Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

daratumumab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FC01

Sluiten

serplulimab

monoklonale antilichamen bij maligniteiten L01FF12

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Darzalex XGVS Janssen-Cilag bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
120 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 15 ml
Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml, 20 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Hetronifly Aanvullende monitoring Accord Healthcare bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor Infusievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 10 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor multipel myeloom staat op hematologienederland.nl de geldende behandelrichtlijn.

  • ZIN-rapport 2017 daratumumab Darzalex® in combinatie met bortezomib en dexamethason bij multipel myeloom
  • ZIN-rapport 2017 daratumumab Darzalex® in combinatie met lenalidomide en dexamethason bij multipel myeloom
  • ZIN-rapport 2025 daratumumab Darzalex® bij volwassen patiënten met nieuw gediagnosticeerde, systemische AL-amyloïdose

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Indicaties

Multipel myeloom

  • Nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom bij volwassenen die niet in aanmerking komen voor autologe stamceltransplantatie (ASCT):
    • in combinatie met lenalidomide en dexamethason (systemisch) (Rd-kuur) óf
    • in combinatie met bortezomib, melfalan en prednison (VMP-kuur) óf
    • in combinatie met bortezomib, lenalidomide en dexamethason (systemisch) (VRd-kuur).
  • Nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom bij volwassenen die wel in aanmerking komen voor ASCT:
    • in combinatie met bortezomib, lenalidomide en dexamethason (systemisch) (VRd-kuur) óf
    • in combinatie met bortezomib, thalidomide en dexamethason (systemisch) (VTd-kuur).
  • Multipel myeloom bij volwassenen die minstens één eerdere behandeling hebben gehad:
    • in combinatie met lenalidomide en dexamethason (systemisch) (Rd-kuur) óf
    • in combinatie met bortezomib en dexamethason (systemisch) (Vd-kuur).
  • Gerecidiveerd en refractair multipel myeloom als monotherapie bij volwassenen, bij wie de voorgaande behandeling bestond uit een proteasoomremmer en een immunomodulerend middel en die bij de laatste behandeling ziekteprogressie hebben vertoond.
  • Gerecidiveerd en refractair multipel myeloom bij volwassenen die ofwel één eerdere behandellijn met een proteasoomremmer en lenalidomide hebben gehad en die refractair waren voor lenalidomide, ofwel die minstens twee eerdere behandellijnen hebben gehad, waaronder lenalidomide en een proteasoomremmer, en die bij de laatste behandeling ziekteprogressie hebben vertoond. Geef in combinatie met pomalidomide en dexamethason (systemisch) (Pd-kuur).

Lichte keten (AL)-amyloïdose

  • Nieuw gediagnosticeerde systemische AL-amyloïdose bij volwassenen:
    • in combinatie met bortezomib, cyclofosfamide en dexamethason (systemisch) (VCd-kuur).

Indicaties

Uitgebreide ziekte van kleincellig longcarcinoom (ED-SCLC) bij volwassenen, als eerstelijnsbehandeling in combinatie met carboplatine en etoposide.

Doseringen

Vanwege de kans op infusiegerelateerde bijwerkingen 1-3 uur vóór elke infusie premedicatie (corticosteroïd, antipyreticum, antihistaminicum) geven ter vermindering van de kans op infusiegerelateerde reacties. Zie voor aanbevolen middelen en doseringen de officiële productinformatie EMA/CBG rubriek 4.2. Geef ca. 1–3 uur vóór elke toediening: bij monotherapie: i.v. methylprednisolon 100 mg (of de equivalente dosis van een middellang- of langwerkend corticosteroïd) + oraal een antipyreticum (paracetamol 650–1000 mg) + oraal of i.v.-antihistaminicum. Na de tweede toediening kan de dosis van het i.v.-corticosteroïd eventueel worden verlaagd (oraal of i.v. methylprednisolon 60 mg of equivalent). Combinatietherapie: i.v. dexamethason 20 mg (of een equivalent) + oraal antipyreticum (paracetamol 650–1000 mg) + oraal of i.v.-antihistaminicum. Na de eerste toediening kan de dosis dexamethason eventueel ook oraal worden gegeven. Aanvullende corticosteroïden in het kader van een achtergrondbehandeling (bv. prednison) niet gebruiken op de dagen van de infusie met daratumumab als dexamethason als premedicatie is gegeven.

Geef ter preventie van uitgestelde infusiegerelateerde bijwerkingen bij monotherapie op elk van de 2 dagen ná elke toediening (te beginnen op de eerste dag na de toediening) een oraal corticosteroïd (bv. methylprednisolon 20 mg); bij combinatietherapie overwegen om op de dag na de toediening een lage dosis oraal methylprednisolon (≤ 20 mg) of een equivalent te geven. Dit is wellicht niet nodig als voor de achtergrondbehandeling al een corticosteroïd (bv. dexamethason of prednison) gegeven wordt.

Overweeg bij een voorgeschiedenis van COPD na de toediening het gebruik van kort- en langwerkende bronchodilatantia en inhalatiecorticosteroïden (dit geldt vooral na de eerste 4 toedieningen).

Overweeg tevens een antivirale profylaxe ter preventie van reactivatie van het Herpes zoster-virus.

Klap alles open Klap alles dicht

Nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom

Volwassenen (incl. ouderen)

In combinatie met lenalidomide en dexamethason (Rd-kuur): 16 mg/kg lichaamsgewicht via i.v.-infusie óf 1800 mg via s.c.-injectie. Week 1 t/m 8: deze dosis wekelijks toedienen (= 8 doses); week 9 t/m 24: tweewekelijks toedienen (= 8 doses) en vanaf week 25 tot aan ziekteprogressie: vierwekelijks toedienen. Dexamethason toedienen in een dosis van 40 mg/week óf bij ouderen > 75 jaar in een verlaagde dosis van 20 mg/week. Zie voor de dosering van lenalidomide: lenalidomide#doseringen.

In combinatie met bortezomib, melfalan en prednison (VMP-kuur): 16 mg/kg lichaamsgewicht via i.v.-infusie óf 1800 mg via s.c.-injectie. Week 1 t/m 6: deze dosis wekelijks toedienen (= 6 doses); week 7 t/m 54: driewekelijks toedienen (= 16 doses) en vanaf week 55 tot aan ziekteprogressie: vierwekelijks toedienen. Dosering prednison: volwassenen 60 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1, 2, 3 en 4 bij een cyclusduur van 6 weken. Zie voor overige doseringen de betreffende geneesmiddelteksten bortezomib#doseringen, melfalan#doseringen.

In combinatie met bortezomib, thalidomide en dexamethason (VTd-kuur): 16 mg/kg lichaamsgewicht via i.v.-infusie óf 1800 mg via s.c.-injectie. Inductiefase: week 1 t/m 8 de dosis wekelijks toedienen (= 8 doses); week 9 t/m 16 tweewekelijks toedienen (= 4 doses). Onderbreek de behandeling voor hoge dosis chemotherapie en autologe stamceltransplantatie. Consolidatiefase: week 1 t/m 8 de dosis tweewekelijks toedienen (= 4 doses). Dosering dexamethason 4-weekse cycli 1 en 2: 40 mg op dag 1, 2, 8, 9, 15, 16, 22 en 23; cycli 3 en 4: 40 mg op dag 1 en 2 en 20 mg op dag 8, 9, 15 en 16; cycli 5 en 6: 20 mg op dag 1, 2, 8, 9, 15, 16. Zie voor de overige doseringen de betreffende geneesmiddelteksten bortezomib#doseringen. thalidomide#doseringen.

In combinatie met bortezomib, lenalidomide en dexamethason (VRd-kuur):

Bij patiënten die wel in aanmerking komen voor ASCT: 1800 mg via s.c.-injectie. Inductiefase: week 1 t/m 8 de dosis wekelijks toedienen (= 8 doses); week 9 t/m 16 tweewekelijks toedienen (= 4 doses). Onderbreek de behandeling voor hoge dosis chemotherapie en autologe stamceltransplantatie. Consolidatiefase: week 17 t/m 24 de dosis tweewekelijks toedienen (= 4 doses). Onderhoud: week 25 tot ziekteprogressie: De dosis vierwekelijks toedienen. Daratumumab kan worden gestopt bij een minimal residual disease (MRD-)negativiteit van 12 maanden bij een onderhoudsbehandelduur van ten minste 24 maanden. Dosering dexamethason 40 mg op dag 1-4 en 9-12 van 4-weekse cyclus tijdens inductie en consolidatie (cycli 1-6).

Bij patiënten die niet in aanmerking komen voor ASCT: 1800 mg via s.c.-injectie. Inductiefase: week 1 t/m 6 de dosis wekelijks toedienen (= 6 doses); week 7 t/m 24 driewekelijks toedienen (= 6 doses). Vanaf week 25 tot ziekteprogressie vierwekelijks toedienen. Dosering dexamethason 20 mg op dag 1, 2, 4, 5, 8, 9, 11 en 12 van elke driewekelijkse cyclus van cycli 1-8. Bij ouderen met ondergewicht dexamethason 20 mg toedienen op dag 1, 4, 8 en 11.

Multipel myeloom, waarvoor minstens 1 behandeling

Volwassenen (incl. ouderen)

In combinatie met lenalidomide en dexamethason (Rd-kuur): 16 mg/kg lichaamsgewicht via i.v.-infusie óf 1800 mg via s.c.-injectie. Week 1 t/m 8: deze dosis wekelijks toedienen (= 8 doses); week 9 t/m 24: tweewekelijks toedienen (= 8 doses) en vanaf week 25 tot aan ziekteprogressie: vierwekelijks toedienen. Dexamethason toedienen in een dosis van 40 mg/week óf bij ouderen > 75 jaar in een verlaagde dosis van 20 mg/week. Zie voor de dosering van lenalidomide: lenalidomide#doseringen.

In combinatie met pomalidomide en dexamethason (Pd-kuur): 1800 mg via s.c.-injectie. Week 1 t/m 8: deze dosis wekelijks toedienen (= 8 doses); week 9 t/m 24: tweewekelijks toedienen (= 8 doses) en vanaf week 25 tot aan ziekteprogressie: vierwekelijks toedienen. Dexamethason toedienen in een dosis van 40 mg/week óf bij ouderen > 75 jaar in een verlaagde dosis van 20 mg/week. Zie voor de dosering van pomalidomide: pomalidomide#doseringen.

Gerecidiveerd en refractair multipel myeloom

Volwassenen (incl. ouderen)

Monotherapie: 16 mg/kg lichaamsgewicht via i.v.-infusie óf 1800 mg via s.c.-injectie. Week 1 t/m 8: deze dosis wekelijks toedienen (= 8 doses); week 9 t/m 24: tweewekelijks toedienen (= 8 doses) en vanaf week 25 tot aan ziekteprogressie: vierwekelijks toedienen. Zie voor de dosering van lenalidomide en dexamethason: lenalidomide#doseringen.

In combinatie met bortezomib en dexamethason (Vd-kuur): 16 mg/kg lichaamsgewicht via i.v.-infusie óf 1800 mg via s.c.-injectie. Week 1 t/m 9: deze dosis wekelijks toedienen (= 9 doses); week 10 t/m 24: driewekelijks toedienen (= 5 doses) en vanaf week 25 tot aan ziekteprogressie: vierwekelijks toedienen. Dosering dexamethason: 20 mg toegediend op dag 1, 2, 4, 5, 8, 9, 11 en 12 van de eerste 8 behandelcycli van 3 weken met bortezomib óf 20 mg/week bij een leeftijd ≥ 75 jaar, een BMI < 18,5, bij diabetes mellitus die slecht onder controle is of eerdere intolerantie voor steroïden. Zie voor de dosering van bortezomib bortezomib#doseringen.

AL-amyloïdose

Volwassenen (incl. ouderen)

In combinatie met bortezomib, cyclofosfamide en dexamethason (VCd-kuur): 1800 mg via s.c.-injectie. Week 1 t/m 8: deze dosis wekelijks toedienen (= 8 doses); week 9 t/m 24: tweewekelijks toedienen (= 8 doses) en vanaf week 25 tot aan ziekteprogressie: vierwekelijks toedienen. Zie voor de overige doseringen de betreffende geneesmiddelteksten bortezomib#doseringen. cyclofosfamide#doseringen.

Verminderde nierfunctie: de dosering hoeft niet te worden aangepast.

Verminderde leverfunctie: de dosering hoeft niet te worden aangepast.

Gemiste dosis: deze dosis zo snel mogelijk inhalen en het behandelschema in overeenstemming daarmee aanpassen, met behoud van het behandelinterval.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) infusiegerelateerde bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.

Toediening

  • Injectievloeistof: subcutaan toedienen in de buik in ca. 3-5 min. Bij opeenvolgende injecties de toedieningsplaats afwisselen.
  • Infusievloeistof: toedienen als i.v.-infusie, nadat deze is verdund met steriele fysiologische zoutoplossing (0,9% NaCl). Bij de eerste twee doses de infusiesnelheid opbouwen van 50 ml/uur tijdens het eerste uur en daarna in stappen van 50 ml/uur naar 200 ml/uur. De snelheid van de volgende infusies opbouwen van 100 ml/uur tijdens het eerste uur en daarna in stappen van 50 ml/uur naar 200 ml/uur. Om de toediening makkelijker te maken kan de eerste dosis van 16 mg/kg worden verdeeld over twee opeenvolgende dagen (twee maal 8 mg/kg).

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Kleincellig longcarcinoom

Volwassenen (incl. ouderen)

I.v. 4,5 mg/kg lichaamsgewicht elke 3 weken. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.

Dosisverhoging- of verlaging van serplulimuab wordt ontraden. Op basis van de individuele verdraagbaarheid en veiligheid kan het nodig zijn de behandeling te onderbreken of staken. Het onderbreken van de behandeling gedurende maximaal 12 weken is acceptabel. Zie voor richtlijnen voor onderbreken of staken van de behandeling bij immuungemedieerde bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.2 tabel 1.

Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30-89 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Over gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring <30 ml/min) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een dosisaanbeveling.

Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie ((bilirubine ≤ ULN en ASAT > ULN of bilirubine > 1 tot 1,5 × ULN en elke ASAT) is geen dosisaanpassing nodig. Over gebruik bij een matig tot ernstige verminderde leverfunctie (bilirubine > 1,5 × ULN en elke ASAT) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor een dosisaanbeveling.

Toediening

  • Voor i.v. infusie. Niet toedienen als i.v. push- of bolusinjectie.
  • Vóór gebruik de totale benodigde dosis verdunnen met 0,9% NaCl.
  • De initiële infusiesnelheid is 100 ml per uur. Als de eerste infusie goed wordt verdragen, kunnen alle volgende infusies worden ingekort tot 30 minuten (± 10 minuten).
  • Dien serplulimab altijd als eerste toe, gevolgd door chemotherapie op dezelfde dag. Gebruik voor elke infusie aparte infuuszakken.

Bijwerkingen

Als monotherapie of combinatietherapie (i.v. of s.c.)

Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie, COVID-19, pneumonie, bronchitis. Neutropenie, trombocytopenie, anemie, lymfopenie, leukopenie. Verminderde eetlust. Hypokaliëmie. Slapeloosheid. Perifere neuropathie, hoofdpijn, paresthesie, duizeligheid. Hypertensie, Hoesten, dyspneu. Obstipatie, diarree, misselijkheid, braken, buikpijn. Huiduitslag. Spierpijn, gewrichtspijn, spierspasmen. Perifeer oedeem, vermoeidheid, koorts, asthenie. Infusiegerelateerde reactie.

Vaak (1-10%): urineweginfectie, sepsis, cytomegalovirusinfectie. Hypogammaglobulinemie. Hyperglykemie, hypocalciëmie, dehydratie. Syncope. Atriumfibrilleren. Longoedeem. Pancreatitis. Jeuk. Koude rillingen.

Soms (0,1-1%): hepatitis B-virusreactivatie.

Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reactie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): longontsteking. Neutropenie, leukopenie, anemie, trombocytopenie, lymfopenie. Hypothyreoïdie, hyperthyreoïdie, hyperglykemie, diabetes mellitus type 1. Hyperlipidemie, verminderde eetlust, hypoproteïnemie, hyperurikemie, verstoring van de elektrolytenbalans. Slapeloosheid. Aritmie. Hoesten. Misselijkheid, obstipatie, buikpijn, diarree, braken. Stijging ALAT, ASAT, AF en γ-GT in het bloed. Huiduitslag, alopecia. Spierpijn. Koorts, asthenie.

Vaak (1-10%): urineweginfectie, luchtweginfectie. Abnormale stollingsfunctietest, granulocytopenie. Infusiegerelateerde reactie. Abnormale schildklerfunctietest, thyroïditis. Gewichtsverlies, hypoglykemie. Paresthesie, hoofdpijn, duizeligheid, perifere neuropathie. Sinustachycardie, geleidingsdefecten, sinusbradycardie, hartfalen, verhoogd N-terminaal proBNP (breinnatriuretisch peptide). Hypertensie, vasculitis. Pneumonitis, dyspneu, borstpijn. Dysfagie, winderigheid, gastro-intestinale stoornis, stomatitis, dyspepsie. Hyperbilirubinemie, leverbeschadiging. Jeuk, dermatitis, hyperhidrose. Artralgie, pijn in ledematen, Verhoogd ureumgehalte in het bloed, eiwit of witte bloedcellen aanwezig in de urine, hematurie, nierbeschadiging, verhoogd creatinine in het bloed, glucosurie. Vermoeidheid, malaise, oedeem. Stijging myoglobine, creatinekinase en troponine in het bloed.

Soms (0,1-1%): septische shock, huidinfectie, infectieuze enteritis, lipinfectie, meningo-encefalitis, herpes. Lymfadenitis. Anafylactische reactie. Bijnierinsufficiëntie, overige schildkieraandoening, hyperadrenocorticisme, hypofysitis. Abnormale waarden van lipoproteïne. Immuungemedieerde encefalitis, duizeligheid, neurotoxiciteit, motorische disfunctie. Wazig zicht. Cardiomyopathie, myocardiale ischemie, pericardiale effusie, verhoogde myocardiale necrosemarker, myocarditis. Droge mond, enteritis, gastritis, immuungemedieerde pancreatitis, tandvleesbloeding. Pigmentatiestoornis, psoriasis, droge huid. Immuungemedieerde myositis, artritis. Rillingen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Van daratumumab zijn geen geneesmiddelinteracties bekend. Doorgaans hebben monoklonale antilichamen geen groot potentieel voor geneesmiddelinteracties, omdat zij geen direct effect hebben op CYP-enzymen en geen substraten zijn van renale of hepatische transporters.

Interacties

Er is geen onderzoek gedaan naar interacties. Omdat monoklonale antilichamen niet worden gemetaboliseerd door cytochroom P450 (CYP)-enzymen of andere geneesmiddelmetaboliserende enzymen, zal naar verwachting remming of inductie van deze enzymen door gelijktijdig toegediende geneesmiddelen de farmacokinetiek van serplulimab niet beïnvloeden.

Vermijd voorafgaand aan de behandeling met serplulimab gebruik van systemische corticosteroïdenof andere immunosuppresiva vanwege hun mogelijke interferentie met de farmacodynamische activiteit en werkzaamheid. Voor de behandeling van immuungemedieerde bijwerkingen na het starten met toediening van serplulimab mogen deze middelen wel worden gebruikt .

Zwangerschap

Humaan IgG1 passeert geleidelijk in toenemende mate tijdens het 2e en 3e trimester de placenta.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onbekend. Monoklonale antilichamen hebben een relatief lange eliminatiehalfwaardetijd en kunnen nog enkele maanden aanwezig zijn in het bloed van het kind. Nadelige effecten zijn niet uitgesloten.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 3 maanden na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.

Farmacologisch effect: Uit dieronderzoek is gebleken dat remming van de PD1-route embryofoetale toxiciteit veroorzaakt. Van menselijk IgG is bekend dat het de placentabarrière passeert.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 6 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik of het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling in de eerste dagen na de geboorte kan niet worden uitgesloten.

Farmacologisch effect: Van menselijke IgG is bekend dat het de eerste paar dagen na de geboorte in de moedermelk wordt uitgescheiden. Daarna neemt dit snel af tot lage concentraties.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden tijdens de eerste dagen na de geboorte. Daarna kan wel borstvoeding worden gegeven.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Hepatitis B-reactivatie is gemeld. Screen daarom iedere patiënt vóór het begin van de behandeling op HBsAg en HBcAg. Ook patiënten die al behandeld worden met daratumumab en van wie de HBV-serologie onbekend is, moeten worden getest. Bij positieve hepatitis B-serologie voorafgaande aan de behandeling zonodig een leverspecialist raadplegen. Bij een aangetoonde eerdere HBV-infectie nauwgezet monitoren tijdens de behandeling en gedurende ten minste 6 maanden na de laatste infusie met daratumumab. Bij patiënten die tijdens de behandeling virale hepatitis ontwikkelen, de behandeling onmiddellijk onderbreken en een leverspecialist raadplegen; in overleg kan op een later tijdstip eventueel de behandeling met daratumumab worden hervat.

Infusiegerelateerde reacties (IRR's): deze reacties komen bij de eerste infusie bij ca. 37% van de patiënten voor en bij de eerste injectie bij ca. 11%. Bij de volgende infusies kwamen IRR's bij 2–6% van de patiënten voor en bij volgende injecties bij < 1 %. Na onderbreken van de therapie (gedurende een mediaan van 3,75 maanden) vanwege allogene stamceltransplantatie, komen deze reacties na hervatten van de therapie bij 11% van de patiënten voor bij de eerste infusie na de stamceltransplantatie. De mediane tijd tot optreden na infusie is ca. 1,5 uur en na injectie ca 3,7 uur, maar ook uitgestelde reacties komen voor (tot 2 dagen na toediening). De meest voorkómende symptomen zijn misselijkheid, braken, koude rillingen, hoesten, keelirritatie en neusverstopping en minder vaak piepende ademhaling, koorts, jeuk, ongemak op de borst en hypotensie. Er hebben zich echter ook ernstige reacties voorgedaan zoals anafylactische reactie met symptomen als bronchospasme, dyspneu, hypoxie, hypertensie, larynxoedeem, longoedeem en bijwerkingen met betrekking tot het oog, zoals choroïdale vochtophoping, acute myopie en acuut gesloten-hoekglaucoom. Deze ernstige reacties kunnen levensbedreigend zijn en mogelijk fataal. Monitor de patiënt daarom tijdens de gehele toediening en in de periode na de toediening. Zie voor preventieve medicatie voor deze reacties de rubriek Dosering. Bij optreden van lichte tot matige reacties de infusie onderbreken en bij herstarten van de infusie de infusiesnelheid verlagen. Bij levensbedreigende infusiereacties de behandeling definitief staken.

Controleer tijdens de behandeling regelmatig het volledige bloedbeeld. Volg bij combinatietherapie hierbij de voorschriften van de betreffende fabrikant. Het wordt afgeraden de dosis van daratumumab te verlagen; overweeg een ondersteunende behandeling, bv. met bloedtransfusies of groeifactoren. Controleer bij neutropenie op tekenen van infectie; het kan nodig zijn de behandeling op te schorten tot herstel van het bloedbeeld.

Invloed op klinische testen: daratumumab is een humaan IgGκ-antilichaam en kan interfereren met de klinische monitoring van endogeen M-proteïne (middels serumproteïne-elektroforese (SPE) of immunofixatie (IFE)) en kan daardoor bij patiënten met IgGκ-myeloomproteïne invloed hebben op de bepaling van de complete respons en van de ziekteprogressie. Verder komt CD38 in geringe mate tot expressie op rode bloedcellen; daratumumab kan daardoor aanleiding geven tot fout-positieve serologische testen, zoals de indirecte Coombs-test, tot ca. 6 maanden na de laatste infusie. Typeer en screen patiënten voorafgaand aan de behandeling. Informeer het bloedtransfusiecentrum over deze interferentie met serologische testen als een bloedtransfusie is gepland.

Onderzoeksgegevens: er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 j.) en relatief weinig gegevens bij een verminderde nier- en/of leverfunctie. In farmacokinetische analyse werd echter geen klinisch significant verschil gezien in de blootstelling aan daratumumab tussen patiënten met lever- of nierinsufficiëntie en een normale lever- of nierfunctie. De werkzaamheid van de subcutane injectie bij een lichaamsgewicht > 120 kg is niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Immuungemedieerde bijwerkingen zijn gemeld, waaronder ernstige en fatale gevallen en uitgestelde gevallen die optraden 3-6 maanden na de laatste dosis. Deze bijwerkingen zijn doorgaans reversibel en kunnen meer dan één lichaamssysteem tegelijkertijd aantasten. Gemeld zijn o.a. immuungemedieerde pneumonitis, colitis, hepatitis, nefritis, endocrinopathieën (schildklier- of hypofyseaandoeningen, bijnierinsufficiëntie, hyperglykemie), huidreacties, pancreatitis, myocarditis ën uveïtis. Controleer gedurende de behandeling nauwgezet op tekenen en symptomen van immuungemedieerde bijwerkingen en verricht zo nodig aanvullende diagnostiek. Controleer elke maand de nier- en leverfunctie, en controleer daarnaast de schildklierfunctie, de lipiden- en glucosespiegel. Onderbreek de behandeling bij graad 2 of 3 immuungemedieerde bijwerkingen die voor de eerste keer optreden. Bij de meeste immuungemedieerde bijwerkingen van graad 2 en sommige specifieke van graad 3 of 4 is het advies om de behandeling te onderbreken totdat de bijwerking is hersteld of verbeterd tot graad 1. Staak serplulimab definitief bij elke terugkerende bijwerking van graad 3 en bij elke bijwerking van graad 4, met uitzondering van endocrinopathieën die onder controle worden gehouden met vervangende hormonen. Geef bij immuungemedieerde bijwerkingen van graad 3, 4 en enkele specifieke van graad 2 (bijv. immuungemedieerde pneumonitis, immuungemedieerde myocarditis) een corticosteroïde (1-2 mg/kg/dag prednison of equivalent) of een andere symptomatische behandeling op basis van de klinische symptomen totdat de bijwerking herstelt of verbetert tot graad 1. Zie voor details de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.2 tabel 1 en rubriek 4.4.

Controleer nauwgezet op infusiegerelateerde reacties. Bij milde reacties van graad 1 kan de behandeling onder nauwgezette controle worden voortgezet. Bij graad 2 reacties de infusiensnelheid verlagen of de behandeling onderbreken en pre-medicatie overwegen. Bij infusiegererelateerde reacties ≥ graad 3 de behandeling onmiddelijk en definitief staken.

Onderzoeksgegevens

  • Patienten met de volgende kenmerken of aandoeningen werden uitgesloten van klinische onderzoek: een voorgeschiedenis van actieve of eerder gedocumenteerde auto-immuunziekte, actieve tuberculose of hepatitis B of C of hiv-infectie toediening van levend verzwakt vaccin binnen 28 dagen voorafgaand aan serplulimab, een actieve infectie waarvoor systemische anti-infectieuze therapie nodig was binnen 14 dagen voorafgaand aan de eerste dosis, voorgeschiedenis van pneumonitis of interstitiële longziekte, actieve hersenmetastasen, een voorgeschiedenis van significante hart- en vaatziekten (bijv. myocardinfarct binnen een half jaar), een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor een ander monoklonaal antilichaam, systemische immunosuppressiva binnen 14 dagen voorafgaand aan serplulimab.
  • Er zijn geen gegevens over toepassing bij een ernstig verminderde nier- of leverfunctie. Er is geen toepassing bij kinderen < 18 jaar.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met daratumumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergifitiging met serplulimab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum .

Eigenschappen

Humaan immunoglobuline G1 (IgG1κ) monoklonaal antilichaam, geproduceerd in ovariumcellen van de Chinese hamster met behulp van recombinant-DNA-techniek. Daratumumab bindt zich aan het CD38-eiwit, dat in hoge mate tot expressie komt op het oppervlak van multipel myeloom-tumorcellen. Daarnaast komt het CD38-eiwit in variërende mate voor op het oppervlak van andere celtypen (bv. rode bloedcellen) en weefsels. In in vitro-studies met daratumumab is immunologisch gemedieerde tumorceldoding gezien, waarschijnlijk door complementafhankelijke cytotoxiciteit, antilichaamafhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit en antilichaamafhankelijke cellulaire fagocytose. In vivo liet het gebruik van daratumumab groeiremming zien van tumorcellen die CD38 tot expressie brengen.

Kinetische gegevens

F 69% na s.c.-toediening.
T max 70–72 uur na s.c.-toediening.
V d ca. 0,057 l/kg.
Metabolisering (waarschijnlijk) op dezelfde wijze als endogeen IgG via katabolische routes tot kleine peptiden en aminozuren.
Eliminatie de 'steady-state'-concentratie wordt na ca. 5 maanden bereikt.
T 1/2el ca. 9 dagen (begin van de behandeling); oplopend tot ca. 18 dagen (monotherapie) en 22–23 dagen (combinatietherapie) bij volledige verzadiging van de doelgemedieerde klaring bij herhaalde toediening.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Serplulimab is een gehumaniseerd monoklonaal IgG4-antilichaam, dat zich bindt aan de geprogrammeerde celdood-1 (PD-1)-receptor, waardoor de interactie tussen PD-1 met de liganden PD-L1 en PD-L2 (checkpointremmers) blokkeert. PD-1 is een negatieve regulator van T-cel-activiteit, die betrokken is bij de controle van T-cel-immuunresponsen. PD-L1 en PD-L2 worden tot expressie gebracht in antigeenpresenterende cellen en door tumoren of andere cellen in de micro-omgeving van de tumor. De interactie tussen PD-1 en PD-L1 en PD-L2 resulteert normaal gesproken in remming van T-celproliferatie en cytokinesecretie. Doordat serplulimab deze interactie blokkeert, wordt de blokkade van T-celremming opgeheven. Dit leidt tot verhoging van de T-celactiviteit, waaronder de antitumorimmuunrespons.

Kinetische gegevens

V d ca. 5,73 l.
Metabolisering naar verwachting wordt het zoals andere antilichamen door algemene eiwitabraakprocessen gekataboliseerd tot kleine peptiden en aminozuren.
T 1/2el ca. 24,3 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

daratumumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • serplulimab (L01FF12) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Groepsinformatie

serplulimab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.

  • amivantamab (L01FX18) Vergelijk
  • atezolizumab (L01FF05) Vergelijk
  • avelumab (L01FF04) Vergelijk
  • bevacizumab (intraveneus) (L01FG01) Vergelijk
  • blinatumomab (L01FX07) Vergelijk
  • brentuximab vedotin (L01FX05) Vergelijk
  • cemiplimab (L01FF06) Vergelijk
  • cetuximab (L01FE01) Vergelijk
  • daratumumab (L01FC01) Vergelijk
  • dinutuximab bèta (L01FX06) Vergelijk
  • dostarlimab (L01FF07) Vergelijk
  • durvalumab (L01FF03) Vergelijk
  • elotuzumab (L01FX08) Vergelijk
  • enfortumab vedotin (L01FX13) Vergelijk
  • gemtuzumab ozogamicine (L01FX02) Vergelijk
  • inotuzumab ozogamicine (L01FB01) Vergelijk
  • ipilimumab (L01FX04) Vergelijk
  • isatuximab (L01FC02) Vergelijk
  • mogamulizumab (L01FX09) Vergelijk
  • nivolumab (L01FF01) Vergelijk
  • obinutuzumab (L01FA03) Vergelijk
  • panitumumab (L01FE02) Vergelijk
  • pembrolizumab (L01FF02) Vergelijk
  • pertuzumab (L01FD02) Vergelijk
  • polatuzumab vedotin (L01FX14) Vergelijk
  • ramucirumab (L01FG02) Vergelijk
  • rituximab (L01FA01) Vergelijk
  • sacituzumab govitecan (L01FX17) Vergelijk
  • tafasitamab (L01FX12) Vergelijk
  • talquetamab (L01FX29) Vergelijk
  • teclistamab (L01FX24) Vergelijk
  • trastuzumab (L01FD01) Vergelijk
  • trastuzumab-deruxtecan (L01FD04) Vergelijk
  • trastuzumab-emtansine (L01FD03) Vergelijk
  • zolbetuximab (L01FX31) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • monoklonale antilichamen bij maligniteiten

Externe links

???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".