Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

betamethason in propyleenglycol

corticosteroïden, cutaan/oromucosaal D07AC01

Sluiten

clobetason

corticosteroïden, cutaan/oromucosaal D07AB01

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Diprolene (als dipropionaat) Organon Pharma BV

Toedieningsvorm
Zalf (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
50 g

Basis: propyleenglycol en vaseline.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Emovate (butyraat) GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Crème (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
15 g, 30 g

Conserveermiddel: chloorcresol.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Behandel psoriasis in eerste instantie lokaal met indifferente middelen, zo nodig gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd. Voeg bij onvoldoende effect een lokaal vitamine D-analoog toe. Stap bij onvoldoende effect hiervan over op een klasse 4-corticosteroïd. Bouw na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analoga af tot een intermitterende behandeling. Continueer de indifferente middelen dagelijks. Om een schilferlaag te verwijderen kan een ontschilferingsmiddel worden toegepast. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien heeft een klasse 2-corticosteroïd de voorkeur. De keuze voor een applicatievorm is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (o.a. wel of niet behaarde hoofdhuid) en in belangrijke mate ook van de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.

De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulstherapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van ernstig eczeem. Bij de keuze van de zalf- of crèmebasis is de ervaring en voorkeur van de patiënt doorslaggevend. Als lokale therapie onvoldoende effect sorteert, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.

Klasse 4-corticosteroïden hebben alleen een plaats in de behandeling van de acute fase van ernstig constitutioneel eczeem, in de tweedelijnszorg.

Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.

Klasse 4-corticosteroïden alleen kortdurend in de tweedelijnszorg gebruiken bij ernstig contacteczeem.

Advies

De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulse-therapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van ernstig eczeem. Bij de keuze van de zalf- of crèmebasis is de ervaring en voorkeur van de patiënt doorslaggevend. Als lokale therapie onvoldoende effect sorteert, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.

Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.

Bij seborroïsch eczeem kunnen niet-medicamenteuze maatregelen klachten verminderen. Overweeg bij milde vormen van hoofdroos, een behandeling met shampoo met zinkpyrithion of piroctone. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol of seleensulfide tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd, of bij onvoldoende effect een klasse 2–corticosteroïd toe. Voeg eventueel ureum of salicylzuur toe om dikke korsten sneller te laten verdwijnen. In geval van ‘berg’ bij kinderen kan meestal volstaan worden met het afweken van de schilferlaag met olie. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol, tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend met een klasse 1-corticosteroïd toe.

Behandel psoriasis in eerste instantie lokaal met indifferente middelen, zo nodig gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd. Voeg bij onvoldoende effect een lokaal vitamine D-analoog toe. Stap bij onvoldoende effect hiervan over op een klasse 4-corticosteroïd. Bouw na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analoga af tot een intermitterende behandeling. Continueer de indifferente middelen dagelijks. Om een schilferlaag te verwijderen kan een ontschilferingsmiddel worden toegepast. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien heeft een klasse 2-corticosteroïd de voorkeur. De keuze voor een applicatievorm is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (o.a. wel of niet behaarde hoofdhuid) en in belangrijke mate ook van de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.

Indicaties

Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen die onvoldoende reageren op lokale corticosteroïden uit klasse 2 en 3 zoals:

  • Psoriasis vulgaris;
  • Lichen planus;
  • Lichen sclerosus et atrophicus;
  • Granuloma annulare;
  • Pustulosus palmaris et plantaris.

Gerelateerde informatie

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis

Indicaties

Verlichting van ontstekingsverschijnselen en jeuk bij steroïdgevoelige dermatosen zoals:

  • constitutioneel eczeem;
  • allergisch en irritatief contacteczeem;
  • nummulair eczeem;
  • pompholyx (vorm van vesiculeus of dyshidrotisch eczeem met grote blaren diep in de huid).

Onderhoudsbehandeling van dermatosen die met een sterker werkend corticosteroïd behandeld zijn.

Gerelateerde informatie

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis
  • seborroisch eczeem

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen

Volwassenen

's Morgens en 's avonds op het gehele aangetaste huidgebied aanbrengen. De behandelduur varieert van enkele dagen tot een langere periode, maar mag de duur van 4 opeenvolgende weken niet overschrijden zonder controle van de aandoening. De behandeling geleidelijk staken als de huidaandoening verbeterd is; zo nodig vervangen door een minder sterk werkend corticosteroïd. In het algemeen minder dan 30–60 g zalf per week gebruiken. Wees voorzichtig bij toepassing onder occlusie.

Kinderen

Toediening bij kinderen zo veel mogelijk vermijden.

Psoriasis:

Volwassenen en kinderen > 10 jaar

Volgens de NHG-standaard Psoriasis: bij andere lokalisaties dan gelaat en/of lichaamsplooien: 1×/dag aanbrengen gedurende 4 weken. Bij voldoende resultaat na maximaal 4 weken dagelijkse behandeling, intermitterend behandelen tot het minimale aantal dagen waarbij het effect voldoende blijft. Max. 50 g/week gebruiken. Zie verder de NHG-standaard voor het basisafbouwschema voor corticosteroïden.

Applicatiefrequentie: De NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019) adviseert éénmaal daags te appliceren en in de onderhoudsfase een behandelschema te hanteren waarbij enkele aaneengesloten dagen behandeling wordt afgewisseld met enkele stopdagen; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE) om zowel over- als onderdosering te voorkomen; zie de tabel op p. 23 van de NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019).

Toediening

  • Niet toepassen op de huid van het gelaat, genitaliën en in lichaamsplooien. Vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
  • Breng een indifferent middel minimaal één uur na de corticosteroïdzalf aan.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Steroïdgevoelige dermatosen

Volwassenen en kinderen

Aanvankelijk 1–2×/dag dun aanbrengen op de aangedane huid, bij verbetering de dosering verlagen tot enkele malen per week of overschakelen op een minder sterk werkend corticosteroïd. Kinderen < 2 jaar max. 30 g/week, kinderen ≥ 2 jaar max. 60 g/week, volwassenen max. 100 g/week gebruiken.

Bij kinderen: zodra verbetering optreedt de toedieningsfrequentie verlagen tot de laagste effectieve dosis en gedurende een zo kort mogelijke periode voorschrijven. Indien geen verbetering optreedt < 7 dagen behandeling heroverwegen. Het dagelijkse gebruik maximaal 4 weken toepassen.

Constitutioneel eczeem

Kinderen > 1 maand

Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 1×/dag dun aanbrengen. Overweeg om aan het begin van de behandeling kortdurend 2×/dag aan te brengen. Bij verbetering afbouwen naar 1×/dag gedurende 2–4 dagen/week. Kinderen < 2 jaar max. 30 g/week, kinderen ≥ 2 jaar max. 60 g/week gebruiken.

Bij ouderen en verminderde lever-/nierfunctie na langdurige behandeling en behandeling van grote oppervlakken de behandeling geleidelijker afbouwen. Zie verder de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Toediening

  • Doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE) om zowel over- als onderdosering te voorkomen; zie de tabel op p. 23 van de NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019).
  • Niet (langdurig) toepassen op de oogleden en voorzichtig zijn met het gebruik op andere plekken in het gelaat en op de genitaliën; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
  • Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.

Bijwerkingen

Dunner worden van de huid, periorale dermatitis, striae atrophicae, teleangiëctasieën, neiging tot bloeden.

Verder: depigmentatie, overgaan van psoriasis in psoriasis pustularis, maskeren van bacteriële, schimmel- en parasitaire infecties.

Zelden (0,01-0,1 %): contactallergie, colloïdmilium, erythrosis interfollicularis colli, granuloma gluteale, hypertrichosis.

Verder zijn gemeld: wazig zien, verhoogde oculaire druk (het is niet bekend of dit een lokaal of systemisch effect betreft).

De kans op lokale effecten bij gebruik van dermatocorticosteroïden is het grootst bij gebruik op het gelaat, genitaliën, in huidplooien of gebruik onder occlusie.

De kans op systemische effecten bij gebruik van dermatocorticosteroïden is het grootst bij kinderen, gebruik onder occlusie, gebruik op grote huidoppervlakken of huidplooien en gelijktijdig gebruik van penetratiebevorderende geneesmiddelen (zoals salicylzuur, ureum, propyleenglycol).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Lokaal: Gemeld zijn: huidklachten (jeuk, irritatie, branderigheid, pijn, roodheid), overgevoeligheid (huiduitslag, contacteczeem), urticaria, pigmentatieveranderingen, huidatrofie, striae, verergering van onderliggende symptomen, hypertrichosis.

Systemisch: Gemeld zijn: Cushing-achtige verschijnselen (vollemaansgezicht, centrale obesitas), vertraagde gewichtstoename/groeivertraging bij kinderen, hypocortisolisme , bijnierschorsinsufficiëntie, hypertensie, opportunistische infecties, osteoporose, hyperglykemie, obesitas, glaucoom, cataract.

De kans op systemische effecten is het grootst bij: gebruik bij kinderen, gebruik onder occlusie (cave: luier), gebruik op grote huidoppervlakken of huidplooien en gelijktijdig gebruik van penetratiebevorderende geneesmiddelen (zoals salicylzuur, ureum, propyleenglycol).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Zwangerschap

Passeert de placenta; de foetale serumconcentratie is ca. 30% van de maternale concentratie.

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens bij cutaan gebruik. Bij systemisch gebruik van betamethason geen duidelijke aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij de mens is bij gebruik van dermatocorticosteroïden in het algemeen geen toegenomen kans op congenitale afwijkingen aangetoond. Er is ruime ervaring met klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden.

Farmacologisch effect: Bij uitgebreid gebruik (langdurig, grote hoeveelheden op grote of beschadigde huidoppervlakken, onder occlusie) van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat.

Advies: Gebruik op strikte indicatie, vermijd langdurig gebruik en gebruik van grote hoeveelheden. Controleer indien uitgebreid gebruik onvermijdelijk is tijdens de zwangerschap de groei van het ongeboren kind en na de geboorte de bijnierschorsfunctie van de baby.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Corticosteroïden passeren de placenta.

Teratogenese: Bij de mens is bij lokaal gebruik van corticosteroïden op de huid geen toegenomen kans op aangeboren afwijkingen aangetoond. Er is ruime ervaring met klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden.

Farmacologisch effect: Alleen bij uitgebreid gebruik (grote hoeveelheden op grote of beschadigde huidoppervlakken, onder occlusie) kan relevante systemische opname bij de moeder niet worden uitgesloten, waardoor in theorie een kans bestaat op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat.

Advies: Kan bij gebruik volgens voorschrift veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja. Bij uitgebreid gebruik (langdurig, grote hoeveelheden op grote of beschadigde huidoppervlakken, onder occlusie) van klasse 3 en 4 dermatocorticosteroïden kan het optreden van relevante bloedspiegels bij de moeder en het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling niet worden uitgesloten.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Vermijd uitgebreid gebruik (langdurig, grote hoeveelheden op grote of beschadigde huidoppervlakken, onder occlusie).

Overig: Vermijd toepassing op of rondom de tepels om orale opname door de zuigeling te voorkomen. Indien behandeling noodzakelijk is, moeten de tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij kortdurende toepassing op kleine onbeschadigde huidoppervlakken zullen geen relevante bloedspiegels bij de moeder optreden en lijkt het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling onwaarschijnlijk.

Advies: Kan als kortdurende behandeling van een klein onbeschadigd oppervlak worden toegepast. Vermijd gebruik onder occlusie.

Overig: Vermijd toepassing op of rondom de tepels om orale opname door de zuigeling te voorkomen. Indien behandeling noodzakelijk is, moeten de tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • huidinfecties primair veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, gist of parasiet;
  • ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
  • ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
  • bijwerkingen door eerder gebruik van corticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden.

Contra-indicaties

  • onbehandelde huidinfecties, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, of parasiet;
  • ongenezen wonden;
  • ulcereuze huidaandoeningen;
  • ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, dermatitis perioralis, striae, huidatrofie;
  • fragiliteit van de huidvaten;
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden;
  • gebruik op de oogleden bij glaucoom.

Waarschuwingen en voorzorgen

Toediening niet toepassen op de (dunne en gevoelige) huid van het gelaat, genitaliën en in lichaamsplooien. Niet toepassen op de oogleden, vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoom of cataract. Vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Wees voorzichtig bij langdurig gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers), vanwege de toegenomen kans op zowel lokale als systemische bijwerkingen. Zeer sterk werkende corticosteroïden hoofdzakelijk kortdurend toepassen.

Applicatiefrequentie: De NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019) adviseert éénmaal daags te appliceren om het risico op bijwerkingen te minimaliseren. Er zijn geen aanwijzingen dat tweemaal daags smeren effectiever is dan éénmaal daags. Om suppressie van de bijnierschorsfunctie, lokale bijwerkingen en tachyfylaxie te voorkomen heeft in de onderhoudsfase een behandelschema waarbij enkele aaneengesloten dagen behandeling wordt afgewisseld met enkele stopdagen de voorkeur boven een schema waarbij om de dag wordt gepauzeerd.

Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling.

Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.

Huidinfecties: het (onjuist ) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken.

De behandeling van psoriasis met dermatocorticosteroïden zorgvuldig controleren vanwege kans op recidieven (tolerantie), het ontstaan van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en de ontwikkeling van lokale en/of systemische toxiciteit (a.g.v. verminderde huidbarrière).

Systemische bijwerkingen: wees bedacht op systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as mogelijk gepaard gaande met corticosteroïd-geïnduceerde bijnierschorsinsufficiëntie na het (abrupt) stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met vooral (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met (zeer) sterk werkzame dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.

Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Kinderen: het gebruik van zeer sterk werkende corticosteroïden bij kinderen zoveel mogelijk vermijden. Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Gebruik bij hen kan sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.

Wees ook voorzichtig bij het gebruik bij ouderen (dunne huid en verhoogd risico op huidatrofie) vanwege de toegenomen kans op lokale en systemische bijwerkingen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Toediening: Niet (langdurig) toepassen op de oogleden, vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoom of cataract bij langdurig gebruik. Indien toepassing van klasse 1 of 2 dermatocorticosteroïden noodzakelijk is, zoals bijvoorbeeld bij constitutioneel eczeem op de oogleden, dan alleen kortdurend (2-3 w.) gebruiken. Niet op de oogleden gebruiken bij glaucoom. Vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Wees voorzichtig bij gebruik op het gelaat, de genitaliën, in huidplooien of bij gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers) vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen. Langdurig en overmatig gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken kan mogelijk ook leiden tot systemische bijwerkingen.

Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op de symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. Cetostearylalcohol kan plaatselijke huidreacties (bv. contacteczeem) veroorzaken, en chloorcresol allergische reacties. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.

Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.

Huidinfecties: het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken

Systemische bijwerkingen: wees bedacht op mogelijke systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as (op langere termijn) mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïde-insufficiëntie na het stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.

Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Langdurig gebruik op grote oppervlakken kan bij hen mogelijk leiden tot bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik op grote oppervlakken wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.

Bij ouderen en bij een verminderde lever- en/of nierfunctie: bij ouderen (vanwege de dunne huid en meer kans op huidatrofie) en bij patiënten met een verminderde lever- en/of nierfunctie kan na langdurige behandeling, en behandeling van grote oppervlakken, sneller bijnierschorssuppressie optreden; aanbevolen wordt de behandeling geleidelijker af te bouwen.

Eigenschappen

Betamethasondipropionaat in een propyleenglycolhoudende zalfbasis is een zeer sterkwerkend corticosteroïd; klasse 4. Het heeft een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Het onderdrukt de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende, vaak met jeuk gepaard gaande, aandoeningen. Verder remt het celdelingen in de epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een verhoogde penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum.

Kinetische gegevens

Resorptie kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane resorptie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Clobetasonbutyraat is een matig-sterkwerkend corticosteroïd, klasse 2. Het heeft een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antiproliferatieve werking. Het onderdrukt de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een toegenomen penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum.

Kinetische gegevens

Resorptie kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie.
Eliminatie vnl. via de urine.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

betamethason in propyleenglycol hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan/oromucosaal.

  • betamethason (in de dermatologie) (D07AC01) Vergelijk
  • clobetasol (D07AD01) Vergelijk
  • clobetason (D07AB01) Vergelijk
  • desoximetason (D07AC03) Vergelijk
  • flumetason (D07AB03) Vergelijk
  • fluticason (in de dermatologie) (D07AC17) Vergelijk
  • hydrocortison (in de dermatologie) (D07AA02) Vergelijk
  • hydrocortisonbutyraat (D07AB02) Vergelijk
  • mometason (in de dermatologie) (D07AC13) Vergelijk
  • triamcinolon (mondpasta) (A01AC01) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (in de dermatologie) (D07AB09) Vergelijk

Groepsinformatie

clobetason hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan/oromucosaal.

  • betamethason (in de dermatologie) (D07AC01) Vergelijk
  • betamethason in propyleenglycol (D07AC01) Vergelijk
  • clobetasol (D07AD01) Vergelijk
  • desoximetason (D07AC03) Vergelijk
  • flumetason (D07AB03) Vergelijk
  • fluticason (in de dermatologie) (D07AC17) Vergelijk
  • hydrocortison (in de dermatologie) (D07AA02) Vergelijk
  • hydrocortisonbutyraat (D07AB02) Vergelijk
  • mometason (in de dermatologie) (D07AC13) Vergelijk
  • triamcinolon (mondpasta) (A01AC01) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (in de dermatologie) (D07AB09) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, cutaan/oromucosaal

Indicaties

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, cutaan/oromucosaal

Indicaties

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis
  • seborroisch eczeem

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".