-infusie op dag 1 en 8 van een behandelcyclus van 21 dagen. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.

Bij ernstige bijwerkingen: ernstige neutropenie of ernstige niet-neutropenische toxiciteit, waaronder infusiegerelateerde reacties, zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en rubriek 4.4).

Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie (bilirubine ≤ 1,5 bovengrens van de normaalwaarde (ULN) en ASAT/ALAT < 3 ULN) is geen dosisaanpassing nodig. Vermijd het gebruik bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie (serumbilirubine > 1,5 ULN, of ASAT of ALAT > 3 ULN bij patiënten zonder levermetastasen, of ASAT of ALAT > 5 ULN bij patiënten met levermetastasen) omdat de veiligheid niet is vastgesteld.

Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig (creatinineklaring ≥ 15 ml/min). De toepassing is niet onderzocht bij een creatinineklaring < 15 ml/min.

Toediening: het poeder voor concentraat voor infusievloeistof vooraf reconstitueren en verdunnen. Uitsluitend als i.v.-infusie toedienen. De eerste infusie gedurende 3 uur toedienen, als deze goed wordt verdragen de daaropvolgende infusies gedurende 1-2 uur.

Bijwerkingen

De volgende bijwerkingen zijn waargenomen tijdens monotherapie én tijdens diverse combinatietherapieën:

Zeer vaak (> 10%): infusiegerelateerde reacties (met o.a. hypo- óf hypertensie, koorts, rillingen, aritmie, cardiaal fibrilleren, misselijkheid en braken, dyspneu, hoofdpijn, huiduitslag, zwelling van het gezicht). Infecties, nasofaryngitis, mucosale ontsteking. Verminderde ejectiefractie (LVEF). Perifeer oedeem. Stomatitis, dyspepsie, buikpijn, diarree, obstipatie. Tremor, duizeligheid, hoofdpijn, slapeloosheid, paresthesie, dysgeusie, opvliegers. Hoesten, bloedneus, rinorroe, nasofaryngitis. Asthenie, vermoeidheid, pijn op de borst, anorexia, gewichtsverlies. Hand-voetsyndroom, erytheem, alopecia, nagelaandoening, onychoclase. Gewrichts- of spierpijn, spierspasme of kramp. Conjunctivitis, tranenvloed. Anemie, trombocytopenie, leukopenie, (febriele) neutropenie.

Vaak (1-10%): (congestief) hartfalen (soms fataal), cardiomyopathie, supraventriculaire tachyaritmie, palpitaties, vasodilatatie, ecchymose. Astma, pneumonie, pleurale effusie, faryngitis. Overgevoeligheidsreacties, malaise. (Neutropene) sepsis, mastitis, cystitis, influenza, sinusitis, huidinfectie, rinitis, bovensteluchtweginfectie, urineweginfectie, faryngitis. Gestoorde nierfunctie. Droge mond, drukpijnlijke lever, hepatitis, obstipatie, aambeien. Perifere neuropathie, hypertonie, slaperigheid, angst, depressie. Acne, hyperhidrose, droge huid, jeuk. Artritis, nek- of rugpijn, botpijn, pijn in extremiteit. Droge ogen.

Soms (0,1-1%): pericardiale effusie. Piepende ademhaling, pneumonitis. Urticaria. Doofheid.

Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reactie, waaronder anafylactische shock. Icterus.

Verder zijn gemeld: angio-oedeem. Galopritme, cardiogene shock. Tumorlysissyndroom. Interstitiële longziekte, pulmonale fibrose, bronchospasme, ademnood, (acuut) longoedeem, longinfiltraat, larynxoedeem, ARDS. Membraneuze glomerulonefritis, glomerulonefropathie, nierfalen. Papiloedeem, netvliesbloeding. Maligne progressie van neoplasmata. Verlaagd protrombine, immunotrombocytopenie, hyperkaliëmie.

Bij de subcutane injectie werden de volgende bijwerkingen vaker gemeld dan bij de intraveneuze infusie: ernstige cardiale disfunctie, hypertensie, ernstige infecties (o.a. post–operatieve wondinfecties), reacties op de toediening.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): urineweginfectie, bovensteluchtweginfectie. Neutropenie, anemie, leukopenie, lymfopenie. Overgevoeligheid. Verminderde eetlust, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie. Slapeloosheid. Hoofdpijn, duizeligheid. Dyspneu, hoesten. Diarree, braken, misselijkheid, obstipatie, buikpijn. Alopecia, huiduitslag, jeuk. Rugpijn, artralgie. Vermoeidheid.

Vaak (1-10%): sepsis, pneumonie, griep, bronchitis, nasofaryngitis, sinusitis, orale herpes. Febriele neutropenie, trombocytopenie. Dehydratie, hyperglykemie, hypofosfatemie, hypocalciëmie, hyponatriëmie. Angst. Dysgeusie. Hypotensie. Bloedneus, productieve hoest, rinorroe, neusverstopping. (Neutropene) colitis, stomatitis, dyspepsie, bovenbuikpijn, gastro-oesofageale refluxziekte, abdominale distensie. Maculopapuleuze huiduitslag, huidhyperpigmentatie, acneïforme dermatitis, droge huid. Niet-cardiale pijn op de borst, spierspasmen. Hematurie, proteïnurie, dysurie. Pijn, koude rillingen. Gewichtsverlies, stijging alkalische fosfatase in het bloed, verlenging geactiveerde partiële tromboplastinetijd, stijging lactaatdehydrogenase in het bloed.

Soms (0,1-1%): enteritis. Infusiegerelateerde reactie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Gebruik van trastuzumab na eerder gebruik van een antracycline (bv. doxorubicine, epirubicine) of van cyclofosfamide vergroot de cardiotoxiciteit. Vermijd gelijktijdig gebruik met antracyclinen en bij voorkeur ook het gebruik van een antracycline gedurende 7 maanden na het beëindigen van de behandeling met trastuzumab. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Interacties

SN-38, het kleine molecuulgedeelte van sacituzumab govitecan, wordt gemetaboliseerd via uridinedifosfaat-glucuronosyltransferase (UGT1A1).

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met UGT1A1-remmers (bv. propofol, ketoconazol, EGFR-tyrosinekinaseremmers), omdat de systemische blootstelling aan SN-38 kan toenemen.

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van UGT1A1-inductoren (bv. carbamazepine, fenytoïne, rifampicine, ritonavir) omdat de systemische blootstelling van SN-38 kan afnemen.

Zwangerschap

Humaan IgG1 passeert, geleidelijk in toenemende mate, tijdens het 2e en 3e trimester de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Oligohydramnie of anhydramnie kunnen optreden, soms met fatale pulmonale hypoplasie van de foetus.

Advies: Gebruik ontraden. Indien noodzakelijk om in het 2e of 3e trimester (kortdurend) te gebruiken, dan dient de hoeveelheid vruchtwater, nierfunctie en foetale groei gemonitord te worden.

Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 7 maanden na de therapie.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens.

Farmacologisch effect: Op basis van het werkingsmechanisme kan sacituzumab govitecan leiden tot teratogeniteit en/of embryofoetale letaliteit, omdat het de genotoxische component SN-38 bevat, die zich richt op snel delende cellen.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: voorafgaand aan de behandeling een zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare man of vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 6 maanden (vrouw) of 3 maanden (man) na de therapie.

Vruchtbaarheid: op basis van bevindingen bij dieren kan sacituzumab govitecan de vruchtbaarheid bij vrouwen verminderen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja (bij dieren). Vanwege de molecuulgrootte wordt geen passieve overgang van trastuzumab in de moedermelk verwacht. Het is onbekend of er actieve overgang plaatsvindt.

Advies: Tijdens en gedurende 7 maanden na de laatste toediening geen borstvoeding geven.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Geef geen borstvoeding gedurende en tot ten minste 1 maand na de therapie.

Contra-indicaties

  • ernstige dyspneu in rust door complicaties ten gevolge van een voortgeschreden maligniteit of indien aanvullende zuurstoftoediening is vereist;
  • overgevoeligheid voor muriene eiwitten;
  • subcutane injectie tevens: overgevoeligheid voor hyaluronidase.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Trastuzumab uitsluitend gebruiken bij patiënten bij wie de tumoren ofwel een overexpressie van HER2 vertonen of een HER2 genamplificatie hebben. De noodzakelijke testen uitvoeren in een gespecialiseerd laboratorium.

Bij gebruik van trastuzumab kan cardiotoxiciteit in de vorm van (asymptomatisch) hartfalen optreden, met name bij voorafgaande behandeling met antracyclinen. Wees verder voorzichtig bij (een voorgeschiedenis van) hypertensie, coronairziekten, hartaritmieën (waarvoor geneeskundige behandeling nodig is), symptomatisch hartfalen (NYHA-klasse II-IV), LVEF < 55% en een hogere leeftijd. Vóór aanvang van de behandeling een cardiaal onderzoek uitvoeren met inbegrip van anamnese en lichamelijk onderzoek, ECG, echocardiogram of een MUGA-scan of MRI. Tijdens behandeling dit onderzoek iedere 3 maanden herhalen en bij optreden van een asymptomatische cardiale disfunctie eventueel vaker (bv. elke 6–8 weken). Na de laatste toediening deze controle iedere 6 maanden herhalen tot 24 maanden daarna. Bij optreden van cardiale disfunctie: indien het LVEF% daalt met ≥ 10 EF–punten én daarmee tot < 50%, de behandeling onderbreken en binnen 3 weken opnieuw LVEF–onderzoek uitvoeren. Indien geen verbetering optreedt, bij achteruitgang of bij optreden van symptomatisch hartfalen, overwegen de behandeling definitief te staken.

Bij gemetastaseerde borstkanker en adjuvante behandeling van vroege borstkanker de combinatie met antracyclinen indien mogelijk vermijden tot 7 maanden na stoppen van trastuzumab (in verband met de lange halfwaardetijd van trastuzumab; zie ook hierboven onder Cardiotoxiciteit). Bij neoadjuvante–adjuvante behandeling van vroege borstkanker (neoadjuvant trastuzumab in combinatie met chemotherapie, gevolgd door adjuvant trastuzumab) mogen antracyclinen wél gebruikt worden; echter alleen bij chemotherapie–naïeve patiënten en met laaggedoseerde antracyclineregimes (doxorubicine max. cumulatieve dosis 180 mg/m² of epirubicine 360 mg/m²). De klinische ervaring met deze behandeling bij patiënten > 65 jaar is beperkt. Na afloop van deze behandeling de hartfunctie blijven controleren gedurende minimaal 5 jaar (of langer bij een aanhoudende afname van LVEF). Indien in de neoadjuvante setting een volledige kuur laaggedoseerde antracycline is gegeven, mag na de operatie géén aanvullende cytotoxische chemotherapie worden gegeven.

De patiënt controleren op infusiereacties gedurende ten minste 6 uur na het begin van de eerste infusie of injectie en gedurende ten minste 2 uur na het begin van de vervolginfusies of –injecties. Infusiereacties zijn meestal mild tot matig-ernstig van aard. Sommige toedieningsreacties zoals dyspneu, bronchospasmen, hypotensie, tachycardie, anafylaxie, urticaria en angio-oedeem, optredende gedurende of tot 1 week na de eerste infusie of injectie, kunnen ernstig zijn en mogelijk fataal en kunnen soms met zuurstof, β-sympathicomimetica en corticosteroïden met succes worden behandeld. Pre-medicatie kan de kans op deze reacties verminderen. Bij het optreden van infusiereacties de infusiesnelheid verlagen of de behandeling onderbreken/staken. Adviseer patiënten met infusiegerelateerde klachten om geen motorvoertuigen te besturen en geen machines te bedienen totdat de klachten zijn verdwenen.

Dyspneu kan ook optreden als onderdeel van ernstige pulmonale bijwerkingen bij aanwezigheid van risicofactoren, zoals voorafgaande of gelijktijdige behandeling van taxanen, gemcitabine, vinorelbine of radiotherapie.

Bij ca. 10 % van de patiënten worden neutraliserende antilichamen tegen trastuzumab gevonden tijdens de neoadjuvante-adjuvante behandeling van vroege borstkanker; dit heeft geen consequenties voor de werkzaamheid en veiligheid van de therapie.

Onderzoeksgegevens: er zijn onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij een verminderde nier- of leverfunctie. In een populatiefarmacokinetische analyse is niet aangetoond dat een verminderde nierfunctie of de leeftijd de beschikbaarheid van trastuzumab beïnvloeden. Er is geen relevante toepassing bij kinderen (< 18 jaar).

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Sacituzumab govitecan kan ernstige of levensbedreigende neutropenie veroorzaken, met mogelijk fatale infecties tot gevolg. Controleer het bloedbeeld zoals klinisch aangewezen. Sacituzumab govitecan niet toedienen als de absolute neutrofielentelling < 1500/mm³ is op dag 1 van een behandelcyclus, of < 1000/mm³ op dag 8, of bij neutropene koorts. Bij ernstige neutropenie kan behandeling met granulocyt-koloniestimulerende factor en dosisaanpassing van sacituzumab govitecan nodig zijn.

Ernstige diarree, soms leidend tot dehydratie en daaropvolgend acuut nierletsel, is gemeld. Sacituzumab govitecan niet toedienen bij graad 3-4 diarree op het moment van een geplande dosis; de behandeling alleen voortzetten als de symptomen zijn verminderd tot ≤ graad 1 (zie rubriek 4.2 en 4.8). Bij de eerste manifestaties van diarree en als er geen infectieuze oorzaak kan worden vastgesteld, een behandeling met loperamide starten, en aanvullende maatregelen (bv. substitutie van vocht en elektrolyten) overwegen. Start bij een overmatige cholinerge respons op behandeling met sacituzumab govitecan (bv. buikkramp, diarree, speekselvloed, etc.) een passende behandeling (bv. atropine) voor daaropvolgende toedieningen van sacituzumab govitecan.

Sacituzumab govitecan kan ernstige of levensbedreigende overgevoeligheid, waaronder anafylactische shock, veroorzaken. Voorafgaand aan de behandeling premedicatie geven, waaronder antipyretica, H1- en H2-blokkers of corticosteroïden. Controleer nauwlettend op infusiegerelateerde reacties tijdens infusie en gedurende ten minste 30 minuten na voltooiing van elke infusie. Bij optreden van een infusiegerelateerde reactie, de infusiesnelheid verlagen of de infusie onderbreken. Bij levensbedreigende infusiegerelateerde reactie sacituzumab govitecan definitief staken.

Sacituzumab govitecan is emetogeen. Voor preventie van door chemotherapie veroorzaakte misselijkheid en braken, preventief een anti-emetische behandeling geven met twee of drie geneesmiddelen (bv. dexamethason met ofwel een 5HT3-antagonist of een neurokinine-antagonist, Sacituzumab govitecan niet toedienen bij graad 3 misselijkheid of graad 3-4 braken op het moment van een geplande dosis. De behandeling mag alleen worden voortgezet met aanvullende ondersteunende maatregelen als de misselijkheid en braken zijn verholpen tot ≤ graad 1.

Patiënten die homozygoot zijn voor het UGT1A1*28-allel nauwlettend controleren op toxiciteit. Zij lopen een verhoogde kans op (febriele) neutropenie en andere bijwerkingen van sacituzumab govitecan. De UGT1A1-status hoeft niet bekend te zijn, omdat de behandeling, incl. dosisaanpassingen, niet anders is dan voor andere patiënten met dezelfde bijwerkingen.

Onderzoeksgegevens: er zijn relatief weinig gegevens over toepassing bij ouderen ≥ 75 jaar. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet onderzocht bij kinderen < 18 jaar.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met trastuzumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergifiting met sacituzumab govitecan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Gehumaniseerd IgG1 monoklonaal antilichaam gericht tegen het humane epidermale groeifactor-receptor-2 eiwit (HER2-eiwit). Van de primaire mammacarcinomen vertoont 20-30% overexpressie van dit eiwit. Trastuzumab is vervaardigd uit een zoogdiercellijn (Chinese hamsterovarium). Het bindt met een hoge affiniteit en specificiteit aan het extracellulaire domein van het HER2-eiwit en onderdrukt hiermee een activeringsmechanisme van HER2. Hierdoor remt het de groei van tumorcellen en medieert het antilichaam-afhankelijke cellulaire cytotoxiciteit in kankercellen die overexpressie van het HER2-eiwit vertonen. De subcutane injectie bevat tevens recombinant humaan hyaluronidase, wat de verspreiding en absorptie bevordert.

Ogivri, Trazimera en Zercepac zijn biosimilars van Herceptin, en zijn hiermee in hoge mate vergelijkbaar. Voor meer informatie over biosimilars, zie Biosimilars in de EU - Informatie voor zorgverleners (europa.eu).

Kinetische gegevens

Overig Vanwege non-lineaire eliminatie neemt de totale klaring toe met afnemende concentratie. Binnen een toedieningsinterval neemt daarom de halfwaardetijd af met afnemende concentratie. De vermelde getallen geven de uitersten aan binnen een interval:
T 1/2el 13–27 dagen, met een 'wash out'-periode van ca. 7 maanden.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Monoklonaal antilichaam en antilichaam-geneesmiddelconjugaat. Sacituzumab govitecan bindt aan tumorcellen die 'Trop-2' (trophoblastic cell-surface antigen-2) tot expressie brengen en wordt geïnternaliseerd, waarna afgifte van SN-38 plaatsvindt. SN-38 is een topo-isomerase I-remmer, die covalent aan het antilichaam is gebonden via een hydrolyseerbare linker. SN-38 interageert met topo-isomerase I en voorkomt herligatie van door topo-isomerase I geïnduceerde enkelstrengse breuken. De resulterende DNA-schade leidt tot apoptose en celdood.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,051 l/kg.
T 1/2el sacituzumab govitecan: ca. 23,4 uur. Vrij SN-38: ca. 17,6 uur.
Metabolisering na binding aan Trop-2 wordt sacituzumab govitecan geïnternaliseerd in de cel en afgebroken door hydrolyse, wat leidt tot vrijkomen van SN-38. SN-38 wordt voornamelijk door UGT1A1 (UDP glucuronosyltransferase 1A1) geglucuronideerd tot de inactieve metaboliet SN-38G en vervolgens waarschijnlijk gehydrolyseerd in de darmen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

trastuzumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Groepsinformatie

sacituzumab govitecan hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".